Organisatie | Wijk bij Duurstede |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening maatschappelijke ondersteuning Wijk bij Duurstede 2013 |
Citeertitel | Verordening maatschappelijke ondersteuning Wijk bij Duurstede 2013 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Wet maatschappelijke ondersteuning
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-02-2013 | 26-02-2016 | Onbekend | 29-01-2013 De Wijkse Courant d.d. 13-02-2013 | Onbekend |
De raad van de gemeente Wijk bij Duurstede;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders
d.d. 8 januari 2013, nr. 20130129 10 RV
gelet op artikel 147 van de Gemeentewet en gelet op artikel 5 lid 1 van de Wet maatschappelijke ondersteuning, overwegende dat het noodzakelijk is het verstrekken van individuele voorzieningen en de hulp bij het huishouden bij verordening te regelen;
De verordening voorzieningen Wmo Wijk bij Duurstede 2013 vast te stellen:
Hoofdstuk 1. Begripsomschrijvingen
Artikel 1. Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
Wet maatschappelijke ondersteuning.
College van burgemeester en wethouders van de gemeente Wijk bij Duurstede.
Compensatieplicht: De plicht van het College aan personen met een beperking, een chronisch psychisch of een psychosociaal probleem voorzieningen te bieden ter compensatie van hun beperkingen op het gebied van zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie teneinde hen in staat te stellen een huishouden te voeren, zich te verplaatsen in en om de woning, zich lokaal te verplaatsen per vervoermiddel en medemensen te ontmoeten en op basis daarvan sociale verbanden aan te gaan. Daarbij legt artikel 4 van de wet het College de plicht op om een resultaat te bereiken dat als compensatie mag gelden en dat in het individuele geval maatwerk is.
Aanmelding: de mededeling van een belanghebbende aan het Wmo-loket (gemandateerd door het college) dat hij beperkingen ondervindt op grond waarvan hij verzoekt een afspraak te maken voor een gesprek.
Gesprek: het eerste contact na een aanmelding waarin met degene die maatschappelijke ondersteuning zoekt zijn gehele situatie wordt geïnventariseerd ten aanzien van de beperkingen en de gevolgen daarvan, de te bereiken resultaten, de te kiezen oplossingen via eigen mogelijkheden of via mogelijkheden van het netwerk dan wel via algemene, algemeen gebruikelijke collectieve, (wettelijk) voorliggende en individuele voorzieningen.
Aanvraag: het verzoek van een belanghebbende om in aanmerking te komen voor één of meerdere voorzieningen om een resultaat te bereiken in het kader van deze verordening.
Iemand die zijn hoofdverblijf heeft in de gemeente Wijk bij Duurstede.
Belanghebbende: een persoon met een beperking, een chronisch psychisch probleem of een psychosociaal probleem die behoefte heeft aan compensatie ten behoeve van het bevorderen van zijn deelname aan het maatschappelijk verkeer en het zelfstandig functioneren, die voor zichzelf of, met behulp van een machtiging, door een ander een aanmelding of een aanvraag doet of laat doen.
Lid 9. Psychosociaal of chronisch psychiatrisch probleem
Een situatie van verlies van zelfstandigheid en, met name, een gebrek aan mogelijkheden tot deelname aan het maatschappelijk verkeer, veroorzaakt door belemmeringen die iemand ondervindt in zijn relatie met anderen, met zijn sociale omgeving.
Lid 10. Persoon met beperkingen
Een persoon die ten gevolge van ziekte of gebrek, en/of chronische psychiatrische of psychosociale problemen, aantoonbare beperkingen ondervindt in het bereiken van de 8 resultaten zoals benoemd in hoofdstuk 2, artikel 2 van deze verordening.
Een voorliggende voorziening die door iedereen waarvoor de voorziening bedoeld is op eenvoudige wijze te verkrijgen of te gebruiken is, zonder een ingewikkelde aanvraagprocedure.
Lid 12. Algemeen gebruikelijke voorziening
Een voorziening die niet speciaal bedoeld is voor mensen met een beperking, dus ook door anderen gebruikt wordt, algemeen verkrijgbaar is en niet – aanzienlijk – duurder is dan vergelijkbare producten.
Lid 13. Collectieve voorziening
Een voorziening die individueel toegekend wordt maar waarbij meerdere mensen gebruik kunnen maken van dezelfde voorziening.
Lid 14. Voorliggende voorziening
Een voorziening die normaal in de maatschappij aanwezig en beschikbaar is en bedoeld voor iedereen die daar behoefte aan heeft en/of dat nodig heeft.
