Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Coevorden

Verzameluitvoeringsbesluit algemene subsidieverordening Coevorden 2012

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Coevorden
Officiële naam regelingVerzameluitvoeringsbesluit algemene subsidieverordening Coevorden 2012
CiteertitelVerzameluitvoeringsbesluit algemene subsidieverordening Coevorden 2012
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpalgemeen
Eigen onderwerpwelzijn, onderwijs en cultuur

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Algemene subsidieverordening Coevorden 2012, art. 2, lid 2

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

1.Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

21-01-201310-07-2013Toevoeging: Hoofdstuk IV Leefbaarheidsfonds; Hoofdstuk V Stimulering jeugdsport; Hoofdstuk VI Historische verenigingen

15-01-2013

www.coevorden.nl/bekendmakingen/20-01-2013

n.v.t.

Tekst van de regeling

Verzameluitvoeringsbesluit algemene subsidieverordening Coevorden 2012

Het college van de gemeente Coevorden;

gelezen het voorstel van de afdeling Beleid en Strategie, team samenleving;

overwegende, dat het gewenst is voor een aantal subsidiabele activiteiten nadere regels te stellen ten aanzien van de subsidiabele kosten;

gelet op artikel 2 lid 2 van de Algemene subsidieverordening Coevorden 2012;

besluit :

vast te stellen de volgende regels voor bepaalde subsidiabele activiteiten als bedoeld in artikel 2 lid 2 van de Algemene subsidieverordening Coevorden 2012.

I Amateurkunst

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

  • a.

    amateurkunst: kunsten, uitgevoerd door personen die van de kunstbeoefening geen beroep hebben gemaakt;

  • b.

    actieve leden: leden van de amateurvereniging die een daadwerkelijke bijdrage leveren aan de activiteiten van de vereniging;

  • c.

    actieve jeugdleden: leden als bedoeld in sub b tot en met de leeftijd van 18 jaar op de peildatum van 1 januari van het jaar waarop subsidie wordt gevraagd;

  • d.

    amateurvereniging: een bij notariële akte opgerichte en in de gemeente Coevorden gevestigde vereniging, die als voornaamste doelstelling heeft de beoefening van de amateurkunst;

  • e.

    professionele begeleiding: begeleiding door personen die een kunstvakopleiding, als zodanig erkend door de landelijke bonden dan wel de landelijke overheid, hebben genoten of anderzijds in de praktijk zijn geschoold door meerdere jaren verbonden te zijn geweest aan een professioneel gezelschap.

Artikel 2 Reikwijdte

  • 1. Het college kan subsidie verlenen aan een amateurvereniging ten behoeve van activiteiten met betrekking tot amateurkunst.

  • 2. Activiteiten uitsluitend ten dienste van de leden van de kerkgenootschappen, de leden van politieke partijen, de leden van vakorganisaties of ten dienste van leden van verenigingen die hiermee gelijk te stellen zijn, vallen niet onder de werkingssfeer van dit hoofdstuk.

  • 3. Voor subsidiëring komen slechts in aanmerking verenigingen, waarvan tenminste 75% van de actieve leden woonachtig is in de gemeente Coevorden.

  • 4. Voor activiteiten, als bedoeld in het eerste lid, worden de navolgende subsidiebedragen vastgesteld:

    • a.

      aan muziekverenigingen wordt een basisbedrag van € 740,- beschikbaar gesteld en een bedrag van € 20 per actief jeugdlid.

    • b.

      aan muziekverenigingen met professionele begeleiding wordt per onderdeel van minimaal 10 leden een subsidie verstrekt van € 275,-.

    • c.

      de onder b genoemde onderdelen van een muziekvereniging betreffen: muziekkorps/fanfare, drumband, jeugdorkest en majorettepeloton.

    • d.

      aan zang- en toneelverenigingen en andere vormen van amateuristische kunstbeoefening wordt een bedrag van € 9,50 per actief jeugdlid beschikbaar gesteld alsmede een bedrag van € 275,- voor verenigingen met professionele ondersteuning.

Artikel 3 Aanvraag subsidieverlening

De aanvraag om subsidieverlening gaat vergezeld van:

  • a.

    statuten van de vereniging, tenzij het college hierover beschikt;

  • b.

    een opgave van het aantal jeugdleden per 1 januari van het jaar dat de subsidie wordt aangevraagd;

  • c.

    kopieën van diploma's van professionele begeleiding, tenzij het college hierover beschikt.

