Organisatie | Pijnacker-Nootdorp |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad van de gemeente Pijnacker-Nootdorp |
Citeertitel | Reglement van orde van de gemeenteraad 2009 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Dit reglement treedt in werking op 01-09-2009. Op dat tijdstip vervalt het reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad van de gemeente Pijnacker-Nootdorp vastgesteld bij raadsbesluit op 25-04-2002, alsmede de daarop vastgestelde eerste wijziging van 22-05-2003.
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-09-2009 | 20-07-2016 | nieuwe regeling | 07-07-2009 Telstar, 16-09-2009 | 2008.16283 |
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In dit reglement wordt verstaan onder:
college: het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Pijnacker-Nootdorp conform de artikelen 34en 160 van de Gemeentewet;
gemeenschappelijk orgaan: organisatie waarin de Gemeenteraad één van zijn leden heeft benoemd als lid van het bestuur op basis van de Wet Gemeenschappelijke Regelingen;
griffier: griffier van de raad of diens vervanger als bedoeld in artikel 100, eerste lid van de Gemeentewet;
inlichtingenrecht: recht van een lid van de Gemeenteraad op informatie vanuit het college conform de artikelen 150, 169, 180 en Gemeentewet, art. 180;
interpellatie: het vragen van inlichtingen aan het college of de burgemeester over een onderwerp dat niet staat vermeld op de agenda conform het recht op interpellatie als omschreven in artikel 155 van de Gemeentewet;
secretaris: secretaris als bedoeld in artikel 100, eerste lid van de Gemeentewet;
vragenrecht: recht van een lid van de Gemeenteraad vragen te stellen aan het college conform artikel 155 van de Gemeentewet;
De voorzitter is conform artikel 68 van de Gemeentewet geen lid van de raad.
Indien door verhindering of ontstentenis de voorzitter een vergadering niet kan voorzitten dan wordt conform artikel 77 van de Gemeentewet het voorzitterschap waargenomen door het langstzittende lid van de raad.
Hoofdstuk 2 Toelating van nieuwe leden; fracties
Artikel 6 Onderzoek geloofsbrieven; beëdiging
Na een raadsverkiezing roept de voorzitter de toegelaten leden van de raad op om in de eerste vergadering van de raad in nieuwe samenstelling, bedoeld in artikel 18 van de Gemeentewet, de voorgeschreven eed of verklaring en belofte af te leggen.
Bij de benoeming van een wethouder wordt overeenkomstig het eerste lid een commissie ingesteld welke onderzoekt of de kandidaat voldoet aan de eisen van de Gemeentewet. De werkwijze van deze commissie is overeenkomstig het tweede lid.
Indien boven de kandidatenlijst een aanduiding was geplaatst, voert de fractie in de raad deze aanduiding als naam. Indien geen aanduiding boven de kandidatenlijst was geplaatst, deelt de fractie in de eerste vergadering van de raad aan de voorzitter mee welke naam deze fractie in de raad wil voeren.
Paragraaf 1 Tijdstip van vergaderen; voorbereidingen
De voorlopige agenda en de daarbij behorende stukken worden tegelijkertijd met de schriftelijke oproep aan de leden van de raad verzonden. De in artikel 25, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet bedoelde stukken, worden verzonden in een aparte blanco enveloppe, voorzien van het woord ‘geheim’.
Artikel 12 Ter inzage leggen van stukken
Stukken, die ter toelichting van de onderwerpen of voorstellen op de agenda dienen, worden gelijktijdig met het verzenden van de schriftelijke oproep voor een ieder op het gemeentehuis ter inzage gelegd. De voorzitter maakt van de terinzagelegging melding in de openbare kennisgeving bedoeld in artikel 13. Indien na het verzenden van de schriftelijke oproep stukken ter inzage worden gelegd, wordt hiervan mededeling gedaan aan de leden van de raad en zo mogelijk in een openbare kennisgeving.
Indien omtrent stukken op grond van artikel 25, eerste of tweede lid, van de Gemeentewet geheimhouding is opgelegd, blijven deze stukken in afwijking van het eerste lid, onder berusting van de griffier en verleent de griffier de leden van de raad inzage.
Paragraaf 2 Orde van de vergadering
Bij binnenkomst in de vergaderzaal tekent ieder lid van de raad onmiddellijk de presentielijst. Aan het einde van elke vergadering wordt die lijst door de voorzitter en de griffier door ondertekening vastgesteld.
