Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Leeuwarden

Richtlijnen garantieverlening Leeuwarden 2016

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieLeeuwarden
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingRichtlijnen garantieverlening Leeuwarden 2016
CiteertitelRichtlijnen garantieverlening Leeuwarden 2016
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

-

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2016Nieuwe regeling

24-05-2016

GVOP: 22 juni 2016

-
18-02-201001-01-2016Nieuwe regeling

09-02-2010

Huis aan Huis; 17 februari 2010

-

Tekst van de regeling

Intitulé

Richtlijnen garantieverlening Leeuwarden 2016

gelet op de Financiële verordening Leeuwarden 2014 ter uitvoering van artikel 212 van de Gemeentewet;

 

BESLUITEN:

 

Vast te stellen:

 

Besluit betreffende de richtlijnen garantieverlening.

 

 

 

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

aanvraag: een verzoek als bedoeld in artikel 4:1 Algemene wet bestuursrecht aan het college om als gemeente borg te staan voor de rente- en aflossingsverplichtingen die de instelling aan de geldverstrekker verschuldigd is;

 

aanvrager: de rechtspersoon die de gemeente verzoekt borg te staan voor de rente- en aflossingsverplichtingen die de rechtspersoon uit hoofde van een geldleningsovereenkomst aan de geldverstrekker verschuldigd is;

 

besluit: het besluit zoals bedoeld in artikel 1:3 van de Algemene wet bestuursrecht borg te staan tegenover een geldverstrekker;

 

borg staan: instaan jegens een geldverstrekker voor de aan een geldlening verbonden betalingsverplichtingen van een geldnemer voor zover de geldnemer in gebreke blijft hiermee;

 

college: College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Leeuwarden

 

garantie: een borgtocht waarbij de gemeente zich tegenover een geldverstrekker gedurende een bepaalde looptijd krachtens een overeenkomst verbindt tot nakoming van de aan een geldlening verbonden rente- en aflossingsverplichtingen voor zover de geldnemer in gebreke blijft hiermee;

 

geldnemer: de instelling aan wie de geldverstrekker een lening heeft verstrekt, ten behoeve waarvan de gemeente Leeuwarden een garantie heeft verstrekt;

 

geldverstrekker: een (bancaire) instelling die aan de geldnemer een lening verstrekt;

 

waarborgfonds: een nationaal fonds dat onder meer borgstellingen verstrekt.

 

Artikel 2 Toepassingsbereik van de richtlijnen

 

  • 1.

    Deze richtlijnen zijn van toepassing op het verlenen van een garantie door de gemeente voor de activiteiten die door instellingen worden verricht die een gemeentelijke publieke taak dienen.

  • 2.

    De garantie is een subsidie als bedoeld in artikel 4:21 van de Algemene wet bestuursrecht.

  • 3.

    Deze richtlijnen zijn slechts van toepassing op het verlenen van een garantie verbonden aan een geldlening waaromtrent niet is voorzien bij of krachtens de voorschriften van het Rijk, provincie of de gemeente Leeuwarden zelf.

  • 4.

    Op het verlenen van een garantie door de gemeente is de Algemene subsidieverordening Leeuwarden 2014-2 niet van toepassing.

Artikel 3 De aanvraag

1. Een aanvraag voor de verstrekking van een garantie wordt schriftelijk bij het college ingediend.

2. De aanvraag bevat, naast de in de Algemene wet bestuursrecht voorgeschreven gegevens, voor zover de aanvrager daarover redelijkerwijs de beschikking kan krijgen:

a. een opgaaf van het gemeentelijk publieke belang van de activiteiten van de aanvrager waarop de garantie betrekking heeft;

b. een afschrift van de statuten van de aanvrager;

c. een opgave van de bestuurssamenstelling;

d. een afschrift van de voorwaarden van de te sluiten geldlening en het ontwerp van de overeenkomst van geldlening;

e. een afschrift van de jaarrekening (balans, winst- en verliesrekening, toelichting) van het aan de aanvraag voorafgaande jaar;

f. een afschrift van een sluitende meerjarenbegroting voor de aankomende drie jaar na de aanvraag, waarin de kapitaallasten van de investering zijn opgenomen;

g. voor zover er een waarborgfonds op het desbetreffende beleidsveld werkzaam is de (gedeeltelijke) schriftelijke afwijzing van dit waarborgfonds;

h. een omschrijving van de investering en specificatie van de bouwkosten en de financiering van deze kosten;

i. de offertes en verklaringen van minimaal één geldverstrekker waaruit blijkt dat en waarom er geen geldlening aan de aanvrager wordt verstrekt zonder garantie;

3. Het college is bevoegd andere gegevens te vragen die hij noodzakelijk of toereikend acht om op de aanvraag te kunnen besluiten.

