Organisatie | Venray |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening voorzieningen Wmo Gemeente Venray 2013 |
Citeertitel | Verordening voorzieningen Wmo Gemeente Venray 2013 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | Wet maatschappelijke ondersteuning |
Geen
Wet maatschappelijke ondersteuning, art. 5
Besluit nadere regels maatschappelijke ondersteuning 2013 gemeente Venray
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
15-02-2013 | 27-05-2015 | Nieuwe regeling | 05-02-2013 Peel en Maas, 14-2-2013 | Onbekend |
Hoofdstuk 1. Begripsomschrijvingen
Artikel 1. Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
Compensatieplicht :De plicht van het College aan personen met een aantoonbare beperking, een aantoonbaar chronisch psychisch of een psychosociaal probleem voorzieningen te bieden ter compensatie van hun beperkingen op het gebied van zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie teneinde hen in staat te stellen een huishouden te voeren, zich te verplaatsen in en om de woning, zich lokaal te verplaatsen per vervoermiddel en medemensen te ontmoeten en op basis daarvan sociale verbanden aan te gaan. Daarbij legt artikel 4 van de wet het College de plicht op om een resultaat te bereiken dat als compensatie mag gelden en dat in het individuele geval maatwerk is.
Persoon met beperkingen :een persoon die ten gevolge van ziekte of gebrek, inclusief chronische psychische en psychosociale problemen, aantoonbare beperkingen ondervindtbij het uitvoeren van activiteiten bij deelname aan het normale maatschappelijke verkeer,te weten op het gebied van het voeren van het huishouden, bij het normale gebruik van dewoning, bij het verplaatsen in en om de woning, bij het zich lokaal verplaatsen pervervoermiddel, bij het ontmoeten van medemensen en het op basis daarvan aangaanvan sociale verbanden.
Gesprek:Het eerste contact na een melding waarin met degene die maatschappelijke ondersteuning zoekt zijn gehele situatie wordt geïnventariseerd ten aanzien van de beperkingen en de gevolgen daarvan, de te bereiken resultaten, de te kiezen oplossingen via eigen mogelijkheden of via mogelijkheden van het netwerk dan wel via algemene, algemeen gebruikelijke collectieve, (wettelijk) voorliggende en individuele voorzieningen.
Algemene voorziening: Een voorliggende voorziening die weliswaar niet bestemd is voor, noch te gebruiken is door alle personen als bedoeld in artikel 4 lid 1 van de wet, maar die anderzijds direct beschikbaar is en door iedereen waarvoor de voorziening wèl bedoeld is op eenvoudige wijze te verkrijgen of te gebruiken is, zonder een ingewikkelde aanvraagprocedure en die een snelle, regelarme en adequate oplossing biedt voor de beperkingen die een persoon ondervindt.
Mantelzorg er: Een persoon die mantelzorg in de zin van artikel 1, lid 1 onder b van de wet biedt. Het gaat dan om zorgverlening die rechtstreeks voortvloeit uit de sociale relatie en de gebruikelijke zorg van huisgenoten voor elkaar overstijgt waarbij sprake is van meer dan acht uur zorg per week gedurende een periode van minimaal drie maanden.
Hoofdverblijf : De woonruimte, bestemd en geschikt voor permanente bewoning, waar de aanvrager zijn vaste woon- en verblijfplaats heeft of zal hebben en op welk adres de aanvrager in de gemeentelijke basisadministratie ingeschreven staat of zal staan, dan wel het feitelijk woonadres indien de aanvrager met een briefadres in de gemeentelijke basisadministratie ingeschreven staat of zal staan.
Hoofdstuk 3. Hoe te komen tot de te bereiken resultaten
Artikel 3. Scheiding melding en aanvraag
Een melding voor een gesprek kan schriftelijk, elektronisch, mondeling of telefonisch worden gedaan bij het Wmoloket of klantencontactcentrum, door of namens een persoon met een beperking, een chronisch psychisch probleem of een psychosociaal probleem die behoefte heeft aan compensatie ten behoeve van het bevorderen van zijn deelname aan het maatschappelijk verkeer en het zelfstandig functioneren.
Tijdens de melding wordt onderzocht wat voor problemen belanghebbende heeft en of er (wettelijke) voorliggende voorzieningen, algemene voorzieningen, algemeen gebruikelijke voorzieningen dan wel andere voorzieningen bestaan die een oplossing kunnen bieden. Tevens wordt onderzocht welke mogelijkheden belanghebbende heeft om de ervaren problemen geheel of gedeeltelijk zelf op te lossen.
Hoofdstuk 5. Beoordeling van de te bereiken resultaten
Artikel 8. Het maken van een afweging
Bij het beoordelen welke voorzieningen getroffen gaan worden, neemt het college de aanvraag en het verslag van het gesprek, indien aanwezig, als uitgangspunt. Het college gaat uit van de behoeften en persoonskenmerken van de belanghebbende. Daarbij zal onderzoek gedaan worden naar de noodzaak en mogelijkheid tot leveren van maatwerk ten aanzien van het te bereiken resultaat.
