Organisatie | Zoeterwoude |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Algemene subsidieverordening Zoeterwoude |
Citeertitel | Algemene subsidieverordening Zoeterwoude |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Deze regeling is bij raadsbesluit van 22 decem- ber 2011 ingetrokken onder gelijktijdige vast-
stelling van de Algemene subsidieverordening
Zoeterwoude 2012, dat op 1-1-2012 in werking
is getreden.
Gemeentewet, Algemene wet bestuursrecht
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
22-03-2007 | 01-01-2012 | Nieuwe regeling | 15-03-2007 Voorschotense Courant van 21-3-2007 | SL-12 |
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Deze verordening verstaat onder:
een waarderingssubsidie: een subsidie, waarbij de aanspraak op financiële middelen bestaat uit een waardering van de bepaalde activiteiten en/of te leveren prestaties en deze aanspraak geen verband houdt met het exploitatieresultaat van de activiteiten en/of prestaties, die de gemeente met deze subsidie waardeert;
Artikel 2: omvang en werking van deze verordening.
Deze verordening is van toepassing op door de gemeente te verlenen subsidies als bepaald in artikel 4:21 van de Algemene wet bestuursrecht met uitzondering van die voor de bekostiging van onderwijs en onderzoek.
Artikel 3: Bevoegdheden van het college
Het college besluit over het al dan niet verlenen, vaststellen, wijzigen en intrekken van subsidies met inachtneming van de in de gemeentebegroting opgenomen financiele middelen en zowel het subsidieplafond alsmede het subsidieprogramma, en – indien de begroting nog niet is vastgesteld of goedgekeurd – onder de voorwaarde dat voldoende gelden ter beschikking worden gesteld.
Artikel 4: algemene bepalingen voor het verstrekken van subsidies.
In afwijking van het bepaalde in het eerste lid van dit artikel verstrekt het college subsidie aan instellingen die niet over rechtspersoonlijkheid met volledige rechtsbevoegdheid beschikken, indien de aard en omvang van de activiteiten en/of prestaties, waarvoor het sub-sidie is aangevraagd, in een onevenredige verhouding staan met de kosten en de tijdsduur, die met het voldoen aan de verplichting om een rechtspersoon met volledige rechtsbevoegd-heid tot stand te brengen, zijn gemoeid.
Hoofdstuk 2 De subsidieaanvraag
Artikel 5: de uitnodiging tot het indienen van aanvragen.
Voor 1 maart van ieder jaar nodigt het college de instellingen uit om voor het subsi-dietijdvak, dat aanvangt in het komend kalenderjaar, een schriftelijke aanvraag in te dienen. Het college vermeldt bij deze uitnodiging de tijdstippen, waarop de inspraak en behandeling van de aanvragen in de raadscommissies en de raad zal plaatshebben.
Het college vermeldt de in het eerste lid van dit artikel genoemde uitnodiging eveneens in de beschikkingen op aanvragen om subsidieverlening, die zij ter uitvoering van het subsidieprogramma als genoemd in artikel 7 van deze verordening voor 1 april van ieder jaar afgeeft. Het college nodigt die instellingen, aan wie over een subsidietijdvak van meer dan één boekjaar subsidie is verleend en als gevolg daarvan in het kalenderjaar, dat voorafgaat aan dit komende subsidietijdvak geen subsidieverlening hebben ontvangen, afzonderlijk en schriftelijk uit.
vereisten voor het in behandeling nemen van een aanvraag.
Een aanvraag dient te bevatten:
ingeval de aanvrager een rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid is, kan een afschrift van de notariële akte van oprichting en - voor zover van toepassing -afschriften van de nadien gepasseerde akte(n) van statutenwijziging gevraagd worden, uit welke afschriften de volledige tekst van de op het moment van de aanvraag geldende statuten van deze rechtspersoon blijkt alsmede een overzicht van de samenstelling van het bestuur ten tijde van de indiening van de aanvraag;
Artikel 8: verplichtingen van de subsidieontvanger.
De subsidieontvanger voert een zodanig ingerichte administratie, dat daaruit te allen tijde de voor de vaststelling van de subsidie van belang zijnde rechten en verplichtingen alsmede betalingen en ontvangsten zijn na te gaan. De subsidieontvanger volgt de aan-wijzingen, die het college in het belang van de in de vorige volzin bedoelde vaststel-ling noodzakelijk acht, op.
De subsidieontvanger verstrekt het college die inlichtingen, die zij voor de beoordeling van de rechtmatigheid en de doelmatigheid van de besteding van de verstrekte sub-sidie(s) noodzakelijk acht. Onder deze verplichting is begrepen het recht van de ge-meente op inzage in de boeken en bescheiden van de subsidieontvanger.
Voor zover het verstrekken van een subsidie leidt tot vermogensvorming, die het gevolg is van één of meer van de omstandigheden als bedoeld in artikel 4:41, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht is de subsidieontvanger verplicht een vergoeding aan het college te voldoen. Het college bepaalt de hoogte van deze vergoeding eerst na overleg met de subsidieontvanger.
Hoofdstuk III De subsidievaststelling
Artikel 12: het vaststellen van een subsidie.
In afwijking van het bepaalde in artikel 11 van deze verordening kan het college op aan-vragen om een éénmalig subsidie afzien van subsidieverlening en het subsidie aanstonds vast-stellen, in welk geval de eerste twee leden van dit artikel voor de desbetreffende subsidieontvanger niet van toepassing zijn.
Hoofdstuk IV Overgangs- en slotbepalingen
Artikel 14:overgangs- en slotbepalingen.
Het college zendt deze verordening toe aan alle instellingen die op het moment van inwerkingtreding subsidie ontvangen of hebben aangevraagd en aan de instellingen die na de datum van de inwerkingtreding voor de eerste maal subsidie aanvragen. Deze bepaling is van overeenkomstig toepassing bij wijziging van deze verordening.