Overheidsorganisatie | Gemeente Lingewaard |
---|---|
Officiële naam regeling | verordening afvalstoffenheffing 2013 |
Citeertitel | verordening afvalstoffenheffing 2013 plus tarieventabel |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Gemeentewet
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2013 | 01-01-2014 | nieuwe regeling | 13-12-2012 Het Gemeentenieuws | 110/2012 |
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
a “gebruik maken”: gebruik maken in de zin van artikel 15.33 Wet milieubeheer;
b duo-container: een door de gemeente beschikbaar gestelde afvalcontainer met een bepaald
volume;
c verzamelcontainer: een door de gemeente geplaatste afvalcontainer voor gezamenlijk gebruik
door meerdere huishoudens;
d ondergrondse container: een door de gemeente geplaatste afvalcontainer onder de grond bij appartementengebouwen ten dienste van de bewoners van die appartementen;
e grof huishoudelijk afval: huishoudelijke afvalstoffen die met enige regelmaat in een particulier
huishouden vrijkomen, doch die te groot en te zwaar zijn om met gewone huishoudelijke
afvalstoffen aan de periodieke inzameldienst mee te geven.
1 Onder de naam "afvalstoffenheffing" wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel
15.33 van de Wet milieubeheer (Stb. 1994, 80).
2 De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel
wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven terzake van het feitelijk gebruik van een perceel
ten aanzien waarvan krachtens artikel 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting
tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
1 De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente gebruik maakt van een
perceel ten aanzien waarvan ingevolge artikel 10.21 van de Wet milieubeheer een verplichting
tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
2 Voor de toepassing van het eerste lid wordt als gebruiker aangemerkt:
a degene die naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit,
beperkt recht of persoonlijk recht gebruik maakt van het perceel;
b ingeval een gedeelte van een perceel ten gebruik is afgestaan degene die dat gedeelte
ten gebruik heeft afgestaan.
De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.
Artikel 6 Wijze van heffing
De belasting wordt geheven door middel van een aanslag.
1 De belasting als bedoeld in hoofdstuk 1 en 3 van de tarieventabel is verschuldigd bij het
begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.
2 Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting verschuldigd
voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar,
na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op
ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in
dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
De belasting als bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel is verschuldigd op het moment
dat de omvang van de belastingschuld bekend is.
5 De belasting als bedoeld in hoofdstuk 4 van de tarieventabel is verschuldigd bij de aanvang van
de dienstverlening.
1 In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen als
bedoeld in artikel 7, lid 1 t/m 4, worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later en de aanslagen als bedoeld in artikel 7, lid 5, worden betaald in één termijn, vervallende op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.
2 In afwijking van het eerste lid geldt dat, ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet
verenigde aanslagen of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat en het bedrag daarvan
meer is dan € 100,00 doch minder is dan € 1.500,00 en zolang de verschuldigde bedragen door
middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, de aanslagen moeten worden betaald in tien gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de
maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk
van de volgende termijnen telkens één maand later.
3 In afwijking van het gestelde in lid 2 gelden de tien termijnen in geval van automatische
betalingsincasso niet voor de aanslagen als bedoeld in artikel 7, lid 4 en lid 5, maar blijft daarvoor het
aantal termijnen van toepassing zoals gesteld onder lid 1.
4 Met betrekking tot een ingevolge artikel 2, tweede lid, onderdeel c van de Invorderingswet 1990
met een belastingaanslag gelijkgestelde beschikking inzake een bestuurlijke boete is het eerste, tweede en derde lid van overeenkomstige toepassing, voor zover deze gelijktijdig wordt opgelegd met
de vaststelling van de aanslag.
5 De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden
gestelde termijnen.
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing
en de invordering van de afvalstoffenheffing.
1 De "Verordening afvalstoffenheffing 2012" van 15 december 2011 wordt ingetrokken met ingang van de in lid 3 genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
2 Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van bekendmaking.
3 De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2013.
4 Deze verordening wordt aangehaald als de "Verordening afvalstoffenheffing 2013".
Aldus vastgesteld in zijn openbare vergadering
van 13 december 2012.
De raad voornoemd,
de griffier, de voorzitter,
Th.G.L. Greep H.H. de Vries
1.
geldend vanaf 1 januari 2013.
Algemeen
De bedragen, genoemd in deze tabel, zijn inclusief omzetbelasting indien deze is verschuldigd.
1.1 Vast bedrag.
De belasting bedraagt per perceel per belastingjaar € 93,00
2.1 Onverminderd het bepaalde in onderdeel 1.1 bedraagt de belasting
2. per lediging van:
2.1.1 een 280 liter duo-container € 3,30
2.1.2 een 280 liter duo-container, met 50 liter gft-inzetbak € 2,90
2.1.3 een 180 liter duo-container € 2,50
2.1.4 een 180 liter duo-container, met 35 liter gft-inzetbak € 2,25
2.2 Onverminderd het bepaalde in onderdeel 1.1 bedraagt de belasting
2. bij gebruikmaking van een ondergrondse verzamelcontainer bij
2. appartementen-gebouwen:
2.2.1per klepopening/storting (pasregistratie t.b.v. ontgrendeling van de
2.2.1 inwerpklep) € 0,80
3.1 Voor het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen bij percelen
3. waar geen gebruik wordt gemaakt van een duo-container en
3. het huishoudelijk afval wordt aangeboden in een bovengrondse
3. verzamelcontainer of op een andere wijze,
3. bedraagt het tarief per belastingjaar:
3.1.1 indien het perceel wordt gebruikt door één persoon € 149,00
3.1.2 indien het perceel wordt gebruikt door twee of meer personen € 176,00
4.1 Onverminderd het bepaalde in vorenstaande hoofdstukken bedraagt
de belasting voor het op aanvraag:
4.1.1 inzamelen van grof huishoudelijk afval, per keer en
per kubieke meter of gedeelte daarvan € 17,50
4.1.2 omwisselen van een duo-container, per keer,
met uitzondering van de eerste omwisseling na
de ingebruikname van het perceel € 11,00
Behorend bij raadsbesluit van 13 december 2012,
tot vaststelling van de "Verordening afvalstoffenheffing 2013",
mij bekend,
de griffier,
Th.G.L. Greep