Artikel 4 Verplichtingen subsidie-ontvanger

Een muziek-, zang- en toneelvereniging geeft tenminste vier keer per kalenderjaar een openbare uitvoering en/of optreden binnen de grenzen van de gemeente Coevorden. Voor de overige kunsten geldt een expositieplicht van minimaal één keer per jaar.

Artikel 5 Stichting natuurkunst Drenthe en stichting Land Art Centrum Dalen

  • 1.

    Het college kan aan de Stichting natuurkunst Drenthe een subsidie verlenen van maximaal € 15.000,-.

  • 2.

    Het college kan aan de Stichting Land Art Centrum Dalen een subsidie verlenen van maximaal € 10.000,-.

  • 3.

    Het college kan aan werkgroep Sweelpop een subsidie verlenen ter hoogte van 25% van de door het college goedgekeurde begroting en met een maximum van € 5.000,-

II Speellocaties

Artikel 6 Begripsomschrijvingen

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

  • a.

    speellocatie: een openbaar toegankelijke door volwassenen ten behoeve van het kinderspel geplande ruimte, in meer of mindere mate daartoe gericht, al dan niet omheind en al dan niet onder toezicht.

  • b.

    beheerder: een bij notariële akte opgerichte en in de gemeente Coevorden gevestigde rechtspersoon belast met het dagelijkse beheer van een speellocatie.

  • c.

    locatielogboek: door beheerder bij te houden overzicht van inspecties, onderhoud en ongevallen in een speellocatie gedurende een kalender jaar.

  • d.

    A-locatie: een kleine speellocatie op blokniveau;

  • e.

    B-locatie: een speellocatie op buurtniveau;

  • f.

    C-locatie: een speellocatie op op het niveau van de wijk of kern.

Artikel 7 Reikwijdte

  • 1.

    Het college kan subsidie verlenen aan een beheerder voor het in stand houden van een speellocatie.

  • 2.

    Voor subsidiëring komen slechts in aanmerking het beheer van speellocaties die niet in beheer en onderhoud zijn bij instellingen voor onderwijs, peuterspeelzalen en kinderopvang.

  • 3.

    Voor het in stand houden als bedoeld in het eerste lid, gelden de navolgende subsidiebedragen:

    • a.

      voor het onderhoud van speeltoestellen en –ondergrond € 338 per speellocatie per jaar;

    • b.

      voor vervanging van speeltoestellen:

€ 378 (1/3 x € 1.134) voor een A-locatie per jaar;

€ 1.134 voor een B-locatie per jaar;

€ 3.402 (3 x € 1.134) voor een C-locatie per jaar.

  • 4.

    Het college bepaalt in welke categorie een speellocatie valt. Daarbij gelden de volgende criteria:

    • a.

      de bevolkingsopbouw van de buurt, wijk of kern uitgedrukt in percentage en absolute aantallen;

    • b.

      de afstand van de potentiële gebruikers tot de speellocatie.

  • 5.

    Het college verleent de subsidie voor vervanging, als bedoeld in het derde lid onder b, tot uiterlijk 2019.

Artikel 8 Aanvraag subsidieverlening

  • 1. Een aanvraag om een subsidie, zoals bedoeld in artikel 2, gaat vergezeld van:

    • a.

      een locatielogboek of een onderhoudsplanning;

    • b.

      een afschrift van de oprichtingsakte of een kopie van de laatst vastgestelde statuten, tenzij het college hier over beschikt;

    • c.

      een beschrijving van de organisatievorm, tenzij het college hier over beschikt.

Artikel 9 Eenmalige subsidies

  • 1. Het college kan in bijzondere gevallen eenmalig een investeringsbijdrage verlenen voor onderhoud en vervanging van speeltoestellen en ondergronden.

  • 2. Een aanvraag om een subsidie, zoals bedoeld in lid 1, gaat vergezeld van:

    • a.

      een inrichtingsplan met begroting;

    • b.

      de laatst vastgestelde rekening van baten en lasten;

    • c.

      een afschrift van de oprichtingsakte of een kopie van de laatst vastgestelde statuten, tenzij het college hier over beschikt;

    • d.

      een beschrijving van de organisatievorm, tenzij het college hier over beschikt.

