Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Drimmelen

Verordening leerlingenvervoer gemeente Drimmelen 2009

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieDrimmelen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening leerlingenvervoer gemeente Drimmelen 2009
CiteertitelVerordening leerlingenvervoer gemeente Drimmelen 2009
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Wet op het primair onderwijs, art. 4
  2. Wet op de expertisecentra
  3. Wet op het voorgezet onderwijs

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

11-06-201001-08-2014nieuwe regeling

25-06-2009

't Carillon 3 juni 2010

onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening leerlingenvervoer gemeente Drimmelen 2009

De raad van de gemeente Drimmelen;

gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d. onder no.

gelet op de artikelen 4 van de Wet op het Primair Onderwijs, de Wet op de Expertisecentra en de Wet op het Voortgezet Onderwijs;

B E S L U I T :

vast te stellen de “Verordening leerlingenvervoer gemeente Drimmelen 2009"

Titel 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijving

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Aangepast vervoer: vervoer per besloten (school)busvervoer, taxi, treintaxi of bustaxi;

  • b.

    Afstand: de afstand tussen de woning en de school, gemeten langs de kortste voor leerling voldoende begaanbare en veilige weg;

  • c.

    Ambulante begeleiding: de begeleiding door een personeelslid van een school of instelling als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de expertisecentra van leerlingen die zijn geplaatst op een basisschool of leerlingen die zijn geplaatst op een school voor voortgezet onderwijs en naar het oordeel van het bevoegd gezag zonder die begeleiding zouden zijn aangewezen op het speciaal onderwijs of het voortgezet speciaal onderwijs;

  • d.

    college: het college van burgemeester en wethouders van de Gemeente Drimmelen;

  • e.

    Commissie voor de begeleiding: De commissie die is ingesteld door het bevoegd gezag van een school als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de expertisecentra, niet zijnde een instelling, of de bevoegde gezagsorganen van twee of meer scholen als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de expertisecentra, niet zijnde instellingen, die hetzelfde regionaal expertisecentrum in stand houden;

  • f.

    Commissie voor de indicatiestelling: de commissie als bedoeld in artikel 28c van de Wet op de expertisecentra.

  • g.

    Eigen vervoer: vervoer per eigen motorvoertuig, bromfiets of fiets;

  • h.

    Inkomen: Het ingevolge de Wet op de inkomstenbelasting 2001 (Stb. 2000, 215) vastgestelde gecorrigeerde verzamelinkomen van de ouders in het tweede kalenderjaar voorafgaande aan het schooljaar waarvoor bekostiging van de vervoerskosten wordt gevraagd;

  • i.

    Leerling: een leerling van een school als bedoeld onder r;

  • j.

    Opdc: orthopedagogisch en -didactisch centrum als bedoeld in artikel 10h, derde lid van de Wet op het voortgezet onderwijs;

  • k.

    Opstapplaats: Plaats aangewezen door het college, vanaf waar de leerling gebruik kan maken van het vervoer;

  • l.

    Openbaar vervoer: voor eenieder openstaand personenvervoer volgens een dienstregeling per trein, metro, tram, bus, veerdienst of auto;

  • m.

    Ouders: de ouders, voogden of verzorgers van de leerling;

  • n.

    Permanente commissie leerlingenzorg: de commissie als bedoeld in artikel 23 van de Wet op het Primair Onderwijs;

  • o.

    Regionale verwijzingscommissie: de commissie als bedoeld in artikel 10g van de Wet op het voortgezet onderwijs;

  • p.

    Reistijd: de totale tijdsduur die ligt tussen het verlaten van de woning en de aanvang van de schooldag volgens het schoolplan, minus maximaal 10 minuten, indien en voor zover de leerling het schoolgebouw met bijbehorend terrein gewoonlijk eerder bereikt dan het schoolplan aangeeft, dan wel de totale tijdsduur die ligt tussen het einde van de schooldag volgens het schoolplan en de aankomst bij de woning;

  • q.

    Samenwerkingsverband: het samenwerkingsverband als bedoeld in artikel 18 van de Wet op het Primair Onderwijs;

  • r.

    School:

    • -

      Een basisschool of speciale school voor basisonderwijs als bedoeld in de Wet op het Primair Onderwijs (Stb. 1998, 495);

    • -

      een school voor speciaal onderwijs of speciaal en voortgezet speciaal onderwijs of voortgezet speciaal onderwijs als bedoeld in de Wet op de Expertisecentra (Stb. 1998, 496);

    • -

      een school voor voortgezet onderwijs als bedoeld in de Wet op het voortgezet onderwijs (Stb. 1998, 512);

    • -

      een school voor speciaal voortgezet onderwijs als bedoeld in deel II van de Wet op het voortgezet onderwijs.

  • s.

