Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Wijk bij Duurstede

Verordening maatschappelijke ondersteuning Wijk bij Duurstede 2013

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieWijk bij Duurstede
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening maatschappelijke ondersteuning Wijk bij Duurstede 2013
CiteertitelVerordening maatschappelijke ondersteuning Wijk bij Duurstede 2013
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Wet maatschappelijke ondersteuning

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-02-201326-02-2016Onbekend

29-01-2013

De Wijkse Courant d.d. 13-02-2013

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening maatschappelijke ondersteuning Wijk bij Duurstede 2013

 

 

 

Raadsbesluit

De raad van de gemeente Wijk bij Duurstede;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders

d.d. 8 januari 2013, nr. 20130129 10 RV

gelet op artikel 147 van de Gemeentewet en gelet op artikel 5 lid 1 van de Wet maatschappelijke ondersteuning, overwegende dat het noodzakelijk is het verstrekken van individuele voorzieningen en de hulp bij het huishouden bij verordening te regelen;

besluit:

  • 1.

    De beleidsregels en het financieel besluit 2013 voor kennisgeving aan te nemen.

  • 2.

    De verordening voorzieningen Wmo Wijk bij Duurstede 2013 vast te stellen:

    Hoofdstuk 1. Begripsomschrijvingen

    Artikel 1. Begripsomschrijvingen

    In deze verordening wordt verstaan onder:

    Lid 1. Wet

    Wet maatschappelijke ondersteuning.

    Lid 2. College

    College van burgemeester en wethouders van de gemeente Wijk bij Duurstede.

    Lid 3. Compensatieplicht

    Compensatieplicht: De plicht van het College aan personen met een beperking, een chronisch psychisch of een psychosociaal probleem voorzieningen te bieden ter compensatie van hun beperkingen op het gebied van zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie teneinde hen in staat te stellen een huishouden te voeren, zich te verplaatsen in en om de woning, zich lokaal te verplaatsen per vervoermiddel en medemensen te ontmoeten en op basis daarvan sociale verbanden aan te gaan. Daarbij legt artikel 4 van de wet het College de plicht op om een resultaat te bereiken dat als compensatie mag gelden en dat in het individuele geval maatwerk is.

    Lid 4. Aanmelding

    Aanmelding: de mededeling van een belanghebbende aan het Wmo-loket (gemandateerd door het college) dat hij beperkingen ondervindt op grond waarvan hij verzoekt een afspraak te maken voor een gesprek.

    Lid 5. Gesprek

    Gesprek: het eerste contact na een aanmelding waarin met degene die maatschappelijke ondersteuning zoekt zijn gehele situatie wordt geïnventariseerd ten aanzien van de beperkingen en de gevolgen daarvan, de te bereiken resultaten, de te kiezen oplossingen via eigen mogelijkheden of via mogelijkheden van het netwerk dan wel via algemene, algemeen gebruikelijke collectieve, (wettelijk) voorliggende en individuele voorzieningen.

    Lid 6. Aanvraag

    Aanvraag: het verzoek van een belanghebbende om in aanmerking te komen voor één of meerdere voorzieningen om een resultaat te bereiken in het kader van deze verordening.

    Lid 7. Inwoner

    Iemand die zijn hoofdverblijf heeft in de gemeente Wijk bij Duurstede.

    Lid 8. Belanghebbende

    Belanghebbende: een persoon met een beperking, een chronisch psychisch probleem of een psychosociaal probleem die behoefte heeft aan compensatie ten behoeve van het bevorderen van zijn deelname aan het maatschappelijk verkeer en het zelfstandig functioneren, die voor zichzelf of, met behulp van een machtiging, door een ander een aanmelding of een aanvraag doet of laat doen.

    Lid 9. Psychosociaal of chronisch psychiatrisch probleem

    Een situatie van verlies van zelfstandigheid en, met name, een gebrek aan mogelijkheden tot deelname aan het maatschappelijk verkeer, veroorzaakt door belemmeringen die iemand ondervindt in zijn relatie met anderen, met zijn sociale omgeving.

    Lid 10. Persoon met beperkingen

    Een persoon die ten gevolge van ziekte of gebrek, en/of chronische psychiatrische of psychosociale problemen, aantoonbare beperkingen ondervindt in het bereiken van de 8 resultaten zoals benoemd in hoofdstuk 2, artikel 2 van deze verordening.

