| Overheidsorganisatie | Gemeente Pijnacker-Nootdorp |
|---|---|
| Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van leges 2010 |
| Citeertitel | Legesverordening 2010 |
| Vastgesteld door | gemeenteraad |
| Onderwerp | financiën en economie |
| Eigen onderwerp |
Deze verordening vervangt de Legesverordening 2009 met ingang van 01-01-2010. Datum ingang heffing: 01-01-2010. Titel 3 van de bij deze verordening behorende tarieventabel treedt in werking op 28-12-2009, welke datum tevens de datum van ingang van de heffing voor die titel is.
De artikelen en tarieventabel van de “Legesverordening 2009” van 18-12-2009, laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 23-04-2009, vervallen met ingang van 01-01-2010, met dien verstande dat zij van toepassing blijven op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Gemeentewet, art. 229 , eerste lid, aanhef en onderdeel b
Geen
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
|---|---|---|---|---|---|
| 01-10-2010 | 01-01-2011 | Eerste wijziging: titel 2 en hoofdstuk 4 van titel 3 van de tarieventabel | 24-06-2010 Telstar, 11-08-2010 | 2010.06805b | |
| 01-01-2010 | 01-10-2010 | nieuwe regeling | 17-12-2009 Telstar, 23-12-2009 | 2009.14144d |
De raad van de gemeente Pijnacker-Nootdorp;
gezien het voorstel van het college van 10 november 2009;
gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet;
besluit:
vast te stellen de Verordening op de heffing en de invordering van leges 2010
Deze verordening verstaat onder:
’dag’: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;
’week’: een aaneengesloten periode van zeven dagen;
’maand’: het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand;
’jaar’: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;
'kalenderjaar': de periode van 1 januari tot en met 31 december.
Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten, genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.
Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend.
Leges worden niet geheven voor:
diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald;
diensten met betrekking tot een aanvraag tot verlening of gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning of wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning, voor zover die aanvraag betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een inrichting als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.
De leges worden geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:
mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;
schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 10 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.
De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.
Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.
Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in die tarieventabel opgenomen bepaling.
Het college is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:
van zuiver redactionele aard zijn;
een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende hoofdstukken of onderdelen van titel 1 van de tarieventabel betreft:
onderdeel 1.1.8.1. (akten burgerlijke stand);
hoofdstuk 2 (reisdocumenten);
hoofdstuk 3 (rijbewijzen);
onderdeel 1.4.4.1. (papieren verstrekking uit gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens);
onderdeel 1.4 7.1. (verklaring omtrent het gedrag);
hoofdstuk 11 (kansspelen);
een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de leges.
De artikelen en tarieventabel van de "Legesverordening 2009" van 18 december 2009, laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 23 april 2009, vervallen met ingang van 1 januari 2010, met dien verstande dat zij van toepassing blijven op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2010.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2010.
In afwijking in zoverre van het eerste en tweede lid, treedt titel 3 van de bij deze verordening behorende tarieventabel in werking op 28 december 2009, welke datum tevens de datum van ingang van de heffing voor die titel is.
Deze verordening wordt aangehaald als: Legesverordening 2010.
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 17 december 2009.
de plv. griffier, de voorzitter,
drs. S.G.W.M. Heerdink drs. F.H. Buddenberg
Tarieventabel, behorende bij de Legesverordening 2010
Titel 1 Algemene dienstverlening
Hoofdstuk 1 Burgerlijke stand
| 1.1.1 | Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap op met ceremonie of de omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk met ceremonie op: | |
| 1.1.1.1 | Maandag t/m vrijdag tussen 9:00 en 17:00 uur | € 227,45 |
| 1.1.1.2 | Zaterdag, zondag en erkende feestdagen | € 624,20 |
| 1.1.2 | Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van het partnerschap met ceremonie of de omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk met ceremonie op een andere daartoe aangewezen locatie dan het gemeentekantoor te Pijnacker of het Raadhuis te Nootdorp op: | |
| 1.1.2.1 | Maandag t/m vrijdag tussen 9:00 en 17:00 uur | € 193,50 |
| 1.1.2.2 | Zaterdag, zondag en erkende feestdagen | € 530,35 |
| 1.1.3 | Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap met ceremonie of de omzetting van een geregistreerde partnerschap in een huwelijk met ceremonie in een bijzonder huis ingevolge artikel 64, Boek 1, van het Burgerlijk Wetboek | € 351,20 |