Alle (wettelijke) voorliggende, algemeen gebruikelijke en collectieve voorzieningen die beschikbaar en bruikbaar zijn, worden, als ze al niet tot een oplossing hebben geleid tijdens de melding of in het gesprek daarna, eerst beoordeeld. Hetzelfde geldt voor de mogelijkheden die aanvrager heeft om de ervaren problemen geheel of gedeeltelijk zelf op te lossen.
Paragraaf 2. De te bereiken resultaten
Artikel 10. Wonen in een geschikt huis
Voor zover de belanghebbende kan verhuizen naar een geschikte woning of een gemakkelijker geschikt te maken woning welke verhuizing kan leiden tot het te bereiken resultaat zal deze mogelijkheid eerst beoordeeld worden. Deze beoordeling vindt alleen plaats indien de aanpassing van de woning een bedrag van €2500,- te boven gaat.
Een woonvoorziening wordt slechts verleend indien de aanvrager zijn hoofdverblijf heeft of zal hebben in de woning waaraan de voorziening wordt getroffen. In afwijking hiervan kan een woonvoorziening getroffen worden voor het bezoekbaar maken van één woning indien de aanvrager zijn hoofdverblijf heeft in een op grond van artikel 5 van de Wet toelating zorginstellingen erkende instelling.
Artikel 11. Beschikken over goederen voor primaire levensbehoeften
Indien de belanghebbende een of meer huisgenoten heeft die beschikbaar en in staat zijn werkzaamheden over te nemen of voor zover de belanghebbende gebruik kan maken van een aanwezige en bruikbare boodschappenservice of maaltijdvoorziening die in de individuele situatie van de belanghebbende kan leiden tot het te bereiken resultaat wordt deze mogelijkheid eerst beoordeeld.
Artikel 13. Het thuis kunnen zorgen voor kinderen die tot het gezin behoren
Met het oog op het thuis kunnen zorgen voor kinderen die tot het gezin behoren, kan een individuele voorziening worden getroffen ter vervanging van de ouder(s) die in principe voor de kinderen zorgt(zorgen). Het gaat dan om een individuele voorziening die in beginsel tijdelijk is. De voorziening dient namelijk ter overbrugging van een periode noodzakelijk voor het nemen van meer definitieve maatregelen.
Artikel 14. Zich verplaatsen in en om de woning
Het te bereiken resultaat ten aanzien van het zich verplaatsen in en om de woning bestaat uit het in staat zijn de woonkamer, het slaapvertrek en/of de slaapvertrekken, het toilet en de douche, de berging of het balkon te kunnen bereiken en er zich zodanig kunnen redden dat normaal functioneren mogelijk is.
Artikel 15. Zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel
Voor zover de belanghebbende gebruik kan maken van huisgenoten, mantelzorgers of vrijwilligers, een aanwezige scootermobielpool of van collectief vraagafhankelijk vervoer van deur tot deur die in de individuele situatie van de belanghebbende kan leiden tot het te bereiken resultaat worden deze mogelijkheden eerst beoordeeld.
Hoofdstuk 6. Verstrekking in natura, als persoonsgebonden budget en als financiële tegemoetkoming. Eigen bijdragen en eigen aandeel
Paragraaf 1. Verstrekking van voorzieningen
Artikel 17. Mogelijke verstrekkingwijzen
Indien een voorziening in natura wordt verstrekt kan in plaats daarvan een daarmee vergelijkbaar en toereikend persoonsgebonden budget worden verstrekt indien is vastgesteld dat belanghebbende in staat is zelf de regie over het persoonsgebonden budget te voeren, of als belanghebbende dit aantoonbaar verantwoord kan regelen en er geen sprake is van een situatie waarin op voorhand vaststaat dat de verstrekking niet de gehele looptijd gebruikt gaat worden dan wel andere overwegende bezwaren aanwezig zijn. Het college kan hierover nadere regels stellen.
Paragraaf 3. Verstrekking als persoonsgebonden budget
Artikel 19. Algemene voorwaarden en verplichtingen
Bij de toekenning van het persoonsgebonden budget gelden in ieder geval de volgende verplichtingen:
De aanvrager bewaart de rekening(en) en betalingsbewijs (betalingsbewijzen) van de met het persoonsgebonden budget ingekochte voorziening gedurende vijf jaar of, indien de normale afschrijvingsduur langer is dan deze termijn, overeenkomstig deze langere termijn en stelt deze desgevraagd ter beschikking van het college.
Hoofdstuk 7. Beperkingen en weigeringsgronden.
Artikel 24. Algemene beperkingen en weigeringsgronden.