Lid 15. Wettelijk voorliggende voorziening
Een voorziening op grond van een wettelijke bepaling anders dan ingevolge de wet (zie lid 1), waarmee het resultaat geheel of gedeeltelijk bereikt kan worden.
Lid 16. Individuele voorziening
Een voorziening die door het college ten behoeve van één persoon op basis van artikel 4 van de wet ingezet wordt om het resultaat te bereiken.
De zorg die op het gebied van het voeren van het huishouden voor alle meerderjarige leden van een leefeenheid als algemeen aanvaardbaar wordt beschouwd.
Voor zover de belanghebbende kan verhuizen naar een geschikte woning of een gemakkelijker geschikt te maken woning welke verhuizing kan leiden tot het te bereiken resultaat zal deze mogelijkheid eerst beoordeeld worden dit wordt het primaat van verhuizen genoemd. Deze beoordeling kan in elke situatie plaats vinden waar naar verwachting de aanpassing in de toekomst geen geschikte oplossing biedt voor de (toenemende) beperkingen van de belanghebbende.
Voorziening in natura: een voorziening, in te zetten om het resultaat te bereiken, in de vorm van goederen in (bruik)leen of in eigendom, of als persoonlijke dienstverlening.
Lid 20. Persoonsgebonden budget
Persoonsgebonden budget: een geldbedrag om te gebruiken voor het te bereiken resultaat, als alternatief voor een voorziening in natura.
Lid 21. Financiële tegemoetkoming
Financiële tegemoetkoming: een geldbedrag, al dan niet forfaitair of gemaximeerd, bedoeld om een voorziening mee aan te schaffen voor het te bereiken resultaat.
Lid 22. Eigen bijdrage of eigen aandeel in de kosten
Een door het college vast te stellen bijdrage in de kosten voor de compensatie van het te bereiken resultaat waarop de regel van het besluit maatschappelijke ondersteuning Wijk bij Duurstede van toepassing zijn.
Mantelzorger: een persoon die langdurige zorg biedt, die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden aan een hulpbehoevende, waarbij de zorgverlening rechtstreeks voortvloeit uit de sociale relatie en de gebruikelijke zorg van huisgenoten voor elkaar overstijgt.
Lid 24. Protocol gebruikelijke zorg
Definiëring en normering van normale, dagelijkse zorg die partners of ouders en inwonende kinderen geacht worden elkaar onderling te bieden omdat ze als leefeenheid een gezamenlijke huishouding voeren en op die grond een gezamenlijke verantwoordelijkheid hebben voor het functioneren van dat huishouden.
Hoofdverblijf: de plaats waar een persoon daadwerkelijk de meeste nachten per jaar doorbrengt en/of is ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie.
De International Classification of Functioning, Disability and Health (ICF) wordt gehanteerd als uniform begrippenkader, als afwegingskader en als grondslag om de behoefte aan voorzieningen in individuele gevallen vast te stellen of te typeren.
Hoofdstuk 2. Resultaatgerichte compensatie
Artikel 2. De te bereiken resultaten
De op basis van artikel 4 lid 1 van de wet via compenserende maatregelen te bereiken resultaten zijn:
Hoofdstuk 3. Hoe te komen tot de te bereiken resultaten
Artikel 3. Scheiding aanmelding en aanvraag
Aan een aanvraag voor een individuele voorziening ex artikel 1, lid 1 aanhef en onder g sub 6 van de wet gaat een aanmelding voor een gesprek vooraf indien:
Indien belanghebbende aangeeft direct een aanvraag in te willen dienen vervalt het gestelde in het eerste lid.
Artikel 4. Aanmelding voor een gesprek
Een aanmelding voor een gesprek kan schriftelijk, elektronisch, mondeling of telefonisch worden gedaan bij het Wmo-loket door of namens een persoon met een beperking, een chronisch psychisch probleem of een psychosociaal probleem die behoefte heeft aan compensatie ten behoeve van het bevorderen van zijn deelname aan het maatschappelijk verkeer en het zelfstandig functioneren.
Bij het voeren van het gesprek zal de ICF als basis voor het begrippenkader worden gehanteerd.
Als de belanghebbende een mantelzorger is wordt met de mantelzorger en zo mogelijk met de verzorgde geïnventariseerd welke belemmeringen de belanghebbende ondervindt bij de uitvoering van de mantelzorg.