    Toegankelijke school:

    • -

      Voor basisscholen en speciale scholen voor basisonderwijs: de basisschool van de verlangde godsdienstige of levensbeschouwelijke richting, dan wel de openbare school, of de speciale school voor basisonderwijs waarop de leerling is aangewezen van de verlangde godsdienstige of levensbeschouwelijke richting dan wel de openbare school;

    • -

      Voor scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs en scholen voor voortgezet onderwijs , de school van de soort waarop de leerling is aangewezen van de verlangde godsdienstige of levensbeschouwelijke richting dan wel de openbare school van de soort waarop de leerling is aangewezen;

  • t.

    Vervoer: openbaar vervoer, aangepast vervoer of eigen vervoer tussen de woning dan wel de opstapplaats en de school dat plaatsvindt in aansluiting op het begin en einde van de schooldag volgens het schoolplan, tenzij de structurele handicap van een leerplichtige leerling die aansluiting onmogelijk maakt;

  • u.

    Vervoer naar de buitenschoolse opvang: vervoer naar een vast adres voor buitenschoolse opvang (voor- en naschoolse opvang).

  • v.

    Vervoersvoorziening:

    • -

      Een gehele of gedeeltelijke bekostiging van de door het college noodzakelijk geachte vervoerskosten van de leerling en zo nodig diens begeleider;

    • -

      De verstrekking van een abonnement of strippenkaart voor de leerling en zo nodig diens begeleider, of

    • -

      Aanbieding van aangepast vervoer dat de gemeente verzorgt of doet verzorgen;

  • w.

    Woning: de plaats waar de leerling feitelijk zijn hoofdverblijf heeft;

Artikel 2 Bekostiging van de door het college noodzakelijk te achten vervoerskosten

  • 1.

    Ten behoeve van het schoolbezoek kent het college aan de ouders van de in de gemeente verblijvende leerlingen op aanvraag een vervoersvoorziening toe met inachtneming van het bepaalde in deze verordening.

  • 2.

    Indien het college toepassing geeft aan het eerste lid, verlangt het dat de ouders aan wie slechts een gedeeltelijke bekostiging van de vervoerskosten toekomt, hun kinderen van het aldus verzorgde vervoer gebruik laten maken tegen betaling van een bijdrage tot ten hoogste het bedrag dat de ouders ingevolge het bepaalde in deze verordening moeten bijdragen aan de kosten van het vervoer. Weigering van of nalatigheid in de betaling van de in de vorige volzin bedoelde bijdrage doet de aanspraak op bekostiging vervallen.

  • 3.

    De bepalingen in deze verordening laten onverlet de verantwoordelijkheid van de ouders voor het schoolbezoek van hun kinderen.

  • 4.

    Indien de leerling meerderjarig en handelingsbekwaam is, wordt de bekostiging op aanvraag verstrekt aan de leerling.

Artikel 3 Bekostiging naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school

  • 1.

    Bekostiging van de vervoerskosten wordt toegekend over de afstand tussen de woning dan wel de opstapplaats en de dichtstbijzijnde voor de leerling toegankelijke school, tenzij vervoer naar een verder weg gelegen school voor de gemeente minder kosten met zich mee zou brengen en de ouders met het vervoer naar die school schriftelijk instemmen.

  • 2.

    Indien ouders bekostiging van de vervoerskosten aanvragen voor het bezoeken van een school, die op grotere afstand van de woning is gelegen dan in artikel 11 of 15 is bepaald, terwijl een of meer scholen van dezelfde onderwijssoort dichterbij de woning zijn gelegen, ontstaat slechts aanspraak op bekostiging naar eerstgenoemde school als door de ouders schriftelijk wordt verklaard dat zij overwegende bezwaren hebben tegen het openbaar onderwijs dan wel tegen de richting van het onderwijs van alle bijzondere scholen, van de soort waarop de leerling is aangewezen, die dichterbij de woning zijn gelegen.

  • 3.

    Voor de leerling die een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs uit cluster 4 bezoekt geldt als dichtstbijzijnde toegankelijke school, de school die door de commissie voor de indicatiestelling is geadviseerd. Dit is van toepassing zolang de leerling zijn woonplaats heeft in het gebied van het regionaal expertisecentrum waaraan voornoemde commissie is verbonden.

Artikel 4 Uitbetaling van de bekostiging

Het college bepaalt bij het verstrekken van de bekostiging van vervoerskosten de wijze en het tijdstip van de uitbetaling, alsmede de tijdsduur van de verstrekte bekostiging.

Artikel 5 Aanvraagprocedure

  • 1.

    Een aanvraag voor bekostiging van de vervoerskosten wordt gedaan door indiening bij het college van een volledig ingevuld en door de ouders ondertekend formulier, voorzien van de op het formulier vermelde gegevens.

  • 2.

