Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Hoogeveen

Verordening brandveiligheid en hulpverlening van de gemeente Hoogeveen

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHoogeveen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening brandveiligheid en hulpverlening van de gemeente Hoogeveen
CiteertitelVerordening brandveiligheid en hulpverlening
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpopenbare orde, zedelijkheid, gezondheid, veiligheid, volkshuisvesting en milieu

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Betreft verordening met interne werking. Derhalve geen bron bekendmaking.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Brandweerwet 1985, art. 1 lid 2, art. 12
  2. Woningwet, art. 8, lid 2
  3. Wet milieubeheer, art. 8.11 lid 3, art. 8.40
  4. Wet zware rampen en zware ongevallen
  5. Gemeentewet, art. 149

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

1.Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-200031-01-2013nieuwe regeling

23-12-1999

Nvt

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening brandveiligheid en hulpverlening van de gemeente Hoogeveen

 

De raad van de gemeente Hoogeveen,

gelet op artikel 1, tweede lid, en artikel 12 van de Brandweerwet 1985, artikel 8, tweede lid, van de Woningwet, artikel 8.11, derde lid, en 8.40 van de Wet milieubeheer, artikel van de Wet zware rampen en zware ongevallen en artikel 149 van de Gemeentewet;

gezien het advies van het Algemeen Bestuur van de Regionale Brandweer Drenthe;

gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 13 december 1999;

overwegende dat:

burgemeester en wethouders de zorg hebben voor

  • Ø

    het voorkomen, beperken en bestrijden van brand, het beperken van brandgevaar, het voorkomen en beperken van ongevallen bij brand en al hetgeen daarmee verband houdt en het beperken en bestrijden van gevaar voor mensen en dieren bij ongevallen anders dan bij brand;

  • Ø

    de uitvoering van werkzaamheden ter zake van het beperken en bestrijden van rampen, als bedoeld in artikel 1 van de Wet rampen en zware ongevallen tot de taak van de brandweer behoort;

  • Ø

    burgemeester en wethouders andere werkzaamheden, dan hierboven bedoeld, kunnen aanwijzen die de gemeentelijke brandweer verricht;

  • Ø

    de Brandbeveiligingsverordening voorschriften bevat omtrent het gebruik van inrichtingen voor zover dit geen bouwwerken zijn als bedoeld in de Woningwet en de Bouwverordening;

  • Ø

    de Bouwverordening voorschriften bevat omtrent het gebruik van woningen, woonketen, woonwagens, andere gebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde, en standplaatsen, waaronder in elk geval zijn begrepen voorschriften met betrekking tot onder meer brandveiligheid;

  • Ø

    de Wet milieubeheer beoogt het milieu te beschermen, onder meer door de brandveiligheid te bevorderen;

  • Ø

    het wenselijk is de voorzieningen voor brandveiligheid en hulpverlening voor de gehele veiligheidsketen (pro-actie, preventie, preparatie, repressie en nazorg) in samenhang te treffen;

besluit vast te stellen de navolgende verordening;

Verordening brandveiligheiden hulpverlening van de gemeente Hoogeveen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • In deze verordening wordt verstaan onder:

  • A.

    Pro-actieven taken: het wegnemen van structurele oorzaken van onveiligheid en het voorkomen daarvan.

  • B.

    Preventieve taken:

    • 1.

      het voorkomen en beperken van brand, het beperken van brandgevaar, het voorkomen en beperken van ongevallen bij brand en al hetgeen daarmee verband houdt;

    • 2.

      de uitvoering van werkzaamheden ter zake van het beperken van rampen, als bedoeld in artikel 1 van de Wet rampen en zware ongevallen;

    • 3.

      de uitvoering van de voorschriften met betrekking tot het brandveilig gebruik van woningen, woonketen, woonwagens, andere gebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde, en standplaatsen;

    • 4.

      de uitvoering van de Brandbeveiligingsverordening.

  • C.

    Preparatieve taken: het voorzien in voorbereidende maatregelen opdat in voorkomende gevallen adequate brandbestrijding en hulpverlening plaatsvindt.

  • D.

    Repressieve taken:

    • 1.

      het daadwerkelijk beperken en bestrijden van brand, het beperken van brandgevaar, het beperken van ongevallen bij brand en al hetgeen daarmee verband houdt;

    • 2.

      het beperken en bestrijden van gevaar voor mensen en dieren bij ongevallen anders dan bij brand;

    • 3.

      de uitvoering van werkzaamheden ter zake van het beperken en bestrijden van rampen, als bedoeld in artikel 1 van de Wet rampen en zware ongevallen.

  • E.

    Nazorg taken:

    • 1.

      het geven van zorg, aandacht, opvang en verwerkingsgelegenheid aan slachtoffers, familie en ingezet personeel bij en na inzet;

    • 2.

      het na afloop van een inzet of oefening nagaan of uit het gebeurde voor de keten van pro-actie tot en met nazorg op een of meer onderdelen lering kan worden getrokken.