Het gesprek kan worden afgesloten met een verslag. Opmerkingen van belanghebbende over dit verslag kunnen als bijlage aan het verslag worden toegevoegd. Uitsluitend een door belanghebbende ondertekend verslag kan als aanvraagformulier als bedoeld in artikel 7 lid 3 worden aangemerkt.
Na het voeren van een gesprek kan een belanghebbende, gebruik makend van het ondertekende verslag van het gesprek, dat in die situatie als aanvraagformulier dient, een aanvraag indienen voor een individuele voorziening ex artikel 1, lid 1 aanhef en onder g sub 6 van de wet.
Hoofdstuk 4. De aanvraag van een individuele voorziening
De aanvraag van een individuele voorziening moet schriftelijk of elektronisch plaatsvinden.
Indien een aanvraag mondeling (via de telefoon of op een andere manier) plaatsvindt wordt dit per omgaande schriftelijk bevestigd. Bij deze bevestiging wordt een aanvraagformulier meegezonden. Pas wanneer het aanvraagformulier ondertekend retour is ontvangen zal deze als aanvraag worden beschouwd.
Bij de aanvraag wordt, als er een ondertekend verslag van het gesprek aanwezig is, dit
ondertekende verslag als aanvraagformulier beschouwd.
Hoofdstuk 5. Beoordeling van de te bereiken resultaten
Artikel 8. Het maken van een afweging
Bij het beoordelen welke voorzieningen getroffen gaan worden, neemt het college het verslag van het gesprek, indien aanwezig, als uitgangspunt. Het college gaat uit van de behoeften en persoonskenmerken van de belanghebbende. Daarbij zal onderzoek gedaan worden naar de noodzaak en mogelijkheid tot leveren van maatwerk ten aanzien van het te bereiken resultaat.
Paragraaf 2. De te bereiken resultaten
Artikel 9. Resultaat 1: een schoon en leefbaar huis
Artikel 10. Resultaat 2: wonen in een geschikt huis
Met het oog op het normale gebruik van de woning kan een individuele voorziening worden getroffen ten aanzien van de bereikbaarheid, toegankelijkheid, bruikbaarheid van de woning. De aanpassing mag geen gevaarlijke situatie doen ontstaan ten aanzien van de uitgankelijkheid bij brand e.d. (veiligheid).
Voor zover de belanghebbende kan verhuizen naar een geschikte woning of een gemakkelijker geschikt te maken woning welke verhuizing kan leiden tot het te bereiken resultaat zal deze mogelijkheid eerst beoordeeld worden (primaat van verhuizen). Deze beoordeling kan plaatsvinden in elke situatie waarin naar verwachting de aanpassing in de toekomst geen geschikte oplossing biedt voor de (toenemende) beperkingen van de bewoner.
Artikel 11. Resultaat 3: beschikken over goederen voor primaire levensbehoeften
Het derde te bereiken resultaat ten aanzien van het voeren van een huishouden bestaat uit het voorzien zijn van de dagelijks benodigde hoeveelheid voedsel voor maaltijden en andere momenten waarop iets genuttigd wordt, evenals toiletartikelen en schoonmaakartikelen. Ook de noodzakelijke bereiding van maaltijden kan hieronder vallen.
Indien de belanghebbende een of meer huisgenoten heeft die beschikbaar en in staat zijn werkzaamheden over te nemen of voor zover de belanghebbende gebruik kan maken van een aanwezige en bruikbare boodschappenservice of maaltijdvoorziening die in de individuele situatie van de belanghebbende kan leiden tot het te bereiken resultaat wordt deze mogelijkheid eerst beoordeeld.
Artikel 12. Resultaat 4: beschikken over schone, draagbare en doelmatige kleding
Artikel 13. Resultaat 5: het thuis kunnen zorgen voor kinderen die tot het gezin behoren
Met het oog op het thuis kunnen zorgen voor kinderen die tot het gezin behoren, kan een individuele voorziening worden getroffen ten aanzien van het – zo mogelijk tijdelijk ter overbrugging van een periode noodzakelijk voor het nemen van meer definitieve maatregelen –ondersteunen van de ouder die in principe voor de kinderen zorgt.
Allereerst worden de mogelijkheden voor aanwezige en bruikbare voor-tussen-en naschoolse opvang, kinderopvang of andere opvangmogelijkheden beoordeeld. Wanneer deze opvangmogelijkheden (in de individuele situatie van de belanghebbende) tot het te bereiken resultaat kunnen leiden wordt geen individuele voorziening toegekend.
