Organisatie | Pijnacker-Nootdorp |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Reglement programmaraad kernen Pijnacker en Delfgauw |
Citeertitel | Reglement programmaraad kernen Pijnacker en Delfgauw |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Terugwerkende kracht t/m 01-01-2005 (art. 9, eerste en tweede lid)
Onbekend
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
15-12-2005 | 01-01-2005 | 01-01-2014 | nieuwe regeling | 29-09-2005 Telstar, 14-12-2005 | 2005.09936 (e) |
De programmaraad heeft tot taak de Stichting Kabeltelevisie Pijnacker te adviseren welke programma’s, bestemd voor ontvangst door het algemene publiek, zij krachtens het bepaalde in artikel 82i, eerste lid, van de Mediawet (het zogeheten wettelijk minimumpakket) ten minste uitzendt naar alle aangeslotenen op het omroepnetwerk binnen de kernen Pijnacker en Delfgauw.
De secretaris van de programmaraad maakt via de lokale en/of regionale media, onder vermelding van het correspondentieadres, bekend dat de gemeente een programmaraad heeft ingesteld betrekking hebbende op de kernen Pijnacker en Delfgauw en hij maakt tegelijkertijd bekend wat de taak van de programmaraad is en wie de leden van de programmaraad zijn.
Artikel 4 Benoeming leden programmaraad
Tot lid van de programmaraad kan uitsluitend worden benoemd een persoon die de leeftijd van 16 jaar heeft bereikt, die woonachtig is in Pijnacker-Nootdorp en die aangesloten is op de centrale antenne inrichting in Pijnacker of Delfgauw, dan wel deel uitmaakt van een huishouden dat daarop is aangesloten.
Artikel 5 Totstandkoming advies programmaraad
De voorzitter besluit op verzoek van een lid van de programmaraad, de Stichting Kabeltelevisie Pijnacker of een programma-aanbieder tot een besloten (deel van de) vergadering of geheimhouding van de ter vergadering behandelde zaken of stukken ter bescherming van een van de belangen genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur.
De secretaris draagt tevens zorg voor de in het vorige artikellid bedoelde kennisgeving aan de programma-aanbieder, wiens programma betrokken is bij het in de desbetreffende vergadering te behandelen advies; een en ander met uitzondering van de aanbieders van de verplicht uit te zenden programma’s bedoeld in artikel 82i, eerste lid, aanhef en onder a t/m e, van de Mediawet.
Artikel 6 Inhoud advies programmaraad
De programmaraad vermeldt in zijn advies uitdrukkelijk welk deel daarvan betrekking heeft op de programma’s voor algemene omroep die de aanbieder van het omroepnetwerk krachtens artikel 82i, eerste lid, van de Mediawet uitzendt naar alle aangeslotenen (artikel 82k, eerste lid, van de Mediawet, het wettelijk minimumpakket) en welk deel daarvan betrekking heeft op de overige programma’s voor algemene omroep die de aanbieder van het omroepnetwerk uitzendt naar alle aangeslotenen (artikel 82k, derde lid, van de Mediawet).
Het advies van de programmaraad is transparant alsmede helder en deugdelijk gemotiveerd. De programmaraad geeft in zijn advies aan, anders dan te verwijzen naar zijn samenstelling, op welke wijze bij de vaststelling van het pluriforme pakket van programma’s voor algemene omroep rekening is gehouden met de in de gemeente(n) levende maatschappelijke, culturele, godsdienstige en geestelijke behoeften en met de onder de bevolking levende voorkeuren.
Artikel 7 Vaststelling en openbaarmaking advies programmaraad
De secretaris maakt via de lokale en/of regionale media de inhoud van het voorlopige advies van de programmaraad bekend, vergezeld van de mededeling dat de aangeslotenen op de centrale antenne inrichting en de programma-aanbieders gedurende zes weken de tijd hebben hun zienswijze aan de programmaraad kenbaar te maken.
De secretaris draagt tevens zorg dat de in het vorige artikellid bedoelde kennisgeving aan alle programma-aanbieders, van wie het programma is betrokken en overwogen bij het voorlopige advies, wordt toegezonden, vergezeld van de mededeling dat zij gedurende zes weken de tijd hebben om hun zienswijze aan de programmaraad kenbaar te maken.
Artikel 8 Geldigheidsduur advies programmaraad
Een door de programmaraad uitgebracht advies geldt voor maximaal drie jaar en, behoudens onvoorziene omstandigheden, voor minimaal één jaar.
Artikel 4 Benoeming leden programmaraad
De handhaving van de continuïteit in de samenstelling van de programmaraad is gediend met het, indien mogelijk, in samenspraak tussen de gemeente en de programmaraad benoemen van een lid.
Artikel 5 Totstandkoming Advies Programmaraad
Het is van groot belang dat de programma-aanbieder individueel in kennis wordt gesteld van de vergadering waarin over zijn aanvraag tot toelating tot het programmapakket wordt beslist.
Artikel 6 Inhoud advies programmaraad
Het is van belang dat de programmaraad in zijn advies aangeeft welke programma’s het wettelijk minimumpakket omvat en welke de overige programma’s, bedoeld in artikel 82k, derde lid, van de Mediawet, zijn. Bovendien moet nadrukkelijk uit het advies naar voren komen op basis van welke overwegingen het programmapakket is samengesteld zoals het is samengesteld.
Artikel 7 Vaststelling en openbaarmaking advies programmaraad
De publicatie van het voorlopige advies, en de toezending daarvan aan de programma-aanbieders, verleent betrokkenen op eenvoudige wijze de gelegenheid om hun zienswijze kenbaar te maken aan de programmaraad, zonder dat laatstgenoemde verplicht is om met elke wens ook daadwerkelijk rekening te houden.
Bij lokale en/of regionale media moet niet alleen gedacht worden aan dagbladen en huis-aan-huis bladen. Ook het gemeentelijke publicatieblad, de website van de gemeente en het informatiekanaal van de aanbieder van het omroepnetwerk komen voor openbaarmaking van het advies in aanmerking.
Artikel 8 Geldigheidsduur advies programmaraad
Daar waar in het reglement sprake is van advies wordt steeds bedoeld het integrale advies van de programmaraad dat betrekking heeft op alle uit te zenden radio- en televisieprogramma’s. Indien gedurende de looptijd van het advies één programma-aanbieder ophoudt zijn programma voor uitzending aan te bieden is het niet in strijd met de wet het advies op één onderdeel te wijzigen. De mogelijkheid om tegelijk met het advies, een opgestelde reservelijst samen te stellen biedt in deze gevallen uitkomst.
Van onvoorziene omstandigheden kan sprake zijn indien tijdens de looptijd van het advies meerdere programma-aanbieders ophouden hun programma voor uitzending aan te bieden of omroepnetwerken worden.