Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Wijk bij Duurstede

Budgetregeling 2010 van de gemeente Wijk bij Duurstede

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieWijk bij Duurstede
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBudgetregeling 2010 van de gemeente Wijk bij Duurstede
CiteertitelBudgetregeling 2010 van de gemeente Wijk bij Duurstede
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerpHet beheren en beheersen van toegewezen budgetten door budgethouders

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 171 van de Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

23-01-2010Onbekend

19-01-2010

www,wijkbijduurstede.nl (intranet)

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Budgetregeling 2010 van de gemeente Wijk bij Duurstede

 

 

BESLUITEN

vast te stellen de “Budgetregeling 2010 van de gemeente Wijk bij Duurstede”.

Artikel 1. Definities

In deze regeling wordt verstaan onder:

Budget: Een taakstelling die tot uitdrukking komt in een geraamd bedrag dat verbonden is aan beheersproducten en (hulp)kostenplaatsen van de gemeentebegroting en aan investeringen van de gemeente.

Tot het budget worden tevens gerekend het realiseren van doelstellingen, prestatie-eenheden, kostendekkingspercentages, kengetallen en voorschriften, die in de begroting en bij de investering zijn opgenomen.

De basis voor het budget is de gedetailleerde meerjaren-begroting welke afgeleid is van de programmabegroting zoals die is vastgesteld door de gemeenteraad;

Als kleinste budget wordt gedefinieerd het bedrag per grootboekrekening (FCL) dat door het college wordt vrijgegeven via de productenraming van ieder jaar.

Concern-

Budgethouder: Een ambtenaar die verantwoordelijk is voor het beheren en beheersen van de toegewezen budgetten. De gemeentesecretaris wordt aangewezen als concernbudgethouder. De concernbudgethouder is voor het College aanspreekbaar en verantwoording verschuldigd voor alle budgetten, die aan hem/haar zijn toevertrouwd.

Afdelings-

budgethouder: Een ambtenaar die verantwoordelijk is voor het beheren en beheersen van de budgetten van een afdeling. De concerncontroller wordt hier eveneens als afdelingshoofd beschouwd. De afdelingshoofden worden aangewezen als afdelingsbudgethouders. De afdelingsbudgethouder is voor de concernbudgethouder aanspreekbaar en verantwoording verschuldigd voor alle budgetten, die aan hem/haar zijn toevertrouwd.

Budgethouder: Een ambtenaar van de gemeente Wijk bij Duurstede die verantwoordelijk is voor het beheren en beheersen van de

toegewezen budgetten. .

Directie : De dagelijkse leiding van de organisatie, gevormd door de Algemeen Directeur/gemeentesecretaris, - verder te noemen de secretaris - en de Directeur Bedrijfsvoering/concerncontroller, - verder te noemen concerncontroller.

College: Het College van Burgemeester en wethouders van de gemeente Wijk bij Duurstede.

Artikel 2. Strekking van de budgetregeling

Alle in deze regeling opgenomen bepalingen voor budgethouders zijn van overeenkomstige toepassing op de concernbudgethouder en , de afdelingsbudgethouders.

Artikel 3. Aanwijzing

  • a.

    Het College wijst budgetten toe aan de gemeentesecretaris. Deze staat in mandaatverhouding tot het College.

  • b.

    De gemeentesecretaris kan budgetten toewijzen aan de concerncontroller en de afdelingshoofden. Zij staan respectievelijk als budgethouder bedrijfsvoering en afdelingsbudgethouders in ondermandaatverhouding tot het College. De toewijzingsbesluiten worden schriftelijk ter kennis van het College gebracht.

  • c.

    De concerncontroller kan budgetten toewijzen aan de afdelingshoofden welke in hiërarchische verhouding tot hem/haar staan. Zij staan als afdelingsbudgethouders in ondermandaatverhouding tot het College. De toewijzingsbesluiten worden schriftelijk ter kennis van het College gebracht.

  • d.

    De afdelingshoofden kunnen budgetten toewijzen aan medewerkers. Zij staan als budgethouders in ondermandaatverhouding tot het College. De toewijzingsbesluiten worden schriftelijk ter kennis van het College gebracht.

Artikel 4. Bevoegdheden

Onverminderd het bepaalde in artikel 171 van de Gemeentewet zijn budgethouders bevoegd tot het aangaan van overeenkomsten tot levering van goederen, aanneming van werk en/of verlening van diensten aan en/of door de gemeente Wijk bij Duurstede.

Artikel 5. Aanvragen offertes en aanbesteding

Voor het aanvragen van offertes of het doen van een aanbesteding is de “Regeling Inkoopbeleid Gemeente Wijk bij Duurstede 2006” van toepassing.

Artikel 6. Aangaan van verplichtingen

  • a.

    De hoogte van de verplichting waarvoor het College de concernbudgethouder kan mandateren en voor welke deze op diens beurt kan doormandateren is gelijk aan het laagste drempelbedrag conform de uitgangspunten van het vastgestelde inkoopbeleid (op 1 januari 2010 bedraagt dit € 50.000,00). Voor het aangaan van verplichtingen boven dit bedrag is het College van B&W bevoegd.

  • b.

    Verplichtingen mogen slechts worden aangegaan indien daarvoor een toereikend budget is en met inachtneming van hetgeen opgenomen is in het aanwijzingsbesluit dat op de budgethouder van toepassing is.

  • c.

    Indien het budget niet toereikend is,

    • 1.

      dient er binnen het betreffende product dekking te worden gezocht, waarbij het totaalbudget van het product niet mag worden overschreden. Hiervoor geeft de betreffende productverantwoordelijke (veelal afdelingshoofd) schriftelijk goedkeuring.