| 1.1.4 | Het tarief bedraagt voor het verstrekken van: | |
| 1.1.4.1 | een trouwboekje of partnerschapboekje in standaarduitvoering | € 18,30 |
| 1.1.4.2 | een trouwboekje of partnerschapboekje in luxe uitvoering | € 29,10 |
| 1.1.5.1 | Het tarief bedraagt voor het aanwijzen van een getuige van gemeentewege bij huwelijkssluiting, registratie van partnerschap of omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk, per getuige | € 8,25 |
| 1.1.6.1 | Het tarief bedraagt voor het inschakelen van een tolk of vertaler voor elke tolkvraag | € 55,20 |
| 1.1.7.1 | Het tarief bedraagt voor het doen van nasporing in de registers van de Burgerlijke Stand, voor ieder daaraan besteed kwartier | € 15,25 |
| 1.1.8.1 | Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand. | |
| 1.1.9.1. | Het tarief bedraagt voor het benomen van een externe buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand per benoeming | € 106,10 |
Hoofdstuk 2 Reisdocmenten
| 1.2.1 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: | |
| 1.2.1.1 | tot het verstrekken van een nationaal paspoort, een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen | € 50,90 |
| 1.2.1.2 | tot het verstrekken van een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in 1.2.1.1 (zakenpaspoort) | € 56,90 |
| 1.2.1.3 | tot het verstrekken van een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort) | € 50,90 |
| 1.2.1.4 | tot het bijschrijven van een kind in een reisdocument als bedoeld in 1.2.1.1, 1.2.1.2 en 1.2.1.3 direct bij de aanvraag van dit nieuwe reisdocument | € 8,97 |
| 1.2.1.5 | tot het bijschrijven van een kind middels een bijschrijvingssticker in een reeds uitgegeven reisdocument als bedoeld in 1.2.1.1, 1.2.1.2 en 1.2.1.3 | € 20,93 |
| 1.2.1.6 | tot het verstrekken van een Nederlandse identiteitskaart (NIK) voor personen die 14 jaar of ouder zijn | € 42,85 |
| 1.2.1.7. | tot het verstrekken van een Nederlandse identiteitskaart (NIK) voor personen die de 14 jarige leeftijd nog niet hebben bereikt | € 8,97 |
| 1.2.2 | De tarieven als genoemd in de onderdelen 1.2.1.1 tot en met 1.2.1.3 alsmede in 1.2.1.7 worden bij een spoedlevering vermeerderd met een bedrag van | € 41,00 |
| 1.2.3 | Het tarief als genoemd in 1.2.2 wordt bij een gecombineerde spoedlevering van een nieuw reisdocument als bedoeld in 1.2.1.1, 1.2.1.2 en 1.2.1.3 en het bijschrijven van één of meer kinderen als bedoeld in 1.2.1.4, slechts één keer per reisdocument berekend. | |
| 1.2.4 | Het tarief als genoemd in onderdeel 1.2.1.5 wordt bij een spoedlevering vermeerderd met een bedrag per bijschrijvingssticker van | € 19,50 |
Hoofdstuk 3 Rijbewijzen
| 1.3.1 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs: | |
| 1.3.1.1. | Met een normale geldigheidsduur van 10 jaar | € 34,75 |
| 1.3.1.2. | Met een kortere geldigheidsduur als bedoeld in 1.3.1.1. als gevolg van leeftijd, ziekte of handicap | € 29,40 |
| 1.3.2. | Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor de afgifte van een rijbewijs wordt met administratieve kosten verhoogd als het reeds verstrekte rijbewijs niet kan worden ingeleverd | € 26,00 |
Hoofdstuk 4 Verstrekkingen uit de Gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens
| 1.4.1 | Voor de toepassing van dit hoofdstuk, met uitzondering van de onderdelen 1.4.3 en 1.4.4, wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens omtrent één persoon waarvoor de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens moet worden geraadpleegd. | |
| 1.4.2 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: | |
| 1.4.2.1 | tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking | € 8,00 |
| 1.4.2.2 | Tot het verstrekken van gegevens via internet, per verstrekking | € 5,90 |
| 1.4.3 | Voor de toepassing van onderdeel 1.4.4 wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens omtrent één persoon die niet zijn opgenomen in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens (aangehaakte gegevens). | |
| 1.4.4 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: | |
| 1.4.4.1 | tot het verstrekken van aangehaakte gegevens aan de gemeentelijke balie: per verstrekking | € 8,00 |
| 1.4.4.2 | Tot het verstrekken van aangehaakte gegevens via internet, per verstrekking | € 5,90 |
| 1.4.5 | Het tarief bedraagt voor het op aanvraag doornemen van één of meer kaartverzamelingen of registers voor ieder daaraan besteed kwartier | € 15,25 |
| 1.4.5.1 | Bij levering van de gevraagde gegevens op papier wordt het bij 1.4.5. aangegeven tarief per geprinte bladzijde verhoogd met | € 0,70 |
| 1.4.5.2. | Bij levering van de gevraagde gegevens op CD, wordt het bij 4.5.1. aangegeven tarief verhoogd met de kosten voor de aanschaf van de CD | € 2,25 |
| 1.4.6.1 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven van: | |
| 1.4.6.1.1. | Een gewaarmerkt afschrift uit de basisregistratie personen aan de gemeentelijke balie | € 8,00 |
| 1.4.6.1.2 | Een gewaarmerkt afschrift uit de basisregistratie personen via internet | € 5,90 |
| 1.4.6.1.3 | Een gewaarmerkt internationaal afschrift uit de basisregistratie personen via de gemeentelijke balie | € 10,60 |
| 1.4.6.1.4 | Een gewaarmerkt internationaal afschrift uit de basisregistratie personen via internet | € 8,00 |
| 1.4.7. | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: | |
| 1.4.7.1. | Tot het verkrijgen van een verklaring omtrent het gedrag het door het Ministerie van Justitie jaarlijks vast te stellen maximum tarief | |