Artikel 16 Opening vergadering; quorum
Wanneer een kwartier na het vastgestelde tijdstip niet het vereiste aantal leden aanwezig is, bepaalt de voorzitter, na voorlezing van de namen der afwezige leden, dag en uur van de volgende vergadering, met inachtneming van artikel 20 van de Gemeentewet.
De voorzitter nodigt allen uit bij de opening te gaan staan en opent de vergadering met het uitspreken van de volgende tekst:” Aan het begin van deze vergadering spreken wij, leden van de raad, respect uit jegens elkaar en elkaars opvattingen. Met deze wederzijdse tolerantie als uitgangspunt willen wij, door middel van goede beraadslagingen en besluitvorming, de belangen van de gemeente Pijnacker-Nootdorp bevorderen”.
Artikel 17 Spreekrecht burgers
Burgers die geen lid zijn van de raad of een raadscommissie kunnen gezamenlijk maximaal dertig minuten het woord voeren over geagendeerde onderwerpen, direct voorafgaand aan de behandeling van deze onderwerpen in de raadscommissie. Het maximum van 30 minuten geldt voor alle insprekers op alle onderwerpen tezamen.
Het woord kan niet gevoerd worden:
indien een klacht ex artikel 9:1 van de Algemene wet bestuursrecht kan of kon worden ingediend.
Artikel 18 Primus bij hoofdelijke stemming
Alvorens de aangekondigde onderwerpen aan de orde te stellen deelt de voorzitter mede, bij welk lid van de raad, de hoofdelijke stemming zal beginnen. Daartoe wordt bij loting een volgnummer van de presentielijst aangewezen; bij het daar genoemde lid begint de hoofdelijke stemming.
De leden, de voorzitter, de burgemeester en de wethouders, hebben het recht, een voorstel tot wijziging van de notulen aan de raadscommissie te doen, indien de notulen onjuistheden bevatten of niet duidelijk weergeven hetgeen gezegd of besloten is. Een voorstel tot verandering dient zo snel mogelijk, maar uiterlijk 8 uur voorafgaand aan de vergadering waarin de notulen voor vaststelling worden aangeboden bij de griffier te worden ingediend.
een overzicht van het verloop van elke stemming, met bij hoofdelijke stemming de vermelding van de leden en de door hen uitgebrachte stem voor of tegen, onder aantekening van de leden die zich overeenkomstig artikel 28 van de Gemeentewet van stemming hebben moeten onthouden;
Artikel 25 Handhaving orde; schorsing
Indien een spreker zich beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen veroorlooft, afwijkt van het in behandeling zijnde onderwerp, een andere spreker herhaaldelijk interrumpeert, dan wel anderszins de orde verstoort, wordt hij door de voorzitter tot de orde geroepen. Indien de spreker hieraan geen gevolg geeft, kan de voorzitter hem gedurende de vergadering, waarin zulks plaats heeft, over het aanhangige onderwerp het woord ontzeggen.
De voorzitter kan de raad voorstellen aan een lid dat door zijn gedragingen de geregelde gang van zaken belemmert, het verdere verblijf in de vergadering te ontzeggen. Over het voorstel wordt niet beraadslaagd. Na aanneming daarvan verlaat het lid de vergadering onmiddellijk. Zo nodig doet de voorzitter hem verwijderen. Bij herhaling van zijn gedrag kan het lid bovendien voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering worden ontzegd.
Op verzoek van een lid van de raad of op voorstel van de voorzitter kan de raad besluiten de beraadslaging voor een door hem te bepalen tijd te schorsen teneinde het college of de leden de gelegenheid te geven tot onderling nader beraad. De beraadslagingen worden hervat nadat de schorsingsperiode verstreken is.
Na het sluiten van de beraadslaging en voordat de raad tot stemming overgaat, heeft ieder lid het recht zijn uit te brengen stem kort te motiveren.
Paragraaf 3 Procedure bij stemmingen
Artikel 30 Algemene bepalingen over stemming
Bij hoofdelijke stemming roept de voorzitter de leden van de raad bij naam op hun stem uit te brengen. De stemming begint bij het lid dat daarvoor overeenkomstig artikel 18 is aangewezen. Vervolgens geschiedt de oproeping naar de volgorde van de presentielijst. De leden brengen hun stem uit door het woord ‘voor’ of ‘tegen’ uit te spreken, zonder enige toevoeging.