    • 2.

      Indien er binnen het betreffende product geen voldoende dekking kan worden gevonden kan vervolgens binnen het programma dekking worden gezocht. Hiervoor geeft de betreffende programmaverantwoordelijke (veelal het college) schriftelijk goedkeuring.

    • 3.

      Indien er binnen het betreffende programma geen voldoende dekking is dient er extra budget te worden gevraagd aan de raad alvorens verplichtingen kunnen worden aangegaan.

  • d.

    Verplichtingen die het beschikbare budget met een bedrag tot maximaal € 5.000,00 (danwel 10% van het budget voor budgetten tot en met €50.000) overschrijden dienen daarnaast achteraf te worden gemeld aan het College. Dit gebeurt middels (kwartaal)rapportages.

  • e.

    Verplichtingen die het beschikbare budget overschrijden met een bedrag van meer dan € 5.000,00 (danwel 10% van het budget voor budgetten tot en met €50.000) dienen daarnaast achteraf te worden gemeld aan de raad.

Artikel 7. Registratie van verplichtingen

  • a.

    Verplichtingen boven € 1.000,00 dienen door de budgethouder, voorzien van FCL/ECL, aan de financiële administratie te worden aangeleverd.

  • b.

    Te verwachten inkomsten boven € 1.000,00 dienen door de budgethouder als verplichting, voorzien van FCL/ECL, aan de financiële administratie te worden aangeleverd.

  • c.

    Het vastleggen van verplichtingen gebeurt op een zodanige wijze dat de actuele stand van de reeds gedane uitgaven en de aangegane verplichtingen ten opzichte van het totale toegekende budget, alsmede de voortgang ervan, op elk moment zichtbaar zijn.

Artikel 8. Werkwijze budgethouder

  • a.

    De budgethouder is verantwoordelijk voor de uitgaven en inkomsten die voortvloeien uit de door hem/haar aangegane verplichtingen.

  • b.

    Bestedingen ten laste van een budget vinden plaats door de aangewezen budgethouder. In uitzonderingsgevallen kan een budgethouder van het hiërarchisch naast hoger niveau in de lijn bepalen dat bestedingen ten laste van een budget binnen de aan de budgethouder toegewezen FCL’s dienen plaats te vinden. Het betreft hier slechts de budgetten die eerder aan de hiërarchisch naast hogere budgethouder zijn toegewezen.

  • c.

    De budgethouder beheert de toebedeelde budgetten op basis van de onderliggende begrotingsposten. Hij/zij zorgt ervoor dat deze budgetten worden ingezet voor de activiteiten die nodig zijn om de prestaties, die bij de desbetreffende begrotingsposten horen, te realiseren.

  • d.

    De budgethouder is verantwoordelijk voor de signalering van de afwijkingen van de aan hem/haar toegewezen budgetten van hetgeen onder meer op grond van deze regeling aangaande het budget is vastgesteld.

  • e.

    De budgethouder verstrekt op verzoek van of namens het afdelingshoofd Ondersteuning informatie die voor een juiste verzorging van de financiële administratie, de budgetbewaking en de (jaar)verslaglegging van de gemeente nodig zijn.

  • f.

    Voor de begroting van het volgende kalenderjaar levert de budgethouder jaarlijks de berekening van de bestaande en nieuwe budgetten, waarvoor hij/zij verantwoordelijk is, bij de gemeentesecretaris aan. Deze aanlevering vindt eventueel plaats door tussenkomst van de budgethouder van het hiërarchisch naast hogere niveau in de lijn en verloopt via het hoofd van de afdeling Ondersteuning.

    De gemeentesecretaris biedt deze conceptbudgetten aan het College aan met daarin de financiële vertaling van voorgenomen activiteiten en inzet van middelen (zoals personeel, huisvesting, automatisering e.d.). Hij/zij dient daarbij rekening te houden met de door het College vastgestelde begrotingsrichtlijnen alsmede met de besluitvorming over de uitvoering van de beleids- en beheersplannen.

Artikel 9. Verrichten van betalingen en ontvangsten

Het hoofd van de afdeling Ondersteuning is verantwoordelijk voor het doen van betalingen en de verantwoording van de ontvangsten ten laste dan wel ten gunste van de budgetten. Betaling is eerst mogelijk nadat de verantwoordelijk budgethouder de betaling schriftelijk voor akkoord heeft verklaard.

Bij overschrijding van een budget kan het hoofd van de afdeling Ondersteuning slechts betalingen doen na het goedkeuren van de desbetreffende factuur door de gemeentesecretaris.

Artikel 10. Over- of onderschrijding bij aanbesteding

  • a.

    De budgethouder is verplicht over- of onderschrijdingen ten gevolge van het aanbesteden van werken en/of diensten schriftelijk te rapporteren aan het College. Het bedrag van de aanbesteding dient daarbij getoetst te worden aan het bedrag, dat daarvoor binnen het budget beschikbaar is.

  • b.

    De rapportage vindt plaats binnen 3 weken na de aanbestedingsdatum en geeft ten minste aan:

    • 1.

      de wijze waarop de overschrijding (een nadeel op de aanbesteding) tot een verantwoord minimum kan worden teruggebracht en hoe de extra jaarlasten, die voortvloeien uit de overschrijding, gedekt moeten worden;

    • 2.

      de bestemming van de onderschrijding (een voordeel op de aanbesteding), waarbij als regel geldt dat het behaalde voordeel op het desbetreffende budget in mindering wordt gebracht of terugvloeit naar de voorziening door welke de kosten worden gedekt of naar de algemene reserve.

  • c.

    De gunning vindt plaats na goedkeuring door het College.

Artikel 11. Afleggen van verantwoording

  • a.