    Lid 11. Algemene voorziening

    Een voorliggende voorziening die door iedereen waarvoor de voorziening bedoeld is op eenvoudige wijze te verkrijgen of te gebruiken is, zonder een ingewikkelde aanvraagprocedure.

    Lid 12. Algemeen gebruikelijke voorziening

    Een voorziening die niet speciaal bedoeld is voor mensen met een beperking, dus ook door anderen gebruikt wordt, algemeen verkrijgbaar is en niet – aanzienlijk – duurder is dan vergelijkbare producten.

    Lid 13. Collectieve voorziening

    Een voorziening die individueel toegekend wordt maar waarbij meerdere mensen gebruik kunnen maken van dezelfde voorziening.

    Lid 14. Voorliggende voorziening

    Een voorziening die normaal in de maatschappij aanwezig en beschikbaar is en bedoeld voor iedereen die daar behoefte aan heeft en/of dat nodig heeft.

    Lid 15. Wettelijk voorliggende voorziening

    Een voorziening op grond van een wettelijke bepaling anders dan ingevolge de wet (zie lid 1), waarmee het resultaat geheel of gedeeltelijk bereikt kan worden.

    Lid 16. Individuele voorziening

    Een voorziening die door het college ten behoeve van één persoon op basis van artikel 4 van de wet ingezet wordt om het resultaat te bereiken.

    Lid 17. Gebruikelijke zorg

    De zorg die op het gebied van het voeren van het huishouden voor alle meerderjarige leden van een leefeenheid als algemeen aanvaardbaar wordt beschouwd.

    Lid 18. Primaat van verhuizen

    Voor zover de belanghebbende kan verhuizen naar een geschikte woning of een gemakkelijker geschikt te maken woning welke verhuizing kan leiden tot het te bereiken resultaat zal deze mogelijkheid eerst beoordeeld worden dit wordt het primaat van verhuizen genoemd. Deze beoordeling kan in elke situatie plaats vinden waar naar verwachting de aanpassing in de toekomst geen geschikte oplossing biedt voor de (toenemende) beperkingen van de belanghebbende.

    Lid 19. Voorziening in natura

    Voorziening in natura: een voorziening, in te zetten om het resultaat te bereiken, in de vorm van goederen in (bruik)leen of in eigendom, of als persoonlijke dienstverlening.

    Lid 20. Persoonsgebonden budget

    Persoonsgebonden budget: een geldbedrag om te gebruiken voor het te bereiken resultaat, als alternatief voor een voorziening in natura.

    Lid 21. Financiële tegemoetkoming

    Financiële tegemoetkoming: een geldbedrag, al dan niet forfaitair of gemaximeerd, bedoeld om een voorziening mee aan te schaffen voor het te bereiken resultaat.

    Lid 22. Eigen bijdrage of eigen aandeel in de kosten

    Een door het college vast te stellen bijdrage in de kosten voor de compensatie van het te bereiken resultaat waarop de regel van het besluit maatschappelijke ondersteuning Wijk bij Duurstede van toepassing zijn.

    Lid 23. Mantelzorger

    Mantelzorger: een persoon die langdurige zorg biedt, die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden aan een hulpbehoevende, waarbij de zorgverlening rechtstreeks voortvloeit uit de sociale relatie en de gebruikelijke zorg van huisgenoten voor elkaar overstijgt.

    Lid 24. Protocol gebruikelijke zorg

    Definiëring en normering van normale, dagelijkse zorg die partners of ouders en inwonende kinderen geacht worden elkaar onderling te bieden omdat ze als leefeenheid een gezamenlijke huishouding voeren en op die grond een gezamenlijke verantwoordelijkheid hebben voor het functioneren van dat huishouden.

    Lid 25. Hoofdverblijf

    Hoofdverblijf: de plaats waar een persoon daadwerkelijk de meeste nachten per jaar doorbrengt en/of is ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie.

    Lid 26. ICF

    De International Classification of Functioning, Disability and Health (ICF) wordt gehanteerd als uniform begrippenkader, als afwegingskader en als grondslag om de behoefte aan voorzieningen in individuele gevallen vast te stellen of te typeren.