| 1.4.7.2. | Tot het verkrijgen van een attestatie de vita | € 7,60 |
| 1.4.7.3. | Tot het verkrijgen van een legalisatie handtekening | € 8,00 |
| 1.4.7.4. | Tot het waarmerken van diploma’s e.d. | € 2,30 |
Hoofdstuk 5 Bestuursstukken
| 1.5.1 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van: | |
| 1.5.1.1 | Het uitvoeringsplan | € 20,60 |
| 1.5.1.2 | De programmabegroting | € 20,60 |
| 1.5.1.3 | De productraming | € 20,60 |
| 1.5.1.4 | Het bijlagenboek | € 20,60 |
| 1.5.1.5 | Het investeringenboek | € 17,15 |
| 1.5.1.6 | De gemeenterekening met bijlagen | € 41,20 |
| 1.5.2 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag | |
| Tot afsluiten van een abonnement waarbij de stukken worden toegezonden voor een kalenderjaar op: | ||
| 1.5.2.1.1 | De raadsagenda | € 10,75 |
| 1.5.2.1.2 | De raadsnotulen | € 27,65 |
| 1.5.2.1.3. | De agenda voor de raadscommissies | € 10,75 |
| 1.5.2.1.4. | De notulen van de raadscommissie, per commissie | € 27,65 |
| 1.5.2.1.5. | De agenda, notulen en voorstellen voor de raadscommissie en raadsvergadering | € 59,65 |
Hoofdstuk 6 Vastgoedinformatie
| 1.6.1 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: | |
| 1.6.1.1 | tot het verstrekken van een fotokopie of een lichtdruk van een plan, zoals bestemmingsplan, voorbereidingsbesluit, streekplan, wegenkaart behorende bij de legger bedoeld in onderdeel 1.8.2.2, structuurplan of stadsvernieuwingsplan: | |
| 1.6.1.1.1 | in formaat A4 of kleiner, per bladzijde | € 9,60 |
| 1.6.1.1.2 | in formaat A3 | € 9,60 |
| 1.6.1.1.3 | In formaat A2 | € 10,35 |
| 1.6.1.1.4 | In formaat A1 | € 11,30 |
| 1.6.1.1.5 | In formaat A0 | € 11,30 |
| 1.6.2.1 | het gemeentelijke beperkingenregister of de gemeentelijke beperkingenregistratie, dan wel tot het verstrekken van een aan die registratie ontleende verklaring, als bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen | € 10,40 |
Hoofdstuk 7 Gemeentearchief
| 1.7.1 | Het tarief bedraagt voor het op verzoek doen van nasporingen in de in het gemeentearchief berustende stukken, voor ieder daaraan besteed kwartier | € 15,25 |
| 1.7.2 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van: | |
| 1.7.2.1 | een afschrift of fotokopie van een in het gemeentearchief berustend stuk, per pagina | € 0,60 |
| 1.7.2.2 | een uittreksel uit een in het gemeentearchief berustend stuk | € 0,60 |
Hoofdstuk 8 Huisvestingswet
| 1.8 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: | |
| 1.8.1 | tot het verkrijgen van een huisvestingsvergunning als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Huisvestingswet | € 19,13 |
| 1.8.2 | Tot het verkrijgen van een voorrangspositie als bedoeld in artikel 17 van de Huisvestigingsverordening stadgewest Haaglanden | € 58,65 |
Hoofstuk 9 Leegstandwet
| 1.9 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: | |
| 1.9.1 | tot het verkrijgen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet | 19,13 |
| 1.9.2 | tot verlenging van een vergunning tot tijdelijke verhuur van woonruimte als bedoeld in artikel 15, vierde lid, van de Leegstandwet | 19,13 |
Hoofdstuk 10 Winkeltijdenwet
| 1.10 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: | |
| 1.10.1 | voor een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet of het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet | € 9,75 |
Hoofdstuk 11 Kansspelen
| 1.11.1 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen: | |
| 1.11.1.1 | voor een periode van twaalf maanden voor maximaal twee speelautomaten | € 92,30 |
| 1.11.2 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning) | 9,75 |
Hoofdstuk 12 Telecommunicatie
| 1.12.1 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding in verband met het verkrijgen van instemming omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, van de Telecommunicatiewet | € 179,95 |
| 1.12.1.1 | Het in 1.12.1 genoemde bedrag wordt: | |
| 1.12.1.2 | Indien over een melding overleg moet plaatsvinden tussen gemeente, andere beheerders van openbare grond en de aanbieder van het netwerk, verhoogd met | € 359,29 |
| 1.12.1.3 | Indien met betrekking tot een melding onderzoek naar de status van de kabel plaatsvindt, verhoogd met het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de melding aan de melder meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die ter zake door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. | |
| 1.12.1.4 | Indien een begroting als bedoeld in 1.12.1.3 is uitgebracht, wordt een melding in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de melder ter kennis is gebracht, tenzij de melding voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
Hoofdstuk 13 Verkeer en vervoer
| 1.13 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: | |
| 1.13.1 | tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990: | € 52,50 |
| 1.13.2 | Met betrekking tot een parkeervergunningzone of parkeerschijfzone | |
| 1.13.2.1. | Tot het verkrijgen van een parkeervergunning/-ontheffing voor bewoners op kenteken per jaar | € 43,85 |
| 1.13.2.2. | Tot het verkrijgen van een parkeervergunning/-ontheffing voor bezoekers (kraskaart voor 5 uur), per set van 10 kaarten | € 5,20 |
| 1.13.2.3. | Tot het verkrijgen van een tijdelijke parkeervergunning/-ontheffing op kenteken ten behoeve van tijdelijke werkzaamheden, per week, of een gedeelte daarvan | € 21,90 |