Artikel 14. Resultaat 6: zich verplaatsen in en om de woning
Het te bereiken resultaat ten aanzien van het zich verplaatsen in en om de woning bestaat uit het in staat zijn de woonkamer, het slaapvertrek en/of de slaapvertrekken, het toilet en de douche, de berging, de tuin of het balkon kunnen bereiken en er zich zodanig kunnen redden dat normaal functioneren mogelijk is.
Artikel 15. Resultaat 7: zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel
Artikel 16. Resultaat 8: De mogelijkheid om contacten te hebben met medemensen en deel te nemen aan recreatieve, maatschappelijke of religieuze activiteiten
Hoofdstuk 6. Verstrekking in natura, als persoonsgebonden budget en als financiële tegemoetkoming. Eigen bijdragen en eigen aandeel
Paragraaf 1. Verstrekking van voorzieningen
Artikel 17. Mogelijke verstrekkingwijzen
De te treffen voorzieningen kunnen als voorziening in natura, als persoonsgebonden budget en als financiële tegemoetkoming worden verstrekt.
Paragraaf 2. Verstrekking in natura
Artikel 18. Inhoud beschikking
Paragraaf 3. Verstrekking als persoonsgebonden budget
Artikel 19. Overwegende bezwaren
Het college legt in het Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning Wijk bij Duurstede 2013 vast in welke situaties sprake is van overwegende bezwaren en waarbij er geen persoonsgebonden budget verstrekt wordt.
Artikel 20. Inhoud beschikking
Paragraaf 4. Verstrekking als financiële tegemoetkoming
Artikel 21. Inhoud beschikking
Paragraaf 5. Eigen bijdrage en eigen aandeel
Artikel 22. Eigen bijdragen en eigen aandeel
Hoofdstuk 7. Procedurele bepalingen rond onderzoek, advies en besluitvorming, intrekking en terugvordering
De termijn waarbinnen een besluit genomen moet worden bedraagt voor:
Geen voorziening wordt toegekend:
Wanneer een voorziening als die waarop de aanvraag betrekking heeft al eerder in het kader van enige wettelijke bepaling of regeling is verstrekt en de normale afschrijvingstermijn van de voorziening nog niet verstreken is. Een uitzondering hierop wordt gemaakt wanneer de eerder vergoede of verstrekte voorziening verloren is gegaan als gevolg van omstandigheden die niet aan belanghebbende zijn toe te rekenen (waaronder niet-herstelbare slijtage), of tenzij belanghebbende geheel of gedeeltelijk tegemoetkomt in de veroorzaakte kosten.
Het college kan een door hem daartoe aangewezen adviesinstantie om advies vragen indien:
het gaat om een aanvraag van een persoon die wel eerder een voorziening heeft gehad of een gesprek zoals bedoeld in artikel 3 heeft gevoerd, maar waarvan de medische omstandigheden zodanig zijn veranderd dat die gewijzigde omstandigheden de noodzaak van een voorziening of de soort van voorziening kunnen beïnvloeden,
Artikel 26. Wijziging situatie
Degene aan wie krachtens deze verordening een voorziening is verstrekt, is verplicht zo snel mogelijk en schriftelijk aan het college mededeling te doen van feiten en omstandigheden, waarvan redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze van invloed kunnen zijn op het recht op een voorziening.
Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende afwijken van de bepalingen van deze verordening indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.
Het college kan jaarlijks per 1 januari de in het kader van deze verordening en het op deze verordening berustende gemeentelijk besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Wijk bij Duurstede geldende bedragen verhogen of verlagen aan de hand van de consumentenprijsindex voor huishoudens of aan de hand van andere prijsontwikkelingen zoals CAO-afspraken, zoals bepaald in artikel 4.5 lid 1 van het Besluit maatschappelijke ondersteuning (Stb. 2006, 450).
Het door het gemeentebestuur gevoerde beleid wordt minimaal eenmaal per 2 jaar geëvalueerd. Indien de evaluatie daartoe aanleiding geeft wordt het beleid vervolgens aangepast. Het college zendt hiertoe telkens 1 jaar na de inwerkingtreding van de verordening aan de gemeenteraad een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van de verordening in de praktijk.
De verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Wijk bij Duurstede 2009 wordt ingetrokken.
Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 februari 2013.
Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening voorzieningen Wmo Wijk bij Duurstede 2013”.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van dinsdag 29 januari 2013.