Artikel 10 Verplichtingen subsidieontvanger

Naast de in artikel 13 van de Algemene subsidieverordening Coevorden 2012 opgelegde verplichtingen gelden voor de subsidieontvanger de navolgende verplichtingen:

  • a.

    het gedurende een kalenderjaar bijhouden van een locatielogboek van verricht onderhoud, de uitgevoerde inspecties en voorgedane ongevallen.

  • b.

    toe te staan dat het college inspecties laat uitvoeren naar de staat van veiligheid en onderhoud van een speellocatie.

  • c.

    de subsidie voor vervanging van speeltoestellen moet gereserveerd worden voor de herinrichting respectievelijk vervanging van speeltoestellen en ondergronden in een speellocatie.

  • d.

    aanvrager meldt de besteding van voor vervangingsdoeleinden gereserveerde gelden 4 weken voorafgaan aan de besteding bij het college.

Artikel 11 Weigeringsgronden

Naast de weigeringsgronden als bedoeld in artikel 8 van de Algemene subsidieverordening Coevorden 2012 kan het college een subsidie weigeren indien:

  • a.

    een speellocatie dan wel de te plaatsen toestellen niet voldoen aan de eisen van veiligheid.

  • b.

    de beheerder geen uitvoering geeft aan de geldende regelgeving dan wel nadere aanwijzingen van daartoe bevoegde instanties inzake veiligheid van speellocaties niet of niet geheel opvolgt.

  • c.

    de beheerder in strijd handelt met het bepaalde bij of krachtens deze nadere regels.

III Monumentale houtopstanden

Artikel 12 Begripsomschrijvingen

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

  • a.

    bomenverordening: de Bomenverordening gemeente Coevorden 1999.

  • b.

    deskundig boomverzorger: een persoon die een vakopleiding, als zodanig gecertificeerd door de landelijke overheid, heeft genoten.

Artikel 13 Reikwijdte

  • 1. Het college kan subsidie verlenen in de kosten van maatregelen, die noodzakelijk zijn voor het duurzaam in standhouden van een monumentale houtopstand als bedoeld in artikel 12 van de bomenverordening.

  • 2. Onder maatregelen, bedoeld in lid 1, worden in elk geval begrepen:

  • a. het onderzoek naar de kwaliteit van de houtopstand en de groeiplaats;

  • b. structurele groeiplaatsverbetering;

  • c. bescherming van de groeiplaats;

  • d. kroonsnoei (herstel- en stabilisatiesnoei);

  • e. kroonverankering.

Artikel 14 Aanvraag subsidieverlening

  • 1. De aanvraag om subsidieverlening moet door de eigenaar van de grond waarop de houtopstand zich bevindt, dan wel door een natuurlijk of rechtspersoon die krachtens een persoonlijk of zakelijk recht het feitelijk gebruik heeft van de grond waarop zich de houtopstand bevindt, worden ingediend.

  • 2. De aanvraag om subsidieverlening moet een omschrijving bevatten van de activiteiten (maatregelen) waarvoor subsidie wordt gevraagd.

  • 3. De aanvraag om subsidieverlening moet vergezeld gaan van een begroting van de kosten, opgesteld door een deskundig boomverzorger, alsmede van een situatietekening.

Artikel 15 Voorwaarden subsidieverlening

Aan de beschikking worden in elk geval de volgende voorwaarden verbonden:

  • a.

    de maatregelen moeten worden uitgevoerd door een deskundig boomverzorger;

  • b.

    de maatregelen moeten binnen 1 jaar na subsidieverlening worden uitgevoerd;

  • c.

    de houtopstand moet duurzaam in stand worden gehouden.

IV Leefbaarheidsfonds

Artikel 16 Reikwijdte

  • 1. Het college kan subsidie verlenen aan wijk- of dorpsverenigingen voor eenmalige activiteiten die gericht zijn op het bevorderen van de leefbaarheid.

  • 2. De subsidie bedraagt maximaal € 5.000,-- per activiteit.

  • 3. Per kern/wijk wordt maximaal één subsidie per kalenderjaar verstrekt.

Artikel 17 Voorwaarden

  • 1. De aanvraag wordt middels het subsidieaanvraagformulier ‘leefbaarheidsfonds Coevorden 2013’ ingediend door de wijk- of dorpsvereniging.

