Organisatie | Staphorst |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Staphorst |
Citeertitel | Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Staphorst |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2013 | 01-01-2015 | nieuwe regeling | 11-12-2012 De Staphorster, 24-12-2012 | 12-7609 |
De raad van de gemeente Staphorst;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Staphorst van 6 oktober 2012, nummer ADV/12-7609
gelet op artikel 147, eerste lid, van de Gemeentewet en artikel 5 van de Wet maatschappelijke ondersteuning;
overwegende dat het noodzakelijk is bij verordening regels te stellen aangaande de te bereiken resultaten in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning;
Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Staphorst
Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen
In deze verordening en de daarop gebaseerde nadere regelgeving wordt verstaan onder:
a. Wet: Wet maatschappelijke ondersteuning;
b. College: College van burgemeester en wethouders van Staphorst;
c. Compensatieplicht: De plicht van het college om aan personen met een beperking, een chronisch psychisch of een psychosociaal probleem voorzieningen te bieden ter compensatie van hun beperkingen op het gebied van zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie teneinde hen in staat te cstellen een huishouden te voeren, zich te verplaatsen in en om de woning, zich lokaal te verplaatsen per vervoermiddel en medemensen te ontmoeten en op basis daarvan sociale verbanden aan te gaan. Daarbij legt artikel 4 van de wet het College de plicht op om een resultaat te bereiken dat als compensatie mag gelden en dat in het individuele geval maatwerk is;
d. Aanmelding: De mededeling van een belanghebbende aan het college dat er belemmeringen ervaren worden op grond waarvan iemand verzoekt een afspraak te maken voor een gesprek;
e. Gesprek: het eerste contact na een aanmelding waarin met degene die maatschappelijke ondersteuning zoekt zijn gehele situatie wordt geïnventariseerd ten aanzien van de beperkingen en de gevolgen daarvan, de te bereiken resultaten, de te kiezen oplossingen via eigen mogelijkheden of via mogelijkheden van het netwerk dan wel via algemene, algemeen gebruikelijke collectieve, (wettelijk) voorliggende en individuele voorzieningen;
f. Aanvraag: het verzoek van een belanghebbende om in aanmerking te komen voor één of meerdere voorzieningen om een resultaat te bereiken in het kader van deze verordening;
g. Belanghebbende: een persoon met een beperking, een chronisch psychisch probleem of een psychosociaal probleem die behoefte heeft aan compensatie ten behoeve van het bevorderen van zijn deelname aan het maatschappelijk verkeer en het zelfstandig functioneren, die voor zichzelf of, met behulp van een machtiging, door een ander een aanmelding of een aanvraag doet of laat doen;
h. Psychosociaal probleem: een situatie van verlies van zelfstandigheid en, met name, een gebrek aan mogelijkheden tot deelname aan het maatschappelijk verkeer, veroorzaakt door belemmeringen die iemand ondervindt in zijn relatie met anderen, met zijn sociale omgeving;
i. Algemene voorziening: een voorliggende voorziening die weliswaar niet bestemd is voor, noch te gebruiken is door alle personen als bedoeld in artikel 4 lid 1 van de wet, maar die anderzijds door iedereen waarvoor de voorziening wel bedoeld is op eenvoudige wijze te verkrijgen of te gebruiken is, zonder een ingewikkelde aanvraagprocedure;
j. Algemeen gebruikelijke voorziening: een voorziening die niet speciaal bedoeld is voor mensen met een beperking, dus ook door anderen gebruikt wordt, algemeen verkrijgbaar is en niet – aanzienlijk – duurder is dan vergelijkbare producten;
k. Collectieve voorziening: een voorziening die individueel wordt verstrekt maar die door meerdere personen tegelijk wordt gebruikt, in casu het collectief vraagafhankelijk vervoer;