    Door middel van rapportages legt de budgethouder via de hiërarchische lijn via de hogere budgethouder(s) periodiek verantwoording af aan het College van de stand van de werkzaamheden en de bestede middelen. Het gaat hierbij om de (verwachte) over-en onderschrijdingen van de uitgaven en de inkomsten, die in het budget zijn opgenomen, en van de (afwijkingen in) het realiseren van doelstellingen of prestatie-eenheden. De verantwoording is niet alleen cijfermatig, maar geeft door middel van een toelichting ook inzicht in het hoe en waarom van de afwijkingen, en in het realiseren van de doelstellingen. De verantwoording vindt ook plaats over alle zaken waarin niet in deze regeling is voorzien maar die voor het algemeen en financieel beleid van de gemeente van belang zijn.

  • b.

    De budgethouder legt naast de twee reguliere budgetrapportages tussentijds verantwoording af aan het College als duidelijkheid ontstaat over een aanmerkelijke afwijking van de raming van een beheersproduct, een (hulp)kostenplaats of een investering van de gemeente.

Artikel 12. Opstellen overzichten

  • a.

    De gemeentesecretaris is verantwoordelijk voor het opstellen van een overzicht voor het College van de werkelijke uitkomsten van de het budget en de geleverde prestaties en voorziet dit overzicht van de noodzakelijke analyses en toelichtingen.

  • b.

    De frequentie voor het opstellen van de overzichten wordt door het College bepaald, doch wordt minimaal verstrekt voor het samenstellen van het jaarverslag en de voor- en najaarsrapportage voor het College en de Gemeenteraad.

Artikel 13. Registratie budgetten

Het hoofd van de afdeling Ondersteuning is verantwoordelijk voor de registratie van de budgetten.

Artikel 14. Opstellen overzicht door budgetregistrerende afdeling

Het hoofd van de afdeling Ondersteuning is verantwoordelijk en draagt zorg voor de samenstelling van een overzicht, met in acht name van de in artikel 12 bepaalde frequentie, van de werkelijke uitkomsten van de budgetten met de bijbehorende geregistreerde prestaties. De budgethouder geeft bij dit overzicht de nodige schriftelijke toelichting.

Artikel 15. Onverenigbare verantwoordelijkheden en bijzondere bepalingen

Aa.De budgetverantwoordelijkheid is ondeelbaar, in die zin dat het niet is toegestaan dat twee of meer budgethouders dezelfde verantwoordelijkheid hebben voor één begrotingspost met bijbehorend budget of voor een geraamd bedrag van een investering van de gemeente.

BDe functie van budgethouder is onverenigbaar met de functies medewerker interne controle, betalingsfiatteur, kassier en met de registrerende functies van de afdeling Ondersteuning.

  • C.

    Bij ogenschijnlijke belangenverstrengeling met de inhoud van het budget dient het budget te worden overgedragen naar een andere functionaris

  • D.

    Per organisatieonderdeel en/of per budgethouder kunnen, voor zover niet strijdig met deze regeling en/of andere algemene regels, aan de zelfstandige uitoefening van het budgethouderschap condities en beperkingen worden aangebracht.

  • Ed.

    Bij afwezigheid van de budgethouder worden de verantwoordelijkheden en de aan hem/haar gemandateerde (teken)bevoegdheden uitgeoefend door de budgethouder van het hiërarchisch naast hogere niveau of diens vervanger, e.e.a. conform hetgeen hierover in de actuele Mandaatregeling is vastgelegd.

    Artikel 17. BTW

    Alle in deze budgetregeling genoemde bedragen zijn zonder BTW.

Artikel 18. Inwerkingtreding

De regeling treedt in werking met ingang van 23 januari 2010, waarbij de “Budgetregeling Gemeente Wijk bij Duurstede” van 1 juli 2005 op deze zelfde datum wordt ingetrokken.

Artikel 19. Citeertitel

De Budgetregeling 2010 van de gemeente Wijk bij Duurstede, wordt aangehaald als “Budgetregeling 2010 gemeente Wijk bij Duurstede”.

Aldus vastgesteld door het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Wijk bij Duurstede op 19 januari 2010,

De Gemeentesecretaris, De Burgemeester,

J.J. Louisa-Muller G.K. Swillens

AANWIJZINGSBESLUIT CONCERNBUDGETHOUDER

Burgemeester en wethouders van de gemeente Wijk bij Duurstede,

gelet op artikel 2 van de Budgetregeling 2010 gemeente Wijk bij Duurstede, vastgesteld door burgemeester en wethouders van de Gemeente Wijk bij Duurstede op .................2010;

BESLUITEN

aan te wijzen als concernbudgethouder de gemeentesecretaris,

waarbij in aanvulling op de hierbij van toepassing zijnde Budgetregeling 2010 gemeente Wijk bij Duurstede het volgende nader wordt vastgesteld:

Het toegekende budget betreft de uitgaven en de inkomsten van de FCL’s van de gedetailleerde begroting van de Gemeente Wijk bij Duurstede en van de beschikbaar gestelde investeringsbudgetten zoals die in bijgaande bijlage zijn opgenomen;

de concernbudgethouder is bevoegd verplichtingen aan te gaan tot ten hoogste de bedragen zoals deze per FCL of per beschikbaar gesteld investeringsbudget in de begroting zijn opgenomen met een maximum van € 50.000,00 per verplichting.

Deze aanwijzing treedt in werking op 23 januari 2010.

