Organisatie | Ede |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening individuele voorzieningen Wmo Ede 2013 |
Citeertitel | Verordening individuele voorzieningen Wmo Ede 2013 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlagen | exb-2017-404 Toelichting op de Verordening individuele voorzieningen Wmo Ede 2013 |
In deze verordening staan de regels over te verlenen individuele voorzieningen in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning.
Wet maatschappelijke ondersteuning
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
07-02-2013 | 01-01-2015 | nieuw | 31-01-2013 Ede Stad 6-2-2013 | 734227 |
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Ede, d.d. 18-12-2012; kenmerk 734227;
gelezen het advies van de Adviesraad Wmo d.d. 14-11-2012;
gelet op artikel 5 van de Wet Maatschappelijke ondersteuning
overwegende dat het noodzakelijk is bij verordening regels te stellen over de te verlenen individuele voorzieningen en de voorwaarden waaronder personen die aanspraak hebben op dergelijke voorzieningen recht hebben op het ontvangen van die voorziening in natura, het onvangen van een financiële tegemoetkoming of een persoonsgebonden budget, waaronder de vergoeding voor een arbeidsverhouding als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Wet op de loonbelasting 1964
Hoofdstuk 1. Begripsomschrijvingen
Artikel 1. Begripsomschrijvingen
Compensatieplicht: De plicht van het College aan personen met een beperking, een chronisch psychisch of een psychosociaal probleem voorzieningen te bieden ter compensatie van hun beperkingen op het gebied van zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie teneinde hen in staat te stellen een huishouden te voeren, zich te verplaatsen in en om de woning, zich lokaal te verplaatsen per vervoermiddel en medemensen te ontmoeten en op basis daarvan sociale verbanden aan te gaan. Daarbij legt artikel 4 van de wethet College de plicht op om een resultaat te bereiken dat als compensatie mag gelden en dat, gericht is op (het versterken van de) zelfredzaamheid en dat in het individuele geval maatwerk is.
Belanghebbende: een persoon met een beperking, een chronisch psychisch probleem of een psychosociaal probleem die behoefte heeft aan compensatie ten behoeve van het bevorderen van zijn deelname aan het maatschappelijk verkeer en het zelfstandig functioneren, die voor zichzelf of, met behulp van een machtiging, door een ander een aanmelding of een aanvraag doet of laat doen.
Algemene voorziening: een voorziening die weliswaar niet bestemd is voor, noch te gebruiken is door alle personen als bedoeld in artikel 4 lid 1 van de wet, maar die anderzijds door iedereen waarvoor de voorziening wel bedoeld is op eenvoudige wijze te verkrijgen of te gebruiken is, zonder een ingewikkelde aanvraagprocedure.
Een voorziening is algemeen gebruikelijk als deze niet speciaal bedoeld is voor mensen met een beperking, dus ook door anderen gebruikt wordt, algemeen verkrijgbaar is en niet – aanzienlijk – duurder is dan vergelijkbare producten en naar geldende maatschappelijke normen behorend tot het gangbare gebruiks- dan wel bestedingspatroon van een persoon als de aanvrager. Ook kosten kunnen algemeen gebruikelijk zijn. Het gaat om kosten die niet alleen mensen met beperkingen, maar ook anderen maken en die behoren tot het gangbare gebruiks- dan wel bestedingspatroon van een persoon als de aanvrager.
Hoofdstuk 5. Beoordeling van de te bereiken resultaten
Artikel 6. Het maken van een afweging
Bij beoordeling van de mate en noodzaak van compensatie wordt eerst beoordeeld welke mogelijkheden de burger zelf of in zijn steunsysteem heeft om het resultaat te bereiken. Voor zover dit niet leidt tot een oplossing worden alle voorliggende, algemeen gebruikelijke, algemene en collectieve voorzieningen die beschikbaar en bruikbaar zijn onderzocht. Voorzover deze niet tot het bereiken van het gewenste resultaat leiden onderzoekt het College of en welke individuele voorziening moet worden toegekend.
