Organisatie | Wijk bij Duurstede |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Nota reserves en voorzieningen |
Citeertitel | Nota reserves en voorzieningen |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | Beleid ten aanzien van de reserves en de voorzieningen van de gemeente Wijk bij Duurstede |
Geen
gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
18-12-2012 | Onbekend | 18-12-2012 www.wijkbijduurstede.nl | Onbekend |
Dekking van structurele lasten door inzet van reserves 4
Wijzigingen Besluit Begroting en Verantwoording 6
Toevoeging rente aan reserves en voorzieningen 6
Algemene reserve vrij aanwendbaar 14
Algemene reserve weerstandsvermogen 14
Gevolgen voorjaars- en kadernota 14
Algemene reserve vrij aanwendbaar 14
In 2004 heeft uw raad de nota reserves en voorzieningen vastgesteld, waarin het beleid is uiteengezet ten aanzien van de vorming, in standhouding en opheffing van de gemeentelijke reserves en voorzieningen. Naar aanleiding van een onderzoek van de rekenkamercommissie en het daaruit voortvloeiende rapport, is aan uw raad een actualisatie van deze nota toegezegd bij de kadernota 2009-2012.
In deze voorliggende actualisatie gaan we kort in op het beleid, mogelijke alternatieven en doen we voorstellen met betrekking tot bestaande reserves en voorzieningen. De volgende voorstellen voor besluitvorming zijn opgenomen in het bijgaande raadsvoorstel:
Het beleid zoals opgenomen in de nota reserves en voorzieningen uit 2004 blijft nog steeds van kracht. Wel stellen wij een aantal kleine wijzigingen voor. Ten eerste gaan wij in op de dekking van structurele lasten door middel van de inzet van reserves. Ten tweede lichten we een wijziging in het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) toe met betrekking tot de verwerking van reservemutaties in de jaarrekening. Tot slot komen wij kort terug op de toerekening van rente aan reserves en voorzieningen.
Dekking van structurele lasten door inzet van reserves
Vòòr 2003 was het mogelijk om te sparen voor investeringen en deze in één keer ten laste van een reserve te brengen. Met de invoering van het BBV in 2004 is dit niet langer voor alle investeringen mogelijk. Op investeringen met een maatschappelijk nut mogen nog steeds reserves in mindering worden gebracht. Op deze investeringen mag ook extra (versneld) worden afgeschreven. Investeringen met een economisch nut moeten worden geactiveerd en hierop mag niet extra worden afgeschreven. Het beleid van de gemeente Wijk bij Duurstede met betrekking tot het al dan niet activeren van investeringen is nader uitgewerkt in de nota activa, die begin 2006 door uw raad is vastgesteld.
De invoering van het BBV in 2004 heeft invloed gehad op de verwerking van de investering in het gemeentehuis. Voor deze investering was door de raad een bedrag beschikbaar gesteld om de lasten van de investering van dekking te voorzien. Omdat de investering een economisch nut had, mocht dit bedrag echter niet direct op de investering in mindering worden gebracht. Daarom is het beschikbare bedrag in een bestemmingsreserve gestort die in een gelijk tempo wordt afgebouwd als de investering wordt afgeschreven (20 jaar).
Volgens de nota reserves en voorzieningen is dit toegestaan, mits het activum waarin wordt geïnvesteerd na afloop van de afschrijvingstermijn niet vervangen wordt. Dit om te voorkomen dat bij vervanging geen rekening is gehouden met de kapitaallasten. Deze constructie komt met name voor bij investeringen in gebouwen. Het nadeel hiervan is dat er bestemmingsreserves gevormd worden die lange tijd (40 jaar) gereserveerd dienen te blijven. Dit maakt het minder eenvoudig om uit het overzicht van reserves het daadwerkelijk te besteden vermogen te halen.
Er is een alternatief voor de hierboven beschreven werkwijze. Zoals vermeld mag op investeringen met een maatschappelijk nut versneld worden afgeschreven. Dit biedt de mogelijkheid om met een incidentele bijdrage uit de reserves een dergelijk activum ineens af te schrijven. Hierdoor vallen de kapitaallasten van het betreffende activum vrij, wat structurele ruimte oplevert in de begroting. Hiermee kunnen nieuwe kapitaallasten van dekking worden voorzien. Deze gang van zaken zou kunnen worden toegepast bij in de balans opgenomen activa met een resterende afschrijvingsduur van ten minste 10 jaar. Na 10 jaar zouden immers de kapitaallasten van een dergelijk activum toch vrijvallen en in de lopende en meerjarenbegroting is met een dergelijk voordeel geen rekening gehouden. Bovendien worden de aanwezige activa met een maatschappelijk nut niet vervangen door een nieuw activum, omdat het onder het BBV en het beleid in de nota Activa niet langer wenselijk is deze lasten te activeren.
In onze balans staan onvoldoende activa met maatschappelijk nut om de kapitaallasten van het gemeentehuis te kunnen dekken. De bestemmingsreserve van het gemeentehuis dienen we dus te handhaven. Er zijn echter twee nieuwe investeringen waarvoor een vergelijkbare constructie is voor- en vastgesteld. Dit betreft de bouw van de brede school Cothen en de brandweergarage Cothen/Langbroek. Om een en ander duidelijk te maken lichten we hieronder toe hoe de versnelde afschrijving van activa met maatschappelijk nut kan worden ingezet om de kapitaallasten van de brede school Cothen te dekken.
Door uw raad is ter dekking van de kapitaallasten voor de brede school Cothen een bedrag in een bestemmingsreserve beschikbaar gesteld van € 3.103.500 (€ 2.250.000 ten laste van de algemene reserve plus € 853.500 opbrengst verkoop Speelhoek en Beatrixschool). Van dit bedrag is ca. € 1.800.000 ingezet om gedurende 40 jaar afschrijvingslasten van € 45.000 te kunnen dekken. Het restantbedrag is ter dekking van voorbereidingskosten en exploitatietekorten. Dat deel dient beschikbaar te blijven.
In de balans van de gemeente staat een geactiveerde investering uit het verleden voor groot onderhoud aan de wegen. Dit is een investering met maatschappelijk nut. De boekwaarde van dit bedrag per 31-12-2007 is € 960.000. De resterende afschrijvingstermijn is 21 jaar. Wanneer besloten wordt dit activum in één keer af te schrijven ten laste van de bestemmingsreserve brede school Cothen, komt er gedurende 21 jaar structureel ca. € 46.000 vrij. Met dit bedrag kunnen de afschrijvingslasten van de brede school in Cothen worden gedekt.
Deze manier van werken legt in plaats van € 1.800.000 een beslag van € 960.000 op de reserves, waardoor € 840.000 terug kan vloeien naar de algemene reserve. Bijkomend voordeel is dat de bestemmingsreserve aanzienlijk korter beschikbaar hoeft te blijven.
Om bovenstaande zowel voor de brede school Cothen als voor de brandweergarage Cothen/Langbroek te kunnen uitvoeren stellen wij de volgende werkwijze voor:
In de bestemmingsreserve brede school Cothen is een bedrag aanwezig van € 1.800.000 ter dekking van de afschrijvingslasten van de brede school Cothen van € 45.000 over een periode van 40 jaar. Van dit bedrag wordt € 960.000 onttrokken om het activum met maatschappelijk nut, met nummer 72 in de staat van investeringen in de jaarrekening 2007, versneld af te schrijven. De hiermee vrijvallende afschrijvingslasten van € 46.422 worden ingezet ter dekking van de afschrijvingslasten van de brede school Cothen.
