Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Noordwijk

Referendumverordening 2011

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Noordwijk
Officiële naam regelingReferendumverordening 2011
CiteertitelReferendumverordening 2011
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpalgemeen
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, artikel 83
  2. Gemeentewet, artikel 147

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

23-02-201118-03-2014nieuwe regeling

01-02-2012

Witte Weekblad, 22-02-2012

Onbekend.

Tekst van de regeling

Besluit van de raad van de gemeente Noordwijk van 1 februari 2012

De raad van de gemeente Noordwijk;

gelezen het initiatiefvoorstel d.d. 28 november 2011;

gelet op de artikelen 83 en 147 van de Gemeentewet;

besluit:

vast te stellen de navolgende verordening:

REFERENDUMVERORDENING NOORDWIJK 2011 PARAGRAAF 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    verzoeker: degene die op de dag van het indienen van het inleidende verzoek de leeftijd van achttien jaar heeft bereikt, ingezetene is van Noordwijk en niet uitgesloten is van het kiesrecht;

  • b.

    ondertekenaar: degene die op het moment van ondertekening van het inleidende of definitieve verzoek ingezetene van de gemeente is en de leeftijd van achttien jaar heeft bereikt, ingezetene is van Noordwijk en niet uitgesloten is van het kiesrecht;

  • c.

    kiesgerechtigde: degene die op de datum waarop het referendum wordt gehouden kiesgerechtigd is;

  • d.

    raadgevend referendum: een volksstemming op initiatief van de bevolking (evt. een of meer verzoekers in) van Noordwijk;

  • e.

    raadplegend referendum: een volksstemming op initiatief van de raad.

    Artikel 1a Onderwerp van referendum

    Onderwerp van een raadplegend of raadgevend referendum kan, onverminderd het in artikel 2 bepaalde, zijn een voorgenomen besluit van de raad.

    Artikel 2 Uitzonderingsbepalingen

    Een referendum wordt niet gehouden over:

  • a.

    de uitvoering van besluiten van hogere bestuursorganen waaromtrent de raad geen beleidsvrijheid heeft;

  • b.

    gemeentelijke procedures;

  • c.

    de inrichting van de gemeentelijke organisatie als bedoeld in artikel 160, eerste lid, onder c, van de Gemeentewet;

  • d.

    vaststelling en wijziging van de gemeentelijke begroting en rekening;

  • e.

    gemeentelijke belastingen en tarieven;

  • f.

    geldelijke voorzieningen voor ambtsdragers, gewezen ambtsdragers dan wel hun nagelaten betrekkingen of hun rechthebbenden;

  • g.

    handelingen en gedragingen van collegeleden, raadsleden of ambtenaren waartegen een klacht kan worden ingediend op grond van de Algemene wet bestuursrecht;

  • h.

    benoemingen of functioneren van personen;

  • i.

    beschikkingen;

  • j.

    besluiten op grond van een gehouden referendum of in het kader van deze verordening;

  • k.

    besluiten met een spoedeisend karakter;

  • l.

    besluiten over een ingediend burgerinitiatief.

    Artikel 3 Duidelijkheid vooraf over uitzonderingsgevallen

    In ieder raadsvoorstel wordt aangegeven of het voorgenomen besluit al dan niet onderwerp van een raadgevend referendum kan zijn.

    PARAGRAAF 2 BIJZONDERE BEPALINGEN OVER HET RAADGEVEND REFERENDUM

    Artikel 4 1.

    1. Een verzoeker kan schriftelijk een inleidend verzoek voor het houden van een raadgevend referendum indienen bij de voorzitter van de raad.

    2. Het inleidend verzoek geeft aan om welk te nemen besluit het gaat en wordt ten minste vijf werkdagen vóór de raadsvergadering, waarvoor het besluit dat onderwerp is van het inleidende verzoek is geagendeerd, ingediend.

    3. Het inleidend verzoek dient door ten minste honderdvijfentwintig ondertekenaars te worden ondersteund.

    4. De ondertekenaars geven, op door de gemeente verstrekte lijsten, aan hun: a. naam;

    b. adres;

    c. woonplaats;

    d. geboortedatum;

    en ondertekenen het inleidend verzoek.

    5. Het inleidend verzoek wordt door de voorzitter van de raad aan de in deze verordening bepaalde vereisten getoetst en vervolgens legt de voorzitter zijn bevindingen voor aan de raad.

    6. Indien het inleidend verzoek voldoet aan de in deze verordening bepaalde vereisten, besluit de raad in de in het tweede lid bedoelde vergadering de besluitvorming over het voorgenomen besluit met ten minste twee maanden te verdagen, zodat een definitief verzoek tot het houden van een referendum kan worden ingediend.

    7. De voorzitter van de raad maakt het besluit inzake het inleidende verzoek zo spoedig mogelijk openbaar op de in de gemeente gebruikelijke wijze.

    Artikel 5 1.