    Hoofdstuk 2. Resultaatgerichte compensatie

    Artikel 2. De te bereiken resultaten

    De op basis van artikel 4 lid 1 van de wet via compenserende maatregelen te bereiken resultaten zijn:

    • a.

      een schoon en leefbaar huis;

    • b.

      wonen in een geschikt huis;

    • c.

      beschikken over goederen voor primaire levensbehoeften;

    • d.

      beschikken over schone, draagbare en doelmatige kleding;

    • e.

      het thuis kunnen zorgen voor kinderen die tot het gezin behoren;

    • f.

      zich verplaatsen in en om de woning;

    • g.

      zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel;

    • h.

      de mogelijkheid om contacten te hebben met medemensen en deel te nemen aan recreatieve, maatschappelijke of religieuze activiteiten.

    Hoofdstuk 3. Hoe te komen tot de te bereiken resultaten

    Artikel 3. Scheiding aanmelding en aanvraag

    Lid 1.

    Aan een aanvraag voor een individuele voorziening ex artikel 1, lid 1 aanhef en onder g sub 6 van de wet gaat een aanmelding voor een gesprek vooraf indien:

    • a.

      De aanvraag afkomstig is van een belanghebbende die nog niet eerder een aanvraag in het kader van de wet heeft gedaan;

    • b.

      De aanvraag afkomstig is van een belanghebbende die al eerder een gesprek heeft gevoerd maar waarbij sprake is van gewijzigde omstandigheden of gewijzigde te bereiken resultaten;

    • c.

      Belanghebbende of het college daarom verzoekt.

    Lid 2.

    Indien belanghebbende aangeeft direct een aanvraag in te willen dienen vervalt het gestelde in het eerste lid.

    Artikel 4. Aanmelding voor een gesprek

    Een aanmelding voor een gesprek kan schriftelijk, elektronisch, mondeling of telefonisch worden gedaan bij het Wmo-loket door of namens een persoon met een beperking, een chronisch psychisch probleem of een psychosociaal probleem die behoefte heeft aan compensatie ten behoeve van het bevorderen van zijn deelname aan het maatschappelijk verkeer en het zelfstandig functioneren.

    Artikel 5. Het gesprek

    Lid 1

    Bij het voeren van het gesprek zal de ICF als basis voor het begrippenkader worden gehanteerd.

    Lid 2.

    Als de belanghebbende een mantelzorger is wordt met de mantelzorger en zo mogelijk met de verzorgde geïnventariseerd welke belemmeringen de belanghebbende ondervindt bij de uitvoering van de mantelzorg.

    Artikel 6. Het verslag

    Lid 1.

    Het gesprek kan worden afgesloten met een verslag. Opmerkingen van belanghebbende over dit verslag kunnen als bijlage aan het verslag worden toegevoegd. Uitsluitend een door belanghebbende ondertekend verslag kan als aanvraagformulier als bedoeld in artikel 7 lid 3 worden aangemerkt.

    Lid 2.

    Na het voeren van een gesprek kan een belanghebbende, gebruik makend van het ondertekende verslag van het gesprek, dat in die situatie als aanvraagformulier dient, een aanvraag indienen voor een individuele voorziening ex artikel 1, lid 1 aanhef en onder g sub 6 van de wet.

    Hoofdstuk 4. De aanvraag van een individuele voorziening

    Artikel 7. De aanvraag

    Lid 1.

    De aanvraag van een individuele voorziening moet schriftelijk of elektronisch plaatsvinden.

    Lid 2.

    Indien een aanvraag mondeling (via de telefoon of op een andere manier) plaatsvindt wordt dit per omgaande schriftelijk bevestigd. Bij deze bevestiging wordt een aanvraagformulier meegezonden. Pas wanneer het aanvraagformulier ondertekend retour is ontvangen zal deze als aanvraag worden beschouwd.

    Lid 3.

    Bij de aanvraag wordt, als er een ondertekend verslag van het gesprek aanwezig is, dit

    ondertekende verslag als aanvraagformulier beschouwd.

    Hoofdstuk 5. Beoordeling van de te bereiken resultaten

    Paragraaf 1. Algemene regels

    Artikel 8. Het maken van een afweging

    • 1.

      Bij het beoordelen welke voorzieningen getroffen gaan worden, neemt het college het verslag van het gesprek, indien aanwezig, als uitgangspunt. Het college gaat uit van de behoeften en persoonskenmerken van de belanghebbende. Daarbij zal onderzoek gedaan worden naar de noodzaak en mogelijkheid tot leveren van maatwerk ten aanzien van het te bereiken resultaat.