In het krediet voor de brandweergarage Cothen/Langbroek is een bedrag berekend van € 1.250.000 dat in 40 jaar wordt afgeschreven. Dit leidt tot een jaarlijkse afschrijvingslast van € 31.250, die wordt gedekt door onttrekkingen aan de bestemmingsreserve brandweergarage Cothen/Langbroek en de opbrengst van de vrijvallende locaties. Dit bedrag van € 1.250.000 wordt toegevoegd aan de algemene reserve vrij aanwendbaar, door overheveling uit de bestemmingsreserve brandweergarage Cothen/Langbroek en het toevoegen van de opbrengsten van de vrijvallende locaties.
Aan de algemene reserve vrij aanwendbaar wordt € 771.262 onttrokken om de activa met maatschappelijk nut met nummers 389, 446, 535, 462, 423, 395, 410, 463, 276 in de staat van investeringen in de jaarrekening 2007, versneld af te schrijven. De hiermee vrijvallende afschrijvingslasten van € 31.500 worden ingezet ter dekking van de afschrijvingslasten van de brandweergarage Cothen/Langbroek..
Wijzigingen Besluit Begroting en Verantwoording
Met ingang van het begrotingsjaar 2008 is het BBV gewijzigd ten aanzien van de mutaties op de reserves. Tot en met 2007 kon de raad bij de jaarrekening nog besluiten tot mutaties op de reserves die niet in de begroting waren opgenomen. Dit was met name voordelig bij kredieten die ten laste van een reserve beschikbaar waren gesteld en over meerdere jaren uitgegeven werden. Hiervan konden dan bij de jaarrekening de werkelijk gedane uitgaven op de reserve gemuteerd worden.
Met ingang van het begrotingsjaar 2008 mogen en moeten bij de jaarrekening uitsluitend die mutaties worden gedaan die in de begroting zijn opgenomen of waartoe met een begrotingswijziging is besloten. Dit betekent dat wij mutaties op de reserves moeten inschatten en uiterlijk bij de najaarsnota in de begrotingscijfers moeten verwerken. Bij de jaarrekening moeten dan ook die vastgestelde mutaties geboekt worden. Bij afwijkingen in uitgaven zal, na vaststelling van de jaarrekening, de raad dan eventuele correcties in een separaat raadbesluit moeten vaststellen. Wanneer wij tussen het vaststellen van de najaarsnota en de laatste raadsvergadering van het jaar nog wijzigingen vaststellen in de begrote mutaties op de reserves, zullen wij dit in een aparte begrotingswijziging aan u voorleggen.
Toevoeging rente aan reserves en voorzieningen
Het beleid van de gemeente Wijk bij Duurstede is al geruime tijd om geen rente toe te voegen aan reserves en voorzieningen. Tot en met 2006 werd uitsluitend aan de algemene reserve vrij aanwendbaar een bedrag toegevoegd om de stand te corrigeren voor inflatiegevolgen. Dit bedrag is bij het ombuigingsprogramma 2007-2011 vervallen. Met het vaststellen van het financieel statuut van de bestuurscommissie openbaar onderwijs heeft de raad in afwijking van het voorgaande besloten om wel rente toe te rekenen aan de reserves die de gemeente beheert voor de bestuurscommissie openbaar onderwijs.
Bij de presentatie van de notitie rentebeleid aan de raad in januari 2008 hebben wij gewezen op het risico dat ontstaat wanneer er geen rente wordt toegerekend aan de reserves. De raad heeft toen verzocht bij de kadernota 2009-2012 te onderzoeken of, en in welke mate, de rentetoevoeging weer hersteld kan worden. Naar onze mening hoeft rentetoevoeging uitsluitend plaats te vinden aan reserves, aangezien voorzieningen geacht worden toereikend te zijn voor de achterliggende verplichtingen en hiertoe door middel van stortingen en onttrekkingen op de exploitatie in stand worden gehouden.
Rentetoevoeging aan de reserves heeft twee redenen en voordelen. Ten eerste wordt in de begroting de last opgenomen die zou ontstaan wanneer de gemeente haar reserves daadwerkelijk zou besteden. Ten tweede worden de reserves in stand gehouden voor loon- en prijsontwikkelingen, waardoor het benodigde bedrag voor de gestelde doelen gegarandeerd blijft. Beide redenen zijn uitsluitend van toepassing op die reserves die voor een daadwerkelijke uitgave worden aangehouden. De bestemmingsreserve voor het gemeentehuis bijvoorbeeld, leidt volgens de huidige doelstelling niet tot extra uitgaven. Deze uitgaven zijn immers al gedaan bij de investering.
Wanneer we volgens bovenstaande redenering alle reserves zouden beoordelen die aanmerking komen voor rentetoevoeging, zou dat optellen tot een totaal van ca. € 14,5 miljoen. Een rentelast tegen de geldende interne rekenrente van 5% levert dan een structurele last op van € 725.000. Dit zou een onredelijke belasting van de exploitatie betekenen. De kans dat de volledige € 14,5 miljoen daadwerkelijk wordt uitgegeven is te verwaarlozen. Bovendien verwerken wij de verwachte rentelasten meerjarig in de begroting, aan de hand van een liquiditeitsprognose.
Daarom stellen wij voor de toerekening die werd gehanteerd tot en met 2006 te herstellen en jaarlijks een bedrag van € 250.000 toe te voegen aan de algemene reserve vrij aanwendbaar. Wanneer het nodig is om een bepaalde bestemmingsreserve te corrigeren kan dit dan vervolgens gebeuren ten laste van de algemene reserve vrij aanwendbaar. In de kadernota hebben wij u geïnformeerd dat deze toevoeging in 2009 niet haalbaar is. Voor 2010 en verder zal dit opnieuw als wens worden ingebracht.
Toelichting en mutaties op staat van reserves en voorzieningen 31-12-2007
De verdeling van de algemene reserve is toegelicht in de paragraaf weerstandsvermogen van het jaarverslag 2007. Op de algemene reserve vrij aanwendbaar rusten nog een aantal claims. Deze worden in de tabel hieronder nader gespecificeerd:
De volgende onderwerpen zullen in 2008 worden afgerond, waardoor de claim op de algemene reserve wordt ingelost:
Voor de volgende onderwerpen stellen wij u voor de claim te laten vervallen aangezien er geen duidelijkheid is over de inzet daarvan. Indien noodzakelijk wordt een nieuw verzoek ingediend:
Daarnaast stellen wij de volgende wijzigingen voor:
Hiermee vervallen eind 2008 de lopende claims op de algemene reserve waarmee de transparantie van deze reserve is verbeterd.
Meubilair openbaar onderwijs, leermiddelen openbaar onderwijs, schoolbudget
Deze reserves vallen onder de gelden openbaar onderwijs die de gemeente beheert voor de bestuurscommissie openbaar onderwijs. Wij stellen voor deze reserves samen te voegen en aan te vullen met de voorzieningen onderhoud binnenkant scholen, spaar- en opfrisverlof en versterking bestuur en management. In overleg met de accountant zal worden bepaald of dit totaal dan aangemerkt dient te worden als een reserve of als een voorziening. Op deze manier is in één oogopslag duidelijk welk bedrag voor de bestuurscommissie wordt beheerd.
