Organisatie | Schouwen-Duiveland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting Schouwen-Duiveland 2013 |
Citeertitel | Verordening toeristenbelasting Schouwen-Duiveland 2013 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Artikel 224, van de Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
02-12-2012 | 01-01-2014 | Nieuwe regeling | 08-11-2012 Wereldregio 30-11-2012 | 40A05 2 oktober 2012 |
Onder de naam ‘toeristenbelasting’ wordt een directe belasting geheven voor het houden van verblijf met overnachting binnen de gemeente tegen een vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene zijn opgenomen in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens van de gemeente.
De belasting wordt niet geheven ter zake van het verblijf:
van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c, d, f, g, h, van voornoemde wet, en voorzover deze persoon verblijf houdt als bedoeld in artikel 1 van de Verordening, onder verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers.
Artikel 4 Maatstaf van heffing
De belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen in het belastingjaar. Het aantal overnachtingen wordt gesteld op het aantal overnachtende personen vermenigvuldigd met het aantal nachten.
Artikel 5 Forfaitaire berekeningswijze van de maatstaf van heffing
Voor de toepassing van dit artikel wordt verstaan onder:
a. kampeermiddelen, standplaatsen, niet-permanente standplaatsen en zomerseizoen:
zie hiervoor de begrippenlijst als opgenomen in de door de raad in de vergadering van 30 juni 2011 vastgestelde “Nota kamperen”;
b. permanente standplaatsen: in afwijking van de omschrijving als opgenomen in de onder sub a genoemde “Nota kamperen”, wordt hieronder verstaan:
standplaatsen bestemd voor het plaatsen van een kampeermiddel of een kampeerhuisje en twee bijzettentjes van maximaal acht vierkante meter, dat gedurende het gehele jaar aanwezig mag zijn ten behoeve van recreatief nachtverblijf en waarbij de standplaatsen niet ter beschikking wordt gesteld voor de volgtijdige plaatsing van verschillende kampeermiddelen.
c. seizoenplaatsen: standplaatsen, permanent of niet-permanent, die ter beschikking wordt gesteld voor de plaatsing van een kampeermiddel gedurende een zomerseizoen, dat na afloop van het seizoen van de plaats verwijderd wordt en waarbij de standplaatsen niet ter beschikking wordt gesteld voor de volgtijdige plaatsing van verschillende kampeermiddelen;
d. beroepsmatig verhuurd kampeermiddelen: kampeermiddelen die door de exploitant of de eigenaar ervan gedurende meer dan 30 dagen al dan niet aaneengesloten in het belastingjaar verhuurd worden;
e. arrangement: een reservering op een niet-permanente plaats voor een gezin, echtpaar of samenreizende personen gedurende een vooraf vastgelegde periode van minimaal vier weken voor een vast huurbedrag;
f. voorseizoenarrangement: een arrangement lopend vanaf het begin van het zomerseizoen en eindigend de maand juni;
g. verlengd voorseizoenarrangement: een arrangement lopend vanaf het begin van het zomerseizoen en eindigend in de eerste helft van de maand juli;
h. naseizoenarrangement: een arrangement met een looptijd van ongeveer twee maanden, startend na het hoogseizoen en eindigend bij de afloop van het zomerseizoen;
i. maandarrangement: een arrangement met een looptijd van één maand gedurende de maand juni of september;
j. winterarrangement: een arrangement met een looptijd van ongeveer vijf maanden, startend bij de afloop van het zomerseizoen en eindigend bij de start van het volgende zomerseizoen.
a. permanente standplaatsen en op seizoenplaatsen;
niet-permanente standplaatsen indien sprake is van een voorseizoenarrangement, verlengd voorseizoenarrangement, naseizoenarrangement, maandarrangement en winterarrangement;
b. kan het aantal overnachtingen op een bij de aangifte gedaan verzoek van de belastingplichtige forfaitair worden vastgesteld.
Bij de forfaitaire berekening voor kampeermiddelen op niet- permanente standplaatsen wordt per standplaats:
a.1 het aantal overnachtende personen gesteld op 2,6 personen indien sprake is van een voorseizoenarrangement;
a.2 het aantal overnachtende personen gesteld op 2,6 personen indien sprake is van een verlengd voorseizoenarrangement;
a.3 het aantal overnachtende personen gesteld op 2,4 personen indien sprake is van een naseizoenarrangement;
a.4 het aantal overnachtende personen gesteld op 2,1 personen indien sprake is van een maandarrangement;
a.5 het aantal overnachtende personen gesteld op 2,1 personen indien sprake is van een winterarrangement.
b.1 het aantal nachten gesteld op 29 nachten indien sprake is van een voorseizoenarrangement;
b.2 het aantal nachten gesteld op 39 nachten indien sprake is van een verlengd voorseizoenarrangement;
b.3 het aantal nachten gesteld op 14 nachten indien sprake is van een naseizoenarrangement;
b.4 het aantal nachten gesteld op 12 nachten indien sprake is van een maandarrangement;
b.5 het aantal nachten gesteld op 16 nachten indien sprake is van een winterarrangement;
Artikel 10 Termijnen van betaling
In afwijking van het eerste lid geldt dat, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven de aanslagen moeten worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van de dagtekening van het aanslagbiljet nog maanden tot 31 december in het kalenderjaar waarin de aanslagen worden opgelegd overblijven, met dien verstande dat het aantal termijnen tenminste vijf en ten hoogste tien bedraagt. De eerste termijn vervalt op de laatste werkdag van de maand volgend op die welke in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens op de laatste werkdag van de daaropvolgende maand.
Artikel 12 Aanmeldings- en registratieplicht voor particulieren
Indien de belastingplichtige bedoeld in artikel 2, eerste lid, handelt als particulier is hij gehouden, voordat hij voor de eerste maal na het in werking treden van deze verordening gelegenheid tot overnachten verschaft, zulks schriftelijk te melden aan de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen gemeenteambtenaren, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdelen b en d, van de Gemeentewet.
De “Verordening toeristenbelasting Schouwen-Duiveland 2012” van 10 november 2011, laatstelijk gewijzigd op 22 december 2011, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 15, het tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.