Aldus vastgesteld door het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Wijk bij Duurstede op .................2010,

De Secretaris, De Burgemeester,

J.J. Louisa-Muller G.K. Swillens

AANWIJZINGSBESLUIT BUDGETHOUDER BEDRIJFSVOERING

De gemeentesecretaris,

gelet op de artikelen 2 en 5 van de Budgetregeling 2010 gemeente Wijk bij Duurstede, vastgesteld door burgemeester en wethouders van de Gemeente Wijk bij Duurstede op ..................2010;

gelet op het aanwijzingsbesluit van het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Wijk bij Duurstede van ...............2010,

BESLUIT

aan te wijzen als budgethouder bedrijfsvoering,

waarbij in aanvulling op de hierbij van toepassing zijnde Budgetregeling 2010 gemeente Wijk bij Duurstede, het volgende nader wordt vastgesteld:

Het toegekende budget betreft de uitgaven en de inkomsten van de FCL’s van de gedetailleerde begroting van de Gemeente Wijk bij Duurstede en van de beschikbaar gestelde investeringsbudgetten zoals die in de bijgaande bijlage zijn opgenomen;

de budgethouder bedrijfsvoering is bevoegd verplichtingen aan te gaan tot ten hoogste de bedragen zoals deze per FCL of per beschikbaar gesteld investeringsbudget in de begroting zijn opgenomen met een maximum van € 50.000,00 per verplichting.

Deze aanwijzing treedt in werking op 23 januari 2010.

Aldus vastgesteld door de Directeur Bedrijfsvoering van de Gemeente Wijk bij Duurstede op...................2010.

De Secretaris,

J.J. Louisa-Muller

AANWIJZINGSBESLUIT AFDELINGSBUDGETHOUDERS (I)

De gemeentesecretaris,

gelet op de artikelen 2 en 5 van de Budgetregeling 2010 gemeente Wijk bij Duurstede, vastgesteld door burgemeester en wethouders van de Gemeente Wijk bij Duurstede op ..................2010;

gelet op het aanwijzingsbesluit van het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Wijk bij Duurstede van ...............2010,

BESLUIT

aan te wijzen als afdelingsbudgethouders:

de concerncontroller

en

het hoofd van de afdeling Strategie, Beleid en Projecten

en

het hoofd van de afdeling Beheer

en

het hoofd van de afdeling Dienstverlening,

waarbij in aanvulling op de hierbij van toepassing zijnde Budgetregeling 2010 gemeente Wijk bij Duurstede, het volgende nader wordt vastgesteld:

Het toegekende budget betreft de uitgaven en de inkomsten van de FCL’s van de gedetailleerde begroting van de Gemeente Wijk bij Duurstede en van de beschikbaar gestelde investeringsbudgetten zoals die in de bijgaande bijlage zijn opgenomen;

de afdelingsbugethouder is bevoegd verplichtingen aan te gaan tot ten hoogste de bedragen zoals deze per FCL of per beschikbaar gesteld investeringsbudget in de begroting zijn opgenomen met een maximum van € 50.000,00 per verplichting.

Deze aanwijzing treedt in werking op 23 januari 2010.

Aldus vastgesteld door de Directeur Bedrijfsvoering van de Gemeente Wijk bij Duurstede op...................2010.

De Secretaris,

J.J. Louisa-Muller

AANWIJZINGSBESLUIT AFDELINGSBUDGETHOUDERS (II)

De concerncontroller,

gelet op de artikelen 2 en 5 van de Budgetregeling 2010 gemeente Wijk bij Duurstede, vastgesteld door burgemeester en wethouders van de Gemeente Wijk bij Duurstede op ..................2010;

gelet op het aanwijzingsbesluit van het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Wijk bij Duurstede van ...............2010,

BESLUIT

aan te wijzen als afdelingsbudgethouders:

het hoofd van de afdeling Beleid, Control en Advies

en

het hoofd van de afdeling Ondersteuning,

waarbij in aanvulling op de hierbij van toepassing zijnde Budgetregeling 2010 gemeente Wijk bij Duurstede, het volgende nader wordt vastgesteld:

Het toegekende budget betreft de uitgaven en de inkomsten van de FCL’s van de gedetailleerde begroting van de Gemeente Wijk bij Duurstede en van de beschikbaar gestelde investeringsbudgetten zoals die in de bijgaande bijlage zijn opgenomen;

de afdelingsbugethouder is bevoegd verplichtingen aan te gaan tot ten hoogste de bedragen zoals deze per FCL of per beschikbaar gesteld investeringsbudget in de begroting zijn opgenomen met een maximum van € 50.000,00 per verplichting.

Deze aanwijzing treedt in werking op 23 januari 2010.

Aldus vastgesteld door de Directeur Bedrijfsvoering van de Gemeente Wijk bij Duurstede op...................2010.

De concerncontroller,

W.van de Werken

AANWIJZINGSBESLUIT BUDGETHOUDERS

Het hoofd van de afdeling ……………………….,

gelet op de artikelen 2 en 5 van de Budgetregeling 2010 gemeente Wijk bij Duurstede, vastgesteld door burgemeester en wethouders van de Gemeente Wijk bij Duurstede op ................2010;

gelet op het aanwijzingsbesluit van de Directeur Bedrijfsvoering van de gemeente Wijk bij Duurstede van ................2010,

BESLUIT

aan te wijzen als budgethouder:

…………………………………..….(naam) ……………………………………….. (functie)

waarbij in aanvulling op de hierbij van toepassing zijnde Budgetregeling 2010 gemeente Wijk bij Duurstede, het volgende nader wordt vastgesteld:

Het toegekende budget betreft de uitgaven en de inkomsten van de FCL’s van de gedetailleerde begroting van de Gemeente Wijk bij Duurstede en van de beschikbaar gestelde investeringsbudgetten zoals die in de bijgaande bijlage zijn opgenomen;

de budgethouder is bevoegd verplichtingen aan te gaan tot ten hoogste de bedragen zoals deze per FCL of per beschikbaar gesteld investeringsbudget in de begroting zijn opgenomen met een maximum van € ….000,00 per verplichting;

Deze aanwijzing treedt in werking op 23 januari 2010.