Deze reserve is eind 2007 ingesteld en wordt aangewend om de afschrijvingslasten en voorbereidingskosten van de brede school in Cothen van dekking te voorzien. Na realisatie van de school wordt hieraan nog een deel van de opbrengst van de verkoop van de Beatrixschool en Speelhoek toegevoegd. Vervolgens wordt de reserve gedurende de afschrijvingsperiode van de school (40 jaar) afgebouwd tot 0. In deze nota is een voorstel opgenomen om de dekking van de afschrijvingslasten anders te organiseren.
Dit is het deel van de beschikbare gelden voor de herstructurering van Mariënhoeve dat aangewend wordt om de investeringen in de openbare ruimte van dekking te voorzien. Deze kunnen pas gedaan worden als de eindfase van de herstructurering is bereikt, naar verwachting eind 2008/begin 2009. De reserve zal per eind 2009 dan ook verbruikt zijn.
Deze reserve is door uw raad ingezet ter dekking van de actualisatie van een aantal bestemmingsplannen. In die hoedanigheid is de reserve toegevoegd aan het budget voor het project actualisering bestemmingsplannen. Dit project eindigt in 2011, de reserve zal dan ook verbruikt zijn. Wij zullen de tenaamstelling van deze reserve wijzigen in actualisatie bestemmingsplannen.
Brandweergarage Cothen/Langbroek
Deze reserve is gevormd ter dekking van de voorbereidingskosten en afschrijvingslasten van de nieuw te bouwen brandweergarage. Aan deze reserve worden nog toegevoegd de opbrengsten van de exploitatie van de locaties van de oude garages. Naar verwachting is de nieuwe brandweergarage in 2009 gereed. De reserve wordt dan gedurende de afschrijvingsperiode (40 jaar) teruggebracht naar 0. In deze nota is een voorstel opgenomen om de dekking van de afschrijvingslasten anders te organiseren.
Deze reserve is gevormd uit het bij de begroting en voorjaarsnota 2005 door de raad beschikbaar gestelde bedrag van € 1.000.000. Inmiddels zijn baggerwerkzaamheden en andere voorbereidende werkzaamheden uitgevoerd en heeft uw raad ingestemd met het aanwenden van het laatste deel om een deel van het steigerwerk te vervangen. Dit zal in 2008 gebeuren, de reserve zal dan naar verwachting eind 2008 zijn verbruikt.
ZO-hoek bovenwijkse voorzieningen
Deze reserve is gevormd door een bijdrage van de grondexploitatie Zuidoosthoek Cothen. Hieraan is nog geen concrete bestemming toegewezen. De reserve wordt dan ook meegenomen in de berekening van het weerstandsvermogen. Omdat er nog geen bestemming voor is kan de reserve vrijvallen ten gunste van de algemene reserve vrij aanwendbaar. Hierbij dient echter een gelijk bedrag toegevoegd te worden aan de reserve weerstandsvermogen, aangezien in de berekening van het weerstandsvermogen de bestemmingsreserve is meegeteld.
Deze reserve is eind 2005 gevormd uit het positieve saldo van fase 1 van de grondexploitatie de Engk. De bedoeling was dit bedrag in te zetten voor de realisatie van de “zorgstrip” in de Engk. Inmiddels ligt er een nieuw plan met nieuwe exploitatieberekeningen dat door uw raad is vastgesteld. Wij stellen dan ook voor deze bestemmingsreserve op te heffen en toe te voegen aan de algemene reserve vrij aanwendbaar.
Deze reserve is gevormd ter dekking van het risico van de waterschade aan het archief (€ 1.000.000) en het accommodatieplan welzijn-onderwijs (MFA”s) (€ 500.000). Beide projecten lopen nog en er is nog geen duidelijkheid over de gevolgen. Geadviseerd wordt dan ook deze reserve beschikbaar te houden tot de duidelijkheid er komt.
Vervening btw-compensatiefonds
Deze reserve wordt ingezet ter dekking van de btw in oude kapitaallasten en wordt door jaarlijkse onttrekkingen van € 137.000 in de periode 2008-2012 afgebouwd. In 2008 vindt een extra onttrekking plaats van € 200.000 vanwege het nadeel door de extra uitname uit het gemeentefonds. In 2012 is de reserve verbruikt.
Deze reserve is gevormd om te sparen voor een renovatie over 20 jaar. Deze constructie wordt bij geen enkel ander gebouw toegepast. Wij stellen voor dit bedrag toe te voegen aan de algemene reserve vrij aanwendbaar en bij een eventuele renovatie de kapitaallasten op te nemen in de begroting. Dit komt ook de transparantie van de werkelijk lasten en de benodigde structurele dekking in de begroting ten goede. De geraamde stortingen in de meerjarenbegroting zijn in de kadernota meegenomen als vrijvallende lasten.
Zoals u kunt zien zijn er gedurende het jaar 2007 een aantal voorzieningen al opgeheven. De voorzieningen die nu nog aanwezig zijn, zijn gevormd uit bijdragen van derden met een specifiek bestedingsdoel èn een terugbetalingsverplichting, bestemd voor lopende meerjarige projecten of er ligt een onderhoudsplan aan ten grondslag. Bij de jaarrekening 2008 zullen wij de aanwezige voorzieningen kritisch beoordelen op onderbouwing en noodzakelijkheid. Hiermee verwachten wij het aantal voorzieningen, conform de aanbeveling van de accountant bij de jaarrekening 2007, terug te kunnen brengen.
Gevolgen voorjaars- en kadernota
Bovenstaande samenvatting geeft een geactualiseerd beeld per 1 januari 2008 na verwerking van de voorstellen in deze nota. Tegelijk met deze nota bieden wij u de voorjaarsnota 2008 en kadernota 2009 aan. Om u een goed beeld te geven van de impact van de voorstellen die wij daarin doen, tonen wij hieronder de verwerking daarvan in bovenstaande saldi.
In 2007 is achtergesteld dividend ontvangen van de GCN voor een bedrag van € 2,7 miljoen. Dit bedrag is toegevoegd aan de algemene reserve vrij aanwendbaar, onder afzondering van een bedrag van € 700.000. Dit afgezonderde bedrag maakt deel uit van de claims op de algemene reserve vrij aanwendbaar en is dus verwerkt in het beschikbare saldo daarvan. In de kadernota hebben wij een overzicht opgenomen van de voorstellen voor besteding van dit bedrag.
Met het vaststellen van deze actualisatie van de nota reserves en voorziening, besluit de raad als volgt:
Nota Reserves en Voorzieningen
3.3.1 Reserves en resultaatbestemming 5
3.3.2 Reserves en bespaarde rente 6
3.3.3 Reserves en investeringen 6
Bijlage I: Relaties tussen het bbv en de nota reserves en voorzieningen per paragraaf 10
Bijlage II: Overzicht reserves en voorzieningen 15
Tijdens de behandeling van de begroting 2003 heeft het college een herziening toegezegd van de nota Reserves en Voorzieningen. Deze herziening staat voor een groot deel in het teken van het Besluit Begroting en Verantwoording Provincies en Gemeenten (BBV). Dit besluit, dat op 1 januari 2004 in werking treedt, vervangt de Comptabiliteitsvoorschriften 1995 (CV). In deze nota zijn de gevolgen van de overgang naar het BBV verwerkt.
