Organisatie | Coevorden |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening maatschappelijke ondersteuning 2013 |
Citeertitel | Verordening maatschappelijke ondersteuning 2013 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | sociale voorzieningen en werkgelegenheid |
Deze verordening vervangt de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Coevorden 2011
1.Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
12-02-2013 | 01-01-2015 | nieuwe regeling | 05-02-2013 www.coevorden.nl/bekendmakingen 11-02-2013 | collegevoorstelnr. 1002 |
Hoofdstuk 3. De te bereiken resultaten
Artikel 7. Het maken van een afweging
Artikel 8. Een schoon en leefbaar huis
Artikel 9. Beschikken over goederen voor primaire levensbehoeften
Artikel 10. Beschikken over schone draagbare en doelmatige kleding
Artikel 11. Het thuis kunnen zorgen voor gezonde kinderen die tot het gezin behoren
Artikel 12. Wonen in een geschikt huis
Artikel 13. Zich verplaatsen in en om en nabij de woning
Artikel 14. Zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel
Artikel 15. De mogelijkheid om contacten te hebben met medemensen en deel te nemen aan recreatieve, maatschappelijke of religieuze activiteiten
Hoofdstuk 5 Procedurele bepalingen rond onderzoek, advies besluitvorming, intrekking en terugvordering
Hoofdstuk 1. Begripsomschrijvingen
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Wet: Wet maatschappelijke ondersteuning.
College: College van burgemeester en wethouders.
Compensatieplicht: De plicht van het College aan personen met een beperking, een chronisch psychisch of een psychosociaal probleem voorzieningen te bieden ter compensatie van hun beperkingen op het gebied van zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie teneinde hen in staat te stellen een huishouden te voeren, zich te verplaatsen in en om de woning, zich lokaal te verplaatsen per vervoermiddel en medemensen te ontmoeten en op basis daarvan sociale verbanden aan te gaan. Daarbij legt artikel 4 van de Wet het College de plicht op om een resultaat te bereiken dat als compensatie mag gelden en dat in het individuele geval maatwerk is.
Aanmelding: de mededeling aan de gemeente dat er problemen zijn op grond waarvan iemand verzoekt een afspraak te maken voor een gesprek.
Gesprek: het eerste contact na een aanmelding waarin met degene die maatschappelijke ondersteuning zoekt zijn gehele situatie wordt geïnventariseerd ten aanzien van de handicap, de beperkingen en de gevolgen, de te bereiken resultaten, de mogelijkheden een oplossing te bereiken via algemene, algemeen gebruikelijke, collectieve, voorliggende en individuele voorzieningen.
Aanvraag: het - via een aanvraagformulier of op elektronische wijze - schriftelijke verzoek in aanmerking te komen voor één of meerdere voorzieningen om een resultaat te bereiken in het kader van deze verordening.
Belanghebbende: een persoon die voor zichzelf, of met een machtiging namens iemand anders, een aanmelding of een aanvraag doet.
Psychosociaal probleem: een situatie van verlies van zelfstandigheid en, met name, een gebrek aan deelname aan het maatschappelijk verkeer, veroorzaakt door problemen die iemand heeft in zijn relatie met anderen of met zijn sociale omgeving1.
Algemene voorziening: een in beginsel voor iedereen toegankelijke, aangeboden voorzieningen die, op basis van een beperkte toelatingsbeoordeling aan de hand van een beperkt aantal algemeen geformuleerde maatstaven wordt toegekend."2
Algemeen gebruikelijke voorziening: een voorziening die niet speciaal bedoeld is voor mensen met een beperking, dus ook door anderen gebruikt wordt, gewoon in de winkel te koop is en niet – aanzienlijk – duurder is dan vergelijkbare producten.
Collectieve voorziening: een voorziening die individueel wordt verstrekt maar die door meerdere personen tegelijk wordt gebruikt.
Voorliggende voorziening: een voorziening die normaal in de maatschappij aanwezig en beschikbaar is en bedoeld voor iedereen die daar behoefte aan heeft.
Gebruikelijke zorg: de zorg die op het gebied van het voeren van het huishouden voor alle leden van een leefeenheid geldt om gezamenlijk voor het huishouden te zorgen.
Beperkingen: moeilijkheden die een persoon heeft met het uitvoeren van activiteiten.
