Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Sint-Michielsgestel

Verordening inzake de wijze waarop ingezetenen én de in de gemeente een belang hebbende natuurlijke en rechtspersonen bij de voorbereiding van gemeentelijk beleid worden betrokken (Inspraakverordening Sint-Michielsgestel 2006)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieSint-Michielsgestel
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening inzake de wijze waarop ingezetenen én de in de gemeente een belang hebbende natuurlijke en rechtspersonen bij de voorbereiding van gemeentelijk beleid worden betrokken (Inspraakverordening Sint-Michielsgestel 2006)
CiteertitelInspraakverordening Sint-Michielsgestel 2006
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpburgerparticipatie, inspraak

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de regeling "Inspraakverordening van de gemeente Sint-Michielsgestel 1998"

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 150

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-09-2006Nieuwe regeling

26-01-2006

De Brug, 31-08-2006

Index 1.102

Tekst van de regeling

Intitulé

Inspraakverordening Sint-Michielsgestel 2006

De raad van de gemeente Sint-Michielsgestel;

 

gelet op artikel 150 van de Gemeentewet en de Algemene wet bestuursrecht;

 

overwegende dat het wenselijk is meer inhoud te geven aan het uitgangspunt dat beleid op een interactieve wijze tot stand komt;

 

b e s l u i t :

 

vast te stellen de volgende verordening inzake de wijze waarop ingezetenen én de in de gemeente een belang hebbende natuurlijke en rechtspersonen bij de voorbereiding van gemeentelijk beleid worden betrokken (Inspraakverordening Sint-Michielsgestel 2006)

Artikel 1 Begripsbepalingen

De verordening verstaat onder:

  • a.

    inspraak: het betrekken van ingezetenen en belanghebbenden bij de voorbereiding van gemeentelijk beleid;

  • b.

    inspraakprocedure: de wijze waarop de inspraak gestalte wordt gegeven;

  • c.

    beleidsvoornemen: het voornemen van een bestuursorgaan tot het vaststellen of wijzigen van beleid.

Artikel 2 Object van inspraak

  • 1.

    Het college besluit of inspraak wordt verleend bij de voorbereiding van gemeentelijk beleid.

  • 2.

    Inspraak wordt altijd verleend indien de wet daartoe verplicht.

  • 3.

    Geen inspraak wordt verleend:

    • a.

      ten aanzien van ondergeschikte herzieningen van een eerder vastgesteld beleidsvoornemen;

    • b.

      indien inspraak bij of krachtens wettelijk voorschrift is uitgesloten;

    • c.

      indien sprake is van uitvoering van hogere regelgeving waarbij het bestuursorgaan geen of nauwelijks beleidsvrijheid heeft;

    • d.

      inzake de begroting, de tarieven voor gemeentelijke dienstverlening en belastingen bedoeld in hoofdstuk XV van de Gemeentewet;

    • e.

      indien de uitvoering van een beleidsvoornemen dermate spoedeisend is dat inspraak niet kan worden afgewacht.

Artikel 3 Subject van inspraak

Inspraak wordt verleend aan ingezetenen en aan belanghebbenden.

Artikel 4 Inspraakprocedure

  • 1.

    Op inspraak is de procedure van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing.

  • 2.

    Het college kan voor een of meer beleidsvoornemens een andere inspraakprocedure vaststellen.

Artikel 5 Eindverslag

  • 1.

    Ter afronding van de inspraak maakt het college een eindverslag op

  • 2.

    Het eindverslag bevat in elk geval:

    • a.

      een overzicht van de gevolgde inspraakprocedure;

    • b.

      een weergave van de zienswijzen die tijdens de inspraak mondeling of schriftelijk naar voren zijn gebracht;

    • c.

      een reactie op deze zienswijzen, waarbij met redenen omkleed wordt aangegeven op welke punten al dan niet tot aanpassing van het beleidsvoornemen wordt overgegaan.

Artikel 6 Intrekking Inspraakverordening 1998

De ‘Inspraakverordening van de gemeente Sint-Michielsgestel 1998’ wordt ingetrokken.

Artikel 7 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking daags na bekendmaking.

Artikel 8 Overgangsrecht

Inspraakprocedures die zijn gestart voor de inwerkingtreding van deze verordening worden volgens de oude regeling i.c. de ‘Inspraakverordening van de gemeente Sint-Michielsgestel 1998’ afgehandeld.

Artikel 9 Citeertitel

De verordening kan worden aangehaald als ‘Inspraakverordening Sint-Michielsgestel 2006’.

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Sint-Michielsgestel in zijn openbare vergadering van 26 januari 2006.

De raad voornoemd.