Paragraaf 2. De te bereiken resultaten
Artikel 8. Wonen in een geschikt huis
Het tweede te bereiken resultaat ten aanzien van het voeren van een huishouden bestaat uit het normaal gebruik kunnen maken van de woning waar men over beschikt. Dit geldt ten aanzien van de woonkamer, slaapvertrekken, keuken, sanitaire ruimten, berging, tuin of balkon. De compensatieplicht is alleen van toepassing op de woning waarin iemand zijn hoofdverblijf heeft of gaat hebben.
Voor zover de belanghebbende kan verhuizen naar een geschikte woning of een gemakkelijker geschikt te maken woning welke verhuizing kan leiden tot het te bereiken resultaat zal deze mogelijkheid eerst beoordeeld worden.
Als de kosten van aanpassing van de huidige of andere aan te passen woning meer bedragen dan € 45.000,00 wordt verhuizing naar een geschikte woning of een woning, die goedkoper is aan te passen, als compenserend gezien. In dat geval wordt met persoonlijke en sociale omstandigheden geen rekening gehouden.
Voor zover de in de vorige paragraaf en het vorige lid genoemde mogelijkheden beschikbaar en bruikbaar zijn worden ten aanzien van die onderdelen geen individuele voorzieningen verstrekt. Een verhuiskostenvergoeding kan dan wel verstrekt worden.
Ook kan een burger voor een verhuiskostenvergoeding in aanmerking komen, indien hij zijn woning op verzoek van de gemeente verlaat ten behoeve van een persoon met beperkingen.
Het College kent alleen een voorziening toe in de vorm van een aanpassing aan een huurwoning van meer dan € 20.000,00 als de huurder in het huurcontract een bepaling laat opnemen dat hij bereid is de aangepaste woning te verlaten en aan de verhuurder ter beschikking te stellen binnen een jaar na het vervallen van de grondslag voor het toekennen van de woningaanpassing. Hij moet het College en de verhuurder binnen een maand, nadat de grondslag is vervallen, hierover schriftelijk informeren.
In afwijking van lid 1 kan het College een individuele voorziening verlenen om een woning in gemeente Ede bezoekbaar te maken ten behoeve van iemand die zijn hoofdverblijf heeft in een AWBZ instelling, zodat hij de woonruimte, de woonkamer en toilet kan bereiken en gebruiken. Een dergelijke voorziening wordt slechts eenmaal verstrekt. In het Besluit Maatschappelijke Ondersteuning legt het College het bedrag vast dat hiervoor maximaal wordt toegekend.
De eigenaar-bewoner, die krachtens deze verordening een financiële tegemoetkoming in de kosten van woningaanpassing heeft ontvangen van meer dan een in het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Ede te bepalen bedrag en die binnen een periode van 10 jaar na de datum van gereedaanmelding van de werkzaamheden de woning wil verkopen, is gehouden om binnen een week na het te koop zetten van de woning burgemeester en wethouders hiervan schriftelijk op de hoogte te stellen. Deze verplichting geldt onverkort ook voor de eigenaar die de woning heeft verkregen door vererving. Tevens moet deze eigenaar- bewoner het college binnen een week na het passeren van de akte hier schriftelijk van op de hoogte stellen. Het college heeft de mogelijkheid om de meerwaarde van de woning, als gevolg van deze financiële tegemoetkoming van de verkoper terug te vorderen.
Artikel 9. Beschikken over goederen voor primaire levensbehoeften
Het derde te bereiken resultaat ten aanzien van het voeren van een huishouden bestaat uit het voorzien zijn van de dagelijks benodigde hoeveelheid voedsel voor maaltijden en andere momenten waarop iets genuttigd wordt, evenals toiletartikelen en schoonmaakartikelen. Ook de noodzakelijke bereiding van maaltijden kan hieronder vallen.
Indien de belanghebbende een of meer huisgenoten heeft die beschikbaar en in staat zijn werkzaamheden over te nemen of voor zover de belanghebbende gebruik kan maken van een aanwezige en bruikbare boodschappenservice of maaltijdvoorziening die in de individuele situatie van de belanghebbende kan leiden tot het te bereiken resultaat wordt deze mogelijkheid eerst beoordeeld.