| 1.13.2.4. | Tot het verkrijgen van een zakelijke parkeervergunning/-ontheffing op kenteken of bedrijfsnaam (bezoek), per jaar | € 265,20 |
| 1.13.2.5. | Tot het wijzigen van een parkeervergunning/-ontheffing op kenteken of bedrijfsnaam | € 8,85 |
| 1.13.3. | voor het verkrijgen van een “Bollardpas”voor de verkeersregeling o.a. in Emerald, vanaf de derde pas, voor een pas bij verlies of beschadiging en voor het verstrekken van een pas op basis van een schoolverklaring | € 24,35 |
Hoofdstuk 14 Diversen
| 1.14.1 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van: | |
| 1.14.1.1 | gewaarmerkte afschriften van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina | € 0,60 |
| 1.14.1.2. | Een afschrift van de Algemene Plaatselijke Verordening | € 26,50 |
| 1.14.1.2 | afschriften, doorslagen of fotokopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen: | |
| 1.14.1.2.1 | per pagina op papier van A4-formaat | € 0,60 |
| 1.14.1.3 | kaarten, tekeningen en lichtdrukken, al dan niet behorend bij de in de onderdelen 1.20.2.1 en 1.20.2.2 genoemde stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per kaart, tekening of lichtdruk | |
| A4 – formaat | € 9,60 | |
| A3 – formaat | € 9,60 | |
| A2 – formaat | € 10,35 | |
| A1 – formaat | € 11,30 | |
| A0 – formaat | € 11,30 | |
| 1.14.1.4 | Een beschikking op aanvraag op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen | € 19,00 |
| 1.14.1.5 | De bouwverordening en de daarop betrekking hebbende stukken | € 67,10 |
| 1.14.1.6 | De bouwverordening, zonder toelichting | € 35,25 |
| 1.14.1.7 | Aanvulling op de onder 1.15.1.4 genoemde verordening, per bladzijde | € 0,30 |
| 1.14.1.8 | De Welstandsnota Pijnacker-Nootdorp | € 49,20 |
| 1.14.1.4 | een beschikking op aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen | € 9,60 |
| 1.14.1.5 | stukken of uittreksels, welke op aanvraag van de aanvrager moeten worden opgemaakt, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina | € 0,60 |
| 1.14.2 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een beschikking als bedoeld in: | |
| 1.14.2.1 | Artikel 31 en artikel 34 van de Afvalstoffenverordening | € 9,55 |
| 1.14.3 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het aansluiten van een onroerende zaak, waaronder wordt verstaan een gebouwd eigendom, op de drukriolering | € 4.370,70 |
| 1.14.4 | Indien een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning op grond van een in artikel 4:5, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht vermelde gronden niet wordt behandeld, is een bedrag verschuldigd van | € 80,45 |
Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/ omgevingsvergunning
Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen
| Bouwkosten | ||
| 2.1 | Onder bouwkosten wordt in dit hoofdstuk verstaan de aannemingssom bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor uitvoering van werken 1989 (UAV 1989), voor het uit te voeren werk, exclusief omzetbelasting, of voor zover deze ontbreekt een raming van de bouwkosten ,exclusief omzetbelasting, bedoeld in het normblad NEN 2631, uitgave 1979, of zoals dit normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd. | |
| Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt, wordt in dit hoofdstuk onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft. Indien de kosten burgemeester en wethouders onjuist voorkomen, of als aanvrager in gebreke blijft een behoorlijke opgaaf over te leggen, stellen zij de kosten vast en worden de leges naar de uitkomst daarvan geheven. | ||
| Bouwvergunningen | ||
| 2.2 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van: | |
| 2.2.1 | een principeverzoek of schetsplan met betrekking tot de vraag of op een, op basis van dat verzoek of dat plan, uitgewerkt bouwplan een vergunning zou kunnen worden verleend: | |
| 2.2.1.1 | indien de bouwkosten niet meer bedragen dan € 2.269,00 | € 37,54 |
| indien de bouwkosten meer bedragen dan € 2.269,00 voor iedere € 22.689,00 of gedeelte daarvan | € 52,28 | |
| 2.2.1.3 | Indien een aanvraag tot het verkrijgen van een bouwvergunning voor een op basis van het principeverzoek of schetsplan uitgewerkt bouwplan in behandeling wordt genomen, worden de daarvoor geheven leges met deze leges verrekend | |
| 2.2.2 | een aanvraag tot het verkrijgen van een lichte bouwvergunning: | |
| 2.2.2.1 | indien de bouwkosten niet meer bedragen dan € 2.269,00 voor iedere € 454,00 of gedeelte daarvan | € 13,01 |
| met een minimum van € 37,65 | ||
| 2.2.2.2 | indien de bouwkosten meer bedragen dan € 2.269,00 voor iedere € 454,00 of gedeelte daarvan | € 6,99 |
| met dien verstande dat voor de eerste € 2.269,00 een bedrag van € 59,60 aan leges wordt berekend. | ||
| 2.2.3 | een aanvraag tot het verkrijgen van een reguliere bouwvergunning: | |
| 2.2.3.1 | indien de bouwkosten niet meer bedragen dan € 2.269,00 voor iedere € 454,00 of gedeelte daarvan met een minimum van € 40,55 | € 21,01 |
| 2.2.3.2 | indien de bouwkosten meer bedragen dan € 2.269,00 voor iedere € 454,00 of gedeelte daarvan met dien verstande, dat voor de eerste € 2.269,00 een bedrag van € 98,70 aan leges wordt berekend. | € 11,02 |
| 2.2.3.3 | indien het een vergunning voor een warenhuis voor tuinbouwdoeleinden betreft, voor iedere € 454,00 van de bouwkosten of gedeelte daarvan | € 6,53 |
