Organisatie | Coevorden |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels schuldhulpverlening |
Citeertitel | Beleidsregels schuldhulpverlening |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | sociale voorzieningen en werkgelegenheid |
Geen.
Wet gemeentelijke schuldhulpverlening
1.Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
12-02-2013 | nieuwe regeling | 05-02-2013 www.coevorden.nl/bekendmakingen 11-02-2013 | N.v.t. |
Schuldhulpverlening in Coevorden is laagdrempelig. Iedereen kan bij ons elk moment van de dag terecht met een vraag over schulden of voor een (aanmeld)gesprek. Toch stellen wij (en de wet) wel eisen aan de klant. Indien de verzoeker niet aan deze eisen voldoet, komt hij niet in aanmerking voor schuldhulpverlening. Indien de cliënt tijdens het trajectniet meer aan deze eisen voldoet, wordt de schuldhulpverlening beëindigd.
Diegenen die in aanmerking komen voor schuldhulpverlening bij de gemeente Coevorden zijn gemotiveerd en leerbaar. Ze moeten hun schulden willen oplossen, de hoogte van de schulden maakt daarbij niet uit. Voorwaarde is wel dat de cliënt/verzoeker een inkomen moet hebben.
Leerbaarheid is niet in een paar gesprekken met de verzoeker om schuldhulpverlening vast te stellen. Indien in het traject blijkt dat de cliënt niet leerbaar is, zal hij op termijn bij een andere schuldhulpverlenende instantie worden geplaatst.
Iemand die eerder in schuldhulpverlening heeft gezeten wordt voor maximaal vijf jaar geweigerd (zie de verordening) iemand die eerder in de WSNP heeft gezeten wordt geweigerd voor schuldhulpverlening totdat hij ook weer in de WSNP terecht kan. Er wordt wel rekening gehouden met persoonlijke omstandigheden. Is diegene buiten zijn schuld weer in de schulden geraakt, zijn er kinderen in het spel zijn er andere omstandigheden die een verzachtende rol spelen?
Schuldhulpverlening kan worden beëindigd of geweigerd indien een cliënt of verzoeker zich misdraagt ten opzichte van de medewerkers, belast met de werkzaamheden die voortkomen uit het schuldhulpverleningstraject.
Iemand die fraude heeft gepleegd die financiële benadeling van een bestuursorgaan tot gevolg heeft gehad en als die persoon daarmee onherroepelijk strafrechtelijk is veroordeeld of een onherroepelijke bestuurlijke sanctie is opopgelegd komt niet in aanmerking voor schuldhulpverlening. De voorwaarden om iemand af te wijzen voor
Onder fraude wordt verstaan: een opzettelijk handelen of nalaten waarbij misleiding wordt gebruikt om een wederrechtelijk voordeel te behalen ten koste van een bestuursorgaan.
De persoon die fraude heeft gepleegd moet in verband met die fraude onherroepelijk strafrechtelijk veroordeeld zijn of een onherroepelijke bestuurlijke sanctie, die beoogt hem leed toe te voegen, opgelegd zijn. Deze algemene definitie moet verder worden gespecificeerd.
Fraude met een bijstandsuitkering voldoet eigenlijk niet aan bovenstaande definitie. Er is namelijk geen sprake van een bestuurlijke boete of een strafrechtelijke veroordeling. De Centrale Raad van Beroep heeft meerdere malen geoordeeld dat afstemming van de bijstandsuitkering (het opleggen van een maatregel of bijvoorbeeld een terugvordering)
wel geldt als punitieve sanctie. De maatregel voegt leed toe en behoort daarom wel tot de definitie van fraude.
Indien het gaat om kleine bedragen of een klein deel van de totale schuldenlast aan fraudeschuld, wordt iemand wel toegelaten tot schuldhulpverlening. Deze beoordeling wordt overgelaten aan de schuldhulpverlener.
Indien de fraude is ontdekt binnen vijf jaar voorafgaand aan het verzoek tot
schuldhulpverlening, wordt het verzoek afgewezen. Ligt de ontdekkingsdatum van de fraude vóór vijf jaar terug, dan wordt het verzoek tot schuldhulpverlening in principe toegekend, mits er geen andere gronden tot afwijzing aanwezig zijn.
Artikel 6. Zelfstandig ondernemers
Zelfstandigen met een nog functionerend bedrijf kunnen worden geweigerd voor schuldhulpverlening. Deze groep kan bij de bank aankloppen voor extra krediet en anders kan er in een aantal gevallen bijstand worden aangevraagd op grond van het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen. Voor zelfstandigen met een niet-levensvatbare onderneming gelden de volgende voorwaarden voor het deelnemen aan schuldhulpverlening:
De cliënt/de verzoeker is verplicht de medewerking te verlenen die redelijkerwijs nodig is
voor de uitvoering van de Wgs.
Maar ook aan andere verplichtingen die zijn opgelegd zal de cliënt/verzoeker moeten meewerken. Indien de cliënt niet voldoet aan de medewerkingsplicht zal schuldhulpverlening, na een tweede kans, worden beëindigd.
Artikel 8. identificatieplicht
Het is de plicht van de cliënt om, als het college daarom vraagt, een document als identificatie ter inzage te verstrekken voor zover dit nodig is voor de uitvoering van schuldhulpverlening. De identificatieplicht is van belang bij het aanmeldgesprek, om vast te stellen dat cliënt woonachtig in Nederland is en om aan te tonen dat de cliënt is wie hij zegt te zijn. Als identificatie document kan dienen:
Indien de cliënt niet voldoet aan de identififcatieplicht zal schuldhulpverlening, na een tweede kans, worden beëindigd.
De cliënt moet het college mededeling doen van alle feiten en omstandigheden waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat zij van invloed kunnen zijn op de schuldhulpverlening of voor de uitvoering van de Wgs. Dit moet de cliënt doen als daar om wordt gevraagd, maar dit moet hij ook uit eigen beweging doen. De cliënt kan zich niet op een zwijgrecht beroepen.
Indien de cliënt niet voldoet aan de inlichtingenplicht zal schuldhulpverlening, na een tweede kans, worden beëindigd.