l. Voorliggende voorziening: een voorziening die normaal in de maatschappij aanwezig en beschikbaar is en bedoeld voor iedereen die daar behoefte aan heeft;
m. Wettelijk voorliggende voorziening: een voorziening op grond van een wettelijke bepaling anders dan ingevolge de wet, waarmee het resultaat geheel of gedeeltelijk bereikt kan worden;
n. Individuele voorziening: een voorziening die door het college ten behoeve van één persoon op basis van artikel 4 Wmo wordt verstrekt;
o. Gebruikelijke zorg: de zorg die op het gebied van het voeren van het huishouden voor alle leden van een leefeenheid als algemeen aanvaardbaar wordt beschouwd;
p. Voorziening in natura: een voorziening, in te zetten om het resultaat te bereiken, in de vorm van goederen in (bruik)leen of in eigendom, of als persoonlijke dienstverlening;
q. Persoonsgebonden budget: een geldbedrag om te gebruiken voor het te bereiken resultaat, als alternatief voor een voorziening in natura;
r. Financiële tegemoetkoming: een geldbedrag, al dan niet forfaitair of gemaximeerd, bedoeld om een voorziening mee aan te schaffen voor het te bereiken resultaat;
s. Mantelzorger: een persoon die mantelzorg in de zin van artikel 1, lid 1 onder b van de wet biedt;
t. Hoofdverblijf: de plaats waar een persoon daadwerkelijk de meeste nachten per jaar doorbrengt;
Hoofdstuk 2 Resultaatgerichte compensatie
Artikel 2 De te bereiken resultaten
De op basis van artikel 4 lid 1 van de wet via compenserende maatregelen te bereiken resultaten zijn:
a. een schoon en leefbaar huis;
b. beschikken over goederen voor primaire levensbehoeften;
c. beschikken over schone, draagbare en doelmatige kleding;
d. het thuis kunnen zorgen voor kinderen die tot het gezin behoren;
e. wonen in een geschikt huis;
f. zich verplaatsen in en om de woning;
g. zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel;
h. de mogelijkheid om contacten te hebben met medemensen en deel te nemen aan recreatieve, maatschappelijke of religieuze activiteiten.
Hoofdstuk 3 Hoe te komen tot de te bereiken resultaten
Artikel 3 Scheiding van aanmelding en aanvraag
Aan een aanvraag voor een individuele voorziening ex artikel 1, lid 1 aanhef en onder g sub 6 van de wet gaat een aanmelding voor een gesprek vooraf indien:
a. De aanvraag afkomstig is van een belanghebbende die nog niet eerder een aanvraag in het kader van de wet heeft gedaan;
b. De aanvraag afkomstig is van een belanghebbende die al eerder een gesprek heeft gevoerd maar waarbij sprake is van gewijzigde omstandigheden of gewijzigde te bereiken resultaten;
Artikel 4 Aanmelding voor een gesprek
Een aanmelding voor een gesprek kan schriftelijk, elektronisch, mondeling of telefonisch worden gedaan bij de gemeente door of namens een persoon met een beperking, een chronisch psychisch probleem of een psychosociaal probleem die behoefte heeft aan compensatie ten behoeve van het bevorderen van zijn deelname aan het maatschappelijk verkeer en het zelfstandig functioneren.
Hoofdstuk 5 Beoordeling van de te bereiken resultaten
Artikel 8 Het maken van een afweging
Bij het beoordelen welke voorzieningen getroffen gaan worden, neemt het college het verslag van het gesprek, indien aanwezig, als uitgangspunt. Het college gaat uit van de behoeften en persoonskenmerken van de belanghebbende, alsmede van diens capaciteiten om zelf in de kosten van de maatregelen te kunnen voorzien. Daarbij wordt onderzoek gedaan naar de noodzaak en mogelijkheid tot leveren van maatwerk ten aanzien van het te bereiken resultaat.
Paragraaf 2 De te bereiken resultaten
Artikel 9 Het voeren van een huishouden
De vier te bereiken resultaten ten aanzien van het voeren van een huishouden zijn:
a. Het kunnen wonen in een huis dat schoon en leefbaar is. Dit geldt ten aanzien van de woonkamer, slaapvertrekken, keuken en sanitaire ruimten;
b. Het kunnen beschikken over goederen voor primaire levensbehoeften;\
c. Het kunnen beschikken over schone, draagbare en doelmatige kleding;
d. Het thuis kunnen zorgen voor de kinderen die tot het gezin behoren.