 

Artikel 4 Absolute weigeringsgronden

Onverminderd het bepaalde in artikel 4:35 Algemene wet bestuursrecht weigert het college de garantie voor zover:

 

  • a.

    de door middel van de garantie te financieren zaak of activiteit geen gemeentelijke publieke taak dient als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van deze richtlijnen;

  • b.

    de aanvrager aanspraak kan maken op een voorliggende voorziening zoals een waarborgfonds;

  • c.

    de garantie niet noodzakelijk is of het niet het geëigende middel is voor het verkrijgen van een geldlening door de aanvrager;

  • d.

    de geldlening reeds aan de aanvrager is verstrekt voor het garantiebesluit;

  • e.

    geen verklaringen door de aanvrager zijn overlegd van minimaal één geldverstrekker waaruit blijkt dat er geen geldlening aan de aanvrager wordt verstrekt zonder garantie;

  • f.

    de aanvraag betrekking heeft op het verlenen van andere zekerheden door de gemeente dan die van de betaling van rente en aflossing van een geldlening voor zover de aanvrager in gebreke blijft;

  • g.

    gegronde redenen bestaan om aan te nemen dat de aanvrager in strijd met de wet, het algemeen belang of de openbare orde handelt of zal handelen;

  • h.

    de garantieverlening in strijd is met het (Europese) recht;.

  • i.

    de aanvrager ook zonder de geldlening ten behoeve waarvan de garantie wordt verleend, over voldoende gelden kan beschikken om de kosten van de activiteiten te financieren, hetzij uit eigen middelen, hetzij uit middelen van derden;

  • j.

    de aanvrager niet beschikt over de benodigde vergunningen om de activiteiten te verrichten of investeringen te plegen waarvoor de garantie wordt aangevraagd;

Artikel 5 Relatieve weigeringsgronden

1. Onverminderd het bepaalde in artikel 4:35 Algemene wet bestuursrecht kan het college de garantie weigeren voor zover:

a. er geen sprake is van continuïteit in het voortbestaan van de aanvrager gedurende de looptijd van de garantie;

b. de doelstellingen die met de garantie worden nagestreefd, niet zullen worden bereikt;

c. het risico voor de gemeente niet acceptabel is;

d. er geen sprake is van een ‘goed bestuur’ van de aanvrager;

e. de aanvrager niet voldoet aan de voorwaarden en criteria voor garantieverlening die bij of krachtens deze richtlijnen zijn vastgesteld;

f. de liquiditeitspositie van aanvrager niet toereikend is om de rente en aflossing van de geldlening gedurende de looptijd van de garantie te voldoen.

 

Artikel 6 Inhoud garantie

 

  • 1.

    In een garantie wordt geen afstand gedaan van de voorrechten die wettelijk aan een borg toekomen.

  • 2.

    In een garantie worden geen bedingen opgenomen die de aansprakelijkheid van de gemeente verhogen of uitbreiden boven of naast de aan de geldleningovereenkomst verbonden betaling van rente en aflossing.

  • 3.

    De garantie wordt verleend tegen een door de geldnemer te betalen vergoeding. Deze vergoeding wordt vastgelegd in gemeentelijke legesverordening.

  • 4.

    De garantie wordt verleend tegen de door de geldnemer ten behoeve van de gemeente te verstrekken (zakelijke) zekerheidsrechten.

  • 5.

    De looptijd van de garantie is maximaal gelijk aan de technische levensduur van de objecten die de gemeente tot zekerheid strekken voor de verleende garantie.

  • 6.