Artikel 11. Het thuis kunnen zorgen voor kinderen die tot het gezin behoren
Met het oog op het thuis kunnen zorgen voor kinderen die tot het gezin behoren, kan een individuele voorziening worden getroffen ten aanzien van het – zo mogelijk tijdelijk ter overbrugging van een periode noodzakelijk voor het nemen van meer definitieve maatregelen – vervangen van de ouder die in principe voor de kinderen zorgt.
Artikel 12. Zich verplaatsen in en om de woning
Het te bereiken resultaat ten aanzien van het zich verplaatsen in en om de woning bestaat uit het in staat zijn de woonkamer, het slaapvertrek en/of de in gebruik zijnde slaapvertrekken, het toilet en de douche, de berging, de tuin of het balkon kunnen bereiken en er zich zodanig kunnen redden dat normaal functioneren mogelijk is.
Artikel 13. Zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel
Met het oog op het zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel, kan een individuele voorziening worden getroffen ten aanzien van het verplaatsen over de korte afstand rond de woning en het verplaatsen over de langere afstand binnen de directe woon en leefomgeving. Alleen als er sprake is van dreigende vereenzaming kan ook voor het verplaatsen buiten de directe woon- en leefomgeving een individuele voorziening worden getroffen.
Als met het collectief vervoer van deur tot deur het resultaat kan worden bereikt komt belanghebbende in aanmerking voor een individuele voorziening in de vorm van een kortingspas. Met deze kortingspas kan belanghebbende tegen een gereduceerd tarief reizen met het collectief vervoer. Per zone is een door het college in het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Ede vast te leggen bedrag verschuldigd.
Hoofdstuk 6. Verstrekking in natura, als persoonsgebonden budget en als financiële tegemoetkoming. Eigen bijdragen en eigen aandeel
Paragraaf 2. Verstrekking in natura
Artikel 16. Inhoud beschikking
Paragraaf 3. Verstrekking als persoonsgebonden budget
Artikel 17. Overwegende bezwaren
Het college legt in het Gemeentelijk Besluit maatschappelijke ondersteuning Ede vast in welke situaties sprake is van overwegende bezwaren zodat er geen persoonsgebonden budget verstrekt wordt.
Artikel 18. Inhoud beschikking
Bij het treffen van een voorziening in de vorm van een persoonsgebonden budget wordt in de beschikking vastgelegd:
Voor welk te bereiken resultaat het persoonsgebonden budget gebruikt moet worden, eventueel aangevuld met een programma van eisen waaraan bij de besteding voldaan moet worden.
Wat de omvang van het persoonsgebonden budget is, hoe deze omvang tot stand is gekomen en hoe wordt betaald.
Wat de duur is van de verstrekking waarvoor het persoonsgebonden budget bedoeld is enwelke regels gelden ten aanzien van verantwoording van het persoonsgebonden budget.
Artikel 19. Hoogte van het persoonsgebonden budget
Als belanghebbende diensten inhuurt om het in paragraaf 7, 9,10, of 11 bedoelde resultaat te bereiken bij een thuiszorgorganisatie of professional werkzaam als zzp’er bedraagt het persoongebonden budget 70 % van het geldende tarief voor zorg in natura.Als belanghebbende diensten inhuurt om het resultaat bedoeld in paragraaf 7, 9, 10, of 11 te bereiken bij iemand die niet professioneel werkzaam is als zzp’er of bij een thuiszorgorganisatie of schoonmaakbedrijf bedraagt het persoongebonden budget 60 % van het geldende tarief voor zorg in natura.
Paragraaf 5. Eigen bijdrage en eigen aandeel
Artikel 21. Eigen bijdragen en eigen aandeel
Bij het verstrekken van een voorziening is een eigen bijdrage of een eigen aandeel verschuldigd ten aanzien van de volgende resultaten:
beschikken over goederen voor primaire levensbehoeften;
beschikken over schone, draagbare en doelmatige kleding;
het thuis kunnen zorgen voor kinderen die tot het gezin behoren;
zich verplaatsen in, om en nabij de woning voor zover het geen rolstoel betreft;
zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel;
de mogelijkheid om contacten te hebben met medemensen en deel te nemen aan recreatieve, maatschappelijke of religieuze activiteiten.
Aan belanghebbende, die gebruik maakt van een kortingpas voor het collectief vervoer kan, naast de zoneprijs en de aanschafkosten van de kaart, een eigen bijdrage worden opgelegd in de kosten van het collectief vervoer die ten laste van de gemeente blijven.