    • 2.

      Alle voorliggende, algemeen gebruikelijke en collectieve voorzieningen die beschikbaar en bruikbaar zijn, worden, als ze al niet tot een oplossing hebben geleid in het gesprek, of als er geen gesprek heeft plaatsgevonden, eerst beoordeeld.

    Paragraaf 2. De te bereiken resultaten

    Artikel 9. Resultaat 1: een schoon en leefbaar huis

    • 1.

      Het eerste te bereiken resultaat ten aanzien van het voeren van een huishouden bestaat uit het kunnen wonen in een huis dat schoon is. Dit geldt ten aanzien van de woonkamer, slaapvertrekken, keuken en sanitaire ruimten.

    • 2.

      Met het oog op een schoon en leefbaar huis kan een individuele voorziening getroffen worden voor het lichte en/of het zware huishoudelijke werk.

    • 3.

      Indien de belanghebbende een of meer huisgenoten heeft die beschikbaar en in staat zijn werkzaamheden over te nemen wordt dit eerst in het kader van gebruikelijke zorg beoordeeld. Hierbij wordt het door de gemeente Wijk bij Duurstede aangepaste protocol gebruikelijke zorg gehanteerd.

    • 4.

      Voor zover de in het vorige lid genoemde mogelijkheden beschikbaar en bruikbaar zijn worden ten aanzien van die onderdelen geen individuele voorzieningen verstrekt.

    Artikel 10. Resultaat 2: wonen in een geschikt huis

    • 1.

      Het tweede te bereiken resultaat ten aanzien van het voeren van een huishouden bestaat uit het normaal gebruik kunnen maken van de woning waar men over beschikt. Dit geldt ten aanzien van de woonkamer, slaapvertrekken, keuken, sanitaire ruimten, berging, tuin of balkon.

    • 2.

      Met het oog op het normale gebruik van de woning kan een individuele voorziening worden getroffen ten aanzien van de bereikbaarheid, toegankelijkheid, bruikbaarheid van de woning. De aanpassing mag geen gevaarlijke situatie doen ontstaan ten aanzien van de uitgankelijkheid bij brand e.d. (veiligheid).

    • 3.

      Voor zover de belanghebbende kan verhuizen naar een geschikte woning of een gemakkelijker geschikt te maken woning welke verhuizing kan leiden tot het te bereiken resultaat zal deze mogelijkheid eerst beoordeeld worden (primaat van verhuizen). Deze beoordeling kan plaatsvinden in elke situatie waarin naar verwachting de aanpassing in de toekomst geen geschikte oplossing biedt voor de (toenemende) beperkingen van de bewoner.

    • 4.

      Voor zover de in het vorige lid genoemde mogelijkheden beschikbaar en bruikbaar zijn worden ten aanzien van die onderdelen geen individuele voorzieningen verstrekt. Een verhuiskostenvergoeding kan dan wel verstrekt worden.

    Artikel 11. Resultaat 3: beschikken over goederen voor primaire levensbehoeften

    • 1.

      Het derde te bereiken resultaat ten aanzien van het voeren van een huishouden bestaat uit het voorzien zijn van de dagelijks benodigde hoeveelheid voedsel voor maaltijden en andere momenten waarop iets genuttigd wordt, evenals toiletartikelen en schoonmaakartikelen. Ook de noodzakelijke bereiding van maaltijden kan hieronder vallen.

    • 2.

      Om te beschikken over goederen voor primaire levensbehoeften kan een individuele voorziening worden getroffen voor het doen van boodschappen (ten aanzien van levensmiddelen, schoonmaakmiddelen en toiletartikelen) en voor het bereiden en aanreiken van maaltijden.

    • 3.

      Indien de belanghebbende een of meer huisgenoten heeft die beschikbaar en in staat zijn werkzaamheden over te nemen of voor zover de belanghebbende gebruik kan maken van een aanwezige en bruikbare boodschappenservice of maaltijdvoorziening die in de individuele situatie van de belanghebbende kan leiden tot het te bereiken resultaat wordt deze mogelijkheid eerst beoordeeld.

    • 4.

      Voor zover de in het vorige lid 3 genoemde mogelijkheden beschikbaar en bruikbaar zijn worden ten aanzien van die onderdelen geen individuele voorzieningen verstrekt.