    Indien de gemeente krachtens een garantie een betaling heeft verricht in de plaats van een in gebreke gebleven geldnemer, is de regresvordering van de gemeente in een eventueel faillissement van de geldnemer bevoorrecht op eventuele andere vorderingen die een geldverstrekker op de geldnemer heeft.

Artikel 7 Informatieplicht na garantieverstrekking

1. De geldnemer en geldverstrekker verschaffen het college tijdig alle benodigde informatie die relevant is voor de garantieverlening en de risico-ontwikkeling van de garantie.

2. De geldnemer dient op verzoek van het college, binnen zes maanden na het verstrijken van het boekjaar, de jaarrekening over het verstreken boekjaar bij het college in, bestaande uit de balans en de winst- en verliesrekening met toelichting en een accountantsverklaring of verklaring van een kascommissie.

3. De geldnemer en geldverstrekker informeren het college in ieder geval zo spoedig mogelijk over:

a. het niet nakomen door de geldnemer van de aan de geldlening verbonden betalingsverplichtingen waarvoor de gemeente garant staat;

b. wezenlijke wijzigingen van de gegevens en bescheiden die bij de aanvraag om garantie zijn overgelegd;

c. een statutenwijziging van de geldnemer;

d. een fusie van de geldnemer;

e. ontbinding van de geldnemer.

 

Artikel 8 Algemene verplichtingen van de geldnemer

1. De geldnemer is verplicht van de objecten waarvoor een garantie is verleend en die de gemeente tot zekerheid strekken hiervoor, op basis van de herbouwwaarde tegen brand- en stormschade en andere risico’s of aanspraken te verzekeren en verzekerd te houden.

2. De geldnemer is verplicht een wettelijke aansprakelijkheidsverzekering en een bestuurders aansprakelijkheidsverzekering af te sluiten.

3. De geldnemer is verplicht de objecten waarvoor een garantie is verleend en de objecten die de gemeente tot zekerheid hiervoor strekken ten genoegen van het college in goede staat te houden.

4. Aan de objecten waarvoor een garantie is verleend en aan de objecten die de gemeente tot zekerheid hiervoor strekken, wordt slechts met toestemming van het college een andere bestemming gegeven.

5. De objecten waarvoor een garantie is verstrekt en de objecten die de gemeente tot zekerheid hiervoor strekken mogen zonder toestemming van het college niet worden bezwaard of vervreemd.

6. De geldnemer is verplicht de lening waarvoor de gemeente garant staat, te bestemmen voor het doel waarvoor de lening is aangegaan.

 

Artikel 9 Stellen voorschriften

 

  • 1.

    Het college kan aan de beschikking tot garantieverlening voorschriften verbinden betreffende:

    a. de door de aanvrager aan de gemeente te bieden zekerheden voor verhaal van rente en aflossing van de te verlenen garantie;

    b. de uitoefening van toezicht op gedragingen en handelingen van de aanvrager ter bescherming van de positie van de gemeente als borg;

    c. de informatieverstrekking door de aanvrager aan de gemeente;

    d. overige aangelegenheden die strekken ter bescherming van de belangen van de gemeente als borg.

Artikel 10 Intrekking of wijziging van de garantie

Een verleende garantie kan onverminderd het bepaalde in de artikelen 4:48 en 4:49 Algemene wet bestuursrecht worden ingetrokken of gewijzigd indien de overeenkomst van geldlening waarop de garantie betrekking heeft niet binnen zes maanden na verzending van het besluit tot garantieverlening tot stand komt.

 

Artikel 11 Hardheidsclausule

Besluiten op aanvragen tot garantieverlening in afwijking van deze richtlijnen worden ter goedkeuring door het college aan de raad voorgelegd.

 

Artikel 12 Overgangsbepaling

Deze richtlijnen zijn niet van toepassing op garanties die reeds zijn verleend of zijn vastgesteld voordat deze richtlijnen in werking treden.

 

Artikel 13 Inwerkingtreding en citeerartikel

 

  • 1.

    Deze richtlijnen treden in werking met terugwerkende kracht per 1 januari 2016.

  • 2.

    Deze richtlijnen kunnen worden aangehaald als ‘Richtlijnen garantieverlening Leeuwarden 2016’.

 

Leeuwarden, 24 mei 2016

 

Burgemeester en wethouders voornoemd,

 

burgemeester,

 

secretaris.