Artikel 2 Taken brandweer

  • De taken van de gemeentelijke brandweer bestaan, behoudens de aan de regionale brandweer opgedragen taken, uit:

  • 1.

    de feitelijke uitvoering van alle taken uit de veiligheidsketen van pro-actie tot en met nazorg;

  • 2.

    andere dan de onder 1. genoemde werkzaamheden, onder andere:

     

    • a.

      het beperken en bestrijden van milieu-incidenten;

    • b.

      het reinigen van wegen en terreinen bij ongevallen;

    • c.

      het verrichten van wacht- en bewakingsdiensten bij evenementen;

    • d.

      het opduiken van voorwerpen op verzoek van derde;

  • 3.

    het uitvoeren van kerngemeentelijke taken ten behoeve van de Regionale Brandweer Drenthe:

     

    • a.

      instandhouden van de brandweercompagnie in Zuid-West Drenthe;

    • b.

      instandhouden van een Regionaal-Officier-Gevaarlijke-Stoffen-piket (ROGS) voor Zuid-West Drenthe conform regionaal protocol;

    • c.

      instandhouden van een Leider meetplanorganisatie (LMPO) piket voor Zuid-West Drenthe conform regionaal protocol;

    • d.

      instandhouden van een Regionaal Commandant van Dienst (RCvD) inzetbaarheid en uitrusting conform regionaal protocol;

    • e.

      meewerken aan regionaal kwaliteitsbeleid, een en ander nader vast te stellen in regionaal verband.

Artikel 3 Organisatieplan

De gemeenteraad stelt eens per vier jaar een organisatieplan vast, waarin op hoofdlijnen wordt beschreven welke taken de gemeente uitvoert, welke taken in samenwerking met de regio worden uitgevoerd en welke taken de regio ten behoeve van de gemeente uitvoert. In het vierde jaar vindt evaluatie van het plan plaats, welke de basis vormt voor het eerstvolgende organisatieplan.

Artikel 4 Beleidsplan

  • 1.

    De gemeenteraad stelt eens in de 4 jaar een beleidsplan brandveiligheid en hulpverlening vast. Dit plan wordt zoveel mogelijk afgestemd op het door het Algemeen Bestuur van de Regionale Brandweer vast te stellen “Regionaal beleidsplan hulpverlening en brandveiligheid”.

  • 2.

    Dit plan omvat in elk geval een omschrijving van de financiële en personele middelen die beschikbaar zijn voor de uitvoering van de taken.

  • 3.

    In dit plan wordt aangegeven welke taken de gemeente uitvoert, welke taken in samenwerking met de regio worden uitgevoerd en welke taken de regio ten behoeve van de gemeente uitvoert.

Artikel 5 Actieplan

  • 1.

    Burgemeester en Wethouders stellen eens per 4 jaar een actieplan vast, waarin de voorbereiding (waaronder het oefenen) op de basiszorg en de bestrijding van rampen en andere zware ongevallen is geregeld. Het plan past binnen de kaders van het regionale actieplan.

  • 2.

    Het actieplan en de voortgangsrapportages worden gezonden aan de Commissaris van de Koningin.

Artikel 6 Personeel

  • 1.

    Het personeel van de gemeentelijke brandweer belast met de taken op het gebied van pro-actie tot en met nazorg, bestaat zowel uit mensen met een ambtelijke als een vrijwillige rechtspositie, al dan niet aangesteld in een brandweerrang.

  • 2.

    Aan de vrijwilligers wordt, evenals aan het beroepspersoneel, bij aanstelling een legitimatiebewijs verstrekt.

Artikel 7 Opleiding en oefening

Burgemeester en wethouders dragen zorg voor de opleiding en oefening van het brandweerpersoneel, die voor de taakuitoefening noodzakelijk zijn.

Artikel 8 Instructie commandant

De burgemeester stelt een instructie op voor de commandant van de brandweer.

Artikel 9 Materieel

Burgemeester en wethouders bepalen de plaats waar en de wijze waarop het materieel en de overige goederen van de brandweer worden ondergebracht.

Artikel 10 Bluswatervoorziening

Burgemeester en wethouders dragen zorg voor zodanige bluswatervoorzieningen en de bereikbaarheid daarvan, dat de brandbestrijding zoveel mogelijk gewaarborgd is.

Artikel 11 Melding en alarmering

Burgemeester en wethouders dragen zorg, dat de meldingspost(en) en alarmeringsinrichting(en) zodanig zijn uitgerust en bezet dat te allen tijde een onmiddellijke melding aan de brandweer en een doeltreffende alarmering van het brandweerpersoneel zijn gewaarborgd.

Artikel 12 Bijstand

De burgemeester of de door hem aangewezen gemachtigde is bevoegd personeel en materieel voor bijstand buiten de gemeente uit te zenden, dan wel voor bijstand binnen de gemeente aan te vragen, een en ander onverminderd het bepaalde in de gemeenschappelijke regelingen, die ter zake door de gemeente zijn aangegaan.

Artikel 13 Citeertitel en in werking treden

  • 1.

    Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening brandveiligheid en hulpverlening.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de datum van de bekendmaking

  • 3.

    Op de in het tweede lid genoemde datum vervalt de “organisatieverordening brandweer”, vastgesteld bij raadsbesluit van 27 januari 1977, zoals deze sedertdien is gewijzigd.

     

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Hoogeveen, gehouden op 23 december 1999.

De secretaris, De voorzitter,

M.A.C. Van Egdom W.P.M. Urlings