| 2.2.3.4 | een aanvraag tot het verkrijgen van een reguliere bouwvergunning eerste fase, 75% van de overeenkomstig 2.2.3.1, 2.2.3.2 of 2.2.3.3 te heffen leges. | |
| 2.2.3.5 | Indien het een gewijzigde aanvraag om bouwvergunning eerste fase betreft als gevolg van de aanvraag om bouwvergunning tweede fase als bedoeld in artikel 56a, lid 8 van de Woningwet (wijzigingsvergunning eerste fase), worden de voor de oorspronkelijke vergunning eerste fase geheven leges verrekend met het bedrag dat ter zake van de gewijzigde aanvraag verschuldigd is door toepassing van het tarief als vermeld in 2.2.3.4, met dien verstande dat zij niet minder dan € 98,70 zullen bedragen. Deze leges worden verhoogd met de eventuele leges als bedoeld in 2.5.1 tot en met 2.5.8. | |
| 2.2.3.6 | een aanvraag tot het verkrijgen van een reguliere bouwvergunning tweede fase, volgend op een reeds verleende bouwvergunning eerste fase, 40% van de overeenkomstig 2.2.3.1, 2.2.3.2 of 2.2.3.3 te heffen leges. | |
| 2.2.4 | Indien na ontvangst van: het principeverzoek of schetsplan als bedoeld in 2.2.1 of de aanvraag als bedoeld in 2.2.2 of 2.2.3 dat verzoek of schetsplan dan wel die aanvraag wordt ingetrokken vóórdat de beslissing daaromtrent is genomen, is 25% van de overeenkomstig 2.2 te heffen leges verschuldigd, vermeerderd met eventuele leges als bedoeld in 2.5.1 tot en met 2.5.7. Indien binnen zes maanden na de intrekking van het principeverzoek, het schetsplan of de aanvraag om bouwvergunning een ontvankelijke aanvraag om bouwvergunning wordt ingediend voor een bouwplan op dezelfde plek, worden de reeds geheven bouwleges met de nieuw verschuldigde bouwleges verrekend. | |
| 2.2.4.1 | Indien de gevraagde vergunning niet wordt verleend, is 50 % van de overeenkomstig 2.2.2 of 2.2.3 te heffen leges verschuldigd, vermeerderd met eventuele leges als bedoeld in 2.5.1 tot en met 2.5.7. | |
| Indien de aanvraag om bouwvergunning echter op grond van artikel 44 van de Woningwet wordt geweigerd vanwege het feit dat de verstrekte gegevens en bescheiden onvoldoende zijn voor de beoordeling van de aanvraag en de overgelegde gegevens daardoor niet aannemelijk maken dat het bouwen voldoet aan de voorschriften van het Bouwbesluit of de bouwverordening, is een bedrag verschuldigd van | € 80,48 | |
| 2.2.5 | Indien een aanvraag tot het verkrijgen van een bouwvergunning betrekking heeft op het bouwen in afwijking van een eerder ingediend bouwplan, waarvoor reeds een vergunning is verleend (wijzigingsvergunning), worden de voor de oorspronkelijke vergunning geheven leges verrekend met het bedrag dat verschuldigd is door toepassing van het tarief als vermeld in 2.2.2 of 2.2.3, met dien verstande dat zij niet minder dan € 98,70 zullen bedragen. Deze leges worden verhoogd met de eventuele leges als bedoeld in 2.5.1 tot en met 2.5.7. Het vorenstaande vindt geen toepassing indien de afwijking zodanig is dat naar de omstandigheden beoordeeld van een nieuw bouwplan sprake is. |
| Teruggaaf | ||
| 2.3 | Indien van een verleende vergunning geen gebruik wordt gemaakt en deze op verzoek van vergunninghouder wordt ingetrokken, wordt de helft van de op grond van 2.2 in rekening gebrachte bouwleges gerestitueerd. Indien binnen zes maanden na de intrekking een ontvankelijke aanvraag om bouwvergunning wordt ingediend voor een bouwplan op dezelfde plek, worden de reeds geheven bouwleges met de nieuw verschuldigde leges verrekend. | |
| Overschrijven bouwvergunning of ontheffing | ||
| 2.4 | Het tarief voor het in behandeling nemen van een verzoek als bedoeld in artikel 3.6, lid 6, van de Wet ruimtelijke ordening tot het overschrijven van een ontheffing of een verzoek als bedoeld in artikel 10.3 van de bouwverordening tot het overschrijven van een verleende bouwvergunning bedraagt | € 80,48 |
| Verhogingen | ||
| 2.5.1 | Indien de aanvraag betrekking heeft op een bouwplan voor het bouwen waarvoor slechts een vergunning kan worden verleend nadat artikel 50, lid 4, van de Woningwet is toegepast, nadat een ontheffing is verleend als bedoeld in artikel 3.6, lid 1 onder c, 3.22, lid 1, 3.23, lid 1 of 3.38, lid 4, van de Wet ruimtelijke ordening dan wel nadat gebruik is gemaakt van een in een bestemmingsplan opgenomen wijzigingsbevoegdheid als bedoeld in artikel 3.6, lid 1 onder a. van die wet, wordt het op grond van 2.2 verschuldigd bedrag verhoogd met: | |
| indien de bouwkosten niet meer bedragen dan € 22.690,00 met indien de bouwkosten meer bedragen dan € 22.690,00 met | € 214,71 € 536,78 | |
| 2.5.2 | In het geval dat aan een aanvraag om een bouwvergunning slechts medewerking kan worden verleend door: | |
| 2.5.2.1 | het nemen van een voorbereidingsbesluit als bedoeld in artikel 3.7, lid 1, van de Wet ruimtelijke ordening, wordt het op grond van 2.2 verschuldigd bedrag verhoogd met | € 1.073,65 |
| 2.5.2.2 | het nemen van een projectbesluit als bedoeld in artikel 1, lid 1 onder f, van de Wet ruimtelijke ordening of het maken van een bestemmingsplan(herziening) als bedoeld in artikel 3.1, lid 1 van die wet, wordt het op grond van 2.2 verschuldigd bedrag verhoogd met | € 2.683,98 |
| 2.5.3 | Onverminderd het bepaalde in 2.5.6 ten aanzien van de publicatiekosten met betrekking tot de procedurele behandeling van de aanvraag om vergunning zelf, wordt met het oog op de wettelijke publicaties van het in 2.5.2.1 genoemde voorbereidingsbesluit of het in 2.5.2.2 genoemde projectbesluit of de bestemmingsplan(herziening), het op grond van 2.2 verschuldigd bedrag verhoogd met | € 375,77 |