    Artikel 12. Resultaat 4: beschikken over schone, draagbare en doelmatige kleding

    • 1.

      Het vierde te bereiken resultaat ten aanzien van het voeren van een huishouden bestaat uit het aanwezig zijn van kleding. De benodigde kleding dient te worden gewassen en zo nodig gestreken, opgevouwen of opgehangen.

    • 2.

      Met het oog op het beschikken over schone, draagbare en doelmatige kleding kan een individuele voorziening worden getroffen ten aanzien van het wassen, drogen en strijken en opruimen van de dagelijkse was.

    • 3.

      Indien de belanghebbende een of meer huisgenoten heeft die beschikbaar en in staat zijn werkzaamheden over te nemen, wordt dit eerst in het kader van gebruikelijke zorg beoordeeld.

    • 4.

      Voor zover de in het vorige lid genoemde mogelijkheden beschikbaar en bruikbaar zijn worden ten aanzien van die onderdelen geen individuele voorzieningen verstrekt.

    Artikel 13. Resultaat 5: het thuis kunnen zorgen voor kinderen die tot het gezin behoren

    • 1.

      Het vijfde te bereiken resultaat ten aanzien van het voeren van een huishouden bestaat uit de dagelijkse, gebruikelijke zorg voor tot het huishouden behorende kinderen.

    • 2.

      Met het oog op het thuis kunnen zorgen voor kinderen die tot het gezin behoren, kan een individuele voorziening worden getroffen ten aanzien van het – zo mogelijk tijdelijk ter overbrugging van een periode noodzakelijk voor het nemen van meer definitieve maatregelen –ondersteunen van de ouder die in principe voor de kinderen zorgt.

    • 3.

      Allereerst worden de mogelijkheden voor aanwezige en bruikbare voor-tussen-en naschoolse opvang, kinderopvang of andere opvangmogelijkheden beoordeeld. Wanneer deze opvangmogelijkheden (in de individuele situatie van de belanghebbende) tot het te bereiken resultaat kunnen leiden wordt geen individuele voorziening toegekend.

    • 4.

      Voor zover de in het vorige lid genoemde mogelijkheden beschikbaar en bruikbaar zijn worden ten aanzien van die onderdelen geen individuele voorzieningen verstrekt.

    Artikel 14. Resultaat 6: zich verplaatsen in en om de woning

    • 1.

      Het te bereiken resultaat ten aanzien van het zich verplaatsen in en om de woning bestaat uit het in staat zijn de woonkamer, het slaapvertrek en/of de slaapvertrekken, het toilet en de douche, de berging, de tuin of het balkon kunnen bereiken en er zich zodanig kunnen redden dat normaal functioneren mogelijk is.

    • 2.

      Met het oog op het verplaatsen in en om de woning kan een individuele voorziening worden getroffen voor dagelijks zittend gebruik.

    • 3.

      Voor zover de belanghebbende gebruik kan maken van een aanwezige en bruikbare rolstoelpool die in de individuele situatie van de belanghebbende kan leiden tot het te bereiken resultaat wordt deze mogelijkheid eerst beoordeeld.

    • 4.

      Voor zover de in het vorige lid genoemde mogelijkheden beschikbaar en bruikbaar zijn worden ten aanzien van die onderdelen geen individuele voorzieningen verstrekt.

    Artikel 15. Resultaat 7: zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel

    • 1.

      Het te bereiken resultaat ten aanzien van het zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel bestaat uit het kunnen doen van dagelijkse boodschappen, het kunnen bezoeken van familie, kennissen en het doen van gewenste activiteiten, alles binnen de directe woon- en leefomgeving.

    • 2.

      Met het oog op het zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel, kan een individuele voorziening worden getroffen ten aanzien van het verplaatsen over de korte afstand rond de woning en het verplaatsen over de langere afstand binnen de directe woon- en leefomgeving.

    • 3.

      Voor zover de belanghebbende gebruik kan maken van een aanwezige en bruikbare scootmobielpool of van collectief vraagafhankelijk vervoer van deur tot deur die in de individuele situatie van de belanghebbende kan leiden tot het te bereiken resultaat wordt deze mogelijkheid eerst beoordeeld.

    • 4.