    De aanvraag wordt, indien het een aanvraag voor het eerstvolgende schooljaar betreft, vóór 1 juni voorafgaand aan dat schooljaar ingediend.

  • 3.

    Indien dit voor een juiste beoordeling van de aanvraag noodzakelijk is, kan het college de ouders verzoeken aanvullende gegevens te verstrekken.

  • 4.

    Het college besluit over de aanvraag binnen acht weken na ontvangst van alle benodigde gegevens.

  • 5.

    Het college kan het in het vorige lid bedoelde besluit met ten hoogste vier weken verdagen. Het stelt de aanvrager hiervan schriftelijk in kennis.

  • 6.

    Indien een vervoersvoorziening wordt toegekend, wordt deze getroffen:

    • a.

      met ingang van het nieuwe schooljaar indien de aanvraag vóór 1 juni is ingediend;

    • b.

      met ingang van de door de ouders verzochte datum, als het een aanvang gedurende het schooljaar betreft, met dien verstande dat de datum waarop bekostiging wordt verstrekt niet ligt vóór de datum van ontvangst van de aanvraag door het college.

Artikel 6 Doorgeven van wijzigingen

  • 1.

    De ouders zijn verplicht wijzigingen, die van invloed kunnen zijn op de verstrekte bekostiging van de vervoerskosten, onder vermelding van de datum van wijziging, onverwijld schriftelijk mede te delen aan het college.

  • 2.

    Indien sprake is van een wijziging, die van invloed is op de verstrekte bekostiging, vervalt de aanspraak op bekostiging en verstrekt het college al dan niet opnieuw een bekostiging van de vervoerskosten.

  • 3.

    Indien de ouders niet voldoen aan het bepaalde in het eerste lid, en het college een wijziging als bedoeld in het tweede lid vaststelt, waardoor blijkt dat ten onrechte bekostiging is verstrekt, vervalt de aanspraak op bekostiging van de vervoerskosten terstond en verstrekt het college al dan niet opnieuw bekostiging van de vervoerskosten. Het college deelt zijn besluit schriftelijk mee aan de ouders.

  • 4.

    Ten onrechte genoten bekostiging kan van de ouders worden teruggevorderd, dan wel worden verrekend bij een eventuele nieuwe verstrekking van bekostiging.

Artikel 7 Peildatum leeftijd leerling

Voor het verstrekken van bekostiging op basis van artikel 12 is bepalend de leeftijd van de leerling op 1 augustus van het schooljaar waarop de bekostiging betrekking heeft.

Artikel 8 Andere vergoedingen

De aanspraak op bekostiging wordt verminderd met de aanspraak op een toelage, voor zover die voor de betrokken leerling betrekking heeft op reiskosten.

Titel 2 Bepalingen omtrent het vervoer van de leerlingen van scholen voor primair onderwijs

Artikel 9 Bekostiging voor de dichtstbijzijnde toegankelijke speciale school voor basisonderwijs in het samenwerkingsverband

1.Met inachtneming van het bepaalde in artikel 3 wordt bekostiging verstrekt van de kosten van het vervoer over de afstand tussen de woning dan wel de opstapplaats en:

  • a.

    de dichtstbijzijnde voor de leerling toegankelijke speciale school voor basisonderwijs in het samenwerkingsverband van de basisschool waarvan de leerling afkomstig is, of

  • b.

    een andere speciale school voor basisonderwijs in het onder a bedoelde samenwerkingsverband, indien het vervoer naar die school voor de gemeente minder kosten met zich mee zou brengen dan het vervoer naar de speciale school voor basisonderwijs, bedoeld onder a.

Artikel 10 Permanente commissie leerlingenzorg

  • 1.

    Het college neemt bij de beoordeling van de aanvraag voor leerlingenvervoer de beslissing van de permanente commissie leerlingenzorg in acht over de toelating van de leerling op een speciale school voor basisonderwijs.

  • 2.

    Het college betrekt bij de beoordeling van de aanvraag voor leerlingenvervoer eventuele adviezen van de permanente commissie leerlingenzorg die voor de beoordeling van die aanvraag van belang zijn.

Artikel 11 Bekostiging van de kosten van openbaar vervoer en vervoer per fiets

  • 1.

    Het college verstrekt aan de ouders van de leerling die een school voor basisonderwijs of een speciale school voor basisonderwijs bezoekt, bekostiging op basis van de kosten van het openbaar vervoer indien de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde voor hem toegankelijke school meer dan 6 km bedraagt.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid verstrekt het college de ouders bekostiging op basis van de kosten van het vervoer per fiets indien de leerling naar het oordeel van het college, al dan niet onder begeleiding, gebruik kan maken van het vervoer per fiets.

Artikel 12 Bekostiging van de kosten van vervoer ten behoeve van een begeleider

  • 1.