| 2.5.4 | Indien het in 2.2.1 bedoelde principeverzoek of schetsplan of de in 2.2.2 of 2.2.3 bedoelde bouwaanvraag voor advies wordt voorgelegd aan de Welstandscommissie, wordt het op grond van 2.2 verschuldigd bedrag verhoogd met: | |
| - Indien de bouwkosten minder bedragen dan € 4.000,00 | € 30,60 | |
| - Indien de bouwkosten € 4.000,00 bedragen of meer, doch minder dan € 25.000,00 | € 26,52 | |
| vermeerderd met 2,00 ‰ van de bouwkosten; | ||
| - Indien de bouwkosten € 25.000,00 bedragen of meer, doch minder dan € 120.000,00 | € 53,04 | |
| vermeerderd met 1,10 ‰ van de bouwkosten | ||
| - Indien de bouwkosten € 120.000,00 bedragen of meer, doch minder dan € 230.000,00 | € 99,96 | |
| vermeerderd met 1,10 ‰ van de bouwkosten | ||
| - Indien de bouwkosten € 230.000,00 bedragen of meer, doch minder dan € 455.000,00 | € 241,74 | |
| vermeerderd met 0,60 ‰ van de bouwkosten | ||
| - Indien de bouwkosten € 455.000,00 bedragen of meer | € 478,38 | |
| vermeerderd met 0,25 ‰ van de bouwkosten | ||
| 2.5.4.1 | De bedragen van deze verhoging worden vermenigvuldigd met 1,5 | |
| 2.5.5 | Indien het in 2.2.1 bedoelde principeverzoek of schetsplan of de in 2.2.3 bedoelde aanvraag voor advies wordt voorgelegd aan een agrarische deskundige, wordt het op grond van 2.2 verschuldigd bedrag verhoogd met | € 1.025,00 |
| 2.5.6 | Voor elke publicatie die dient plaats te vinden in verband met de toepassing van een onder 2.5.1 genoemd wetsartikel, wordt het op grond van 2.2 verschuldigd bedrag verhoogd met | € 96,65 |
| 2.5.7 | Indien ten behoeve van het bouwplan een procedure tot het vaststellen van een hogere grenswaarde ingevolge de Wet Geluidhinder moet worden gevolgd, wordt het op grond van 2.2 verschuldigd bedrag verhoogd met | € 537,85 |
| Aanlegkosten | ||
| 2.6 | Onder aanlegkosten worden in dit hoofdstuk verstaan de aanneemsom, exclusief omzetbelasting, als bedoeld in paragraaf 1, lid 1, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 1989 (UAV), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de aanlegkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden wordt in dit hoofdstuk onder aanlegkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor de werken of werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft. |
| Aanlegvergunningen | ||
| 2.7 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van: | |
| 2.7.1 | een principeverzoek met betrekking tot de vraag of op een, op basis van dat verzoek, uitgewerkt plan een aanlegvergunning als bedoeld in artikel 3.3, onder a. van de Wet ruimtelijke ordening zou kunnen worden verleend: | |
| 2.7.1.1 | indien de aanlegkosten niet meer bedragen dan € 2.269,00 | € 37,54 |
| 2.7.1.2 | indien de aanlegkosten meer bedragen dan € 2.269,00 voor iedere € 45.378,00 of gedeelte daarvan Indien een aanvraag tot het verkrijgen van een aanlegvergunning voor een op basis van het principeverzoek uitgewerkt plan in behandeling wordt genomen, worden de daarvoor geheven leges met deze leges verrekend. | € 52,28 |
| 2.7.2 | een aanvraag tot het verkrijgen van een aanlegvergunning als bedoeld in artikel 3.3, onder a. van de Wet ruimtelijke ordening: | |
| 2.7.2.1 | indien de aanlegkosten niet meer bedragen dan € 22.689,00 voor iedere € 454,00 of gedeelte daarvan met een minimum van € 55,55 | € 3,52 |
| 2.7.2.2 | Indien de aanlegkosten meer bedragen dan € 22.689,00 voor iedere € 454,00 of gedeelte daarvan met dien verstande, dat voor de eerste € 22.689,00 € 169,32 aan leges wordt berekend. | € 2,81 |
| 2.7.3 | Indien na het in behandeling nemen van: het principeverzoek als bedoeld in 2.7.1 of de aanvraag als bedoeld in 2.7.2 dat verzoek of die aanvraag wordt ingetrokken vóórdat de beslissing daaromtrent is genomen, is 25% van de overeenkomstig 2.7 te heffen leges verschuldigd, vermeerderd met eventuele leges als bedoeld in 2.10.1 tot en met 2.10.3. Indien binnen zes maanden na de intrekking van het principeverzoek of de aanvraag tot het verkrijgen van een aanlegvergunning een ontvankelijke aanvraag wordt ingediend voor dezelfde werken of werkzaamheden, worden de reeds geheven leges met de nieuw verschuldigde leges verrekend. | |
| 2.7.4 | Indien de gevraagde vergunning niet wordt verleend, is 50% van de overeenkomstig 2.7.2 te heffen leges verschuldigd, vermeerderd met eventuele leges als bedoeld in 2.10.1 tot en met 2.10.5 | |
| 2.7.5 | Indien de aanvraag tot het verkrijgen van een aanlegvergunning betrekking heeft op het verrichten van werken of werkzaamheden in afwijking van een eerder ingediende aanvraag, waarvoor reeds een vergunning is verleend maar waarvan nog geen gebruik is gemaakt (wijzigingsvergunning), worden de voor de oorspronkelijke vergunning geheven leges verrekend met het bedrag dat verschuldigd is door toepassing van het tarief als vermeld in 2.7.2, met dien verstande dat zij niet minder dan € 98,70 zullen bedragen. Deze leges worden verhoogd met de eventuele leges als bedoeld in 2.10.1 tot en met 2.10.5. Het vorenstaande vindt geen toepassing indien de afwijking zodanig is dat naar de omstandigheden beoordeeld van een ander plan tot het uitvoeren van andere werken of werkzaamheden sprake is. | |
| Teruggaaf | ||