Het bijzondere van het BBV ten opzichte van de CV is dat het BBV minder nadrukkelijk aansluiting zoekt bij het Burgerlijk Wetboek deel 2, waarop de verslaggevingsvoorschriften van het bedrijfsleven zijn gebaseerd. Het BBV onderkent meer dan de CV de eigenheid van gemeenten. Eigenheid moet echter niet worden gezien als een excuus om af te wijken van het gebruikelijke, maar als een reden om verbeteringen in de verslaggeving door te voeren. In het BBV heeft dat dan ook geleid tot voorschriften die passen bij de specifieke situatie bij lagere overheden. Mooie voorbeelden zijn het benadrukken van het belang van de begroting als sturingsinstrument en het opnemen van regelgeving omtrent investeringen met maatschappelijk nut. Ook ten aanzien van de reserves en voorzieningen, de thematiek van deze nota, is er sprake van regelgeving die het gevolg is van eigenheid. Hier wordt in deze nota later op teruggekomen.
2.De functie van een nota Reserves en Voorzieningen
Deze nota is een beleidsnota, dat wil zeggen dat ze de spelregels bevat omtrent de gemeentelijke reserves en voorzieningen. Dit zijn belangrijke spelregels, omdat reserves en voorzieningen een bepalende rol spelen in de financiële huishouding van een gemeente. Jaarlijks stelt de gemeenteraad bij de begroting de voorgenomen mutaties in de reserves en voorzieningen vast. In het BBV heeft dit meer dan voorheen een prominente plaats gekregen. Kortom, reserves en voorzieningen maken deel uit van de kaders die de gemeenteraad bij de begroting stelt. Deze nota bevat het beleid omtrent het instellen en opheffen van reserves en voorzieningen en het toevoegen of ontrekken van middelen aan reserves en voorzieningen. Daarnaast bevat deze nota de gemeentelijke visie op reserves en voorzieningen in relatie tot de financiële positie van de gemeente.
Hieronder is het reservebeleid van de gemeente weergegeven, verdeeld naar een aantal aspecten. Per aspect is het beleid getoetst aan het normenkader van het BBV. Dit normenkader is, onderverdeeld naar de paragrafen van deze nota, opgenomen in de bijlage.
Reserves zijn te verdelen naar de algemene reserve en bestemmingsreserves. De algemene reserve bestaat uit de reserves die geen door de raad vastgestelde specifieke bestemming hebben. De algemene reserve is bedoeld voor de dekking van uitgaven en tegenvallers die niet binnen de exploitatie opgevangen kunnen worden en waarvoor geen andere dekking voorhanden is, zoals een voorziening, een bestemmingsreserve of een verzekeringsuitkering (zie ook paragraaf Financiële positie). De raad kan besluiten een deel van de algemene reserve alsnog te bestemmen.
Er zijn twee soorten bestemmingsreserves: reserves die dienen om ongewenste schommelingen op te vangen in de tarieven die aan derden in rekening worden gebracht, maar die niet specifiek besteed hoeven te worden en overige bestemmingsreserves. Een voorbeeld van de eerste soort bestemmingsreserves is een reserve die is gevormd uit éénmalige baten, zoals de verkoop van aandelen. Deze reserve kan vervolgens gedurende een aantal jaren ten gunste van de exploitatie worden gebracht. Hierdoor kan bijvoorbeeld het OZB-tarief een aantal jaren worden gematigd in plaats van éénmalig een heel laag tarief in het jaar waarin de verkoop van de aandelen is voorzien. Kenmerkend voor een bestemmingsreserve is dat de raad aan de reserve een bestemming heeft gegeven, maar waarbij de raad tegelijkertijd vrij is deze bestemming te wijzigen.
3.2 Reserves: instellen en opheffen
De gemeenteraad besluit over het instellen en opheffen van reserves. Om redenen van inzichtelijkheid en beheersbaarheid is het wenselijk het aantal reserves te beperken. Bestemmingsreserves dienen concreet onderbouwd te zijn met een doelstelling en een indicatie van de middelen die hiermee zijn gemoeid (waaronder de maximale omvang van de reserve en de wijze van voeding).
De algemene reserve kan bestaan uit meerdere afzonderlijke reserves met een algemeen karakter. Het instellen van dit soort reserves geschiedt alleen op gronden die samenhangen met de financiële positie van de gemeente, zoals het afzonderen van een deel van de algemene reserve in het kader van het weerstandsvermogen (zie paragraaf 5).
Het opheffen van bestemmingsreserves geschiedt indien de raad besluit de bestemming te wijzigen of in te trekken of wanneer de bestemming is gerealiseerd. Het opheffen van algemene reserves geschiedt alleen op gronden die samenhangen met de financiële positie van de gemeente (zie ook paragraaf Financiële positie).
3.3 Reserves: toevoeging en onttrekking van middelen
Mutaties in reserves hebben binnen het BBV een bijzondere plaats gekregen. Er is sprake van een aantal soorten mutaties: mutaties in samenhang met resultaatbestemming, mutaties in samenhang met bespaarde rente en mutaties in samenhang met investeringen.
3.3.1 Reserves en resultaatbestemming
Om het inzicht in de financiële positie van de gemeente te verbeteren (zie ook paragraaf 5), is in het BBV bepaald dat het resultaat cq. saldo van de begroting of de jaarrekening moet zijn gesplitst in een resultaat vóór en na bestemming. Het resultaat vóór bestemming is gezuiverd van alle bijdragen en onttrekkingen aan reserves. Vervolgens kan de gemeenteraad besluiten in de begroting of jaarrekening bijdragen of onttrekkingen aan reserves te verwerken. Dit wordt resultaatbestemming genoemd. Alle mutaties in reserves (zowel bij begroting als rekening) moeten via de resultaatbestemming zichtbaar worden gemaakt. Het voordeel hiervan is dat inzichtelijk is of het gemeentelijk beleid leidt tot een verslechtering of verbetering van de financiële positie. Bij een negatief resultaat zal er een beroep moeten worden gedaan op het eigen vermogen van de gemeente (de reserves) en bij een positief resultaat is er ruimte om het eigen vermogen te versterken. In het resultaat na bestemming zijn alle verrekeningen met reserves verwerkt.
Overigens is het zo dat het inzetten van reserves ten gunste van de exploitatie beperkt is, omdat op reserves nu eenmaal niet tot in lengte van dagen een beroep kan worden gedaan. Op enig moment zijn de beschikbare middelen op. Dat betekent dat reserves alleen ingezet worden ter dekking van incidentele lasten. Incidenteel wordt overigens binnen het BBV aangemerkt als een periode van ten hoogste drie jaren.
Het kan voorkomen dat de gemeente op enig moment toch besluit reserves in te zetten ter dekking van structurele lasten. Dit is mogelijk met een meerjarenbegroting (exploitatie en balans), waaruit blijkt dat dit mogelijk is binnen de financiële positie en indien wordt voldaan aan de voorwaarden die de provincie stelt in het kader van het financiële toezicht. De provincie houdt bij de beoordeling van de begroting rekening met de mogelijkheid dat een gemeente maximaal 1/30 deel van de algemene reserve kan inzetten ter dekking van structurele lasten.
3.3.2 Reserves en bespaarde rente
Reserves bestaan uit eigen middelen van de gemeente. Toch kan het nuttig zijn rentekosten over reserves te berekenen. Op grond van het BBV mogen deze middelen echter niet meer direct worden toegevoegd aan de reserves, zoals binnen de CV wel was toegestaan. Ook voor toevoegingen aan reserves met een rentemotief geldt dat deze via resultaatbestemming moeten worden verwerkt. Voor het gemeentelijk beleid omtrent reserves en bespaarde rente verwijzen wij u naar de nog op te stellen nota Rentebeleid.
