Organisatie | Pijnacker-Nootdorp |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Commissie beeldende kunst |
Citeertitel | Instellingsbesluit commissie beeldende kunst Pijnacker-Nootdorp |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
14-07-2005 | 01-01-2005 | nieuwe regeling | 12-07-2005 Telstar, 13-07-2005 | 2005.09936 |
Artikel 7 Deelname aan de vergadering door anderen dan de voorzitter of de commissieleden
De voorzitter van een commissie kan, al dan niet op verzoek van de leden van de commissie, de burgemeester, een wethouder of ambtenaren van de gemeente en andere deskundigen of belanghebbenden uitnodigen de vergadering van de commissie bij te wonen of daarin te verschijnen teneinde desgevraagd over de aan de orde zijnde zaken nadere informatie te verstrekken of aan de beraadslaging deel te nemen.
De vergaderingen van de commissie zijn openbaar, tenzij de voorzitter besluit dat niet in openbaarheid wordt vergaderd. De datum en plaats van de vergadering van de commissie wordt bekend gemaakt via de lokale pers.
De leden van de commissie ontvangen voor het bijwonen van vergaderingen, met inachtneming van het bepaalde in artikel 14, vijfde lid van de Verordening voorzieningen wethouders, raads- en commissieleden 2004, een vergoeding van 200% van het bedrag als bedoeld in artikel 14, eerste lid van genoemde verordening.
Op basis van de vigerende Verordening op de Commissies, niet zijnde raadscommissies, is het bestaan van de Commissie Beeldende Kunst Pijnacker geregeld. Sedert de wetgevingsoperatie ‘Dualisering gemeentebestuur’ is het stelsel van regelgeving voor gemeentelijke commissies aanzienlijk gewijzigd. In het bijzonder komt dit tot uitdrukking in de artikelen 82 t/m 84 van de Gemeentewet. De voorgestelde regeling heeft betrekking op de instelling van een adviescommissie voor het college zoals bedoeld in artikel 84 Gemeentewet. Het is derhalve geen bestuurscommissie in de zin van de wet.
In dit artikel is de taak van de commissie vastgelegd: het gevraagd en ongevraagd adviseren van het college over aankopen van kunstwerken, het formuleren en verstrekken van opdrachten en het verwijderen en plaatsen van bestaande kunstwerken. Het vragen van advies aan de commissie geschiedt door of namens het college na een daartoe strekkende opdracht van het college.
In de vigerende verordening was sprake van erkenning door de Provincie Zuid-Holland. Met ingang van 1 juli 2004 heeft de provincie een nieuwe Algemene Subsidieverordening en een Subsidieregeling Cultuur Zuid-Holland vastgesteld. Erkenning van een beroepsmatig werkzaam kunstenaar door de provincie is in deze regeling niet opgenomen. En derhalve ook niet in het onderhavige besluit.
De vergoeding van de commissieleden wordt geregeld in de door de raad vastgestelde “Verordening voorzieningen raads- en commissieleden”. Volgens deze regeling declareren de commissieleden de door hen bijgewoonde vergaderingen, alsmede de reis- en verblijfkosten voor de in opdracht van het college verrichte werkzaamheden ten behoeve van uit te brengen of uitgebrachte adviezen van de commissie. De declaraties worden ter goedkeuring voorgelegd aan het hoofd van de afdeling Welzijn.