Heeft een lid zich bij het uitbrengen van zijn stem vergist, dan kan hij deze vergissing in het geval van een hoofdelijke stemming nog herstellen voordat het volgende lid gestemd heeft. Bemerkt het lid zijn vergissing pas later of is er sprake van stemming bij handopsteken, dan kan hij nadat de voorzitter de uitslag van de stemming bekend heeft gemaakt aantekening vragen dat hij zich heeft vergist; in de uitslag van de stemming brengt dit echter geen verandering.
Artikel 32 Stemming over personen
Het stembureau onderzoekt of het aantal ingeleverde stembriefjes gelijk is aan het aantal leden dat ingevolge het tweede lid verplicht is een stembriefje in te leveren. Wanneer de aantallen niet gelijk zijn worden de stembriefjes vernietigd zonder deze te openen en wordt een nieuwe stemming gehouden.
Voor het bepalen van de volstrekte meerderheid als bedoeld in artikel 30 van de Gemeentewet worden geacht geen stem te hebben uitgebracht die leden die geen behoorlijk stembriefje hebben ingeleverd. Onder een niet behoorlijk ingevuld stembriefje wordt verstaan:
Artikel 33 Herstemming over personen
Wanneer ook bij deze tweede stemming door niemand de volstrekte meerderheid is verkregen, heeft een derde stemming plaats tussen twee personen, die bij de tweede stemming de meeste stemmen op zich hebben verenigd. Zijn bij de tweede stemming de meeste stemmen over meer dan twee personen verdeeld, dan wordt bij een tussenstemming uitgemaakt tussen welke twee personen de derde stemming zal plaatshebben.
Ieder lid van de raad kan tot het sluiten van de beraadslagingen amendementen indienen. Een amendement kan het voorstel inhouden om een geagendeerd voorstel in één of meer onderdelen te splitsen, waarover afzonderlijke besluitvorming zal plaatsvinden. Alleen beraadslaagd kan worden over amendementen die ingediend zijn door leden van de raad, die de presentielijst getekend hebben en in de vergadering aanwezig zijn.
Elk (sub)amendement en elk voorstel moet om in behandeling genomen te kunnen worden schriftelijk en getekend door de indiener(s) bij de voorzitter worden ingediend, tenzij de voorzitter - met het oog op het eenvoudige karakter van het voorgestelde oordeelt, dat met een mondelinge indiening kan worden volstaan.
De behandeling van het voorstel vindt plaats nadat alle op de agenda voorkomende voorstellen en onderwerpen zijn behandeld, tenzij de raad oordeelt dat het voorstel met het oog op de orde van de vergadering tezamen met een ander geagendeerd voorstel of onderwerp dient te worden behandeld, het voorstel eerst dient te worden behandeld in een raadscommissie of voor advies naar het college dient te worden gezonden. In het laatste geval bepaalt de raad in welke vergadering het voorstel opnieuw geagendeerd wordt.
Het verzoek tot het houden van een interpellatie wordt, behoudens in naar het oordeel van de voorzitter spoedeisende gevallen, ten minste 48 uur voor de aanvang van de vergadering schriftelijk bij de voorzitter ingediend. Het verzoek bevat een duidelijke omschrijving van het onderwerp waarover inlichtingen worden verlangd alsmede de te stellen vragen.
De voorzitter brengt de inhoud van het verzoek zo spoedig mogelijk ter kennis van de overige leden van de raad en de wethouders. Bij de behandeling van de ingekomen stukken van de eerstvolgende vergadering na indiening van het verzoek wordt het verzoek in stemming gebracht. De raad bepaalt op welk tijdstip tijdens de vergadering de interpellatie zal worden gehouden.
Artikel 41 Schriftelijke vragen
Schriftelijke beantwoording vindt zo spoedig mogelijk plaats, in ieder geval binnen dertig dagen, nadat de vragen zijn binnengekomen. Mondelinge beantwoording vindt plaats in de eerstvolgende raadsvergadering. Indien beantwoording niet binnen deze termijnen kan plaatsvinden, stelt het verantwoordelijk lid van het college de vragensteller hiervan gemotiveerd in kennis, waarbij de termijn aangegeven wordt, waarbinnen beantwoording zal plaatsvinden. Dit bericht wordt behandeld als een antwoord.