3.3.3 Reserves en investeringen
Het BBV maakt onderscheid tussen investeringen met economisch nut en investeringen in de openbare ruimte met maatschappelijk nut. Voor het reservebeleid is van belang dat het toegestaan is om bijdragen uit reserves ineens in mindering te brengen op investeringen met maatschappelijk nut. De achtergrond hiervan is dat deze investeringen geen bedrijfseconomische waarde vertegenwoordigen en daarom zo snel mogelijk afgeschreven moeten worden. Bij investeringen met economisch nut is het in mindering brengen van bijdragen uit reserves niet toegestaan. Omdat deze investeringen wel een bedrijfseconomische waarde vertegenwoordigen, moeten zij tegen de volledige (rest)waarde op de balans worden verantwoord. Wel is het mogelijk de jaarlijkse afschrijvingslasten van investeringen met economisch nut via de resultaatbestemming (deels) te dekken ten laste van een (bestemmings)reserve. Indien hiervoor wordt gekozen, betekent dit wel dat de besteding van deze bestemmingsreserve vastligt. Er kan dan geen beroep meer op deze bestemmingsreserve worden gedaan ter dekking van andere uitgaven zonder dat dit gevolgen heeft voor de exploitatie.
Het afschrijven ten laste van een bestemmingsreserve kan ook worden toegepast op investeringen met maatschappelijk nut. Het BBV geeft echter de voorkeur aan investeringen met maatschappelijk nut zo snel mogelijk af te schrijven, het liefst ineens. Het direct in mindering brengen van reserves op investeringen met maatschappelijk is dan ook meer in de geest van het BBV dan het jaarlijks afschrijven ten laste van een bestemmingsreserve.
Hieronder is het voorzieningenbeleid van de gemeente weergegeven, verdeeld naar een aantal aspecten. Per aspect is het beleid getoetst aan het normenkader van het BBV. Dit normenkader is, onderverdeeld naar de paragrafen van deze nota, opgenomen in de bijlage.
4.1 Voorzieningen: instellen en opheffen
Het gaat bij voorzieningen om min of meer onzekere verplichtingen die te zijner tijd tot schulden kunnen worden, zoals garantieverplichtingen en dergelijke. Ook kunnen voorzieningen betrekking hebben op verplichtingen, samenhangend met het in de tijd onregelmatig gespreid zijn van bepaalde kosten, zoals groot onderhoud. Deze voorzieningen dienen te worden onderbouwd met een beheerplan. Voorts kunnen voorzieningen een schatting betreffen van de lasten voortvloeiend uit risico’s die samenhangen met de bedrijfsvoering, zoals rechtsgedingen, reorganisaties en dergelijke. Voor de gevolgen van toekomstige gebeurtenissen, die niet in causale relatie staan tot het bedrijfsgebeuren in de periode voorafgaande aan de balansdatum, kunnen geen voorzieningen worden gevormd.
Middelen van derden die specifiek besteed moeten worden vallen ook onder de voorzieningen, omdat aan deze middelen een bestedingsverplichting is gekoppeld. De gemeente geeft de middelen zelf uit of moet ze, indien niet besteed, terugbetalen aan de verstrekker van de middelen. De voorziening wordt gevormd ten laste van de exploitatie en bevat het niet-bestede deel van de ontvangen middelen.
Er mag geen voorziening worden gevormd voor arbeidskostengerelateerde verplichtingen die jaarlijks qua omvang ongeveer gelijk zijn (jaarlijks vergelijkbaar volume). Voorbeelden van arbeidskostengerelateerde verplichtingen zijn: vakantiegelden en wachtgelden. Per soort arbeidskostengerelateerde verplichting zal moeten worden beoordeeld of er sprake is van een jaarlijks vergelijkbaar volume. Hierbij wordt een periode van vier jaar in acht genomen. Zijn de verplichtingen binnen deze periode van vergelijkbaar volume, dan mag geen voorziening worden getroffen en dient de verplichting te worden verwerkt in de exploitatie. Indien er geen sprake is van een vergelijkbaar volume, moet er een voorziening worden getroffen. Dit zal jaarlijks bij de begroting en de rekening moeten worden beoordeeld.
Het instellen van een voorziening is een taak van de gemeenteraad. Belangrijk is dat voorzieningen naar beste schatting dekkend zijn voor de achterliggende verplichtingen of risico’s. Ze mogen niet groter of kleiner zijn dan de omvang van de risico’s of verplichtingen waarvoor ze zijn ingesteld. Voorzieningen worden door de raad opgeheven of in omvang bijgesteld indien de onderliggende verplichtingen en risico’s wegvallen of in omvang wijzigen.
Met het instellen van een voorziening is het college gemachtigd tot het doen van uitgaven. Deze uitgaven zijn gebaseerd op door de raad goedgekeurde onderhoudsplannen of door de raad vastgestelde verplichtingen of claims waarvoor de betreffende voorzieningen zijn gevormd. Het college legt over de uitgaven verantwoording af aan de gemeenteraad.
4.2 Voorzieningen: toevoeging en onttrekking van middelen
Dotaties aan voorzieningen dienen direct ten laste van de exploitatie worden gebracht en maken geen deel uit van de resultaatbestemming, zoals bij reserves wel het geval is. Dotaties aan voorzieningen is alleen toegestaan indien dit leidt tot het op peil brengen cq. houden van voorzieningen in relatie tot de onderliggende verplichtingen of risico’s. Onttrekkingen aan voorzieningen worden direct ten laste van de voorziening verantwoord.
Het toevoegen van rente aan voorzieningen is niet toegestaan. In het geval dat het Rijk voorschrijft dat over bepaalde voorzieningen die gevormd zijn uit door het rijk verstrekte middelen rente moet worden bijgeschreven, wordt deze rentetoevoeging beschouwd als een normale toevoeging. Dit is toegestaan, omdat de storting plaatsvindt om de voorziening op het voorgeschreven niveau te houden.
5.Reserves en voorzieningen: relatie met de financiële positie
In paragraaf 2 is al aangegeven dat reserves en voorzieningen een bepalende rol kunnen spelen in de financiële positie van een gemeente. Dat komt op een aantal manieren tot uitdrukking. In de eerste plaats kunnen reserves worden ingezet ter dekking van tekorten in de exploitatiebegroting. Op grond van het BBV moet dit expliciet zichtbaar zijn in het onderdeel resultaatbestemming van de begroting of rekening. Op het moment dat een gemeente structureel middelen aan reserves onttrekt, kan dit duiden op structurele exploitatietekorten. Het is dan maar de vraag hoe lang een gemeente door kan gaan met het onttrekken van middelen aan de reserves. Aan de andere kant kan het toevoegen van middelen aan reserves ten laste van de exploitatie duiden op een exploitatie-overschot.
Voor voorzieningen geldt ook dat een voortdurend inzicht in de relatie tussen de hoogte van de voorzieningen en de onderliggende verplichtingen cq. risico’s, het inzicht in de financiële positie verbeterd. Een voorbeeld hiervan is de relatie tussen de omvang van een onderhoudsvoorziening en de nog uit te voeren werkzaamheden op grond van een beheerplan. Hieruit kan worden afgelezen of een gemeente in staat is de onderhoudskosten structureel te kunnen dragen en daarbij het gewenste onderhoudsniveau te realiseren. In de paragraaf onderhoud kapitaalgoederen moet de gemeente hierover verslag doen.
