Organisatie | Rijssen-Holten |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Maatregelenverordening IOAW/IOAZ gemeente Rijssen-Holten 2013 |
Citeertitel | Maatregelenverordening IOAW/IOAZ gemeente Rijssen-Holten 2013 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlage | toelichting |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
27-02-2013 | 01-01-2013 | 01-01-2015 | Vervanging Maatregelenverordening IOAW en IOAZ gemeente Rijssen-Holten 2010 | 14-02-2013 Rijssens Nieuwsblad, 26 februari 2013 | 2013-03b |
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 2 Het opleggen van een maatregel
Als de belanghebbende naar het oordeel van het college een verplichting als bedoeld in artikel 13, tweede en vierde lid IOAW/IOAZ of een op grond van hoofdstuk III IOAW/IOAZ aan de uitkering verbonden verplichting – anders dan de verplichting, bedoeld in artikel 37, eerste lid, onderdeel c IOAZ - schendt, wordt overeenkomstig deze verordening een maatregel opgelegd. Daarnaast wordt tevens een maatregel opgelegd indien belanghebbende onder omstandigheden die rechtstreeks verband houden met de uitvoering van de IOAW/IOAZ zich jegens het college en zijn ambtenaren zeer ernstig misdraagt.
Artikel 5 Het besluit tot opleggen van een maatregel
In het besluit tot opleggen van een maatregel worden in ieder geval vermeld: de reden van de maatregel, de duur van de maatregel, het percentage van de maatregel, het bedrag waarmee de uitkering wordt verlaagd en, indien van toepassing, de reden om af te wijken van een standaardmaatregel.
Artikel 7 Afzien van het opleggen van een maatregel
De gedraging meer dan één jaar op grond van de IOAW en meer dan drie jaar op grond van de IOAZ, vóór constatering van die gedraging door het college heeft plaatsgevonden, tenzij de gedraging een schending van de inlichtingenplicht inhoudt en als gevolg van die gedraging ten onrechte uitkering is verleend. Een maatregel wegens schending van de inlichtingenplicht wordt niet opgelegd na verloop van vijf jaren nadat de betreffende gedraging heeft plaatsgevonden.
Artikel 9 Samenloop van gedragingen
Indien sprake is van meerdere gedragingen die schending opleveren van één of meerdere in de IOAW/IOAZ genoemde verplichtingen, wordt voor iedere gedraging een afzonderlijke maatregel opgelegd. Deze maatregelen worden gelijktijdig opgelegd, tenzij dit gelet op artikel 4, eerste lid, niet verantwoord is.
Hoofdstuk 2 Geen of onvoldoende medewerking verlenen aan het verkrijgen van algemeen geaccepteerde arbeid, het door eigen toedoen verliezen van algemeen geaccepteerde arbeid en het nalaten algemeen geaccepteerde arbeid te aanvaarden.
Artikel 10 Indeling in catergorieën
Gedragingen van belanghebbenden waardoor de verplichting op grond van artikel 37 IOAW/IOAZ, niet of onvoldoende is nagekomen, worden onderscheiden in de volgende categorieën:
Het zich niet tijdig laten registreren als werkzoekende bij het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen of het niet tijdig laten verlengen van de registratie.
a. Het niet naar vermogen trachten algemeen geaccepteerde arbeid te verkrijgen of te aanvaarden;
b. Het niet of in onvoldoende mate meewerken aan een onderzoek naar de mogelijkheden tot arbeidsinschakeling, scholing en/of sociale activering.
Het niet of onvoldoende nakomen van de verplichting tot gebruik maken van geboden re-integratie-instrumenten, waaronder begrepen het niet of onvoldoende meewerken aan een onderzoek naar de mogelijkheden tot arbeidsinschakeling, scholing of zelfstandige maatschappelijke participatie, voor zover dit niet heeft geleid tot het geen doorgang vinden of tot voortijdige beëindiging van het re-integratietraject.
Het niet of onvoldoende nakomen van de verplichting tot gebruik maken van geboden re-integratievoorzieningen, waaronder begrepen het niet of onvoldoende meewerken aan een onderzoek naar de mogelijkheden tot arbeidsinschakeling, scholing of zelfstandige maatschappelijke participatie, als dit heeft geleid tot het geen doorgang vinden of tot voortijdige beëindiging van het re-integratietraject;
Artikel 11 De hoogte en duur van de maatregel
De duur van de maatregel als bedoeld in het eerste lid wordt, met uitzondering van het eerste lid, onder e, verdubbeld, indien belanghebbende zich binnen twaalf maanden na bekendmaking van een besluit waarbij een maatregel is opgelegd, opnieuw schuldig maakt aan een verwijtbare gedraging van dezelfde of hogere categorie. Met een besluit waarmee een maatregel is opgelegd wordt gelijkgesteld het besluit om daarvan af te zien op grond van dringende redenen, bedoeld in artikel 7, tweede lid.
Hoofdstuk 3 Overige gedragingen die leiden tot een maatregel
Artikel 12 Zeer ernstige misdragingen
De maatregel bedraagt honderd procent van deuitkeringsnorm, indien binnen twaalf maanden na bekendmaking van eenbesluit waarbij een maatregel als bedoeld in het eerste lid, isopgelegd, sprake is van een zelfde als verwijtbaar aan te merkengedraging. Met een besluit waarmee een maatregel is opgelegd wordt gelijkgesteld het besluit om af te zien van het opleggen vaneen maatregel op grond van dringende redenen, als bedoeld inartikel 7, tweede lid.
Deze verordening wordt aangehaald als: MaatregelenverordeningIOAW / IOAZ gemeente Rijssen-Holten 2013.
besluit genomen in de openbare vergadering van de raad van Rijssen-Holten op 14 februari 2013