  • 2. De activiteit wordt middels zelfwerkzaamheid uitgevoerd.

  • 3. Binnen een jaar na subsidieverstrekking moet de uitvoering van de activiteit zijn uitgevoerd.

Artikel 18 Weigeringsgronden

  • 1. Naast de weigeringsgronden als bedoeld in artikel 8 van de Algemene subsidieverordening Coevorden 2012 weigert het college een subsidie indien de subsidieaanvraag betrekking heeft op:

    • 1.

      reguliere activiteiten van de aanvrager;

    • 2.

      activiteiten die een commercieel doel dienen;

    • 3.

      activiteiten, waarvoor de gemeente op een andere wijze een subsidieregeling heeft opengesteld of welke op een andere wijze door de gemeente worden gefinancierd.

  • 2. Voorts wordt een subsidie geweigerd als de activiteit, waarvoor subsidie wordt aangevraagd, niet voldoet aan tenminste twee van de volgende criteria:

  • a. het verbeteren van de kwaliteit van de woonomgeving;

  • b. het versterken van de zelforganisatie en zelfredzaamheid van burgers;

  • c. het vergroten van de veiligheid in de wijk/kern.

Artikel 19 Subsidieplafond

  • 1.

    Het in de gemeentebegroting beschikbare budget van € 40.000 is tevens het subsidieplafond.

  • 2.

    Lopende het subsidietijdvak kunnen organisaties één subsidieaanvraag indienen. De aanvragen worden op volgorde van ontvangst behandeld, voor zover zij volledig zijn.

V Stimulering jeugdsport

Artikel 20 Definitie

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • 1.

    Sportvereniging: een vereniging aangesloten bij een landelijke door het NOC*NSF erkende sportbond of bij een andere landelijke sportbond of internationale sportorganisatie, ingeschreven bij de Kamer van Koophandel en gevestigd in de gemeente Coevorden.

  • 2.

    Sporttechnisch kader: personen belast met training en technische begeleiding van jeugdleden, die beschikken over daarvoor benodigde bevoegdheden, verkregen na het volgen van door betreffende sportbond erkende opleidingen

  • 3.

    Sportproject: een in tijd afgebakende activiteit gericht op:

  • a.

    het verhogen van de participatie van jeugdleden of ouders binnen de vereniging;

  • b.

    het stimuleren van fairplay binnen de vereniging;

  • c.

    het op peil houden van de motivatie van opgeleide jeugd en hen te behouden voor de vereniging en hen te bewegen om te blijven sporten.

  • 4.

    Een opleiding voor sporttechnisch kader wordt door of vanwege de overkoepelende sportbond gegeven en heeft een minimale studieduur van 40 uur.

Artikel 21 Reikwijdte

  • 1. Het college kan subsidie verlenen aan sportverenigingen voor activiteiten die gericht zijn op het bevorderen van sport en beweging door de jeugd tot de leeftijd van maximaal 18 jaar.

  • 2. De subsidie als bedoeld in lid 1 wordt verstrekt voor de volgende activiteiten:

  • a. het opleiden van sporttechnisch jeugdkader;

  • b. het organiseren van sportprojecten.

  • 3. Een vereniging kan voor meerdere activiteiten subsidie aanvragen.

  • 4. a.Voor de in lid 2 sub a genoemde activiteiten bedraagt de subsidie maximaal 50% van de subsidiabele kosten met een maximum van € 1.000,-- per activiteit.

  • b. Voor de in lid 2 sub b genoemde activiteiten bedraagt de subsidie 50% van de subsidiabele kosten met een maximum van € 2.500 per activiteit.

  • c. Indien in het subsidietijdvak door dezelfde sportvereniging subsidie wordt aangevraagd voor de in lid 2 sub a en sub b genoemde activiteiten, bedraagt de subsidie maximaal € 2.500,--.

Artikel 22 Voorwaarden

  • 1. De aanvraag wordt middels het subsidieaanvraagformulier ‘Stimulering jeugdsport Coevorden’ ingediend door de sportvereniging.

  • 2. Een subsidieaanvrager stelt haar leden in staat stellen deel te nemen aan de door overkoepelende bond georganiseerde jeugdactiviteiten.