De vragensteller kan, bij schriftelijke beantwoording in de eerstvolgende raadsvergadering en bij mondelinge beantwoording in dezelfde raadsvergadering, na de behandeling van de op de agenda voorkomende onderwerpen nadere inlichtingen vragen omtrent het door de burgemeester of door het college gegeven antwoord, tenzij de raad anders beslist.
Indien een lid van de raad over een onderwerp inlichtingen als bedoeld in de artikelen 169, derde lid, en 180, derde lid, van de Gemeentewet verlangt, wordt een verzoek daartoe schriftelijk ingediend bij het college of de burgemeester.
Hoofdstuk 5 Begroting en Jaarrekening
Artikel 44 Procedure begroting
Onverminderd het bepaalde in de Gemeentewet geschiedt de voorbereiding, het onderzoek, de behandeling en de vaststelling van de begroting volgens een procedure die de raad vaststelt.
Artikel 45 Procedure jaarrekening
Onverminderd het bepaalde in de Gemeentewet geschiedt de voorbereiding en het onderzoek van de jaarrekening en het jaarverslag, alsmede de vaststelling van de jaarrekening en van een eventueel indemniteitsbesluit volgens een procedure die de raad vaststelt.
Hoofdstuk 6 Lidmaatschap van andere organisaties
Artikel 46 Verslag; verantwoording
Een lid van de raad, een wethouder, de burgemeester of de secretaris, die door de gemeenteraad is aangewezen tot lid van het algemeen bestuur van een openbaar lichaam of van een ander gemeenschappelijk orgaan, ingesteld op grond van de Wet gemeenschappelijke regelingen, heeft het recht (om in aansluiting op de behandeling van de lijst van ingekomen stukken òf voor het sluiten van de vergadering) verslag te doen over zaken die in het algemeen bestuur als bedoeld aan de orde zijn. Door de raad gewenste bespreking van dit verslag kan de voorzitter verwijzen naar de desbetreffende commissie.
Wanneer een lid van de raad een persoon als bedoeld in het eerste lid ter verantwoording wenst te roepen over zijn wijze van functioneren als zodanig, besluit de raad over het toestaan daarvan. De regels voor het vragen van inlichtingen, vastgesteld in artikel 43, zijn van overeenkomstige toepassing.
Hoofdstuk 7 Besloten vergadering
Op een besloten vergadering zijn de bepalingen van dit reglement van overeenkomstige toepassing voorzover deze bepalingen niet strijdig zijn met het besloten karakter van de vergadering.
Geheimhouding kan worden opgelegd omtrent hetgeen in een besloten vergadering wordt besproken en de inhoud van aan de raad overlegde stukken op grond van een belang genoemd in artikel 10 van de Wet Openbaarheid Bestuur.
Voor de afloop van de besloten vergadering beslist de raad overeenkomstig artikel 86, eerste lid, van de Gemeentewet of omtrent de inhoud van de stukken en het verhandelde geheimhouding zal gelden.
Artikel 50 Opheffing geheimhouding
Indien de raad op grond van artikel 25, derde en vierde lid van de Gemeentewet voornemens is de geheimhouding op te heffen wordt daarover, indien daarom wordt verzocht door het orgaan dat de geheimhouding heeft opgelegd, in een besloten vergadering met het betreffende orgaan overleg gevoerd.
Hoofdstuk 8: Toehoorders en pers
Artikel 52 Geluid- en beeldregistraties
Degenen die in de vergaderzaal tijdens de vergadering geluid- dan wel beeldregistraties willen maken, doen hiervan mededeling aan de voorzitter en gedragen zich naar zijn aanwijzingen.
Artikel 53 Verbod gebruik mobiele telefoons
In de vergaderzaal, met inbegrip van de publieke tribune, is tijdens de vergadering het gebruik, alsmede het standby houden van mobiele telefoons of andere communicatiemiddelen, die inbreuk kunnen maken op de orde van de vergadering, zonder toestemming van de voorzitter niet toegestaan.
In de gevallen waarin dit reglement niet voorziet of bij twijfel over de toepassing van het reglement, beslist de raad op voorstel van de voorzitter.
Dit reglement treedt in werking op 1 september 2009. Op dat tijdstip vervalt het reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad van de gemeente Pijnacker-Nootdorp vastgesteld bij raadsbesluit op 25 april 2002, alsmede de daarop vastgestelde eerste wijziging van 22 mei 2003.