Mantelzorger: een persoon, die mantelzorg verleent als bedoeld in artikel 1, lid 1, onder b. van de wet.
Financiële tegemoetkoming: een tegemoetkoming in de kosten van een voorziening.
Voorziening in natura: een voorziening die in eigendom, in bruikleen of in de vorm van een persoonlijke dienstverlening wordt verstrekt aan een persoon met beperkingen.
Persoonsgebonden budget: een geldbedrag, zoals bedoeld in artikel 6 en 6a van de wet, waarmee de aanvrager een of meer aan hem te verlenen voorzieningen kan verwerven.
Budgetperiode: periode waarvoor een persoonsgebonden budget wordt verleend;
Inkomen: het inkomen zoals bedoeld in artikel 4.2 lid 1 Besluit maatschappelijke ondersteuning (Staatsblad 2006, 450);
Eigen bijdrage: een bij de verlening van een voorziening in natura of in de vorm van een persoonsgebonden budget voor rekening van de rechthebbende komende financiele bijdrage waarop de regels van het Besluit maatschappelijke ondersteuning (Staatsblad 2006,450) van toepassing zijn;
Eigen aandeel: een bij de verlening van financiële tegemoetkoming voor rekening van de rechthebbende komende financiële bijdrage waarop de regels van het Besluit maatschappelijke ondersteuning (Staatsblad 2006,450) van toepassing zijn;
Hoofdverblijf: de woonruimte waar de persoon met beperkingen zijn vaste woon- en verblijfplaats heeft en de gemeentelijke basisadministratie staat ingeschreven dan wel zal staan ingeschreven, dan wel het feitelijke woonadres indien het een persoon met beperkingen met een briefadres is.
Individuele voorziening: een voorziening die individueel wordt aangeboden indien een algemene voorziening geen adequate oplossing biedt;
Meerkosten: kosten van een mogelijk krachtens de wet te verlenen voorziening, voor zover dit deel van de kosten uitgaat boven de voor die persoon als algemeen gebruikelijk te beschouwen kosten van een dergelijke voorziening;
Besluit: het besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Coevorden dat bestaat uit door het college op grond van deze verordening vast te stellen nadere regelgeving;
Beleidsregels: de beleidsregels maatschappelijke ondersteuning gemeente Coevorden die bestaan uit door het college op grond van artikel 1:3 lid 4 Algemene wet bestuursrecht vast te stellen beleidsregels.
[1] Ontleend aan uitspraak CRvB 29-04-2009, gemeente Echt-Susteren. LJN: BI6832. Dit is een omgewerkt citaat uit de parlementaire behandeling in die uitspraak geciteerd.
Hoofdstuk 2. Het gesprek en de aanvraag
Artikel 2. Scheiding aanmelding en aanvraag
Aan een aanvraag voor een voorziening ex artikel 1, lid 1 aanhef en onder g sub 6 van de wet gaat een aanmelding voor een gesprek vooraf indien:
Indien belanghebbende aangeeft direct een aanvraag in te willen dienen vervalt het gestelde in het eerste lid onder a en b.
Artikel 3. Aanmelding voor een gesprek
Een aanmelding voor een gesprek kan schriftelijk, telefonisch, mondeling of elektronisch worden gedaan bij het Klantcontactcentrum door of namens een persoon met een beperking, een chronisch psychisch probleem of een psychosociaal probleem die behoefte heeft aan compensatie ten behoeve van het bevorderen van zijn deelname aan het maatschappelijk verkeer en het zelfstandig functioneren.
Tijdens of uiterlijk binnen 4 werkdagen na aanmelding zal een afspraak voor een gesprek worden gemaakt. Deze afspraak zal aan de aanmelder schriftelijk worden bevestigd.
Het gesprek wordt gevoerd bij de belanghebbende thuis of in het gemeentehuis tenzij belanghebbende aangeeft het gesprek liever elders te voeren.
Bij het voeren van het gesprek zal de International Classification of Functions, Disabilities and Impairments als basis voor het begrippenkader worden gehanteerd.
Als de belanghebbende een mantelzorger is wordt met de mantelzorger en zo mogelijk met de verzorgde geïnventariseerd welke problemen er bestaan bij de uitvoering van de mantelzorg.
