Organisatie | Pijnacker-Nootdorp |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Handhavingsverordening Wet investeren in jongeren |
Citeertitel | Handhavingsverordening Wet investeren in jongeren |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
11-03-2010 | 01-01-2012 | nieuwe regeling | 18-02-2010 Telstar, 10-03-2010 | 2010.00079 |
De raad van de gemeente Pijnacker-Nootdorp;
gezien het voorstel van het college van 12 januari 2010;
gelet op artikel 147, eerste lid van de Gemeentewet en de artikelen 12, eerste lid onderdeel c, en 41, eerste lid van de Wet investeren in jongeren;
overwegende dat het noodzakelijk is bij verordening regels te stellen aangaande het bestrijden van misbruik en oneigenlijk gebruik van de Wet investeren in jongeren;
vast te stellen de volgende Handhavingsverordening Wet investeren in jongeren.
Artikel 1 - Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
de wet: de Wet investeren in jongeren;
Het college stelt een beleidsplan vast waarin de preventie van misbruik en oneigenlijk gebruik is geregeld. Hierin wordt tenminste aangegeven:
Vastgesteld in de openbare vergadering van 18 februari 2010
de plv. griffier, de voorzitter,
drs. S.G.W.M. Heerdink drs. F.H. Buddenberg
Op 1 oktober 2009 is de Wet investeren in jongeren (Wij) in werking getreden. Doelstelling van deze wet is de duurzame arbeidsparticipatie van jongeren tot 27 jaar.
Het college is belast met de uitvoering van deze wet.
De gemeenteraad heeft de opdracht om bij verordening nadere regels te stellen met betrekking tot een aantal wettelijke bepalingen. In deze verordening gaat het om de regels die betrekking hebben op het bestrijden van misbruik en oneigenlijk gebruik van de Wij.
De reikwijdte van de verordeningsplicht lijkt beperkter te zijn dan die onder de Wet werk en bijstand (Wwb). In artikel 8a Wwb is namelijk bepaald dat de gemeenteraad regels dient te stellen voor de bestrijding van het ten onrechte ontvangen van bijstand alsmede van misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet. Artikel 12, eerste lid, onderdeel c, van de Wij bevat niet de cursief gedrukte bewoordingen. Uit de beperkte wetshistorie kan echter worden afgeleid dat beoogd is hetzelfde te regelen als in artikel 8a WWB, te weten het vastleggen van regels over fraudebestrijding.
Vermoedelijk is de zinsnede met betrekking tot het terugvorderen in de Wij geschrapt, omdat deze bewoordingen vaak ten onrechte zijn opgevat als opdracht om het terugvorderingsbeleid in een verordening vast te leggen, hetgeen echter gelet op de beschikbare jurisprudentie een taak van het college is.
Deze bepaling spreekt voor zich en behoeft geen nadere toelichting.
Het ligt voor de hand dat voor dit beleidsplan aansluiting wordt gezocht bij het Beleidsplan hoogwaardige handhaving 2004 dat in het kader van de Wwb reeds is opgesteld.
Artikel 3 - Aangifte Openbaar Ministerie
Op grond van de Aanwijzing Sociale Zekerheidsfraude (laatstelijk gepubliceerd in de Staatscourant 2008, nr. 2373, van december 2008) bestaat de verplichting van gemeenten om proces-verbaal op te maken en aangifte te doen bij het Openbaar Ministerie. Dit artikel voorziet hierin.
Deze bepaling spreekt voor zich en behoeft geen nadere toelichting.
Deze bepaling spreekt voor zich en behoeft geen nadere toelichting.