In de derde plaats hebben reserves en voorzieningen een financieringsfunctie. Het zijn middelen van de gemeente die samen met eventueel aangetrokken geldleningen de financieringsmiddelen vormen. Het voordeel van eigen financieringsmiddelen is dat deze uiteraard goedkoper zijn dan middelen die van derden moeten worden geleend. Het risico is echter dat door de besteding van reserves en voorzieningen de eigen financieringsmiddelen afnemen, waardoor de behoefte aan het opnemen van geldleningen toeneemt. Dit brengt extra lasten met zich mee, waardoor de financiële positie onder druk kan komen te staan. Het is van belang dat een gemeente hier in haar financieel beleid rekening mee houdt. Een instrument hiervoor is het hanteren van een systeem van bespaarde rente. Wij verwijzen u hiervoor naar de nog op te stellen nota Rentebeleid.
Een laatste functie van reserves in relatie tot de financiële positie is de functie van weerstandsvermogen. De gemeente loopt op grond van haar activiteiten diverse financiële risico’s. Een deel van die risico’s kan worden afgedekt door het treffen van voorzieningen, het afsluiten van verzekeringen of door het nemen van maatregelen in de sfeer van procedures en interne controle (ter voorkoming van het zich daadwerkelijk voordoen van risico’s). Een resterend deel van de risico’s is echter niet op die manier af te dekken. Tegenover deze resterende risico’s kan een gemeente algemene middelen stellen en een inschatting maken van de verhouding tussen de resterende risico’s en deze middelen.
De algemene reserve heeft een belangrijke functie waar het gaat om het aanhouden van weerstandsvermogen. De geschatte omvang van de resterende risico’s kan bijvoorbeeld een onderbouwing zijn van de gewenste minimale omvang van de algemene reserve.
In deze nota wordt verder niet op dit onderwerp ingegaan, omdat de beleidskeuzes rond het aanhouden van een bepaald weerstandsvermogen sterk samenhangen met andere onderdelen van het financieel beleid, zoals risicomanagement. Hier zal een aparte notitie aan moeten worden gewijd (deze is gepland in 2005). De gemeente is verplicht in de begroting over dit onderwerp verslag te doen in de paragraaf Weerstandsvermogen.
Bijlage I: Relaties tussen het bbv en de nota reserves en voorzieningen per paragraaf
Bijlage II: Overzicht reserves en voorzieningen
Sector Samenlevingszaken / Afdeling Welzijn Onderwijs en Burgerzaken
Deze reserve is oorspronkelijk ingesteld als egalisatiereserve voor de kosten van de uitvoering van de WVG. Vervolgens is het besluit genomen deze reserve in stand te houden voor een bedrag van € 680.670. De bedoeling was dit bedrag achter de hand te hebben voor gehandicapten.De reserve heeft echter in de praktijk alleen een inkomensfunctie gekregen, omdat er geen bestedingen worden gedaan. De rentebaten zijn altijd ten gunste van de exploitatie gebracht (inkomensfunctie). Daadwerkelijke besteding van de reserve heeft direct consequenties voor de exploitatie, omdat de rentebaten zullen afnemen.
De functies van de reserve (inkomensfunctie en het achter de hand hebben van middelen voor een bepaald doel) zijn dus strijdig met elkaar. Het voorstel is dan ook om deze reserve op te heffen en het saldo van de reserve (€ 680.670) toe te voegen aan de algemene reserve vrij besteedbaar. Van daar uit kan het eventueel worden ingezet voor WVG of als algemeen dekkingsmiddel (max. tot 1/30 deel van de algemene reserve voor de dekking van structurele lasten).
Sector Samenlevingszaken / Afdeling Sociale Zaken
Wegens plaatsing van het derde en laatste kunstwerk in juni 2003 vervalt de noodzaak van deze reserve. Deze kan, na betaling van alle verplichte uitgaven, op nul worden gesteld en vrijvallen ten gunste van de Algemene Reserve vrij besteedbaar.
Indien in enig jaar de uitgaven m.b.t. de bijzondere bijstand en het minimabeleid het budget overschrijden, kan deze reserve door middel van resultaatbestemming als dekkingsmiddel worden ingezet.
Reserve per 1-1-2004 op € 100.000 stellen. Restant bedrag van € 193.054 toevoegen aan de algemene reserve vrij besteedbaar.
Sector Samenlevingszaken / Afdeling Sociale Zaken
Deze reserve heeft per 31-12-2002 een negatieve stand. Voorgesteld wordt om dit fonds op te heffen en de negatieve stand terug te brengen tot € 0, ten laste van de Algemene reserve vrij besteedbaar.
Sector Samenlevingszaken / Afdeling Welzijn Onderwijs en Burgerzaken
De jaarlijkse rijksvergoeding voor meubilair is gebaseerd op een vast bedrag per school (ongeacht de schoolgrootte) en een vast bedrag per leerling. Dit jaarlijkse bedrag is in de praktijk niet gelijk aan de jaarlijkse werkelijke uitgaven. Wij stellen voor om het verschil tussen de rijksvergoeding en de werkelijke uitgaven te reserveren, dan wel te onttrekken aan deze reserve.
De jaarlijkse rijksvergoeding voor ICT openbaar onderwijs is gebaseerd op een vast bedrag per school (ongeacht de schoolgrootte) en een vast bedrag per leerling. Dit jaarlijkse bedrag is in de praktijk niet gelijk aan de jaarlijkse werkelijke uitgaven. Het is wenselijk het verschil tussen de rijksvergoeding en de werkelijke uitgaven te reserveren, dan wel te onttrekken aan deze reserve.
De jaarlijkse rijksvergoeding voor Vervanging leermiddelen openbaar onderwijs is gebaseerd op een vast bedrag per school (ongeacht de schoolgrootte) en een vast bedrag per leerling. Dit jaarlijkse bedrag is in de praktijk niet gelijk aan de jaarlijkse werkelijke uitgaven. Het is wenselijk het verschil tussen de rijksvergoeding en de werkelijke uitgaven te reserveren, dan wel te onttrekken aan deze reserve.
Deze reserve bevat de volgende componenten:
FRE’s Onderwijs: De kosten van het onderwijzende personeel openbaar basisonderwijs worden per 1 augustus 1992 vergoed op basis van het formatiebudgetsysteem (FBS). Het FBS is afhankelijk van het aantal leerlingen. Het FBS bepaalt de maximaal te vergoeden salariskosten. Wanneer deze kosten worden overschreden komt dat voor rekening van de gemeente Wijk bij Duurstede. Onderscheidingen van het FBS mogen worden verzilverd en worden gebruikt voor toekomstige overschrijdingen te dekken;
Het plan De Geer wordt ontwikkeld door een projectontwikkelaar (Bouwfonds NV). Voor iedere m2 uitgegeven grond betaalt de projectontwikkelaar de gemeente een bedrag van € 9,08 (prijspeil 1995, dit bedrag wordt jaarlijks geïndexeerd). Deze gelden worden door de gemeente gereserveerd om “bovenwijkse voorzieningen” binnen de gehele gemeente ten behoeve van de realisering van dit plan te kunnen bekostigen.
Vanuit deze reserve worden de volgende projecten bekostigd:
Deze reserve is reeds opgeheven in de begroting van 2003. Het restant van deze reserve kan worden toegevoegd aan de Algemene Reserve vrij besteedbaar.