      Voor zover de in het vorige lid genoemde mogelijkheden beschikbaar en bruikbaar zijn worden ten aanzien van die onderdelen geen individuele voorzieningen verstrekt.

    Artikel 16. Resultaat 8: De mogelijkheid om contacten te hebben met medemensen en deel te nemen aan recreatieve, maatschappelijke of religieuze activiteiten

    • 1.

      Het te bereiken resultaat ten aanzien van de mogelijkheid om contacten te hebben met medemensen en deel te nemen aan recreatieve, maatschappelijke of religieuze activiteiten bestaat uit het zo mogelijk kunnen afleggen van gewenste bezoeken en het deelnemen aan gewenste activiteiten.

    • 2.

      Met het oog op de mogelijkheid om contacten te hebben met medemensen en deel te nemen aan recreatieve, maatschappelijke of religieuze activiteiten kan een individuele voorziening worden getroffen ten aanzien van het vervoer naar de gewenste bestemmingen.

    • 3.

      Voor zover de belanghebbende gebruik kan maken van een of meer aanwezige en bruikbare (vrijwilligers)organisaties die in de individuele situatie van belanghebbende kan leiden tot het te bereiken resultaat worden deze mogelijkheden eerst beoordeeld.

    • 4.

      Voor zover de in het vorige lid genoemde mogelijkheden beschikbaar en bruikbaar zijn worden ten aanzien van die onderdelen geen individuele voorzieningen verstrekt.

    Hoofdstuk 6. Verstrekking in natura, als persoonsgebonden budget en als financiële tegemoetkoming. Eigen bijdragen en eigen aandeel

    Paragraaf 1. Verstrekking van voorzieningen

    Artikel 17. Mogelijke verstrekkingwijzen

    De te treffen voorzieningen kunnen als voorziening in natura, als persoonsgebonden budget en als financiële tegemoetkoming worden verstrekt.

    Paragraaf 2. Verstrekking in natura

    Artikel 18. Inhoud beschikking

    • 1.

      Bij het treffen van een voorziening in natura wordt in de beschikking vastgelegd:

      • a.

        welke de te treffen voorziening is;

      • b.

        wat de duur is van de verstrekking is;

      • c.

        hoe de voorziening in natura verstrekt wordt en

      • d.

        of er sprake is van een overeenkomst waarin deze verstrekking is geregeld.

    • 2.

      Als er sprake is van een te betalen eigen bijdrage wordt dit in de beschikking opgenomen.

    Paragraaf 3. Verstrekking als persoonsgebonden budget

    Artikel 19. Overwegende bezwaren

    Het college legt in het Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning Wijk bij Duurstede 2013 vast in welke situaties sprake is van overwegende bezwaren en waarbij er geen persoonsgebonden budget verstrekt wordt.

    Artikel 20. Inhoud beschikking

    • 1.

      Bij het treffen van een voorziening in de vorm van een persoonsgebonden budget wordt in de beschikking vastgelegd:

      • -

        Voor welk te bereiken resultaat het persoonsgebonden budget gebruikt moet worden, eventueel aangevuld met een programma van eisen waaraan bij de besteding voldaan moet worden.

      • -

        Wat de omvang van het persoonsgebonden budget is en hoe deze omvang tot stand is gekomen.

      • -

        Wat de duur is van de verstrekking waarvoor het persoonsgebonden budget bedoeld is en welke regels gelden ten aanzien van verantwoording van het persoonsgebonden budget.

    • 2.

      Als er sprake is van een te betalen eigen bijdrage wordt dit in de beschikking opgenomen.

    Paragraaf 4. Verstrekking als financiële tegemoetkoming

    Artikel 21. Inhoud beschikking

    • 1.

      Bij het treffen van een voorziening in de vorm van een financiële tegemoetkoming wordt in de beschikking vastgelegd:

      • a.

        voor welk te bereiken resultaat de financiële tegemoetkoming bestemd is;

      • b.

        wat de duur van de verstrekking is;

      • c.

        of er sprake is van een overeenkomst waarin deze verstrekking is geregeld en

      • d.

        wat de hoogte van de financiële tegemoetkoming is.

    • 2.

      Als er sprake is van een te betalen eigen aandeel wordt dit in de beschikking opgenomen.

    Paragraaf 5. Eigen bijdrage en eigen aandeel

    Artikel 22. Eigen bijdragen en eigen aandeel

    • 1.