De griffier,

N. Hoogerbrug (wnd.)

De voorzitter,

mr. J.C.M. Pommer

Bijlage

Kopie brief van DorpsGoed

 

Gemeente Sint-Michielsgestel

T.a.v. de voorzitter van de gemeenteraad

Postbus 10.000

5270 GA SINT-MICHIELSGESTEL

 

Den Dungen, 28 september 2005

 

Onderwerp: initiatiefvoorstel DorpsGoed inz. De gemeentelijke inspraakverordening

 

Geachte heer Pommer,

 

De wijze waarop de gemeentelijke inspraakverordening wordt toegepast blijkt in de gemeente Sint-Michielsgestel zeer wisselvallig te zijn. Ter illustratie verwijzen wij graag naar de agendastukken van de commissievergadering Burgerzaken van 14 september 2005 en de commissie Grondgebiedzaken van 15 september 2005. Behalve voor de wettelijk verplichte onderwerpen (bestemmingsplannen e.d.), is er geen “lijn” in te ontdekken. Bij het kopje “interactiviteit” staan zeer uiteenlopende opmerkingen vermeld:

  • -

    “Intern heeft afstemming plaatsgevonden” (actualisering accommodatieplan);

  • -

    “De vastgestelde monumentenverordening gemeente Sint-Michielsgestel 2005 algemeen gekend maken”;

  • -

    “Het beeldkwaliteitsplan zal na vaststelling worden bekendgemaakt”;

  • -

    “De vaststelling van de nota wordt bekendgemaakt, waarna de nota ter inzage wordt gelegd” (nota detailhandel);

  • -

    “Het bomenbeheerplan is niet interactief tot stand gekomen”.

 

Bij andere voorstellen ontbreekt zelfs het kopje “Interactiviteit”, zoals bij de agendapunten Woonvisie, Discussienota milieubeleid en –uitvoeringsprogramma, Discussienota ten behoeve van

mantelzorg. De vraag dring zich op: wat houdt de zinsnede “interactieve besluitvorming” in?Wanneer vindt dit plaats?

 

Artikel 150 van de Gemeentewet bepaalt dat de gemeente een verordening maakt over de manier waarop inwoners bij de voorbereiding van gemeentelijk beleid worden betrokken. Met andere woorden: bij nieuw beleid hebben burgers inspraak. De verordening die in de gemeente Sint-Michielsgestel momenteel van kracht is, is een heel globale en is verouderd (in werking getreden 1 januari 1998). Daarin wordt niet aangegeven voor welke beleidsvoornemens inderdaad de inspraakprocedure wordt gevoerd.

Vanuit het streven om burger meer bij het politieke bestuur te betrekken en de algemeen aanvaarde opvatting om de burgers meer inspraakmogelijkheden te bieden is een actualisering van de gemeentelijk inspraakverordening derhalve op zijn plaats, zodat meer inhoud wordt gegeven aan het uitgangspunt om het gemeentelijke beleid op interactieve wijze tot stand te brengen.

 

In het initiatiefvoorstel wordt een wijziging van de Inspraakverordening voorgesteld, waarbij in de verordening wordt opgenomen over welke beleidsvoornemens in ieder geval de inspraakprocedure moet worden gevoerd, onder andere plannen met ruimtelijk impact, verkeer en vervoer, volkshuisvestingsbeleid, welzijnsbeleid, enz.

 

Met vriendelijke groet,

raadsfractie DorpsGoed

 

w.g.

Harrie Maas

w.g.

Ben Leenen

w.g.

Willem van der Pennen

 

Bijlage: Initiatiefvoorstel van de fractie DorpsGoed

Toelichting bij ‘Inspraakverordening Sint-Michielsgestel 2006’

Inspraakprocedure

Net als in de oude verordening is er voor gekozen aan te sluiten bij afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Op 1 juli 2005 is een nieuwe afdeling 3.4 Awb in werking getreden. In deze afdeling is een uniforme openbare voorbereidingsprocedure opgenomen, die de huidoge twee voorbereidingsprocedures in de Awb vervangt. Belangrijke wijzigingen zijn onder andere de verlenging van de termijn van terinzagelegging van vier naar zes weken.

 

Toepassing van afdeling 3.4 van de Awb is de ‘minimumvariant’. Op grond van artikel 4 lid 2 van de verordening mag het college voor een of meer beleidsvoornemens een andere inspraakprocedure vaststellen. Dit artikel biedt de mogelijkheid voor alternatieve vormen van interactieve besluitvorming toe te passen, zoals het houden van workshops, intenetpoules en chatsessies, mits de procedure blijft voldoen aan de minimumvariant van afdeling 3.4 Awb.

 

Afschaffing klachtenprocedure

In de huidige Inspraakverordening is een aparte klachtenprocedure opgenomen. Door de invoering van het extern klachtrecht in hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht is deze aparte procedure niet meer nodig. Klachten over de wijze waarop inspraak is verleend, kunnen op grond van de algemene klachtenregeling van de gemeente Sint-Michielsgestel worden ingediend. Op de behandeling van die klachten is van toepassing de ‘Interne klachtenprocedure gemeente Sint-Michielsgestel’ (nadere regels op grond van artikel 4:1 van de ‘Verordening behandeling bezwaar- en beroepschriften en klachten 2003).