Organisatie | Aalburg |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit Wet Maatschappelijke Ondersteuning 2013 |
Citeertitel | Besluit Wet Maatschappelijke Ondersteuning 2013 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | Geen |
Geen
Verordening WMO
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2013 | 01-01-2015 | Nieuwe regeling | 22-01-2013 Het Kontakt, 30 januari 2013 | Geen |
In het Besluit maatschappelijke ondersteuning zijn alle bedragen opgenomen. Dit is van belang omdat bedragen tenminste één maal per jaar gewijzigd worden doordat zij trendmatig worden aangepast. Het Besluit wordt vastgesteld door burgemeester en wethouders.
Het begrip inkomen wordt in het kader van de Wmo als volgt gedefinieerd.:
Voor de toepassing van de Wet maatschappelijke ondersteuning en de daarop berustende bepalingen wordt gelijkgesteld met:
Artikel 1. Bedragen eigen bijdrage en eigen aandeel
De eigen bijdrage wordt vastgesteld en geïnd door een door de minister aan te wijzen rechtspersoon. De bedragen en het percentage die gelden voor een eigen bijdrage of eigen aandeel zijn gelijk aan de bedragen zoals opgenomen in het Besluit maatschappelijke ondersteuning, Stb.2006 nr. 450, artikel 4.1, lid 1, zoals jaarlijks aangepast door de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.
Artikel 4.1 lid 1 is opgenomen in bijlage I.
Indien de voorziening bestaat uit het verschaffen in eigendom van een roerende zaak dan wel een bouwkundige of woontechnische aanpassing van een woning die in eigendom is van de aanvrager en de kosten hoger zijn dan € 1.000, wordt gedurende maximaal negenendertig perioden van vier weken een eigen bijdrage in rekening gebracht (Stb.2006 nr. 450, artikel 4.1, lid 5).
Indien een voorziening in bruikleen wordt verstrekt, wordt gedurende de looptijd van de bruikleenovereenkomst een eigen bijdrage gelijk aan de bedragen zoals opgenomen in het Besluit maatschappelijke ondersteuning, Stb.2006 nr. 450, artikel 4.1, lid 1, in rekening gebracht.
Artikel 2. Bedragen persoonsgebonden budget
De bedragen voor een persoonsgebonden budget voor een zaak, worden bepaald als tegenwaarde van de zaak die de aanvrager op dat moment ontvangen zou hebben als de zaak in natura zou zijn verstrekt. Was dat een niet nieuwe voorziening geweest, dan wordt de tegenwaarde daarop gebaseerd, met een looptijd gelijk aan de verkorte afschrijvingstermijn, rekening houdend met onderhoud en verzekering. Was de naturaverstrekking een nieuwe voorziening geweest, dan wordt de tegenwaarde daarop gebaseerd, rekening houdend met een eventueel door de gemeente te ontvangen korting en rekening houdend met onderhoud en verzekering.
Artikel 4. Bedragen woonvoorzieningen
Het bedrag voor de kosten van het vervangen van stoffering in slaap en/of woonkamer in verband met ernstige, medisch objectiveerbare, astmatische klachten en huisstofmijtallergie wordt berekend aan de hand van de Nibud Prijzengids 2012/2013. Bij het vaststellen van de vergoeding wordt uitgegaan van een afschrijving van 12,5 % per jaar. Dit betekent dat er voor vloerbedekking en gordijnen van 8 jaar oud geen vergoeding meer zal worden uitbetaald.
Alleen de werkelijk gemaakte kosten voor onderhoud en reparatie van de voorzieningen opgenomen in bijlage II komen in aanmerking voor een vergoeding. Het preventief onderhoud wordt maximaal vergoed tot het in de tabel genoemde maximum. Bij reparatiekosten boven de€ 500,- dient vooraf goedkeuring door de gemeente te worden verleend.
-1. Indien de gemeenteraad uitvoering heeft gegeven aan artikel 15, eerste lid, of artikel 19, eerste lid, van de wet, mogen de verschuldigde eigen bijdrage en het aandeel in de kosten van maatschappelijke ondersteuning dat bij de toekenning van een financiële tegemoetkoming voor eigen rekening blijft tezamen niet meer bedragen dan:
voor de gehuwde personen indien één van beiden jonger is dan 65 jaar of beiden jonger zijn dan 65 jaar, € 26,60 per vier weken, met dien versat nde dat indien hun gezamenlijke inkomenmeer bedraagt dan € 28.733,00, het bedrag van € 260,wordt verhoogd met een dertiendedeel van 15% van het verschil tussen hun gezamenlijke inkomen en € 28.733,00;
voor de gehuwde personen die beiden 65 jaar of ouder zijn € 26,60 per vier weken, met dien verstande dat indien hun gezamenlijke inkomen meer bedraagt dan € 22.676,00, het bedrag van € 26,60 wordt verhoogd met een dertiende deel van 15% van het verschil tussen hun gezamenlijke inkomen en € 22.676,00.