      Bij het verstrekken van een voorziening is een eigen bijdrage of een eigen aandeel verschuldigd ten aanzien van de volgende resultaten:

      • a.

        een schoon en leefbaar huis;

      • b.

        wonen in een geschikt huis;

      • c.

        beschikken over goederen voor primaire levensbehoeften;

      • d.

        beschikken over schone, draagbare en doelmatige kleding;

      • e.

        het thuis kunnen zorgen voor kinderen die tot het gezin behoren;

      • f.

        zich verplaatsen in, om en nabij de woning voor zover het geen rolstoel betreft;

      • g.

        zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel;

      • h.

        de mogelijkheid om contacten te hebben met medemensen en deel te nemen aan recreatieve, maatschappelijke of religieuze activiteiten.

    • 2.

      Bij het bepalen van de eigen bijdrage of het eigen aandeel wordt rekening gehouden met het inkomen van de aanvrager. Het college legt in het Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning Wijk bij Duurstede 2013 de omvang van de eigen bijdrage en het eigen aandeel vast.

    Hoofdstuk 7. Procedurele bepalingen rond onderzoek, advies en besluitvorming, intrekking en terugvordering

    Artikel 23. Beslistermijn

    De termijn waarbinnen een besluit genomen moet worden bedraagt voor:

      • a.

        Een voorziening voor het wonen in een schoon en leefbaar huis: maximaal 8 weken.

      • b.

        Een voorziening voor het beschikken over goederen voor primaire levensbehoeften: maximaal 8 weken.

      • c.

        Een voorziening voor het beschikken over schone, draagbare en doelmatige kleding: maximaal 8 weken.

      • d.

        Een voorziening voor het thuis kunnen zorgen voor kinderen die tot het gezin behoren: maximaal 8 weken.

      • e.

        Een voorziening voor het wonen in een geschikt huis:

    • 1.

      Als het gaat om een voorziening waarvoor geen bouwkundige offertes opgevraagd moeten worden: maximaal 8 weken;

    • 2.

      Als het gaat om voorzieningen waar wel bouwkundige offertes opgevraagd moeten worden: maximaal 16 weken.

      • f.

        Een voorziening voor het zich verplaatsen in en om de woning: maximaal 4 weken.

      • g.

        Een voorziening voor het zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel: maximaal 8 weken.

      • h.

        Een voorziening voor het ontmoeten van medemensen het op basis daarvan sociale verbanden aangaan: maximaal 8 weken.

    Artikel 24. Beperkingen

    • 1.

      Een voorziening kan slechts worden toegekend voor zover:

      • a.

        De noodzaak voor het te bereiken resultaat langdurig is, tenzij kortdurende hulp bij het huishouden leidt tot het te bereiken resultaat.

      • b.

        De te verstrekken voorziening als de goedkoopst compenserende voorziening aan te merken is.

    • 2.

      Geen voorziening wordt toegekend:

      • a.

        Indien de voorziening algemeen gebruikelijk is.

      • b.

        Indien de belanghebbende niet woonachtig is in de gemeente Wijk bij Duurstede.

      • c.

        Voor zover de aanvraag betrekking heeft op kosten die de belanghebbende voorafgaand aan het moment van aanvragen of het moment van beschikken heeft gemaakt en niet meer is na te gaan of deze voorziening noodzakelijk was en als goedkoopst-compenserend aan te merken valt.

      • d.

        Wanneer een voorziening als die waarop de aanvraag betrekking heeft al eerder in het kader van enige wettelijke bepaling of regeling is verstrekt en de normale afschrijvingstermijn van de voorziening nog niet verstreken is. Een uitzondering hierop wordt gemaakt wanneer de eerder vergoede of verstrekte voorziening verloren is gegaan als gevolg van omstandigheden die niet aan belanghebbende zijn toe te rekenen (waaronder niet-herstelbare slijtage), of tenzij belanghebbende geheel of gedeeltelijk tegemoetkomt in de veroorzaakte kosten.

    Artikel 25. Advisering

    • 1.

      Het college is bevoegd om, voor zover dit van belang kan zijn voor de beoordeling van het recht op de aangevraagde voorziening, degene door wie een aanvraag is ingediend of bij gebruikelijke zorg diens relevante huisgenoten:

      • a.

        op te roepen in persoon te verschijnen op een door het college te bepalen plaats en tijdstip en hem te bevragen;

      • b.

        op een door het college te bepalen plaats en tijdstip door een of meer daartoe aangewezen deskundigen en/of medisch adviseur te doen bevragen en/of onderzoeken.