Van het gesprek wordt een verslag gemaakt.
Het verslag van het gesprek om de keukentafel bevat in ieder geval:
Na het voeren van een gesprek kan een belanghebbende – onder verwijzing naar en onder toevoeging van het verslag van het gesprek – een aanvraag indienen voor een individuele voorziening ex artikel 1, lid 1 aanhef en onder g sub 6 van de wet.
Hoofdstuk 3. De te bereiken resultaten
Artikel 7. Het maken van een afweging
Bij het beoordelen welke voorzieningen getroffen gaan worden neemt het college het verslag van het gesprek, indien aanwezig als uitgangspunt. Het college gaat uit van de persoonskenmerken en wensen van de aanvrager. Daarbij zal onderzoek gedaan worden naar de noodzaak en mogelijkheid tot leveren van maatwerk ten aanzien van het te bereiken resultaat.
Alle voorliggende, algemeen gebruikelijke, collectieve en algemene voorzieningen die beschikbaar en bruikbaar zijn worden, voor zover die niet tot een oplossing hebben geleid in het gesprek, of voor zover geen gesprek heeft plaatsgevonden, eerst beoordeeld.
Artikel 8. Een schoon en leefbaar huis
Het eerste te bereiken resultaat ten aanzien van het voeren van een huishouden bestaat uit het kunnen wonen in een huis dat schoon is. Dit geldt ten aanzien van de woonkamer, slaapvertrekken, keuken en sanitaire ruimten.
Als het gaat om een schoon en leefbaar huis kan een individuele voorziening getroffen worden voor het lichte en/of het zware huishoudelijke werk.
Indien de aanvrager een of meer huisgenoten heeft die beschikbaar en in staat zijn werkzaamheden over te nemen zal dit eerst in het kader van gebruikelijke zorg beoordeeld worden.
Voorzover de aanvrager gebruik kan maken van de algemene voorziening schoonmaakhulp die in de individuele situatie van de aanvrager kan leiden tot het te bereiken resultaat zal deze mogelijkheid eerst beoordeeld worden. Daarbij wordt tevens de afweging gemaakt of aanvrager dit op eigen kracht kan organiseren.
Voor zover de in artikel 7, lid 2 en de in het vorige lid genoemde mogelijkheden beschikbaar en bruikbaar zijn zullen ten aanzien van die onderdelen geen individuele voorzieningen worden verstrekt.
Artikel 9. Beschikken over goederen voor primaire levensbehoeften
Het tweede te bereiken resultaat ten aanzien van het voeren van een huishouden bestaat uit het voorzien zijn van dagelijkse benodigde hoeveelheid voedsel voor maaltijden en andere momenten waarop iets genuttigd wordt, evenals toiletartikelen en schoonmaakartikelen. Ook de noodzakelijke bereiding van maaltijden kan hieronder vallen.
Als het gaat om het beschikken over goederen voor primaire levensbehoeften kan een individuele voorziening worden getroffen ten aanzien van het doen van boodschappen, voor wat betreft levensmiddelen, schoonmaakmiddelen, en toiletartikelen, alsmede het bereiden en aanreiken van maaltijden.
Voor zover de aanvrager gebruik kan maken van een aanwezige en bruikbare boodschappenservice of maaltijdvoorziening die in de individuele situatie van de aanvrager kan leiden tot het te bereiken resultaat zullen deze mogelijkheden eerst beoordeeld worden.
Voor zover de in artikel 7, lid 2 en de in het vorige lid genoemde mogelijkheden beschikbaar en bruikbaar zijn zullen ten aanzien van die onderdelen geen individuele voorzieningen worden verstrekt.
Artikel 10. Beschikken over schone, draagbare en doelmatige kleding
Het derde te bereiken resultaat ten aanzien van het voeren van een huishouden bestaat uit het aanwezig zijn van gewassen, en zo nodig opgevouwen of opgehangen kleding.
Als het gaat om het beschikken over schone, draagbare en doelmatige kleding kan een voorziening worden getroffen ten aanzien van het wassen, drogen en opruimen van de dagelijkse was.
Voor zover de in artikel 7, lid 2 genoemde mogelijkheden beschikbaar en bruikbaar zijn zullen ten aanzien van die onderdelen geen individuele voorzieningen worden verstrekt.