| 2.8 | Indien van een verleende vergunning geen gebruik wordt gemaakt en deze op verzoek van vergunninghouder wordt ingetrokken, wordt de helft van de op grond van 2.7.2. in rekening gebrachte leges gerestitueerd. . Indien binnen zes maanden na de intrekking een ontvankelijke aanvraag om aanlegvergunning wordt ingediend voor dezelfde werken of werkzaamheden, worden de reeds geheven leges verrekend met de nieuw verschuldigde leges. | |
| Overschrijven aanlegvergunning | ||
| 2.9 | Het tarief voor het in behandeling nemen van een verzoek als bedoeld in artikel 3.16, lid 5, van de Wet ruimtelijke ordening tot het overschrijven van een verleende aanlegvergunning bedraagt | € 80,48 |
| Verhogingen | ||
| 2.10.1 | Indien de aanvraag betrekking heeft op een werk of werkzaamheid ten aanzien waarvan artikel 3.6, lid 1 onder c, 3.22, lid 1, 3.23, lid 1, 3.38, lid 4 of 6.12, lid 6, van de Wet ruimtelijke ordening wordt toegepast, wordt het op grond van 2.7.2 verschuldigd bedrag verhoogd met: | |
| indien de aanlegkosten niet meer bedragen dan € 22.689,00 | € 214,71 | |
| indien de aanlegkosten meer bedragen dan € 22.689,00 | € 536,78 | |
| 2.10.2 | In het geval dat aan een aanvraag om een aanlegvergunning slechts medewerking kan worden verleend door: | |
| 2.10.2.1 | het nemen van een voorbereidingsbesluit als bedoeld in artikel 3.7, lid 1, van de Wet ruimtelijke ordening, wordt het op grond van 2.7.2 verschuldigd bedrag verhoogd met | € 1.073,45 |
| 2.10.2.2 | het nemen van een projectbesluit als bedoeld in artikel 1, lid 1 onder f, van de Wet ruimtelijke ordening of het maken van een bestemmingsplan(herziening) als bedoeld in artikel 3.1, lid 1, van die wet, wordt het op grond van 2.7.2 verschuldigd bedrag verhoogd met | € 2.683,98 |
| 2.10.3 | Voor elke publicatie die dient plaats te vinden in verband met de toepassing van een onder 2.10.1 genoemd wetsartikel, wordt het op grond van 2.7.2 verschuldigd bedrag verhoogd met | € 96,65 |
| 2.10.4 | Onverminderd het bepaalde in 2.10.3 ten aanzien van publicatiekosten met betrekking tot de procedurele behandeling van de aanvraag om vergunning zelf, wordt het oog op de wettelijke publicaties van het in 2.10.2.1 genoemde voorbereidingsbesluit of het in 2.10.2.2 genoemde projectbesluit of de bestemmingsplan(herziening), het op grond van 2.7.2 verschuldigd bedrag verhoogd met | € 375,77 |
| 2.10.5 | Indien het in 2.7.1 bedoelde principeverzoek of de in 2.7.2 bedoelde aanvraag voor advies wordt voorgelegd aan een agrarische deskundige, wordt het op grond van 2.7 verschuldigd bedrag verhoogd met | € 1.025,00 |
| Ontheffing van bestemmingsplan of beheersverordening of wijziging van een bestemmingsplan | ||
| 2.11.1 | Het tarief voor het in behandeling nemen van een verzoek tot het verlenen van ontheffing als bedoeld in artikel 3.6, lid 1 onder c., 3.22, 3.23 of 3.38, lid 4, van de Wet ruimtelijke ordening of tot het wijzigen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, lid 1 onder a. van die wet, zonder dat sprake is van een aanvraag om bouw- of aanlegvergunning, bedraagt | € 107,36 |
| 2.11.2 | In het geval dat aan een verzoek als bedoeld in 2.11.1 slechts medewerking kan worden verleend door: | |
| 2.11.2.1 | het nemen van een voorbereidingsbesluit als bedoeld in artikel 3.7, lid 1, van de Wet ruimtelijke ordening, wordt het op grond van 2.11.1 verschuldigd bedrag verhoogd met | € 1.073,45 |
| 2.11.2.2 | het nemen van een projectbesluit als bedoeld in artikel 1, lid 1 onder f, van de Wet ruimtelijke ordening of het maken van een bestemmingsplan(herziening) als bedoeld in artikel 3.1, lid 1, van die wet, wordt het op grond van 2.11.1 verschuldigd bedrag verhoogd met | € 2.683,98 |
| 2.11.3 | Voor elke publicatie die dient plaats te vinden in verband met de toepassing van een onder 2.11.1 genoemd wetsartikel, wordt het op grond van 2.11.1 verschuldigd bedrag verhoogd met | € 96,65 |
| 2.11.4 | Onverminderd het bepaalde in 2.11.3 ten aanzien van de publicatiekosten met betrekking tot de procedurele behandeling van het verzoek zelf, wordt met het oog op de wettelijke publicaties van het in 2.11.2.1 genoemde voorbereidingsbesluit of het in 2.11.2.2 genoemde projectbesluit of de bestemmingsplan(herziening), het op grond van 2.11.1 verschuldigd bedrag verhoogd met | € 375,77 |
| 2.11.5 | Het tarief voor het in behandeling nemen van een principeaanvraag tot het nemen van een voorbereidingsbesluit of een projectbesluit dan wel het herzien van een bestemmingsplan met het oog op de realisering van een bouwplan, het uitvoeren van werken of werkzaamheden of het wijzigen van gebruik, bedraagt | € 208,08 |
| 2.11.6 | Indien nadien ten behoeve van een aanvraag om bouw- of aanlegvergunning of een verzoek tot gebruikswijziging een voorbereidingsbesluit of projectbesluit wordt genomen dan wel een bestemmingsplan(herziening) wordt gemaakt, worden de daarvoor te heffen leges met deze leges verrekend. | |
| 2.11.7 | Het bedrag van de in 2.11.2.1 of 2.11.2.2 vermelde verhogingen wordt, voorafgaande aan het in behandeling nemen van de aanvraag, aan de aanvrager meegedeeld. | |
| Sloopvergunning | ||
| 2.12 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van: | |
| 2.12.1 | een aanvraag tot het verkrijgen van een sloopvergunning als bedoeld in artikel 3.3, onder b. van de Wet ruimtelijke ordening of artikel 8.1.1 van de bouwverordening | € 34,88 |
| 2.12.2 | een verzoek tot het overschrijven als bedoeld in artikel 10.3 van de bouwverordening van een verleende sloopvergunning | € 26,01 |