Voor het thuis kunnen zorgen voor kinderen die tot het gezin behoren, kan een individuele voorziening worden getroffen ten aanzien van het – zo mogelijk tijdelijk ter overbrugging van een periode noodzakelijk voor het nemen van meer definitieve maatregelen – vervangen van de ouder die in principe voor de kinderen zorgt.
Voor zover belanghebbende gebruik kan maken van een aanwezige en bruikbare algemene voorziening zoals een boodschappenservice, maaltijdvoorziening, was-en strijkservice, kinderopvang die in de individuele situatie van de belanghebbende kan leiden tot het te bereiken resultaat wordt deze mogelijkheid eerst beoordeeld.
Artikel 11 Zich verplaatsen in en om de woning
Het te bereiken resultaat ten aanzien van het zich verplaatsen in en om de woning bestaat uit het in staat zijn de woonkamer, het slaapvertrek en/of de slaapvertrekken, het toilet en de douche, de berging, de tuin of het balkon kunnen bereiken en er zich zodanig kunnen redden dat normaal functioneren mogelijk is.
Hoofdstuk 6 Verstrekking in natura, als persoonsgebonden budget en als financiële tegemoetkoming
Paragraaf 3 Verstrekking als persoonsgebonden budget
Artikel 16 Overwegende bezwaren
Het college legt in het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Staphorst vast in welke situaties sprake is van overwegende bezwaren zodat er geen persoonsgebonden budget verstrekt wordt.
Bij het treffen van een voorziening in de vorm van een persoonsgebonden budget wordt in de beschikking vastgelegd:
a. Voor welk te bereiken resultaat het persoonsgebonden budget gebruikt moet worden, eventueel aangevuld met een programma van eisen waaraan bij de besteding voldaan moet worden.
b. Wat de omvang van het persoonsgebonden budget is en hoe deze omvang tot stand is gekomen.
c. Wat de duur is van de verstrekking waarvoor het persoonsgebonden budget bedoeld is en welke regels gelden ten aanzien van verantwoording van het persoonsgebonden budget.
Paragraaf 4 Verstrekking als financiële tegemoetkoming
Bij het treffen van een voorziening in de vorm van een financiële tegemoetkoming wordt in de beschikking vastgelegd:
a. voor welk te bereiken resultaat de financiële tegemoetkoming bestemd is;
b. wat de duur van de verstrekking is;
c. of er sprake is van een overeenkomst waarin deze verstrekking is geregeld en
Paragraaf 5 Eigen bijdrage en eigen aandeel
Artikel 19 Eigen bijdragen en eigen aandeel
Bij het verstrekken van een voorziening is een eigen bijdrage of een eigen aandeel verschuldigd ten aanzien van de volgende resultaten:
a. een schoon en leefbaar huis;
b. beschikken over goederen voor primaire levensbehoeften;
c. beschikken over schone, draagbare en doelmatige kleding;
d. het thuis kunnen zorgen voor kinderen die tot het gezin behoren;
e. wonen in een geschikt huis;
f. zich verplaatsen in, om en nabij de woning voor zover het geen rolstoel betreft;
g. zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel;
h. de mogelijkheid om contacten te hebben met medemensen en deel te nemen aan recreatieve, maatschappelijke of religieuze activiteiten.
Hoofdstuk 7 Procedurele bepalingen rond onderzoek, advies en besluitvorming, intrekking en terugvordering
a. De termijn waarbinnen een besluit genomen moet worden bedraagt maximaal 8 weken na datum ontvangst van de aanvraag (art. 4:13 lid 2 Awb). Deze termijn wordt verlengd met maximaal 4 weken indien extern advies wordt ingenomen.
b. In afwijking van het onder a. gestelde is de termijn voor de aanvraag voor een voorziening voor het wonen in een geschikt huis waar bouwkundige offertes opgevraagd moeten worden maximaal 12 weken.