Geen voorziening wordt toegekend:
Voor zover een voorziening als die waarop de aanvraag betrekking heeft reeds eerder in het kader van enige wettelijke bepaling of regeling is verstrekt en de normale afschrijvingstermijn van de voorziening nog niet verstreken is, tenzij de eerder vergoede of verstrekte voorziening verloren is gegaan als gevolg van omstandigheden die niet aan belanghebbende zijn toe te rekenen.
Artikel 25. Bijzondere weigeringsgronden ten aanzien van het resultaatsgebied wonen in een geschikt huis.
De voorziening die gevraagd wordt voor het normaal gebruik kunnen maken van de woning waar men over beschikt, wordt geweigerd indien:
de noodzaak tot het treffen van de woonvoorziening het gevolg is van een verhuizingwaartoe op grond van belemmeringen bij het normale gebruik van de woning ten gevolgvan ziekte of gebrek, inclusief chronische psychische en psychosociale problemen, geenaanleiding bestond en er geen andere belangrijke reden aanwezig was;
Hoofdstuk 8. Procedurele bepalingen rond onderzoek, advies en besluitvorming, intrekking en terugvordering
De termijn waarbinnen een besluit genomen moet worden bedraagt maximaal acht weken, uitgezonderd voorzieningen waarvoor bouwkundige offertes opgevraagd moeten worden. Voor die voorzieningen geldt een beslistermijn van maximaal zestien weken.
Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende afwijken van de bepalingen van deze verordening indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.
Het college kan jaarlijks per 1 januari de in het kader van deze verordening en het op deze verordening berustende gemeentelijk besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Venray geldende bedragen verhogen of verlagen aan de hand van de prijsindex voor de gezinsconsumptie, zoals bepaald in artikel 4.5 lid 1 van het Besluit maatschappelijke ondersteuning (Stb. 2006, 450).
Het door het gemeentebestuur gevoerde beleid wordt eenmaal per vier jaar geëvalueerd. Indien de evaluatie daartoe aanleiding geeft wordt het beleid vervolgens aangepast.
Artikel 35 Intrekking oude regeling
De Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Venray 2011 (in werking getreden op 1-1-2012) wordt ingetrokken.
Artikel 22 onder d en artikel 25 lid 1 onder d sub 2 van de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Venray 2011 (in werking getreden op 1-1-2012) blijven van toepassing voor degenen die een voorziening in de vorm van een vergoeding voor het gebruik van een bruikleenauto of eigen auto op grond van een van deze artikelen ontvangen zolang dit noodzakelijk is voor het zich lokaal kunnen verplaatsen.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Venray,
op.
De voorzitter, De griffier,
Hoofdstuk 1. Begripsomschrijvingen
Artikel 1. Begripsomschrijvingen
Hoofdstuk 2. Resultaatgerichte compensatie
Artikel 2. De te bereiken resultaten
Hoofdstuk 3. Hoe te komen tot de te bereiken resultaten
Artikel 3. Scheiding melding en aanvraag
Hoofdstuk 4. De aanvraag van een individuele voorziening
Hoofdstuk 5. Beoordeling van de te bereiken resultaten
Artikel 8. Het maken van een afweging
Paragraaf 2. De te bereiken resultaten
Artikel 9. Een schoon en leefbaar huis
Artikel 10. Wonen in een geschikt huis
Artikel 11. Beschikken over goederen voor primaire levensbehoeften
Artikel 12. Beschikken over schone, draagbare en doelmatige kleding
Artikel 13. Het thuis kunnen zorgen voor kinderen die tot het gezin behoren
Artikel 14. Zich verplaatsen in en om de woning
Artikel 15. Zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel
Artikel 16. Medemensen ontmoeten
Hoofdstuk 6. Verstrekking in natura, als persoonsgebonden budget en als financiële tegemoetkoming. Eigen bijdragen en eigen aandeel
Paragraaf 1. Verstrekking van voorzieningen
Artikel 17. Mogelijke verstrekkingwijzen
Paragraaf 2. Verstrekking in natura
Artikel 18. Inhoud beschikking
Paragraaf 3. Verstrekking als persoonsgebonden budget
Artikel 19. Algemene voorwaarden en verplichtingen
Artikel 20. Algemene afwijzingsgronden
Artikel 21. Inhoud beschikking
Paragraaf 4. Verstrekking als financiële tegemoetkoming
Artikel 22. Inhoud beschikking
Paragraaf 5. Eigen bijdrage en eigen aandeel
Artikel 23. Eigen bijdragen en eigen aandeel
Hoofdstuk 7. Beperkingen en weigeringsgronden.
Artikel 24. Algemene beperkingen en weigeringsgronden.
Artikel 25. Bijzondere weigeringsgronden ten aanzien van het resultaatsgebied wonen in een geschikt huis.
Hoofdstuk 8. Procedurele bepalingen rond onderzoek, advies en besluitvorming, intrekking en terugvordering
Artikel 28. Algemene verplichtingen
Artikel 29. Intrekking besluit verstrekking voorziening en beëindiging recht op voorziening.