    Indien aanspraak bestaat op bekostiging zoals bedoeld in artikel 11, bekostigt het college tevens de daarin bedoelde kosten ten behoeve van een begeleider indien de leerling jonger dan 9 jaar is, en door de ouders ten behoeve van het college genoegzaam wordt aangetoond dat de leerling niet in staat is zelfstandig van het openbaar vervoer of de fiets gebruik te maken.

  • 2.

    Indien een begeleider meer dan één leerling tegelijk begeleidt, komen slechts de kosten van het vervoer ten behoeve van één begeleider voor bekostiging in aanmerking.

Artikel 13 Bekostiging op basis van de kosten van aangepast vervoer

  • 1.

    Het college verstrekt bekostiging op basis van de kosten van aangepast vervoer aan de ouders van de leerling die een school voor basisonderwijs of een speciale school voor basisonderwijs bezoekt, indien voldaan wordt aan het afstandscriterium van artikel 11, en

     

    • a.

      de leerling met gebruikmaking van openbaar vervoer naar school of terug meer dan anderhalf uur onderweg is en de reistijd met aangepast vervoer tot 50 % of minder van de reistijd per openbaar vervoer kan worden teruggebracht, of:

    • b.

      openbaar vervoer ontbreekt, tenzij de leerling naar het onderdeel van het college al dan niet onder begeleiding gebruik kan maken van het vervoer per fiets.

Artikel 14 Bekostiging op basis van de kosten van eigen vervoer

  • 1.

    Indien aanspraak bestaat op bekostiging van de vervoerskosten, kan het college de ouders op aanvraag toestaan één of meer leerlingen zelf te vervoeren of te laten vervoeren.

  • 2.

    Indien toestemming ingevolge het eerste lid aan de ouders is verleend, bekostigt het college aan de ouders die een leerling zelf vervoeren dan wel laten vervoeren:

    • a.

      een bedrag op basis van de kosten van het openbaar vervoer indien aanspraak zou bestaan op bekostiging op basis van de kosten van het openbaar vervoer, behoudens het bepaalde in het vijfde lid;

    • b.

      een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de auto, afgeleid van de Reisregeling binnenland, indien aanspraak zou bestaan op bekostiging van de kosten van aangepast vervoer, behoudens het bepaalde in het vierde lid.

  • 3.

    Indien toestemming ingevolge het eerste lid aan de ouders is verleend, bekostigt het college aan de ouders die meer dan een leerling tegelijk zelf vervoeren dan wel laten vervoeren, een bedrag op basis van kilometervergoeding voor de auto, afgeleid van de Reisregeling binnenland, behoudens het bepaalde in het vierde lid.

  • 4.

    Aan de ouders die een of meer leerlingen laten vervoeren door andere ouders die van gemeentewege voor het vervoer van een of meer leerlingen bekostiging ontvangen, afgeleid van de Reisregeling binnenland, wordt door het college geen bekostiging verstrekt.

  • 5.

    Indien aanspraak bestaat op bekostiging van de vervoerskosten en het college desgewenst toestaat dan wel van oordeel is dat de leerling gebruik kan maken van het vervoer per fiets, bekostigt het college aan de ouders een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de fiets, afgeleid van de Reisregeling binnenland.

Titel 3 Bepalingen omtrent het vervoer van de leerlingen van scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs

Artikel 15 Bekostiging van kosten van openbaar vervoer en vervoer per fiets

  • 1.

    Het college verstrekt aan de ouders van de leerling die een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs bezoekt bekostiging op basis van de kosten van het openbaar vervoer indien de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school meer dan zes kilometer bedraagt.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid verstrekt het college de ouders bekostiging op basis van de kosten van het vervoer per fiets dan wel bromfiets, indien de leerling naar het oordeel van het college, al dan niet onder begeleiding, gebruik kan maken van het vervoer per fiets, dan wel zelfstandig gebruik kan maken van het vervoer per bromfiets.

Artikel 16 Commissie voor de begeleiding

  • 1.

    Indien het college de gevraagde voorziening ten behoeve van een leerling op een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs niet of slechts gedeeltelijk toekent, dient het bij de beschikking het advies van de commissie voor de begeleiding of het advies van andere deskundigen te betrekken.

  • 2.

    Als de commissie voor de begeleiding binnen vier schoolweken na verzending van de adviesaanvraag geen advies hebben uitgebracht of niet schriftelijk om verlenging van de adviestermijn met ten hoogste twee weken hebben verzocht, wordt door het college het besluit genomen zonder het advies van de commissie voor de begeleiding.

Artikel 17 Bekostiging van de kosten van openbaar vervoer ten behoeve van een begeleider

  • 1.