In maart 2001 is door de raad het definitieve ontwerp t.b.v. de verbouw en uitbreiding van het gemeentehuis vastgesteld en is een krediet beschikbaar gesteld van € 6.806.703. Tevens is ook het krediet voor de aanleg van een parkeervoorziening van € 1.588.231 beschikbaar gesteld. De afschrijvingslasten van deze investering worden gedekt uit deze reserve, die destijds is gevormd uit de Algemene reserve. Deze reserve moet gelijk zijn aan het werkelijk af te schrijven bedrag.
Per 1-1-2003 is het BTW-compensatiefonds ingevoerd. De gemeente kan voor het uitvoeren van de overheidstaken de BTW uit de kosten hiervan declareren bij het BTW-compensatiefonds. De reserve is gevormd voor het dekkingsprobleem van de kapitaallasten van investeringen uit oude jaren. In deze kapitaallasten is nog een BTW-component begrepen, waarvoor de gemeente geen algemene uitkering meer ontvangt. Ten laste van deze reserve kan de komende 10 jaar het nadelige effect worden verminderd.
De korting op het gemeentefonds wegens de invoering van het BCF die in 2003 wel is uitgekeerd. Dit betreft € 5 per inwoner, in totaal een bedrag van ongeveer € 1,3 miljoen. Daarnaast is in 2003 uit de reserves en voorzieningen de BTW-component gehaald en ook toegevoegd aan deze reserve. Dit betreffen alleen die reserves en voorzieningen die bedoeld zijn voor compensabele doelstellingen. Hierdoor is aan deze reserve nog eens bijna € 150.000 toegevoegd.
De gemeente Wijk bij Duurstede treedt op als civieltechnisch ingenieursbureau voor het Bouwfonds NV. Het Bouwfonds treedt op als projectontwikkelaar voor het plan De Geer. Naar verwachting zullen hier ca. 700 woningen worden gebouwd. Primaire taak van de gemeente is het opstellen van bestekken. Voor deze werkzaamheden betaalt het Bouwfonds de gemeente een vast bedrag van € 907,56 per woning. Het totale plan zal worden uitgevoerd in de periode 1996-2005. Medio 2003 dienen er nog een paar straten woonrijp te worden gemaakt: Pompeius, Tacitus, Romulus (ged.) en Augustus (ged.). De volgende kosten zullen nog worden gemaakt:
In de begroting is een budget opgenomen voor opleidingskosten. Het budget is gebaseerd op het opleidingsplan. De werkelijke kosten schommelen van jaar tot jaar, hetgeen o.a. te maken heeft met het aanbod en de duur van de opleidingen. Niet bestede budgetten in enig jaar zullen op een ander tijdstip alsnog worden aangewend. Aan de andere kant kan een beroep op deze reserve worden gedaan indien het budget in een jaar wordt overschreden.
Met ingang van 2004 is de gemeente verplicht aandacht te besteden aan het weerstandsvermogen. De gemeente heeft hier op dit moment nog geen specifiek beleid voor vastgesteld. De omvang van het weerstandsvermogen is daarom nog niet gerelateerd aan het specifieke risicoprofiel van de gemeente Wijk bij Duurstede. Tot die tijd hanteren wij de norm van de provincie Utrecht voor “statische gemeenten”, zijnde € 50 per inwoner. Afgerond komt dit neer op € 1,2 miljoen.
Deze reserve is opgeheven in de begroting van 2003. Het restant van deze reserve kan worden toegevoegd aan de Algemene Reserve vrij besteedbaar.
Deze reserve is opgeheven in de begroting van 2003. Het restant van deze reserve kan worden toegevoegd aan de Algemene Reserve vrij besteedbaar.
In het GRP (gemeentelijk rioleringsplan, dat eenmaal per 4 jaar wordt bijgesteld) worden de kosten van beheer, onderhoud en aanleg nieuwe rioleringsvoorzieningen over een periode van 60 jaar inzichtelijk gemaakt. Op basis van deze berekening wordt ook het rioolrecht over die periode berekend. De uitgaven, met name ten gevolge van zeer kapitaalsintensieve werken, zijn het ene jaar veel hoger dan het andere jaar. Middels dit tariefegalisatiefonds wordt bewerkstelligd, dat de hoogte van het rioolrecht over de planperiode een geleidelijk verloop heeft. Alle lasten worden verantwoord op de exploitatie, waarbij het verschil tussen de lasten en de opbrengsten aan rioolrecht met deze reserve worden verrekend. Het rioolrecht voor de komende jaren is aan de hand van het GRP bepaald.
Op aanvraag verstrekt het Rijk subsidie aan de gemeente voor de te maken kosten voor kinderopvang en buitenschoolse opvang. Dit gebeurt door middel van bevoorschotting. De ontvangen gelden dienen voor dit doel beschikbaar te blijven. Gelden welke niet worden besteed aan dit doel, moeten worden terugbetaald aan het Ministerie.
Instellingen (kindercentra en gastouderopvang) kunnen op hun beurt van de gemeente een vast bedrag per gerealiseerde kinderplaats krijgen. Hiervoor moeten zij via accountantsrapporten aantonen dat ze het aantal geraamde kindplaatsen hebben gerealiseerd.
Regeling loopt volgens de huidige wetgeving tot 31-12-2004
Het betreft hier nog niet bestede middelen, verkregen van derden, met een specifieke aanwending en een terugbetalingsverplichting.
Omvang is gelijk aan onderliggende verplichting tot subsidiering of terugbetaling. Dit is gebaseerd op de regelgeving rond de uitbreiding kinderopvang en buitenschoolse opvang. Het saldo dient elk jaar onderbouwd te worden.
De gemeente ontvangt stimuleringsgelden ter bekostiging van begeleiding en bemiddeling van nieuwkomers (vluchtelingen, immigranten etc.). Deze rijksbijdrage bestaat uit een welzijnscomponent en een bijdrage ter besteding aan educatieve programma’s. Jaarlijks dient de gemeente een verantwoording aan het ministerie af te geven over de besteding van de rijksbijdragen. Niet bestede rijksmiddelen worden gereserveerd.
Het betreft hier nog niet bestede middelen, verkregen van derden, met een specifieke aanwending en een terugbetalingsverplichting.
Omvang is gelijk aan de nog niet bestede rijksvergoeding.Dit is gebaseerd op de regelgeving rond de Wet Inburgering Nieuwkomers. Het bedrag van de voorziening wordt jaarlijks onderbouwd en in de jaarverantwoording WIN naar het ministerie bepaald.
Medio 2003 verblijft nog een aantal asielzoekers in een woning die door de gemeente wordt gehuurd. Op het moment dat de huur kan worden opgezegd (naar verwachting binnen 3 jaar), moet de woning in originele staat worden teruggebracht. De woning moet worden teruggebracht van een 1-2 eenheid naar een eengezinswoning. De kosten voor het klein onderhoud aan deze woning moet worden opgenomen in de exploitatiebegroting.
Het betreft hier een verplichting waarvan de omvang op de balansdatum onzeker is, doch
Door minder verlof op te nemen kan ieder personeelslid zijn/haar verlof opsparen. Vooraf moet door de medewerker aangegeven worden over welke periode en hoeveel uren hij/zij wenst te sparen. De spaarperiode bedraagt tenminste vijf jaren en ten hoogste twaalf jaren. De gespaarde bedragen worden -op het moment dat het verlof wordt opgenomen- gebruikt om de vervanging te betalen. Wanneer het personeelslid gedwongen of ongedwongen ontslag neemt/krijgt, kan hij het gespaarde verlof eerder opnemen of meenemen naar een volgende werkgever.