Artikel 11. Het thuis kunnen zorgen voor gezonde kinderen die tot het gezin behoren
Het vierde te bereiken resultaat ten aanzien van het voeren van een huishouden bestaat uit de dagelijkse, gebruikelijke zorg voor in het huishouden aanwezige gezonde kinderen.
Als het gaat om het thuis kunnen zorgen voor kinderen die tot het gezin behoren, kan een individuele voorziening worden getroffen ten aanzien van het – zo mogelijk tijdelijk ter overbrugging van een periode noodzakelijk voor het nemen van meer definitieve maatregelen – vervangen van de ouder die in principe voor de kinderen zorgt.
Voor zover de aanvrager gebruik kan maken van een aanwezige en bruikbare voor- tussen- en naschoolse opvang, kinderopvang of andere opvangmogelijkheden die in de individuele situatie van de aanvrager kunnen leiden tot het te bereiken resultaat zullen deze mogelijkheden eerst beoordeeld worden.
Voor zover de in artikel 7, lid 2 en de in het vorige lid genoemde mogelijkheden beschikbaar en bruikbaar zijn zullen ten aanzien van die onderdelen geen individuele voorzieningen worden verstrekt.
Artikel 12. Wonen in een geschikt huis
Het vijfde te bereiken resultaat ten aanzien van het voeren van een huishouden bestaat uit het normaal gebruik kunnen maken van de woning waar men over beschikt. Dit geldt ten aanzien van de woonkamer, slaapvertrekken, keuken, sanitaire ruimten, berging, tuin of balkon.
Als het gaat om het normale gebruik van de woning kan een individuele voorziening worden getroffen ten aanzien van de bereikbaarheid, toegankelijkheid en bruikbaarheid van de woning.
Voor zover de aanvrager kan verhuizen naar een geschikte woning of een gemakkelijker geschikt te maken woning welke verhuizing kan leiden tot het te bereiken resultaat zal deze mogelijkheid eerst beoordeeld worden.
Voor zover de in artikel 7, lid 2 en de in het vorige lid genoemde mogelijkheden beschikbaar en bruikbaar zijn zullen ten aanzien van die onderdelen geen individuele voorzieningen worden verstrekt. Een verhuiskostenvergoeding kan dan wel verstrekt worden.
Artikel 13. Zich verplaatsen in en om de woning
Het te bereiken resultaat ten aanzien van het zich verplaatsen in en om de woning bestaat uit het in staat zijn de woonkamer, het slaapvertrek en/of de slaapvertrekken, het toilet en de douche, de berging, de tuin of het balkon kunnen bereiken en er zich zodanig kunnen redden dat normaal functioneren mogelijk is.
Als het gaat om het verplaatsen in en om de woning kan een individuele voorziening worden getroffen bestaande uit een rolstoel voor dagelijks zittend gebruik.
Voor zover de aanvrager gebruik kan maken van een aanwezige en bruikbare rolstoelpool die in de individuele situatie van de aanvrager kan leiden tot het te bereiken resultaat zal deze mogelijkheden eerst beoordeeld worden.
Voor zover de in artikel 7, lid 2 en de in het vorige lid van dit artikel genoemde mogelijkheden beschikbaar en bruikbaar zijn zullen ten aanzien van die onderdelen geen individuele voorzieningen worden verstrekt.
Artikel 14. Zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel
Het te bereiken resultaat ten aanzien van het zich verplaatsen in en om de woning bestaat uit het kunnen doen van dagelijkse boodschappen, het kunnen bezoeken van familie, kennissen en het doen van gewenste activiteiten, alles binnen de directe regio.
Als het gaat om het zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel, kan een individuele voorziening worden getroffen ten aanzien van het verplaatsen over de korte afstand rond de woning en het verplaatsen over de langere afstand binnen de directe woon en leefomgeving.
Voor zover de aanvrager gebruik kan maken van een aanwezige en bruikbare scootermobielpool of van collectief vraagafhankelijk vervoer van deur tot deur die in de individuele situatie van de aanvrager kan leiden tot het te bereiken resultaat zullen deze mogelijkheden eerst beoordeeld worden.