Aldus vastgesteld door het hoofd van de afdeling……………………….. van de Gemeente Wijk bij Duurstede op .................2010.

Het hoofd van de afdeling …………………………..,

Nadere toelichting Budgetregeling 2010

Gemeente Wijk bij Duurstede

1. Inleiding

Het doel van deze regeling is het vastleggen van de budgetverantwoordelijkheid binnen de organisatie. Daarnaast is het van belang dat er in een continu proces aandacht besteed wordt aan dreigende over- en onderschrijdingen van uitgaven en inkomsten. De basis hiervoor wordt gevormd door de Gemeentewet en het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten.

De vorige versie van het Budgetregeling dateert van 2005. Belangrijkste aanleiding voor deze wijziging was dat de budgetregeling nog niet was aangepast aan de reorganisatie. Dit had tot gevolg dat de rechtmatigheid van betalingen en het aangaan van verplichtingen niet in alle gevallen is gewaarborgd. Middels deze aanpassing borgen we deze rechtmatigheidsaspecten.

2. Inhoudelijk

2.1 Uitgangspunten

Bij het budgetteringssysteem geldt als uitgangspunt dat de verantwoordelijkheid voor de budgetten zo laag mogelijk in de organisatie komt te liggen. In de oude budgetregeling uit 2005 lag de grens bij de clustercoördinator. In de nieuwe budgetregeling wordt deze ondergrens losgelaten en kan het afdelingshoofd besluiten aan welke medewerker bepaalde budgetten worden doorgemandateerd.

2.2 Verantwoordelijkheden

Als basis voor de uitgaven en inkomsten van de gemeente geldt de programmabegroting. Deze begroting wordt door de gemeenteraad op grond van het budgetrecht vastgesteld. Door middel van gemaakte keuzes bepaalt de raad voor welke doeleinden (programma’s) geldmiddelen mogen worden uitgegeven. De raad stelt dan ook de programmabudgetten vast.

Het geven van opdrachten, het doen van uitgaven en het bewaken van de inkomsten, wordt aangeduid als ”financieel beheer” en is formeel via de Financiële Beheersverordening aan het college van Burgemeester en wethouders opgedragen, dat hiervoor de eindverantwoording naar de gemeenteraad draagt.

·De budgetbewaking vindt plaats op het niveau van de combinatie FCL (Functionele Classificatie) en ECL (Economische Classificatie) in de wandelgangen het begrotingsnummer. Als basis daarvoor geldt de gedetailleerde meerjaren-begroting, waarin opgenomen de jaarlijks beschikbaar gestelde budgetten en de eenmalig beschikbaar gestelde investeringsbudgetten (kredieten). De budgetten hebben een taakstellend karakter. De uit te voeren opdrachten (taken) dienen dan ook binnen de beschikbare budgetten te worden gerealiseerd.

2.3 Budgetverdeling

De indeling van de meerjarenbegroting is gebaseerd op de functies (FCL’s), zoals die gelden volgens de BBV. Budgetten worden per FCL aan een budgethouder toegewezen door de code van de betreffende budgethouder aan de FCL te koppelen.

2.4 Budgethouders

De budgethouder zorgt voor de uitvoering van de toegewezen taken uit de productenbegroting en bijbehorende gedetailleerde meerjaren-begroting en heeft hiervoor een verantwoordingsplicht aan het college van Burgemeester en wethouders, eventueel door tussenkomst van een in de lijn hiërarchisch hogere budgethouder.

Met de huidige organisatiestructuur als uitgangspunt, wijst het college van Burgemeester en wethouders de secretaris aan als budgethouder voor alle budgetten van de organisatie. Deze wijst de afdelingsbudgethouders aan welke op hun beurt budgethouders binnen hun afdeling kunnen aanwijzen. De concerncontroller wordt hierbij gezien als afdelingsbudgethouder;

Naast het beheren en beheersen van de uitgaven is de budgethouder ook verantwoordelijk voor het verkrijgen van de (geraamde) inkomsten. De budgethouder draagt zorg voor de tijdige indiening van declaraties en verzending van facturen en de aanlevering hiervan bij de afdeling Ondersteuning. Aan de hand van deze documenten zorgt deze afdeling voor de invordering van de inkomsten. De belangrijkste taken van de budgethouder zijn:

  • ·

    de budgetten op de daarvoor bestemde wijze te besteden en de bijbehorende

    prestaties te leveren;

  • ·

    tijdig signaleren van over- en onderschrijdingen die dreigen te ontstaan en zo nodig voorstellen tot wijziging van de budgetten te doen;

  • ·

    het bestuur periodiek en desgevraagd tussentijds informeren over de stand van zaken rond de budgetten;

  • ·

    periodiek verantwoording afleggen van de stand van de werkzaamheden, de bestede middelen en de realisering van doelstellingen of prestatie-eenheden.

De aanwijzing van budgethouders sluit overigens de bestuurlijke en politieke verantwoorde-lijkheid van het college van Burgemeester en wethouders niet uit.

2.5 Budgetbeheerder

De taak van budgetbeheerder is in deze regeling komen te vervallen. Een belangrijke reden hiervoor is dat budgetten conform deze regeling verder kunnen worden doorgemandateerd dan de coördinator.