Een voorziening kan slechts worden toegekend voor zover:
a. De noodzaak voor het te bereiken resultaat langdurig is, tenzij kortdurende hulp bij het huishouden leidt tot het te bereiken resultaat.
b. De te verstrekken voorziening als de goedkoopst-compenserende voorziening aan te merken is.
c. De persoon met beperkingen zijn hoofdverblijf heeft in de gemeente Staphorst.
Geen voorziening wordt toegekend:
a. Indien de voorziening algemeen gebruikelijk is.
b. Indien de belanghebbende niet woonachtig is in de gemeente Staphorst.
c. Voor zover de aanvraag betrekking heeft op kosten die de belanghebbende voorafgaand aan het moment van aanvragen of het moment van beschikken heeft gemaakt en niet meer is na te gaan of deze voorziening noodzakelijk was en als goedkoopst-compenserend aan te merken valt.
d. Voor zover een voorziening als die waarop de aanvraag betrekking heeft reeds eerder in het kader van enige wettelijke bepaling of regeling is verstrekt en de normale afschrijvingstermijn van de voorziening nog niet verstreken is, tenzij de eerder vergoede of verstrekte voorziening verloren is gegaan als gevolg van omstandigheden die niet aan belanghebbende zijn toe te rekenen, of tenzij belanghebbende geheel of gedeeltelijk tegemoetkomt in de veroorzaakte kosten.
Het college is bevoegd om, voor zover dit van belang kan zijn voor de beoordeling van het recht op de aangevraagde voorziening, degene door wie een aanvraag is ingediend of bij gebruikelijke zorg diens relevante huisgenoten:
a. Op te roepen in persoon te verschijnen op een door het college te bepalen plaats en tijdstip en hem te bevragen.
b. Op een door het college te bepalen plaats en tijdstip door een of meer daartoe aangewezen deskundigen te doen bevragen en/of onderzoeken.
Het college kan een door hem daartoe aangewezen adviesinstantie om advies vragen indien:
a. Het handelt om een aanvraag van een persoon die niet eerder een voorziening heeft gehad c.q met wie niet eerder een gesprek als bedoeld in artikel 3 is gevoerd.
b. Het handelt om een aanvraag van een persoon die wel eerder een voorziening heeft gehad of een gesprek zoals bedoeld in artikel 3 heeft gevoerd, maar waarvan de medische omstandigheden zodanig zijn veranderd dat die gewijzigde omstandigheden de noodzaak van een voorziening of de soort van voorziening kunnen beïnvloeden.
Degene aan wie krachtens deze verordening een voorziening is verstrekt, is verplicht zo spoedig mogelijk en schriftelijk aan het college mededeling te doen van feiten en omstandigheden, waarvan redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze van invloed kunnen zijn op het recht op een voorziening.
Het college kan een besluit, genomen op grond van deze verordening, geheel of gedeeltelijk intrekken indien:
a. Niet of niet meer is of wordt voldaan aan de voorwaarden gesteld bij of krachtens deze verordening.
b. Beschikt is op grond van gegevens waarvan gebleken is dat die gegevens zodanig onjuist waren dat, waren de juiste gegevens bekend geweest, een andere beslissing zou zijn genomen.
c. blijkt dat de tegemoetkoming of het budget binnen zes maanden na uitbetaling niet is aangewend voor de bekostiging van het te behalen resultaat waarvoor de verlening heeft plaatsgevonden.
Artikel 26 Terugbetaling bij verkoop (Anti-speculatiebeding)
De eigenaar-bewoner, die krachtens deze verordening een woonvoorziening heeft ontvangen die leidt tot waardestijging van de woning, dient bij verkoop van deze woning, deze verkoop van de woning onverwijld aan het college te melden. Deze meerwaarde van de woning dient, conform de bepalingen in het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Staphorst, te worden terugbetaald aan de gemeente.
Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende afwijken van de bepalingen van deze verordening indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.
Het college kan jaarlijks per 1 januari de in het kader van deze verordening en het op deze verordening berustende gemeentelijk besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Staphorst geldende bedragen verhogen of verlagen aan de hand van de geldende prijsindex, zoals bepaald in artikel 4.5 lid 1 van het Besluit maatschappelijke ondersteuning (Stb. 2006, 450).