Voor deze regeling bestaat er een administratieplicht.
Het betreft verplichtingen en verliezen waarvan de omvang op de balansdatum onzeker is, doch redelijkerwijs in te schatten.
De wet OALT is op 1 augustus 1998 in werking gegaan. Het geeft gemeenten de mogelijkheid om allochtone leerlingen les te geven in hun eigen taal en cultuur (cultuureducatie) en/of taalondersteuning te geven. De rijksvergoeding wordt gebruikt om de salariskosten van de OALT-leraar en de leermiddelen van te betalen. Deze regeling loopt tot 1 augustus 2003. Uitgaven mogen gedaan worden tot 1 augustus 2004.
Het gaat om nog niet bestede middelen, verkregen van derden, met een specifieke aanwending en een terugbetalingsverplichting.
De gemeente krijgt per jaar een bijdrage van het rijk ter bevordering van de bestuurlijke samenwerking primair onderwijs. Naar gelang behoefte worden hieruit uitgaven gedaan. De uitgaven betreffen o.a. vergaderkosten, kosten voor de invalpool en bevordering van de mobiliteit.
Het gaat hier om nog niet bestede middelen, verkregen van derden, met een specifieke aanwending en een terugbetalingsverplichting.
Voor- en vroegschoolse educatie houdt in dat allochtone kinderen op jonge leeftijd meedoen aan educatieve programma’s, die starten in een voorschoolse voorziening (peuterspeelzaal, kinderopvang) en doorlopen tot in de eerste twee groepen van de basisschool. Centraal hierbij staat het leren van de Nederlandse taal. Het doel van deze regeling is om de taalachterstand van allochtone kinderen bij aanvang van groep drie van het basisonderwijs zo klein mogelijke te laten zijn.
Het gaat om nog niet bestede middelen, verkregen van derden, met een specifieke aanwending en een terugbetalingsverplichting.
Een voorziening voor verkiezingen is binnen het BBV niet meer mogelijk. Wel is er de mogelijkheid om een reserve hiervoor aan te houden. Er vinden echter bijna ieder jaar verkiezingen plaats (gemeenteraad, Provinciale Staten, Tweede Kamer, Europees Parlement), waardoor de kosten voor verkiezingen beter in de meerjarenbegroting kunnen worden opgenomen.
Deze voorziening kan derhalve per worden opgeheven ten gunste van de Algemene Reserve vrij besteedbaar.
Sector Samenlevingszaken / Afdeling Welzijn Onderwijs en Burgerzaken
In 2002 is reeds besloten dat de lening aan Stichting Feuniks zal worden kwijtgescholden in 2004 ten laste van de voorziening Egalisatierekening erfpachtcanon. Het betreft hier derhalve geen volwaardige vordering, waardoor deze reeds dient te worden afgeboekt.
Sector Samenlevingszaken / Afdeling Welzijn Onderwijs en Burgerzaken
De onderliggende wachtgeldverplichting is reeds in 2001 vervallen. Deze voorziening kan derhalve vrijvallen ten gunste van de Algemene reserve vrij besteedbaar.
De jaarlijkse storting bepalen op grond van het beheerplan gebouwen. De toereikendheid vaststellen en eventueel, via de exploitatierekening, éénmalig een bijdrage ten laste van de Algemene Reserve vrij besteedbaar brengen. Tevens bepalen of onderscheid in de onderliggende deelvoorzieningen nog gewenst is.
Gemeente krijgen ieder jaar vooraf een vastgesteld uitkeringsbudget. 75% hiervan wordt op declaratiebasis vergoed door het Rijk. De gemeente zelf heeft hierin een aandeel van 25% in de bijstandslasten. Wanneer gemeente door een actief reïntegratiebeleid budget overhouden, dienen zij dit te reserveren en -uiterlijk het volgende jaar- in te zetten voor extra reïntegratie-inspanningen.
Op dit moment (2003) is er een achterstand in baggerwerkzaamheden, met name ontstaan door de zeer hoge kosten van de baggerwerkzaamheden en de afvoer van de verontreinigde specie, die niet meer zoals vroeger op de kant mag worden gezet. Het waterschap ontwikkelt een ‘diepteschouw’ voor de juiste maatgeving van een watergang en zal deze in de toekomst strenger gaan handhaven. In 2004 zal de afdeling Openbare Werken hiervoor een beheerplan gaan opstellen.
Het betreft hier een verplichting samenhangend met het in de tijd onregelmatig gespreid zijn van kosten.
Hoewel het bedrag per 1-1-2004 nog niet is onderbouwd met een beheerplan, is het voorstel de voorziening per 31-12-2004 te onderbouwen.
Voorziening kan worden opgeheven ten gunste van de Algemene Reserve vrij besteedbaar.
De afdeling Openbare Werken wenst het bedrag in te zetten voor uitvoering van het project “Duurzaam Veilige inrichting De Horden, gedeelte Winkelcentrum”, dat in 2004 in voorbereiding wordt genomen en in 2004/2005 zal worden uitgevoerd.
Iedere twee à drie jaar wordt een nieuwe wegeninspectieronde uitgevoerd, op basis waarvan het wegenbeheerplan wordt geactualiseerd. Het huidige wegenbeheerplan is in september 2003 door de raad vastgesteld.
Het betreft hier een verplichting samenhangend met het in de tijd onregelmatig gespreid zijn van kosten.
Het huidige saldo betreft een reservering van ontvangen gelden wegens de overdracht van de bruggen van de Provincie naar de gemeente. Er bestaat (nog) geen inzicht in de financiële omvang van het toekomstig te plegen onderhoud aan de bruggen. In 2004 zal de afdeling Openbare Werken een beheersplan Bruggen opstellen.
Het betreft hier een verplichting samenhangend met het in de tijd onregelmatig gespreid zijn van kosten.
Iedere vier jaar vindt er een groot onderhoud plaats aan de werf. Dit zal de eerst volgende keer in 2005 zijn. Daarnaast is er de aankomende jaren een toename te zien van vervangingen van onderdelen. Deze voorziening dient te worden gevormd om deze onderhoudslasten gelijkmatig te verdelen over de verschillende jaren.
Het betreft hier een verplichting samenhangend met het in de tijd onregelmatig gespreid zijn van kosten.
Als gevolg van de gemeentelijke herindeling van de gemeenten Wijk bij Duurstede, Cothen en Langbroek is een aantal personeelsleden vervroegd uitgetreden. Deze personeelsleden ontvangen een wachtgelduitkering.
Het betreft hier een verplichting samenhangend met het in de tijd onregelmatig gespreid zijn van kosten.
De gemeentesecretaris gaat per 1 mei 2006 met pre-pensioen. Op grond van zijn spaarcontract zal hij reeds per 1 september 2005 de organisatie verlaten. In de tussenliggende periode zal hij worden vervangen, hetgeen dubbele salarislasten betekent. Door middel van deze voorziening wordt in de dekking van deze lasten voorzien.
De WWB kent geldstromen: een werkdeel en een inkomensdeel. De overschotten van de middelen die worden verkregen van het rijk voor het inkomensdeel zijn vrij besteedbaar, de overschotten van de middelen die worden verkregen voor het werkdeel moeten alsnog worden besteed of anders worden terugbetaald aan het rijk.
Het betreft hier nog niet bestede middelen, verkregen van derden, met een specifieke aanwending en een terugbetalingsverplichting.