    Indien aanspraak bestaat op bekostiging zoals bedoeld in artikel 15 bekostigt het college tevens de daarin bedoelde kosten ten behoeve van een begeleider indien door de ouders ten behoeve van het college genoegzaam wordt aangetoond dat de leerling, gelet op zijn lichamelijke, verstandelijke of zintuiglijke handicap of leeftijd, niet in staat is zelfstandig van het openbaar vervoer of de fiets gebruik te maken.

  • 2.

    Indien het college de in het vorige lid bedoelde aanvraag niet of slechts gedeeltelijk toekent, dient het bij de beschikking het advies van de commissie voor de begeleiding of het advies van andere deskundigen te betrekken.

  • 3.

    Indien een begeleider meer dan één leerling tegelijk begeleidt, komen slechts de kosten van het openbaar vervoer ten behoeve van één begeleider voor bekostiging in aanmerking.

Artikel 18 Bekostiging op basis van de kosten van aangepast vervoer

  • 1.

    Het college verstrekt bekostiging op basis van de kosten van aangepast vervoer aan de ouders van de leerling die een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs bezoekt indien voldaan wordt aan het afstandscriterium van artikel 15, en:

    • a.

      de leerling, naar het oordeel van het college, gelet op zijn lichamelijke, verstandelijke of zintuiglijke handicap niet in staat is - ook niet onder begeleiding - van openbaar vervoer gebruik te maken, of

    • b.

      de leerling met gebruikmaking van openbaar vervoer naar school of terug, meer dan anderhalf uur onderweg is en de reistijd met aangepast vervoer tot 50 % of minder van de reistijd per openbaar vervoer kan worden teruggebracht, of

    • c.

      openbaar vervoer ontbreekt, tenzij de leerling naar het oordeel van het college al dan niet onder begeleiding gebruik kan maken van het vervoer per fiets dan wel zelfstandig gebruik kan maken van het vervoer per bromfiets.

  • 2.

    Indien het college de in het vorige lid bedoelde aanvraag niet of slechts gedeeltelijk toekent, dient het bij de beschikking het advies van de commissie voor de begeleiding of het advies van andere deskundigen te betrekken.

Artikel 19 Bekostiging op basis van de kosten van eigen vervoer

  • 1.

    Indien aanspraak bestaat op bekostiging van de vervoerskosten, kan het college de ouders op aanvraag toestaan één of meer leerlingen zelf te vervoeren of te laten vervoeren.

  • 2.

    Indien toestemming ingevolge het eerste lid aan de ouders is verleend, bekostigt het college aan de ouders die een leerling zelf vervoeren, dan wel laten vervoeren:

    • a.

      een bedrag op basis van de kosten van het openbaar vervoer indien aanspraak zou bestaan op bekostiging op basis van de kosten van het openbaar vervoer, behoudens het bepaalde in het vijfde lid;

    • b.

      een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de auto, afgeleid van de Reisregeling binnenland, indien aanspraak zou bestaan op bekostiging van de kosten van aangepast vervoer, behoudens het bepaalde in het vierde lid.

  • 3.

    Indien toestemming ingevolge het eerste lid aan de ouders is verleend verstrekt het college aan de ouders, die meer dan één leerling tegelijk zelf vervoeren, dan wel laten vervoeren, een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de auto, afgeleid van de Reisregeling binnenland, behoudens het bepaalde in het vierde lid.

  • 4.

    Aan de ouders die één of meer leerlingen laten vervoeren door andere ouders die van gemeentewege voor het vervoer van één of meer leerlingen bekostiging ontvangen, afgeleid van de Reisregeling binnenland, wordt door het college geen bekostiging verleend.

  • 5.

    Indien aanspraak bestaat op bekostiging van de vervoerskosten en het college desgewenst toestaat, dan wel van oordeel is dat de leerling gebruik kan maken van het vervoer per fiets of bromfiets, verstrekt het college aan de ouders een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de fiets dan wel bromfiets, afgeleid van de Reisregeling binnenland.

Artikel 20 Bekostiging vervoerskosten

  • 1.

    Het college verstrekt eveneens bekostiging op basis van de kosten van aangepast vervoer aan de ouders van de leerling die een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs bezoekt, in het geval dat de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde voor de leerling toegankelijke school minder bedraagt dan is bepaald in artikel 15, indien het college van oordeel is dat de lichamelijke, verstandelijke of zintuiglijke handicap van de leerling dat vereist.

  • 2.

    Indien het college de in het vorige lid bedoelde aanvraag niet of slechts gedeeltelijk toekent, dient het bij de beschikking het advies van de commissie voor begeleiding of het advies van andere deskundigen te betrekken.

Titel 4 Bepalingen omtrent weekeinde- en vakantievervoer

Artikel 21 Bekostiging kosten weekeinde- en vakantievervoer aan de in de gemeente wonende ouders

Het college bekostigt desgewenst de kosten van het weekeinde- en vakantievervoer aan de in de gemeente wonende ouders van de leerling, die, met het oog op het volgen van voor hem passend (voortgezet) speciaal onderwijs in een internaat of pleeggezin verblijft, volgens het bepaalde in deze Titel.

