Verordening vaartuigen Ilperveld

Deze verordening geldt alleen voor het Ilperveld zoals dat op de bij deze verordening behorende kaart door een rode lijn is begrensd.

• 1.

  In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    woonschip of weekendboot: elk vaartuig, dat uitsluitend of in hoofdzaak dient of kan dienen tot dag- en/of nachtverblijf van één of meer personen, met uitzondering van de woonschepen in de zin van artikel 1 der Verordening goedgekeurd, op de ligplaats van woonschepen en staanplaats van woonwagens in de gemeente Landsmeer. Tevens wordt onder woonschip of weekendboot verstaan een woonschip of weekendboot in aanbouw, alsmede een casco, dat tot woonschip of weekendboot kan worden opgebouwd of verbouwd;

  • b.

    bedrijfsvaartuig: elk vaartuig, waarin of waarmede een bedrijf wordt of kan worden uitgeoefend;

  • c.

    bergschip: elk vaartuig, dat uitsluitend of in hoofdzaak dient of kan dienen als bergruimte. Tevens wordt onder bergschip verstaan een bergschip in aanbouw alsmede een casco, dat tot bergschip kan worden opgebouwd dan wel verbouwd.

• 2.

  Onder woonschepen of weekendboten, bedrijfsvaartuigen en bergschepen wordt mede verstaan:

  • a.

    die vaartuigen, bedoeld in het eerste lid, die tijdelijk of blijvend de mogelijkheid en/of de geschiktheid om te varen hebben verloren;

  • b.

    die vaartuigen, bedoeld in het eerste lid, die tijdelijk of blijvend hun oorspronkelijke bestemming overeenkomstig de omschrijving in het eerste lid hebben verloren;

  • c.

    de overblijfselen van de onder a en b bedoelde vaartuigen.

Het is verboden:

• a.

  ligplaats te hebben met een woonschip of weekendboot;

• b.

  als eigenaar van of rechthebbende op water of gronden toe te laten dat een woonschip of weekendboot ligplaats heeft op of aan dat water of die gronden, zonder dat een ontheffing van het onder a genoemde verbod is verleend.

Het is verboden:

• a.

  langer dan 10 achtereenvolgende dagen ligplaats te hebben met een bedrijfsvaartuig;

• b.

  als eigenaar van of rechthebbende op water of gronden toe te laten, dat een bedrijfsvaartuig langer dan 10 achtereenvolgende dagen ligplaats heeft op of aan dat water of die gronden zonder dat een ontheffing van het onder a genoemde verbod is verleend.

Het is verboden:

• a.

  met een bergschip ligplaats te hebben;

• b.

  als eigenaar van of rechthebbende op water of gronden toe te laten, dat een bergschip ligplaats heeft op of aan dat water of die gronden, zonder dat een ontheffing van het onder a genoemde verbod is verleend.

• 1.

  Burgemeester en wethouders kunnen van de verboden, gesteld in de artikelen 2a, 3 en 4 schriftelijk ontheffing verlenen, onder door hen te stellen voorwaarden.

• 2.

  Een ontheffing kên worden verleend voor bepaalde tijd en/of tot wederopzeggens.

• 3.

  De sub 1 vermelde ontheffing wordt verleend voor een bij de aanvraag aan te wijzen ligplaats.

• 1.

  Een ontheffing wordt geacht te zijn vervallen:

  • a.

    indien niet of niet meer wordt voldaan aan één of meer van de aan de ontheffing verbonden voorwaarden;

  • b.

    indien het betrokken vaartuig niet of niet meer ligplaats heeft op de plaats, waarvoor de ontheffing is verleend of naar het oordeel van burgemeester en wethouders niet meer aan redelijke eisen van welstand voldoet;

  • c.

    indien bij het aanvragen ervan onjuiste gegevens of inlichtingen werden verstrekt.

• 2.

  De houder van de ontheffing is verplicht het bewijs van de ontheffing op de eerste vordering van hen, die belast zijn met de opsporing van overtredingen dezer verordening aan deze ter inzage te geven of af te staan.

Een verzoek tot het verlenen van een ontheffing dient, al naar gelang voor de beoordeling daarvan door burgemeester en wethouders noodzakelijk is, vergezeld te zijn van:

• a.

  een duidelijke situatietekening, die aangeeft de plaats of de ligplaats waarop het verzoek tot ontheffing betrekking heeft en de omgeving daarvan;

• b.

  een duidelijke foto of tekening van de beide lange zijden van het betrokken vaartuig.

• 1.

  Overtreding van enige bepaling van deze verordening wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste twee maanden of geldboete van de tweede categorie.

• 2.

  Ten aanzien van een naamloze vennootschap, een wederkerige verzekerings- of waarborgmaatschappij, een coöperatieve of ander rechtspersoonlijkheid bezittende vereniging of een stichting zijn de bestuurders respectievelijk de bestuursleden verplicht er voor te zorgen, dat door het zedelijk lichaam onder hun bestuur de bepalingen van deze verordening worden nageleefd.

• 1.

  Met het handhaven van de bepalingen en met het opsporen en constateren van overtredingen van deze verordening zijn belast de opsporingsambtenaren, genoemd in artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering.

• 2.

  De ter handhaving van deze verordening gegeven bevelen van de bedoelde opsporingsambtenaren moeten worden opgevolgd.

• 1.

  Deze verordening treedt in werking op de dag van haar afkondiging.

• 2.

  Met ingang van de datum van inwerkingtreding vervallen de "Verordening vaartuigen Ilperveld", voor zover in Landsmeer gelegen van de gemeente Landsmeer d.d. 24 februari 1975 en de "Verordening vaartuigen Ilperveld" van de gemeente Ilpendam d.d. 13 maart 1969.

Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening vaartuigen Ilperveld".