Voor zover de in artikel 7, lid 2 en de in het vorige lid van dit artikel genoemde mogelijkheden beschikbaar en bruikbaar zijn zullen ten aanzien van die onderdelen geen andere individuele voorzieningen worden verstrekt.
Artikel 15. De mogelijkheid om contacten te hebben met medemensen en deel te nemen aan recreatieve, maatschappelijke of religieuze activiteiten
Het te bereiken resultaat ten aanzien van de mogelijkheid om contacten te hebben met medemensen en deel te nemen aan recreatieve, maatschappelijke of religieuze activiteiten bestaat uit het zo mogelijk kunnen afleggen van gewenste bezoeken en het deelnemen aan gewenste activiteiten.
Als het gaat om de mogelijkheid om contacten te hebben met medemensen en deel te nemen aan recreatieve, maatschappelijke of religieuze activiteiten kan een individuele voorziening worden getroffen ten aanzien van het vervoer naar de gewenste bestemmingen.
Voor zover de aanvrager gebruik kan maken van een aanwezige en bruikbare (vrijwilligers)organisaties die in de individuele situatie van de aanvrager kan leiden tot het te bereiken resultaat zullen deze mogelijkheden eerst beoordeeld worden.
Voor zover de in artikel 7, lid 2 en de in het vorige lid genoemde mogelijkheden beschikbaar en bruikbaar zijn zullen ten aanzien van die onderdelen geen individuele voorzieningen worden verstrekt.
Hoofdstuk 4. Tarieven en vorm van verstrekken
De basistarieven voor de diverse vormen van ondersteuning in het huishouden bedragen per uur:
Indien de algemene voorziening schoonmaakhulp de beperkingen van de aanvrager niet compenseert en de voorziening wordt toegekend in de vorm van een persoonsgebonden budget, dan bedraagt de hoogte van het persoongebonden budget:
a.€ 16,00 voor ondersteuning in het huishouden voor inwoners die nog de regie
kunnen voeren over hun huishouden;
b.€ 21,80 voor ondersteuning in het huishouden voor inwoners die niet meer de regie
Artikel 17. Mogelijke verstrekkingwijzen
De te treffen individuele voorzieningen kunnen als voorziening in natura, als financiële tegemoetkoming en als persoonsgebonden budget worden verstrekt.
Het college stelt vast in welke situaties de keuze tussen deze voorzieningen niet wordt geboden aan de hand van de in het Besluit neergelegde criteria.
Artikel 18. Inhoud beschikking bij verstrekking in natura
Bij het treffen van een voorziening in natura wordt in de beschikking vastgelegd
Artikel 19. Overwegende bezwaren bij verstrekking persoonsgebonden
Het college legt in het Besluit vast in welke situaties sprake is van overwegende bezwaren zodat er geen persoonsgebonden budget verstrekt wordt.
Artikel 20. Inhoud beschikking bij verstrekking als persoonsgebonden
Bij het treffen van een voorziening in de vorm van een persoonsgebonden budget wordt in de beschikking vastgelegd:
Artikel 21. Inhoud beschikking bij verstrekking als financiële tegemoetkoming
Bij het treffen van een voorziening in de vorm van een financiële tegemoetkoming wordt in de beschikking vastgelegd:
De persoon met beperkingen die in aanmerking wordt gebracht voor een individuele voorziening in natura of in de vorm van een persoonsgebonden budget is een eigen bijdrage verschuldigd, tenzij anders is bepaald in deze verordening.
De hoogte van de eigen bijdrage wordt berekend overeenkomstig het bepaalde in artikel 4.1 lid 1 van het Besluit maatschappelijke ondersteuning (staatsblad 2006, 450), waarbij de maximale grenzen worden gehanteerd.
Indien de voorziening bestaat uit een vergoeding van de kosten van onderhoud en reparatie van een in bruikleen verstrekte voorziening kan gedurende maximaal 13 perioden van vier weken een eigen bijdrage in rekening worden gebracht.
Het bedrag dat in zijn totaal aan eigen bijdrage wordt gevraagd is nooit hoger dan de door de gemeente gemaakte kosten voor de voorziening.
Indien de voorziening in de vorm van een persoonsgebonden budget wordt verleend wordt de eigen bijdrage opgelegd nadat de voorziening is verleend.