| Bodemgesteldheidonderzoek | ||
| 2.13 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot beoordeling van: | |
| 2.13.1 | Indien het een terrein betreft met een oppervlakte van minder dan één hectare: | |
| 2.13.1.1 | een historisch onderzoek | € 51,20 |
| 2.13.1.2 | een indicatief onderzoek, nulsituatie-onderzoek, oriënterend onderzoek, inventariserend onderzoek of verkennend onderzoek | € 135,51 |
| 2.13.1.3 | een nader onderzoek | € 270,96 |
| 2.13.1.4 | een saneringsonderzoek | € 270,96 |
| 2.13.1.5 | een saneringsplan/plan van aanpak/Regeling uniforme sanering Melding sanering. | € 270,96 |
| 2.13.1.6 | een evaluatieverslag | € 135,51 |
| 2.13.2 | Indien het een terrein betreft met een oppervlakte van meer dan één hectare: | |
| 2.13.2.1 | een historisch onderzoek | € 51,26 |
| 2.13.2.2 | een indicatief onderzoek, nulsituatie-onderzoek, oriënterend onderzoek, inventariserend onderzoek of verkennend onderzoek | € 203,18 |
| 2.13.2.3 | een nader onderzoek | € 338,69 |
| 2.13.2.4 | een saneringsonderzoek | € 338,69 |
| 2.13.2.5 | een saneringsplan/plan van aanpak/Regeling uniforme sanering Melding sanering | € 338,69 |
| 2.13.2.6 | een evaluatieverslag (geval van ernistige of niet-ernstige bodem-verontreiniging)/Regeling uniforme sanering Evaluatieverslag sanering | € 203,18 |
| Verhogingen | ||
| 2.13.3 | Indien de duur van toetsing van een in 2.14.1 of 2.14.2 genoemd onderzoek meer dan zes mensuren zal zijn, worden de in dat lid genoemde bedragen verhoogd met een bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager medegedeelde extra kosten, blijkend uit een begroting die ter zake door of vanwege burgemeester en wethouders is opgesteld. | |
| 2.13.4 | De in 2.14.3 bedoelde verhoging wordt berekend naar een bedrag van € 59,80 per mensuur tot een maximum van € 1.014,40. | |
| 2.13.5 | Voor de toepassing van 2.14.3 wordt de aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting van de extra kosten aan de aanvrager ter kennis is gebracht. | |
| Teruggaaf | ||
| 2.13.6 | Indien de werkelijke, in 2.14.3 bedoelde extra kosten minder bedragen dan het aan de hand van de begroting geraamde bedrag, wordt ten bedrage van het verschil teruggaaf verleend. | |
| Overig | ||
| 2.14 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van: | |
| 2.14.1 | Een aanvraag tot ingebruikneming, na brand, van een schoorsteenkanaal | € 98,23 |
| 2.14.2 | Een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 2.1.1 van de brandbeveiligingsverordening: | |
| 2.14.2.1 | Bij een gebruik van maximaal 7 x 24 uur door: 50 - 150 personen 151 - 250 personen 251 - 1.000 personen meer dan 1.000 personen | € 74,56 € 98,23 € 148,97 € 203,29 |
| 2.14.2.2 | Bij een gebruik langer dan 7 x 24 uur door: willekeurig aantal personen. | € 237,10 |
| 2.14.3. | Het tarief bedraagt voor van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning ingevolge de Monumentenwet en de gemeentelijke monumentenverordening | € 44,00 |
Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn
Hoofdstuk 1 Horeca
| 3.1.1 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning ingevolge artikel 3 van de Drank- en Horecawet | € 256,40 |
| 3.1.2 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Drank- en Horecawet | € 11,45 |
Hoofdstuk 2 Organiseren evenementen of markten
| 3.2.1 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 2.2.2 van de Algemene Plaatselijke Verordening ten behoeve van een evenement waar gebruik wordt gemaakt van de weg of een gedeelte van de weg anders dan overeenkomstig de bestemming met meer dan 100 bezoekers | € 428,10 |
Hoofdstuk 3 Prostitutiebedrijven
| 3.3 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om: | |
| 3.3.1 | een exploitatievergunning of wijziging van een exploitatievergunning als bedoeld in artikel 3.2.1. van de Algemene plaatselijke verordening>,: | € 848,95 |
Hoofdstuk 4 Brandbeveiligingsverordening
| 3.4 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van: | |
| 3.4.1. | een aanvraag tot het verkrijgen van een gebruiksvergunning als bedoeld in artikel 2.11.1 van het Besluit brandveilig gebruik bouwwerken | € 135,50 |
| 3.4.2. | Het in 3.4.1. genoemde bedrag wordt verhoogd voor inrichtingen met een oppervlakte tussen: 0 -100 m2 met € 87,90; 101 500 m2 met € 0,86 per m2; 501 2.000 m2 met € 283,30 + € 0,28 per m2; 2.001 - 5.000 m2 met € 726,00 + € 0,08 per m2; 5.001 - 50.000 m2 met € 1.084,20 + € 0,01 per m2; 50.001 of meer m2 met € 1.409,44 + € 0,01 per m2. | |
| 3.4.3. | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor hercontrole van een inrichting waarvoor een vergunning als vermeld in 3.4.1 is afgegeven indien niet is voldaan aan naleving van de vergunningsvoorwaarden | € 74,50 |
| 3.4.4. | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het goedkeuren van een ontruimingsplan genoemd in artikel 6.1.1, lid 2, van de bouwverordening behorende bij de gebruiksvergunning voor inrichtingen als bedoeld in artikel 6.1.1, lid 1, van de bouwverordening | € 107,35 |
| 3.4.5 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een gebruiksvergunning | € 125,50 |
| . |
Hoofdstuk 5 In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking
| 3.5 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking | € 19,00 |
Behorende bij raadsbesluit van 17 december 2009
de plv. griffier, de voorzitter,
drs. S.G.W.M. Heerdink drs. F.H. Buddenberg