Artikel 22 Bekostiging kosten weekeinde- en vakantievervoer

  • 1.

    Het college verstrekt aan de ouders de kosten van het weekeindevervoer van de leerling voor de, eenmaal per weekeinde gemaakte reis van het internaat of het pleeggezin waar de leerling verblijft, naar de woning van de ouders en terug, voor zover de weekeinden niet vallen binnen de in het tweede lid bedoelde schoolvakanties.

  • 2.

    Het college bekostigt de kosten van het vakantievervoer van de leerling voor de, eenmaal per schoolvakantie van twee dagen of meer, gemaakte reis van het internaat of het pleeggezin waar de leerling verblijft, naar de woning van de ouders en terug, voor zover de vakantie voorkomt in het schoolplan van de school die de leerling bezoekt.

  • 3.

    Titel 3 van deze verordening is van overeenkomstige toepassing, met uitzondering van artikel 16, artikel 17, tweede lid, artikel 18, eerste lid onder b, artikel 18, tweede lid en artikel 20.

Titel 5 Eigen bijdrage en bekostiging naar financiële draagkracht

Artikel 23 Drempelbedrag

Bij raadsbesluit van 28 september 2006 is dit artikel komen te vervallen.

Artikel 24 Financiële draagkracht

  • 1.

    Indien de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school voor basisonderwijs meer dan 20 kilometer bedraagt, wordt de vastgestelde bekostiging verminderd met een van de financiële draagkracht van de ouders afhankelijk bedrag.

  • 2.

    Ingeval het college in plaats van bekostiging in geld toe te kennen het vervoer zelf verzorgt dan wel doen verzorgen en de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school voor basisonderwijs meer dan 20 km bedraagt, betalen de ouders een van de financiële draagkracht afhankelijke bijdrage tot ten hoogste het bedrag van de kosten van het vervoer.

  • 3.

    De hoogte van het bedrag als bedoeld in het eerste lid en de bijdrage als bedoeld in het tweede lid zijn afhankelijk van de hoogte van het belastbaar inkomen van de ouders in de zin van de Wet op de inkomstenbelasting 2001. De te hanteren normbedragen voor het inkomen en de eigen bijdrage zijn opgenomen in de bijlage bij deze verordening onder punt 24.3.

  • 4.

    De inkomensbedragen, bedoeld in het derde lid, worden met ingang van 1 januari 1998 jaarlijks aangepast aan de wijziging die het indexcijfer van de regelingslonen van volwassen werknemers heeft ondergaan ten opzichte van 1 januari van het voorafgaande jaar, en rekenkundig afgerond op een veelvoud van € 500,-.

  • 5.

    De bedragen van de eigen bijdrage, bedoeld in het derde lid, worden met ingang van 1 januari 1998 jaarlijks aangepast aan de wijzigingen die het consumenten-prijsindexcijfer van de reeks alle huishoudens op het onderdeel vervoersdiensten heeft ondergaan ten opzichte van 1 januari van het voorafgaande jaar, en rekenkundig afgerond op een veelvoud van € 5,-.

  • 6.

    In geval dat meerdere kinderen uit één gezin gebruik maken van het vervoer en de ouders op grond van dit artikel een bijdrage naar draagkracht verschuldigd zijn, wordt voor het eerste kind de volledige bijdrage in rekening gebracht en voor het tweede kind 50% van die bijdrage. Vanaf het derde kind wordt geen bijdrage geheven.

  • 7.

    Deze bepaling is niet van toepassing op de leerling voor wie ingevolge titel 6 een vervoersvoorziening is verstrekt.

Titel 6 Bepalingen omtrent het vervoer van gehandicapte leerlingen van scholen voor primair onderwijs en voortgezet onderwijs

Artikel 25 Bekostiging op basis van de kosten van openbaar vervoer met begeleiding

  • 1.

    Het college verstrekt bekostiging op basis van de kosten van openbaar vervoer met begeleiding aan de ouders van de leerling die een basisschool, speciale school voor basisonderwijs of een school voor voortgezet onderwijs bezoekt en vanwege een lichamelijke, verstandelijke of zintuiglijke handicap niet zelfstandig van het openbaar vervoer gebruik kan maken. Ten aanzien van een leerling van een speciale school voor basisonderwijs neemt het college artikel 9 in acht.

  • 2.

    Indien het college de in het vorige lid bedoelde aanvraag niet of slechts gedeeltelijk toekent, dient het bij de beschikking het advies van de permanente commissie leerlingenzorg, de ambulante begeleider of het advies van andere deskundigen te betrekken.