De persoon met beperkingen die in aanmerking wordt gebracht voor een individuele voorziening in de vorm van een financiële tegemoetkoming is een eigen aandeel verschuldigd, tenzij anders is bepaald in deze verordening.
De hoogte van het eigen aandeel wordt berekend overeenkomstig het bepaalde in artikel 4.1 lid 1 van het Besluit maatschappelijke ondersteuning (Staatsblad 2006, 450), waarbij de maximale grenzen worden gehanteerd.
Indien de voorziening in de vorm van een financiële tegemoetkoming bestaat uit het verschaffen van een vergoeding voor verhuizing en inrichting kan gedurende maximaal 13 perioden van vier weken een eigen aandeel in rekening worden gebracht.
Het bedrag dat in totaal aan eigen aandeel wordt gevraagd is nooit hoger dan de door de gemeente gemaakte kosten voor de voorziening.
Het eigen aandeel wordt pas opgelegd nadat de voorziening is verleend.
Hoofdstuk 5. Procedurele bepalingen rond onderzoek, advies, besluitvorming, intrekking en terugvordering
Een voorziening kan slechts worden toegekend voor zover:
Geen voorziening wordt toegekend:
Voor zover een voorziening als die waarop de aanvraag betrekking heeft reeds eerder in het kader van enige wettelijke bepaling of regeling is verstrekt en de normale afschrijvingstermijn van de voorziening nog niet verstreken is, tenzij de eerder vergoede of verstrekte voorziening verloren is gegaan als gevolg van omstandigheden die niet aan de aanvrager zijn toe te rekenen;
Het college is bevoegd om, voor zover dit van belang kan zijn voor de beoordeling van het recht op de aangevraagde voorziening, degene door wie een aanvraag is ingediend of bij gebruikelijke zorg diens relevante huisgenoten:
Indien de gemeente zelf niet de advisering en dienstverlening, voortvloeiend uit deze verordening en de daarop berustende nadere regels, doet, wordt dit opgedragen aan de partij genoemd in het Besluit.
Artikel 26. Wijziging situatie
Degene aan wie krachtens deze verordening een voorziening is verstrekt, is verplicht aan het college mededeling te doen van feiten en omstandigheden, waarvan redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze van invloed kunnen zijn op het recht op een voorziening.
Het college kan een besluit, genomen op grond van deze verordening, geheel of gedeeltelijk intrekken indien:
Een besluit tot verlening van een financiële tegemoetkoming of een persoonsgebonden budget kan worden ingetrokken indien blijkt dat:
Indien het recht op een voorziening is ingetrokken kan op basis daarvan een reeds uitbetaalde financiële tegemoetkoming of persoonsgebonden budget worden teruggevorderd.
De terugvordering vindt plaats omdat er sprake is van een onverschuldigde betaling in de zin van artikel 6:203 BW of een ongerechtvaardigde verrijking in de zin van artikel 6:212 BW.
Indien het gaat om een voorziening die in eigendom is verstrekt wordt de waarde van de voorziening geacht gelijk te zijn aan de hoogte van het verstrekte budget, waarbij er sprake is van een evenredige afschrijving gedurende de budgetperiode.
De vordering kan altijd voldaan worden door het eigendomsrecht van de voorziening over te dragen aan de gemeente.
Terugvordering blijft achterwege wanneer de voorziening voor een periode korter dan 2 jaar, aan het einde van de budgetperiode, niet meer wordt gebruikt of de restwaarde van de voorziening lager is dan een in het Besluit vast te stellen bedrag.
Ingeval het recht op een in eigendom verstrekte voorziening is ingetrokken kan deze voorziening door het college tevens worden teruggevorderd indien de voorziening is verleend op basis van valselijk verstrekte gegevens.
Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de aanvrager afwijken van de bepalingen van deze verordening indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.
Artikel 30. Gevallen waarin niet is voorzien
In gevallen, de uitvoering van deze verordening betreffende, waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.
Het college is bevoegd ter zake van de uitvoering van deze verordening en de daarop berustende besluiten nadere regels te stellen.
Het college kan jaarlijks per 1 januari de in het kader van deze verordening en het op deze verordening berustende gemeentelijk besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Coevorden
geldende bedragen verhogen of verlagen conform de ontwikkelingen van de prijsindex volgens het Centraal Bureau van de Statistiek.