2.6 Verantwoordelijkheid van het college van Burgemeester en wethouders

Het college van Burgemeester en wethouders is aan de gemeenteraad eindverantwoording verschuldigd voor het gevoerde financiële beheer. Het college van Burgemeester en wethouders is dan ook bestuurlijk verantwoordelijk en politiek aanspreekbaar voor de uitvoering en besteding van de budgetten en de eventuele onder- of overschrijdingen daarvan. Om daartoe in staat te zijn moet het college van Burgemeester en wethouders tijdig en correct worden geïnformeerd door de budgethouders.

3. Verplichtingen, offertes en facturen

3.1het aangaan van verplichtingen

In onderstaande tabel is kort weergegeven wie in welke situatie bevoegd is tot het aangaan van verplichtingen.

drempelbedrag

Actie

Bevoegd orgaan

Waar te vinden

artikel

Bedragen tot en met € 50.000

Aangaan van verplichting

Budgethouder

Budgetregeling

Art 6

Bedragen boven € 50.000

B&W besluit

College

Budgetregeling

Art 6

Bedragen boven de europese aanbestedingsgrens

Melding aan de raad

College

Financiele beheersverordening 212

Artikel 7

3.2Hoe om te gaan met mogelijke overschrijdingen van budgetten dan wel benodigde middelen voor nieuw beleid

In onderstaande tabel is kort weergegeven Hoe om te gaan met mogelijke overschrijdingen van budgetten dan wel benodigde middelen voor nieuw beleid

Wat

 

Bevoegd orgaan

Actie

Mutatie/overschrijding van ECL waarbij het totale budget op FCL niveau niet wordt overschreden

 

Budgethouder

geen

Mutatie/overschrijding van FCL waarbij het totale budget op FCL niveau wordt overschreden

Indien er binnen het product nog ruimte is

Afdelingshoofd

(1) Melding in het Poho waarbij wordt afgewogen in hoeverre hier sprake is van bestuurlijke relevantie

2) indien overschrijding van FCL minder dan € 5.000 (danwel 10% voor budgetten tot € 50.000) dan melding achteraf aan College via (kwartaal)rapportages

3) indien overschrijding van FCL groter dan € 5.000 (danwel 10% voor budgetten tot € 50.000) dan melding aan de raad via voorjaarsnota, najaarsnota, jaarrekening

 

Indien er binnen het product geen ruimte is maar wel binnen het programma blijft

College van B&W

(1) Collegebesluit:

Productenbegrotings wijziging

(2) indien overschrijding van FCL groter dan € 5.000 (danwel 10% voor budgetten tot € 50.000) dan melding aan de raad via voorjaarsnota, najaarsnota, jaarrekening

 

Indien het leidt tot een overschrijding van een programma’s danwel mutaties tussen programma’s

Raad

Raadsbesluit:

Programma begrotingswijziging

Nieuw Beleid

 

Raad

Raadsbesluit:

Programma begrotingswijziging

 

 

 

 

3.3Verplichtingenadministratie

Tot op heden werden bestelbonnen tot een bedrag van € 250,00 niet geregistreerd in de budgetbewakingadministratie. In de nieuwe budgetregeling wordt dit grensbedrag opgetrokken naar € 1.000,00. Dit gebeurt om redenen van efficiency bij de financiële administratie. In een evaluatie bij het opstellen van de jaarrekening 2010 zal worden bekeken of dit nieuwe grensbedrag leidt tot te grote onzekerheden in de budgetstanden.

Voor een optimale en volledige informatievoorziening is het nodig dat de aangegane verplichtingen worden vastgelegd in het financiële registratiesysteem. Hierdoor ontstaat een volledig beeld van de hoogte van de werkelijke bestedingen in relatie tot het beschikbare budget. Daarnaast is de verplichtingenadministratie ook van belang als controlemiddel voor de ingekomen facturen.

3.4Bestellingen

Bestellingen en opdrachten kunnen mondeling of schriftelijk worden gedaan. Een mondelinge opdracht moet altijd zo spoedig mogelijk schriftelijk worden bevestigd. Bij een schriftelijke opdracht of de bevestiging van een mondelinge opdracht wordt gebruik gemaakt van standaard opdrachtbonnen of een brief. Voor wat de hoogte van de bedragen aangaat moet echter wel een afweging worden gemaakt. Bij een opdracht waarmee een gering bedrag is gemoeid, zou een opdrachtbon voldoende kunnen zijn, terwijl voor een grote opdracht een bevestiging via een brief noodzakelijk is. Als uitgangspunt dienen de volgende richtlijnen:

  • ·

    voor bestellingen wordt in beginsel gebruik gemaakt van opdrachtbonnen. Voor bedragen tot € 10.000,00 is minimaal een bestelbon vereist en kan een opdracht in briefvorm worden verstrekt. Voor bedragen van € 10.000,00 en hoger moet een opdracht in de vorm van een brief, die ondertekend is door de bevoegde functionaris of het bevoegde orgaan, worden verstrekt;

  • ·

    in de opdrachtbrief, die hiervoor bedoeld is, wordt verwezen naar een doorlopend nummer van een blanco bestelbon;

  • ·

    duplicaatbonnen of -brieven van de bestellingen en opdrachten worden direct doorgegeven aan de afdeling Ondersteuning, die de gegevens binnen 5 werkdagen verwerkt in de administratie;

  • ·

    na ontvangst van de factuur wordt de opdrachtbon of -brief uit de administratie verwijderd.

3.4 Aanvraag offertes

Voor het opvragen van het aantal offertes, de vorm van de offerteaanvraag en de wijze van aanbesteden is de aanbestedingsprocedure van toepassing zoals die opgenomen is onder de uitgangspunten van het gemeentelijk inkoopbeleid. Voor verdere informatie wordt naar vorenbedoelde aanbestedingsprocedure verwezen.

