Organisatie | Hoogeveen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening clientenparticipatie Wet werk en bijstand |
Citeertitel | Verordening clientenparticipatie Wet werk en bijstand |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | maatschappelijke zorg |
Deze versie is per 1 januari 2009 gewijzigd in Verordening clientenparticipatie WWB en Wsw.
Wet werk en bijstand, art. 47
1.Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2005 | 01-01-2009 | nieuwe regeling | 23-12-2004 Hgv.Crt. 29-12-2004 | 04/47 |
De raad van de gemeente Hoogeveen,
gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 13 december 2004;
gelet op artikel 47 van de Wet werk en bijstand (Wwb);
overwegende dat de gemeente bij verordening regels dient te stellen over de wijze waarop de cliënten of hun vertegenwoordigers worden betrokken bij de uitvoering van deze wet;
niet-uitkeringsgerechtigde: de persoon, jonger dan 65 jaar, die als werkloze werkzoekende staat geregistreerd bij de Centrale organisatie werk en inkomen en die geen recht heeft op een uitkering op grond van de wet, de Werkloosheidswet, de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen, de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten, de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, de Toeslagenwet, de Tijdelijke wet beperking inkomensgevolgen arbeidsongeschiktheidscriteria, de Algemene nabestaandenwet dan wel op grond van een regeling, die met deze wetten naar aard en strekking overeenstemt als bedoeld in artikel 6, sub a van de wet;
Het doel van cliëntenparticipatie is dat cliënten en vertegenwoordigers invloed kunnen uitoefenen op het beleid en de uitvoering en kwaliteit van dienstverlening van de afdeling Werk en Inkomen door gevraagd en ongevraagd te adviseren aan het college.
De Wet werk en bijstand schrijft in artikel 47 voor dat cliëntenparticipatie dient plaats te vinden en dat, in het verlengde van die verplichting wordt de verordening vastgesteld door de raad. Ingevolge die bepaling is de verordening cliëntenparticipatie Wet werk en bijstand tot stand gekomen. Minimaal dient te zijn vastgelegd op welke wijze personen met een WWB uitkering, niet-uitkeringsgerechtigden en personen met een ANW uitkering of hun vertegenwoordigers worden betrokken bij de uitvoering van deze wet, waarbij in ieder geval wordt geregeld de wijze waarop:
Voor de diverse omschrijvingen is aansluiting gezocht bij de formuleringen in de Wet werk en bijstand en/of bestaande regelgeving.
In dit artikel wordt de doelstelling beschreven. Belangrijk is dat de cliëntenraad ook ongevraagd kan adviseren. Er wordt gesproken over een cliëntenraad omdat met het amendement op artikel 47 de cliëntenparticipatie in de Wet werk en bijstand in lijn is gebracht met de Wet Suwi. In deze wet is sprake van cliëntenraden.
In dit artikel wordt beschreven over welk beleid de cliëntenraad adviseert. Advies wordt gevraagd bij de vaststelling van beleidskaders, verordeningen en beleidsregels op het terrein van de WWB. Ten behoeve van de Wet voorzieningen gehandicapten opereert een afzonderlijk platform dat bestaat uit personen die over specifieke kennis beschikken op het gebied van handicaps en beperkingen.
De wetgever beoogt een organisatie die bestaat uit cliënten zoals bedoeld in artikel 1 van deze verordening. Het is belangrijk dat de samenstelling van de cliëntenraad daadwerkelijk representatief is voor de doelgroep bijstandsgerechtigden. Omwille van de werkbaarheid is ervoor gekozen het aantal leden en vertegenwoordigers beperkt te houden. Benoeming geschiedt voor een termijn van vier jaar, met een mogelijke herbenoeming voor telkens nog één jaar. Voor die termijnen is gekozen teneinde zoveel mogelijk mensen te kunnen laten participeren. In dit artikel wordt voorts de onverenigbaarheid van functies aangeduid.
Een belangrijk uitgangspunt van de WWB is arbeidsreïntegratie van uitkeringsgerechtigden. In dit artikel wordt onder meer geregeld dat het lidmaatschap eindigt wanneer het lid geen cliënt of vertegenwoordiger meer is. Hierdoor blijft de binding met de doelgroep optimaal gewaarborgd. Om te voorkomen dat leden plotseling wegvallen, en de cliëntenraad zijn taak niet meer naar behoren kan uitoefenen, is geregeld dat het lid de functie blijft vervullen totdat in de vacature is voorzien, met een
maximale termijn van twaalf maanden. Deze bepaling is mede van belang om nieuwe leden te kunnen voorbereiden op hun taak.
In dit artikel wordt het initiatief- en adviesrecht nader ingevuld. Essentieel is dat een advies op een zodanig tijdstip wordt gevraagd, dat dit kan worden toegevoegd aan de stukken die voor de besluitvorming beschikbaar worden gesteld. Dit is op deze wijze in ieder geval gewaarborgd. Er is gekozen voor een vaste overlegstructuur.
De cliëntenraad wordt actief voorzien van informatie.
De vakafdeling informeert, via de voorzitter en secretaris, over actuele landelijke ontwikkelingen op het terrein van de Wet werk en bijstand en stelt desgewenst vakliteratuur beschikbaar. De cliëntenraad kan beschikken over ruimte waar de leden elkaar buiten de plenaire vergaderingen kunnen ontmoeten. Het is noodzakelijk dat ook beschikt wordt over andere faciliteiten, behalve vergaderruimte. Te denken valt
aan kopieerfaciliteiten, de mogelijkheid om gebruik te maken van een PC met internetverbinding etc. Het beschikbaar stellen van andere faciliteiten gebeurt in overleg. De cliëntenraad kan ook beschikken over een eigen budget voor de eigen activiteiten. Te denken valt aan het organiseren van thema-avonden, het
inhuren van externe deskundigen etc. De leden die niet beroepshalve een organisatie vertegenwoordigen kunnen aanspraak maken op een vaste onkostenvergoeding per bijgewoond overleg. Deze onkostenvergoeding blijft buiten de middelentoets van de Wet werk en bijstand. Het college stelt het budget en de onkostenvergoeding jaarlijks vast. Dit om te voorkomen dat bij indexering van de bedragen de verordening opnieuw moet worden vastgesteld.
Het college kan nadere regels vaststellen. Dit kan bijvoorbeeld wanneer meerdere faciliteiten noodzakelijk blijken.