Hoogte van de eigen bijdrage of eigen aandeel
De hoogte van de eigen bijdrage en eigen aandeel is mede afhankelijk van het inkomen en vermogen van degene aan wie een individuele voorziening is verleend en diens echtgenoot.
Voor het berekenen van de maximale periodebijdrage wordt uitgegaan van de bedragen, genoemd in hoofdstuk IV van het Besluit maatschappelijke ondersteuning. Indien deze bedragen worden gewijzigd met toepassing van artikel 4.5 van dat Besluit, dan wordt bij de berekening van de maximale periode bijdrage uitgegaan van de geïndexeerde bedragen.
Duur en maximum van de eigen bijdrage of eigen aandeel
Indien een voorziening in eigendom wordt verstrekt waaronder een bouwkundige voorziening, wordt gedurende een periode van maximaal 39 maal vier weken een eigen bijdrage in rekening gebracht. De totale eigen bijdrage of eigen aandeel kan niet meer bedragen dan de totale kosten die de gemeente voor de voorziening draagt.
Voor individuele voorziening, gericht op het op bereiken van het resultaat onder artikel 7, 9, 10 of 12 wordt per periode van vier weken een eigen bijdrage in rekening gebracht zolang de indicatie geldig is en deze wordt afgenomen. De eigen bijdrage per periode kan niet meer bedragen dan de kosten van de afgenomen hulp in die periode.
Indien een door de gemeente gehuurde voorziening aan belanghebbende ter beschikking wordt gesteld wordt per periode van vier weken een eigen bijdrage in rekening gebracht zolang de gemeente de voorziening ten behoeve van belanghebbende huurt. Als het gaat om voorzieningen waarvan de gemeente eigenaar is en die ter beschikking worden gesteld geldt de eigen bijdrage maximaal gedurende de economische afschrijvingstermijn van de voorziening. De eigen bijdrage per periode kan niet meer bedragen dan de totale kosten die de gemeente in die periode voor de voorziening draagt. Als belanghebbende voor het collectief vervoer een eigen bijdrage moet betalen, betaalt hij deze zolang hij van de kortingspas gebruikt maakt.
Hoofdstuk 7. Procedurele bepalingen rond onderzoek, advies en besluitvorming, intrekking en terugvordering
Artikel 23. Beperkingen in de toekenning
Geen voorziening wordt toegekend:
Voor zover een voorziening als die waarop de aanvraag betrekking heeft reeds eerder in het kader van enige wettelijke bepaling of regeling is verstrekt en de normale afschrijvingstermijn van de voorziening nog niet verstreken is, tenzij de eerder vergoede of verstrekte voorziening verloren is gegaan als gevolg van omstandigheden die niet aan belanghebbende zijn toe te rekenen, of tenzij belanghebbende geheel of gedeeltelijk tegemoetkomt in de veroorzaakte kosten.
Een aanvrager is verplicht aan het college of de daartoe aangewezen adviesinstantie al die gegevens te verschaffen of te doen verschaffen die noodzakelijk zijn voor de beoordeling van de aanvraag. Hieronder is mede begrepen de verplichting van de aanvrager om aan het college desgevraagd een geldig identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1, eerste lid onder 1 tot en met 3 van de Wet op de identificatieplicht te overleggen.
Artikel 25. Wijziging situatie
Degene aan wie krachtens deze verordening een voorziening is verstrekt, is verplicht zo spoedig mogelijk en schriftelijk aan het college mededeling te doen van feiten en omstandigheden, waarvan redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze van invloed kunnen zijn op het recht op een voorziening.
Het door het gemeentebestuur gevoerde beleid wordt eenmaal per twee jaar geëvalueerd. Indien de evaluatie daartoe aanleiding geeft wordt het beleid vervolgens aangepast. Het college zendt hiertoe telkens 2 jaar na de inwerkingtreding van de verordening aan de gemeenteraad een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van de verordening in de praktijk.
Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening individuele voorzieningen Wmo Ede 2013”.
[Klik hier om het document te downloaden]
Toelichting op de Verordening individuele voorzieningen Wmo Ede 2013