    1. Binnen zes weken na de dag waarop het besluit bedoeld in artikel 4, zevende lid, is bekend gemaakt wordt door verzoekers een definitief verzoek tot het houden van een raadgevend referendum bij de voorzitter van de raad ingediend.

    2. Een definitief verzoek dient ten minste door vijfhonderd ondertekenaars te worden ondersteund. De ondertekenaars die het inleidende verzoek hebben ondersteund, worden tevens geacht het definitief verzoek te ondersteunen.

    3. Artikel 4, derde en vierde lid, is van overeenkomstige toepassing.

    4. De daartoe van gemeentewege verstrekte lijsten worden:

    a. op bij openbare bekendmaking gemaakte plaatsen neergelegd; of

    b. aan kiesgerechtigden beschikbaar gesteld.

    5. Binnen vier weken na de dag van ontvangst van het definitief verzoek wordt het verzoek door de raad in zijn vergadering aan de in deze verordening bepaalde vereisten getoetst.

    6. Indien het definitief verzoek voldoet aan de in deze verordening bepaalde vereisten, besluit de raad dat een raadgevend referendum wordt gehouden.

    7. De voorzitter van de raad maakt het besluit inzake het houden van een raadgevend referendum zo spoedig mogelijk openbaar op de in de gemeente gebruikelijke wijze.

    PARAGRAAF 3 BIJZONDERE BEPALINGEN OVER HET RAADPLEGEND REFERENDUM

    Artikel 6 Het raadplegend referendum, initiatief van de raad

    1. Eén of meer leden van de raad kunnen een voorstel doen tot het houden van een raadplegend referendum.

    2. Het voorstel wordt schriftelijk ingediend bij de voorzitter van de raad en bevat een probleemstelling met daarbij een toelichting.

    3. De raad toetst het voorstel aan de in artikel 2 gestelde uitzonderingen en besluit aansluitend of een raadplegend referendum kan worden gehouden.

    4. De voorzitter van de raad maakt het besluit inzake het houden van een raadplegend referendum zo spoedig mogelijk openbaar op de in de gemeente gebruikelijke wijze.

    PARAGRAAF 4 AANVULLENDE BEPALINGEN OVER HET RAADGEVEND EN RAADPLEGEND REFERENDUM

  • 1.

    Artikel 7 Aanhouden beslissing

    1. Indien de raad heeft bepaald dat over een te nemen besluit een raadgevend of raadplegend referendum kan worden gehouden dan wordt het betreffende raadsvoorstel op de gangbare wijze behandeld.

  • 2.

    De stemming over het door de raad te nemen besluit zoals dat luidt na verwerking van de aanvaarde amendementen, wordt aangehouden tot de eerstvolgende vergadering na de dag waarop de uitslag van het referendum bekend is, tenzij eerder negatief over de ontvankelijkheid van het inleidende of het definitieve verzoek wordt beslist.

  • 3.

    Indien de eerstvolgende vergadering na de uitslag van het referendum niet binnen vier weken valt, wordt binnen die termijn ten behoeve van de stemming een extra vergadering bijeengeroepen.

    PARAGRAAF 5 VERDERE PROCEDURE

    Artikel 8 Datum referendum

  • 1.

    De raad stelt de dag vast waarop het referendum wordt gehouden, met dien verstande dat het referendum niet later plaats vindt dan uiterlijk vier maanden na de bekendmaking bedoeld in artikel 5, zevende lid of artikel 6, vierde lid.

  • 2.

    In het geval de in het eerste lid genoemde termijn van vier maanden afloopt binnen twee maanden voor een algemene verkiezing kan de termijn worden overschreden opdat de stemmingen kunnen worden gecombineerd.

  • 3.

    Een referendum vindt niet plaats in de voor de regio aangewezen schoolvakanties voor het basis- en voortgezet onderwijs.

  • 4.

    Er kunnen meer referenda op dezelfde dag worden gehouden.

    Artikel 9 Vraagstelling

  • 1.

    De raad stelt de vraagstelling en de antwoordcategorieën van het referendum vast. De raad laat zich voor de formulering bijstaan door onafhankelijke, externe deskundigen.

  • 2.

    Na de vaststelling van de vraagstelling wordt elk raadslid in de gelegenheid gesteld uit te spreken welke binding de uitslag van het referendum voor het raadslid heeft.

    Artikel 10 Organisatie en uitvoering

  • 1.

    De bepalingen van de Kieswet voor wat betreft de raadsverkiezingen zijn zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing, tenzij deze verordening anders bepaalt.

  • 2.

    Een referendum wordt gehouden onder de kiesgerechtigden van het gehele grondgebied van de gemeente Noordwijk.

  • 3.

    De voorzitter van de raad doet openbare kennisgeving van een besluit tot het houden van een referendum.

  • 4.

    De stukken met betrekking tot de te nemen beslissing liggen voor een ieder ter inzage op door de voorzitter van de raad aan te wijzen plaatsen. In de openbare kennisgeving wordt daarvan mededeling gedaan.

    Artikel 11 Oproep

  • 1.