3.5. Behandeling inkomende facturen

Om de budgetbewaking goed te laten functioneren is het van groot belang dat de ingekomen facturen tijdig en op een juiste wijze worden afgehandeld. De verwerkingsprocedure is als volgt:

  • ·

    alle facturen moeten in beginsel via de interne post op de afdeling Ondersteuning binnenkomen. Facturen die rechtstreeks door een andere afdeling ontvangen worden, moeten direct naar deze afdeling worden doorgestuurd;

  • ·

    de afdeling Ondersteuning zet een blokstempel op de factuur, voert een rekenkundige controle uit, registreert de factuur in de financiële administratie en hecht de geregistreerde opdrachtbon/-brief aan de factuur;

  • ·

    de factuur gaat vervolgens naar de functionele afdeling. De budgethouder verklaart de factuur inhoudelijk (prijs en hoeveelheid) voor akkoord, geeft het budget aan ten laste waarvan de factuur komt en retourneert de door hem/haar geparafeerde factuur samen met de opdrachtbon/-brief naar de afdeling Ondersteuning.

3.6. Uitgaande facturen

In verband met de BTW worden de uitgaande facturen door de afdeling Ondersteuning gemaakt. De gegevens die nodig zijn voor het vervaardigen van deze facturen worden door de functionele afdeling aangeleverd. Facturen zonder BTW kunnen in briefvorm door de functionele afdeling worden gemaakt en verzonden. de afdeling Ondersteuning ontvangt hiervan een kopie en draagt zorg voor het verdere invorderingstraject.

3.7. Digitale factuurafhandeling

Het Document Management Systeem (MyCorsa) biedt de mogelijkheid tot het digitaal afhandelen van facturen. In 2010 zal worden begonnen met het onderzoeken op welke wijze en onder welke voorwaarden dit in Wijk bij Duurstede is toe te passen.

4. Budgetten

4.1 Algemeen

In de financiële administratie is per FCL een code van de budgethouder opgenomen. Dit maakt het mogelijk om op eenvoudige wijze per budgethouder een overzicht te maken van de budgetten die de budgethouder beheert en waarvoor hij/zij verantwoordelijk is.

4.2 Jaarlijks budget

Het jaarlijks beschikbare budget is verdeeld in de verschillende programma’s opgenomen in de programmabegroting, die is bestemd voor de gemeenteraad. Daarnaast heeft het college van Burgemeester en wethouders de beschikking over productenbegroting, waarin de budgetten op productniveau zijn vermeld. De ambtelijke organisatie maakt gebruik van de gedetailleerde meerjaren-begroting. Deze bestaat uit een groot aantal FCL’s (functie’s) die op hun beurt weer uit verschillende ECL’s (kostensoorten) bestaan. De kostenverdeelstaat die onderdeel is van de gedetailleerde begroting, kan eveneens tot de jaarlijks beschikbare budgetten worden gerekend.

Per FCL vindt er een verdeling plaats naar lasten en baten, die op hun beurt weer onderverdeeld worden naar de categorieën: beïnvloedbaar, niet beïnvloedbaar en uren.

Onder de niet beïnvloedbare lasten treft men uitgaven aan die door de budgethouders niet of nauwelijks te beïnvloeden zijn. Het gaat hierbij om salarislasten, kapitaalslasten en toevoegingen aan voorzieningen. Deze vallen onder het beheer van de afdelingen BCA en Ondersteuning.

4.3 Investeringen

Bij investeringen is sprake van een ander soort uitgaven dan bij jaarlijks terugkerende uitgaven die in de begroting zijn opgenomen. Het nut van de investeringen strekt zich over meerdere jaren uit. De jaarlasten van een investering bestaan uit rente en afschrijving (kapitaalslasten). Deze kapitaalslasten worden door middel van verschillende afschrijvingsvormen over meerdere jaren verdeeld en komen ten laste van het jaarbudget van de gemeente. Investeringen kunnen ook geheel gedekt worden door inkomsten zoals subsidies en bijdragen van derden of door onttrekkingen uit voorzieningen en reserves.

Hoewel de uitgaven in het algemeen in een korte periode (meestal binnen 1 jaar) worden gedaan, werken de gevolgen van eventuele overschrijdingen van het beschikbare investeringskrediet structureel door in de vorm van jaarlijks hogere kapitaallasten. Eventuele onderschrijdingen zorgen voor jaarlijks lagere kapitaallasten. Het is van belang om over- en onderschrijdingen tijdig te signaleren.

4.4 Inkomsten

Het goed beheren en beheersen geldt in niet mindere mate voor de inkomsten van de gemeente. Aandacht voor de volledige en tijdige afwikkeling van de inkomsten die in de begroting opgenomen zijn, is dan ook vereist. De gemeente kent een groot aantal soorten inkomsten zoals: rijksbijdragen, belastingen en heffingen, leges enzovoort. De bijdragen van het rijk vormen het grootste aandeel van deze inkomsten. De rijksbijdragen worden veelal automatisch ontvangen en de invordering hiervan levert in het algemeen geen problemen op.

De functionele afdeling is verantwoordelijk voor het beoordelen van de juistheid van de ontvangsten en bepaalt de FCL/ECL waarop het bedrag wordt geboekt. De budgethouder dient periodiek te controlen op de verantwoording van de ontvangen bedragen.

5. Uitvoering

5.1 Jaarbudgetten gemeentebegroting

In het algemeen kan gesteld worden dat het voor het goed functioneren van het budgetbewakingssysteem nodig is duidelijke afspraken te maken. Het is van belang dat de budgethouders op van te voren afgesproken en vastgelegde data de nodige informatie leveren.