  • 3.

    Indien een begeleider meer dan één leerling tegelijk begeleidt, komen slechts de kosten van het openbaar vervoer ten behoeve van één begeleider voor bekostiging in aanmerking.

  • 4.

    In afwijking van het eerste lid verstrekt het college de ouders bekostiging op basis van de kosten van het vervoer per fiets dan wel bromfiets, indien de leerling naar het oordeel van het college, al dan niet onder begeleiding, gebruik kan maken van het vervoer per fiets, dan wel zelfstandig gebruik kan maken van het vervoer per bromfiets.

Artikel 26 Bekostiging op basis van kosten van aangepast vervoer

  • 1.

    Het college verstrekt bekostiging op basis van de kosten van aangepast vervoer aan de ouders van de leerling die een basisschool, speciale school voor basisonderwijs of een school voor voortgezet onderwijs bezoekt, indien de leerling naar het oordeel van het college, gelet op zijn lichamelijke, verstandelijke of zintuiglijke handicap niet in staat is – ook niet onder begeleiding – van openbaar vervoer gebruik te maken. Ten aanzien van een leerling van een speciale school voor basisonderwijs neemt het college artikel 9 in acht. Of:

  • 2.

    aanspraak bestaat op bekostiging zoals bedoeld in artikel 25 en de leerling met gebruikmaking van openbaar vervoer naar school en terug, meer dan anderhalf uur onderweg is en de reistijd met aangepast vervoer tot 50% of minder van de reistijd per openbaar vervoer kan worden teruggebracht, of:

  • 3.

    aanspraak bestaat op bekostiging zoals bedoeld in artikel 25 en openbaar vervoer ontbreekt, tenzij de leerling naar het oordeel van het college al dan niet onder begeleiding gebruik kan maken van het vervoer per fiets, dan wel zelfstandig gebruik kan maken van het vervoer per bromfiets.

  • 4.

    Indien het college de in het vorige lid bedoelde aanvraag niet of slechts gedeeltelijk toekent, dient het bij de beschikking het advies van de permanente commissie leerlingenzorg, de ambulante begeleider of het advies van andere deskundigen te betrekken.

Artikel 27 Bekostiging op basis van de kosten van eigen vervoer

  • 1.

    Indien aanspraak bestaat op bekostiging van de vervoerskosten, kan het college de ouders op aanvraag toestaan één of meer leerlingen zelf te vervoeren of te laten vervoeren.

  • 2.

    Indien toestemming ingevolge het eerste lid aan de ouders toestemming is verleend, bekostigt het college aan de ouders die één leerling zelf vervoeren of laten vervoeren:

    • a.

      een bedrag op basis van de kosten van het openbaar vervoer indien aanspraak zou bestaan op bekostiging op basis van de kosten van openbaar vervoer, behoudens het bepaalde in het vijfde lid;

    • b.

      een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de auto, afgeleid van de Reisregeling binnenland, indien aanspraak zou bestaan op bekostiging van de kosten van aangepast vervoer, behoudens het bepaalde in het vierde lid.

  • 3.

    Indien toestemming ingevolge het eerste lid aan de ouders is verleend, verstrekt het college aan de ouders die meer dan één leerling tegelijk zelf vervoeren of laten vervoeren, bekostiging van een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de auto, afgeleid van de Reisregeling binnenland, behoudens het bepaalde in het vierde lid.

  • 4.

    Aan de ouders die een of meer leerlingen laten vervoeren door andere ouders die van gemeentewege voor het vervoer van een of meer leerlingen bekostiging ontvangen afgeleid van de Reisregeling binnenland, wordt door het college geen bekostiging verstrekt.

  • 5.

    Indien aanspraak bestaat op bekostiging van de vervoerskosten en het college desgewenst toestaat dan wel van oordeel is dat de leerling gebruik kan maken van het vervoer per fiets of bromfiets, verstrekt het college aan de ouders bekostiging van een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de fiets of bromfiets, afgeleid van de Reisregeling binnenland.

Titel 7 Bepalingen omtrent vervoer naar de buitenschoolse opvang

Artikel 28 Adres buitenschoolse opvang

De Gemeente Drimmelen biedt de mogelijkheid om de leerling van school naar een adres voor buitenschoolse opvang zijnde naschoolse opvang te vervoeren dan wel van een adres voor buitenschoolse opvang zijnde voorschoolse opvang naar school te vervoeren onder een aantal genoemde voorwaarden (zie artikel 30 en 31).

Artikel 29 Aanvraagprocedure

Een aanvraag voor vervoer naar de buitenschoolse opvang dient schriftelijk aangegeven te worden op het reguliere aanvraagformulier leerlingenvervoer (zie artikel 5).

Artikel 30 Voorwaarden

1.De aanvraag voor vervoer naar de buitenschoolse opvang wordt gehonoreerd indien voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:

  • a.