    Een kiesgerechtigde voor een referendum ontvangt een oproepingskaart waarop de vraagstelling staat vermeld.

  • 2.

    Aan de kiesgerechtigden voor een referendum wordt in het stemlokaal een afzonderlijk stembiljet voor elk referendum uitgereikt.

    Artikel 12 Geldigheid referendum en inhoud uitslag

  • 1.

    Een referendum is geldig, indien ten minste 30% van de kiesgerechtigden opkomt.

  • 2.

    De keuzemogelijkheid welke de meeste stemmen heeft gekregen wordt als referendumuitspraak vastgesteld.

  • 3.

    De raad is niet gebonden aan een referendumuitspraak.

    PARAGRAAF 6 DE REFERENDUMCOMMISSIE

    Artikel 13 De referendumcommissie

  • 1.

    Er is een referendumcommissie.

  • 2.

    De referendumcommissie verricht haar taken onafhankelijk van de andere gemeentelijke bestuursorganen.

  • 3.

    De referendumcommissie kan een reglement van orde voor haar vergaderingen en haar andere werkzaamheden opstellen, dat aan de raad en het college wordt toegezonden.

    Artikel 14 Duur benoeming en ontslag

  • 1.

    De referendumcommissie bestaat uit een voorzitter en vier andere leden die voor een periode van zes jaar door de raad worden benoemd. De voorzitter en de leden kunnen éénmalig worden herbenoemd voor een termijn van zes jaar.

  • 2.

    De voorzitter en de leden van de commissie kunnen te allen tijde ontslag nemen; degenen die aftreden of ontslag nemen blijven hun functie waarnemen, totdat in hun opvolging is voorzien. Zij zijn nog dertig dagen nadat in hun opvolging is voorzien, bevoegd aan de behandeling van ten tijde van hun aftreden of ontslag lopende zaken deel te nemen.

    Artikel 15 Onverenigbare functies

    De artikelen 13 en 15 van de Gemeentewet zijn van overeenkomstige toepassing.

    Artikel 16 Taken referendumcommissie

  • 1.

    De referendumcommissie kan nadere regels vaststellen, ten behoeve van de subsidiëring van instellingen die activiteiten ontwikkelen in het kader van een referendum.

  • 2.

    De referendumcommissie stelt subsidiecriteria op en maakt deze bekend.

  • 3.

    De referendumcommissie verdeelt het door de raad vastgestelde budget voor voorlichting, campagnes en het vervullen van een platformfunctie.

  • 4.

    De referendumcommissie toetst de voorlichting aan de eisen van objectiviteit en de campagnes aan de eisen van fair play.

  • 5.

    De referendumcommissie is belast met het uitbrengen van adviezen over klachten, ingediend na inwilliging van het definitieve verzoek, over de gemeentelijke voorlichting en de wijze waarop gemeentelijke campagnes in het kader van het referendum worden gevoerd.

  • 6.

    De referendumcommissie is belast met het behandelen van klachten, ingediend na inwilliging van het definitieve referendumverzoek, over de campagnes en platformactiviteiten van de organisaties die voor die activiteiten van de referendumcommissie middelen toebedeeld hebben gekregen.

  • 7.

    Bezwaarschriften, ingediend tegen besluiten van de commissie bezwaar en beroep.

    Artikel 17 Openbaarheid vergaderingen

  • 1.

    De vergaderingen van de referendumcommissie worden in het openbaar gehouden.

  • 2.

    De deuren worden gesloten wanneer een lid daarom verzoekt of de voorzitter het nodig oordeelt.

  • 3.

    De referendumcommissie beslist vervolgens of met gesloten deuren zal worden vergaderd.

  • 4.

    De raad heeft inzage in de stukken waaromtrent door de referendumcommissie geheimhouding is opgelegd. De referendumcommissie kan inzage slechts weigeren voor zover zij in strijd is met het openbaar belang.

    Artikel 18 Verantwoording

    1. Ter afronding van het referendum maakt de referendumcommissie een eindverslag op.

    2. Het eindverslag bevat in ieder geval:

    a. een overzicht van de verleende subsidies;

    b. de bevindingen en een oordeel over de campagnes, de gemeentelijke voorlichting en de ingediende klachten.

    3. De referendumcommissie brengt het eindverslag 20 weken na de datum waarop het referendum is gehouden ter kennis van de raad en het college.

    PARAGRAAF 7 OVERIGE BEPALINGEN

    Artikel 19 Evaluatie

  • 1.

    De raad is belast met de uitvoering van de evaluatie van het referendum.

  • 2.

    De raad kan het college opdragen de evaluatie uit te voeren.

    Slotbepalingen

    Artikel 20

    Deze verordening treedt in werking de dag na publicatie op de gemeentelijke pagina en de gemeentelijke website. Deze verordening wordt aangehaald als “Referendumverordening 2011”.

    Aldus vastgesteld in de openbare

    raadsvergadering van 1 februari 2012

    H.C.A. Kolen, Drs. J.P.J. Lokker,

    griffier voorzitter