    • 2.

      Het college kan een door hem daartoe aangewezen adviesinstantie om advies vragen indien:

      • a.

        het gaat om een aanvraag van een persoon die niet eerder een voorziening heeft gehad,

      • b.

        met wie niet eerder een gesprek als bedoeld in artikel 3 is gevoerd,

      • c.

        het gaat om een aanvraag van een persoon die wel eerder een voorziening heeft gehad of een gesprek zoals bedoeld in artikel 3 heeft gevoerd, maar waarvan de medische omstandigheden zodanig zijn veranderd dat die gewijzigde omstandigheden de noodzaak van een voorziening of de soort van voorziening kunnen beïnvloeden,

      • d.

        het college dat overigens gewenst vindt.

    Artikel 26. Wijziging situatie

    Degene aan wie krachtens deze verordening een voorziening is verstrekt, is verplicht zo snel mogelijk en schriftelijk aan het college mededeling te doen van feiten en omstandigheden, waarvan redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze van invloed kunnen zijn op het recht op een voorziening.

    Artikel 27. Intrekking

    • 1.

      Het college kan een besluit, genomen op grond van deze verordening, geheel of gedeeltelijk intrekken indien:

      • a.

        niet of niet meer is of wordt voldaan aan de voorwaarden gesteld bij of krachtens deze verordening;

      • b.

        beschikt is op grond van gegevens waarvan gebleken is dat die gegevens zodanig onjuist waren dat, waren de juiste gegevens bekend geweest, een andere beslissing zou zijn genomen.

    • 2.

      Een besluit tot verlening van een financiële tegemoetkoming of een persoonsgebonden budget kan worden ingetrokken indien blijkt dat de tegemoetkoming of het budget binnen zes maanden na uitbetaling niet is aangewend voor de bekostiging van het resultaat waarvoor de verlening heeft plaatsgevonden.

    Artikel 28. Terugvordering

    • 1.

      Indien het recht op een voorziening is ingetrokken kan op basis daarvan een reeds uitbetaalde financiële tegemoetkoming of persoonsgebonden budget worden teruggevorderd vanaf de datum dat de voorziening formeel is ingetrokken en dit middels een beschikking bekend is gemaakt.

    • 2.

      Ingeval het recht op een in eigendom verstrekte voorziening is ingetrokken kan deze voorziening worden teruggevorderd indien de voorziening is verleend op basis van valselijk verstrekte gegevens.

    • 3.

      Ingeval het recht op een in bruikleen verstrekte voorziening is ingetrokken kan deze voorziening worden teruggehaald indien de voorziening is verleend op basis van valselijk verstrekte gegevens.

    Hoofdstuk 8. Slotbepalingen

    Artikel 29. Hardheidsclausule

    Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende afwijken van de bepalingen van deze verordening indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

    Artikel 30. Indexering

    Het college kan jaarlijks per 1 januari de in het kader van deze verordening en het op deze verordening berustende gemeentelijk besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Wijk bij Duurstede geldende bedragen verhogen of verlagen aan de hand van de consumentenprijsindex voor huishoudens of aan de hand van andere prijsontwikkelingen zoals CAO-afspraken, zoals bepaald in artikel 4.5 lid 1 van het Besluit maatschappelijke ondersteuning (Stb. 2006, 450).

    Artikel 31. Evaluatie

    Het door het gemeentebestuur gevoerde beleid wordt minimaal eenmaal per 2 jaar geëvalueerd. Indien de evaluatie daartoe aanleiding geeft wordt het beleid vervolgens aangepast. Het college zendt hiertoe telkens 1 jaar na de inwerkingtreding van de verordening aan de gemeenteraad een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van de verordening in de praktijk.

    Artikel 32. Intrekking

    De verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Wijk bij Duurstede 2009 wordt ingetrokken.

    Artikel 33. Inwerkingtreding

    Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 februari 2013.

    Artikel 34. Citeertitel

    Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening voorzieningen Wmo Wijk bij Duurstede 2013”.

    Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van dinsdag 29 januari 2013.

    De raad voornoemd,

    griffier, voorzitter,