    Het één vast opvangadres, naast het thuisadres, op een vast aantal dagen gedurende het gehele schooljaar betreft;

  • b.

    Het een opvangadres binnen de gemeentegrenzen betreft;

  • c.

    De overeengekomen maximum reistijd voor kinderen in het reguliere vervoer, zoals vastgelegd in de overeenkomst met de vervoerder, mag voor de kinderen in de betreffende bus niet overschreden worden door het honorerenvan een verzoek om vervoer naar de buitenschoolse opvang;

  • d.

    Het vervoer naar een vast adres voor buitenschoolse opvang binnen de bepaalde vervoerslijnen en bussen voor betreffend schooljaar te realiseren is;

  • e.

    Ingeval van vervoer met een grote bus, te weten met meer dan 10 zitplaatsen,de leerling afgezet kan worden bij de vaste opstapplaats, ingeval het afzetten op het vaste adres voor buitenschoolse opvang niet mogelijk is.

Artikel 31 Bekostiging

  • 1.

    De meerkosten voor het vervoer naar de buitenschoolse opvang worden door de vervoerder bij de aanvrager in rekening gebracht en dienen binnen de daarvoor gestelde termijnen te worden voldaan.

  • 2.

    De meerkosten worden door de vervoerder berekend op grond van extra kosten die gemaakt worden voor extra gereden kilometers en extra tijd die benodigd is voor het vervoer naar de buitenschoolse opvang.

  • 3.

    De vervoerder brengt voor ingang van het nieuwe schooljaar de meerkosten in beeld en overlegt deze met betreffende aanvrager, waarbij de aanvrager de mogelijkheid wordt geboden om op grond van de meerkosten af te zien van de aanvraag.

Artikel 32 Afwijken

Het college kan in bijzondere gevallen gemotiveerd afwijken van het bepaalde bij artikel 30 b. Dit kan enkel en alleen indien voor het overige volledig voldaan kan worden aan de voorwaarden a, c, d en e bij artikel 30.

Artikel 33 Algemene bepalingen

De algemene bepalingen leerlingenvervoer zijn ook van toepassing op het vervoer naar de buitenschoolse opvang.

Titel 8 Slotbepalingen

Artikel 34 Beslissing college in gevallen waarin de regeling niet voorziet

In gevallen die de uitvoering van het leerlingenvervoer betreffen en waarin deze verordening niet voorziet beslist het college.

Artikel 35 Afwijken van bepalingen

Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de ouders afwijken van de bepalingen in deze verordening, zo nodig na advies te hebben gevraagd aan de permanente commissie leerlingenzorg, de commissie voor de begeleiding, de regionale verwijzingscommissie of andere deskundigen.

Artikel 36 Intrekken oude regeling

De verordening leerlingenvervoer gemeente Drimmelen 2006 wordt ingetrokken.

Artikel 37 Overgangsregeling

  • 1.

    Voor een leerling als bedoeld in titel 6 voor wie in het schooljaar 2001-2002 krachtens de Wet Rea een vervoersvoorziening werd verstrekt, niet zijnde een voorziening in de vorm van een bruikleenauto of een voorziening deel uitmakend van of samenhangend met een leefvervoervoorziening, blijft, indien de ouders dat wensen, zo nodig in afwijking van artikel 3 aanspraak bestaan op een gelijkwaardige voorziening van en naar de school die de leerling in schooljaar 2001-2002 bezocht.

  • 2.

    Voor de leerling die leerwegondersteunend onderwijs of praktijkonderwijs die in het schooljaar 2001-2002 een vervoersvoorziening kreeg naar een school voor speciaal voortgezet onderwijs, leerwegondersteunend onderwijs, praktijkonderwijs of een opdc, blijft aanspraak bestaan op een vervoersvoorziening van en naar de school of opdc die de leerling in het schooljaar 2001-2002 bezocht indien de afstand van de woning naar de school meer dan zes kilometer bedraagt. Titel 5 is van overeenkomstige toepassing.

  • 3.

    De bepalingen in titel 6 zijn voor de eerste maal van toepassing in het schooljaar 2002-2003. Op het vervoer van leerlingen voorafgaand aan het schooljaar 2002-2003 en daarop betrekking hebbende geschillen, blijven de regelingen die voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze verordening luiden van toepassing.

Artikel 38 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na het verstrijken van een termijn van zes weken na de datum van uitgifte van het Carillon waarin ze is geplaatst.

Artikel 39 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening leerlingenvervoergemeente Drimmelen, 2009.”

 

 

Aldus besloten in de openbare vergadering van 25 juni 2009,

De raad voornoemd,

Mr. M.J.N. Schetters - Schuurbiers,

griffier

drs. G.L.C.M. de Kok,

voorzitter