Hierna volgt een opsomming van de belangrijkste uitvoeringsregels met betrekking tot de jaarbudgetten zoals deze zijn opgenomen in de Budgetregeling 2010 van de gemeente Wijk bij Duurstede :

  • ·

    overschrijding van een budget is in principe niet toegestaan. Is een budget niet toereikend dan mogen er geen verplichtingen worden aangegaan of uitgaven worden gedaan, zonder uitdrukkelijke toestemming van het college van Burgemeester en wethouders. In gevallen boven € 5.000,00 is de gemeenteraad beslissingsbevoegd;

  • ·

    spoedeisende bestedingen waarvoor de beschikbare budgetten niet toereikend zijn en waarmee een bedrag van meer dan € 5.000,00 is gemoeid, mogen slechts gedaan worden met voorafgaande toestemming van het college van Burgemeester en wethouders. Dit geldt niet voor uitgaven waarop de gemeente geen invloed kan uitoefenen. Het gaat hierbij onder andere om terugvordering van rijksbijdragen, wettelijk verplichte uitgaven voor sociale voorzieningen, hogere energieprijzen, kosten voor gladheidbestrijding enzovoort;

  • ·

    onvoorziene incidentele uitgaven waarvoor de beschikbare budgetten niet toereikend zijn, dienen door de budgethouder direct bij het college van Burgemeester en wethouders te worden gemeld. Deze uitgaven worden betrokken bij de voor- of najaarsnota en moeten in principe worden gedekt uit het programmabudget of het budget van de afdeling op wiens verzoek een onvoorziene incidentele uitgave wordt gedaan.

5.2 Investeringsbudgetten

Naast bewaking van de jaarbudgetten uit de begroting is aandacht voor de investerings-budgetten niet minder belangrijk. Afwijkingen van de investeringsbudgetten hebben immers een structurele doorwerking op de kapitaallasten van de begroting. Hierna volgt een opsomming van de belangrijkste uitvoeringsregels met betrekking tot de investeringsbudgetten zoals deze zijn opgenomen in de Budgetregeling 2010 van de gemeente Wijk bij Duurstede :

  • ·

    basis voor het besteedbare investeringsbudget is het bedrag dat door de gemeenteraad beschikbaar is gesteld bij de gemeentebegroting of bij afzonderlijk raadsbesluit. Van de investeringen moet vooraf een zodanige kostenbegroting zijn opgesteld op basis waarvan achteraf bewaking en nacalculatie mogelijk is;

  • ·

    de budgethouder signaleert tijdig noodzakelijke tussentijdse aanpassingen van het budget die nodig zijn als gevolg van wijzigingen, loon- en prijsstijgingen, of aanbestedingsresultaten e.a. Binnen 3 weken na signalering rapporteert de budgethouder hierover schriftelijk aan het college van Burgemeester en wethouders. Over- of onderschrijdingen ten gevolge van aanbestedingen worden binnen 3 weken na de aanbestedingsdatum schriftelijk aan het college van Burgemeester en wethouders gerapporteerd;

  • ·

    restantbudget vloeit terug naar de algemene reserve van de gemeente.

5.3 Verslaglegging

Ten behoeve van de voorjaarsnota, de najaarsnota en de jaarrekening worden door de afdeling Ondersteuning budgetoverzichten verstrekt. Overigens is het altijd mogelijk voor een budgethouder om tussentijds een budgetoverzicht op te vragen en heeft de budgethouder de mogelijkheid om op de werkplek via het beeldscherm “on-line” over zijn/haar budgetgegevens te beschikken. De budgethouder bespreekt deze verslagen met zijn/haar financieel consulent bij de afdeling BCA en stelt indien nodig verklaringen van de cijfers op. Deze verklaringen worden aan het college van Burgemeester en wethouders aangeboden. Hierna volgt een opsomming van de belangrijkste uitvoeringsregels met betrekking tot de verslaglegging zoals deze zijn opgenomen in de Budgetregeling 2010 van de gemeente Wijk bij Duurstede :

  • ·

    periodiek worden door de afdeling Ondersteuning naar de stand van 1 april, 1 september en 31 december, overzichten gemaakt van de inkomsten, de uitgaven en lopende investeringen. De vastgelegde verplichtingen worden in deze overzichten verwerkt. Tussentijdse overzichten worden op verzoek gemaakt. De overzichten worden ook digitaal beschikbaar gesteld;

  • ·

    binnen twee weken na ontvangst van de overzichten stelt de budgethouder in overleg met zijn/haar financiële consulent van de afdeling BCA de nodige verklaringen van de cijfers op. Hierbij geeft de budgethouder ook de stand van zaken en het verdere verloop aan aangaande de inkomsten, de uitgaven en de investeringsbudgetten;

  • ·

    aan het eind van het jaar verstrekt de afdeling Ondersteuning een overzicht van de investeringen met bijbehorende budgetten. De budgethouder geeft aan zijn/haar financiële consulent van de afdeling BCA schriftelijk aan of het investeringsbudget kan worden afgesloten of moet worden overgenomen naar het volgende boekjaar;

  • ·

    binnen twee maanden na het realiseren van de investering waarvoor een budget beschikbaar is gesteld, wordt door de budgethouder een eindafrekening met verantwoording opgesteld. Op basis van deze eindafrekening zullen indien nodig, de kapitaallasten in de begroting van het volgende jaar worden aangepast;

  • ·

    onverlet de verantwoordelijkheden van de budgethouder kan de afdeling Ondersteuning tussentijdse budgetafwijkingen, - zowel positief als negatief -, melden. De budgethouder legt hierover binnen 3 weken verantwoording af aan het college van Burgemeester en wethouders. De informatie wordt inzichtelijk verwerkt in de periodieke verslaglegging.