  • 3. Voor subsidiëring komen slechts in aanmerking verenigingen met meer dan 20 leden, waarvan tenminste 75% van de leden woonachtig is in de gemeente Coevorden.

  • 4. De subsidiabele kosten opleiden sporttechnisch jeugdkader betreffen alleen de cursusgelden.

  • 5. De subsidiabele kosten van een sportproject betreffen de kosten voor leiding, huur accommodatie, huur danwel de noodzakelijke aanschaf - ter beoordeling van burgemeester en wethouders - van materiaal.

  • 6. Een sportproject telt minimaal 10 deelnemers.

Artikel 23 Weigeringsgronden

  • 1. Naast de weigeringsgronden als bedoeld in artikel 8 van de Algemene subsidieverordening Coevorden 2012 weigert het college een subsidie indien de subsidieaanvraag betrekking heeft op:

  • a. reguliere activiteiten van de aanvrager;

  • b. activiteiten die een commercieel doel dienen;

  • c. activiteiten, waarvoor de gemeente op een andere wijze een subsidieregeling heeft opengesteld of welke op een andere wijze door de gemeente worden gefinancierd.

Artikel 24 Subsidieplafond

  • 1.

    Het in de gemeentebegroting beschikbare budget van € 38.200 is tevens het subsidieplafond.

  • 2.

    De aanvragen worden op volgorde van ontvangst behandeld, voor zover zij volledig zijn.

VI Historische verenigingen

Artikel 25 Reikwijdte

  • 1. Het college kan subsidie verlenen aan historische verenigingen voor eenmalige activiteiten die gericht zijn op het middels onderzoek vergroten en/of verdiepen van de kennis van de lokale geschiedenis van de gemeente Coevorden.

  • 2. De subsidie bedraagt maximaal € 1.000,-- per historische vereniging per jaar.

  • 3. Bij samenwerkingsprojecten kan de subsidie worden aangepast door het aantal samenwerkende rechtspersonen te vermenigvuldigen met het maximale bedrag van € 1.000,-- per rechtspersoon.

Artikel 26 Voorwaarden

  • 1. De aanvraag wordt middels het subsidieaanvraagformulier ‘Cultuurhistorische projecten’ ingediend door de historische vereniging.

  • 2. De subsidie kan alleen worden aangevraagd door één van de volgende verenigingen:

  • a. Historische Vereniging Stadt en Heerlickheydt Covorden;

  • b. Stichting Aold Daol’n;

  • c. Historische Vereniging Klenckerheugte;

  • d. Stichting Streek Eigen Sleen;

  • e. Historische Vereniging Zweeloo.

  • 3. De activiteiten worden door de subsidieontvangers al dan niet middels professionele ondersteuning in zelfwerkzaamheid uitgevoerd.

  • 4. De looptijd van een project is maximaal 2 jaar.

  • 5. De subsidieontvanger publiceert uiterlijk binnen 13 weken na afloop van de gesubsidieerde activiteit de onderzoeksresultaten.

Artikel 27 Weigeringsgronden

  • 1. Naast de weigeringsgronden als bedoeld in artikel 8 van de Algemene subsidieverordening Coevorden 2012 weigert het college een subsidie indien de subsidieaanvraag betrekking heeft op:

  • a. reguliere activiteiten van de aanvrager (exploitatie, nieuwsbrief, apparatuur enz.)

  • b. activiteiten die een commercieel doel dienen;

  • c. activiteiten, waarvoor de gemeente op een andere wijze een subsidieregeling heeft opengesteld of welke op een andere wijze door de gemeente worden gefinancierd.

Artikel 28 Subsidieplafond

  • 1.

    Het in de gemeentebegroting beschikbare budget van € 5.000 is tevens het subsidieplafond.

  • 2.

    De aanvragen worden op volgorde van ontvangst behandeld, voor zover zij volledig zijn.

VII Slotbepalingen

Artikel 29 Intrekking

Het Verzameluitvoeringsbesluit algemene subsidieverordening Coevorden 2006 wordt ingetrokken.

Artikel 30 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking.

Artikel 31 Citeerartikel

Dit besluit kan worden aangehaald als: Verzameluitvoeringsbesluit algemene subsidieverordening Coevorden 2012.

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van de gemeente Coevorden op 14 augustus 2012,

, burgemeester

, secretaris