Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Pijnacker-Nootdorp

Gedragscode voor gemeenteraadsleden en commissieleden/ niet- raadsleden zijnde

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatiePijnacker-Nootdorp
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingGedragscode voor gemeenteraadsleden en commissieleden/ niet- raadsleden zijnde
CiteertitelGedragscode voor gemeenteraadsleden Pijnacker-Nootdorp 2003
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 15 , derde lid

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-03-2003nieuwe regeling

27-02-2003

onbekend

2003.00199

Tekst van de regeling

Intitulé

Gedragscode voor gemeenteraadsleden en commissieleden/ niet- raadsleden zijnde

De raad van de gemeente Pijnacker-Nootdorp;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 14 januari 2003;

gelet op artikel 15, derde lid, van de Gemeentewet;

besluit:

vast te stellen de volgende gedragscode voor gemeenteraadsleden en commissieleden/ niet- raadsleden zijnde:

Deel I. Kernbegrippen van bestuurlijke integriteit

Leden van de gemeenteraad van Pijnacker-Nootdorp stellen bij hun handelen de kwaliteit van het openbaar bestuur centraal. Integriteit van het openbaar bestuur is daarvoor een belangrijke voorwaarde. De belangen van de gemeente, en in het verlengde daarvan die van de burgers, zijn het primaire richtsnoer.

Bestuurlijke integriteit houdt in dat de verantwoordelijkheid die met de functie samenhangt wordt aanvaard en dat er de bereidheid is om daarover verantwoording af te leggen. Verantwoording wordt intern afgelegd aan collega-gemeenteraadsleden of de gemeenteraad, maar ook extern aan organisaties en burgers voor wie raadsleden hun functie vervullen.

Een aantal kernbegrippen is daarbij leidend en plaatst bestuurlijke integriteit in een breder perspectief:

  • Dienstbaarheid Het handelen van een raadslid is altijd en volledig gericht op het belang van de gemeente Pijnacker-Nootdorp en op de organisaties en burgers die daar onderdeel van uit maken.

  • Functionaliteit Het handelen van een raadslid heeft een herkenbaar verband met de functie die hij vervult in het bestuur.

  • Onafhankelijkheid Het handelen van een raadslid wordt gekenmerkt door onpartijdigheid, dat wil zeggen dat geen vermenging optreedt met oneigenlijke belangen en dat ook iedere schijn van een dergelijke vermenging wordt vermeden.

  • Openheid Het handelen van een raadslid is transparant, opdat optimale verantwoording mogelijk is en de controlerende organen volledig inzicht hebben in het handelen van het raadslid en zijn beweegredenen daarbij.

  • Betrouwbaarheid Op een raadslid moet men kunnen rekenen. Die houdt zich aan zijn afspraken. Kennis en informatie waarover hij uit hoofde van zijn functie beschikt, wendt hij aan voor het doel waarvoor die zijn gegeven.

  • Zorgvuldigheid Het handelen van een raadslid is zodanig dat alle organisaties en burgers op gelijke wijze en met respect worden bejegend en dat belangen van partijen op correcte wijze worden afgewogen.

Deze kernbegrippen zijn de toetssteen voor de nu volgende gedragsafspraken. Gedragingen moeten aan deze kernbegrippen getoetst kunnen worden.

Deel II. Gedragscode integriteit raadsleden en commissieleden/ niet-raadsleden zijnde

1 Algemene bepalingen

1.1 Onder de gemeenteraad wordt verstaan: de gekozen en beëdigde leden van de gemeenteraad van Pijnacker-Nootdorp.

1.2 Deze gedragscode geldt voor alle leden van de gemeenteraad. De code met een C gemarkeerde onderdelen is van overeenkomstige toepassing op benoemde commissieleden niet-raadsleden zijnde.

1.3.C In gevallen waarin de code niet voorziet of waarbij de toepassing niet eenduidig is, vindt bespreking plaats in het Seniorenconvent. Zo nodig vindt bespreking plaats in de gemeenteraad, alwaar een beslissing wordt genomen.

1.4. De code is openbaar en door derden te raadplegen.

1.5. De leden van de gemeenteraad en de benoemde commissieleden/ niet-raadsleden zijnde ontvangen bij hun aantreden een exemplaar van de code.

2 Belangenverstrengeling en aanbesteding

2.1.C Een raadslid doet opgave van zijn financiële belangen in ondernemingen en organisaties waarmee de gemeente zakelijke betrekkingen onderhoudt. De opgave is openbaar en door derden te raadplegen.

2.2.C Bij privaatpublieke samenwerkingsrelaties voorkomt het raadslid (de schijn van) bevoordeling in strijd met eerlijke concurrentieverhoudingen.

2.3.C Een oud-raadslid wordt het eerste jaar na de beëindiging van zijn ambtstermijn uitgesloten van het tegen beloning verrichten van werkzaamheden voor de gemeente.

2.4.C Een raadslid die familie- of vriendschapsbetrekkingen of anderszins persoonlijke betrekkingen heeft met een aanbieder van diensten aan de gemeente, onthoudt zich van deelname aan de besluitvorming daarover.

2.5.C Een raadslid neemt van een aanbieder van diensten aan de gemeente geen faciliteiten of diensten aan die zijn onafhankelijke positie ten opzichte van de aanbieder kan beïnvloeden.

3 Nevenfuncties

3.1.C Een raadslid vervult geen nevenfuncties waarbij strijdigheid is of kan zijn met het belang van de gemeente.

3.2.C Een raadslid maakt melding van al zijn nevenfuncties waarbij tevens wordt aangegeven of de functie wel of niet bezoldigd is. Deze gegevens worden openbaar gemaakt.

4 Informatie

4.1.C Een raadslid gaat zorgvuldig en correct om met informatie waarover hij uit hoofde van zijn ambt beschikt. Hij verstrekt geen geheime informatie.

4.2.C Een raadslid houdt geen informatie achter, tenzij deze geheim of vertrouwelijk is en het niet geven van informatie mogelijk is op grond van artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur.

4.3.C Een raadslid maakt niet ten eigen bate van zijn persoonlijke betrekkingen gebruik van in de uitoefening van het ambt verkregen informatie.

5 Aannemen van geschenken

5.1.C Geschenken en giften die een raadslid uit hoofde van zijn functie al dan niet op zijn huisadres ontvangt, worden gemeld en door de griffie geregistreerd en zijn eigendom van de gemeente. Er wordt een gemeentelijke bestemming voor gezocht.

5.2.C Indien een raadslid geschenken of giften ontvangt die een waarde van minder dan 50 euro vertegenwoordigen, kunnen deze in afwijking van het bovenstaande worden behouden en behoeven ze niet te worden gemeld en geregistreerd.

6 Gebruik van gemeentelijke voorzieningen

6.1.C Gebruik van gemeentelijke eigendommen of voorzieningen voor privé-doeleinden is niet toegestaan.

6.2.C Raadsleden kunnen, gezien het gemeentelijk belang, op basis van een bruikleenovereenkomst een fax, mobiele telefoon en computer ter beschikking krijgen.

7 Reizen buitenland

7.1.C Een raadslid dat het voornemen heeft, in zijn functie als raadslid, een buitenlandse reis te maken, heeft toestemming nodig van de gemeenteraad.

7.2.C Een raadslid dat het voornemen van een reis meldt, verschaft informatie over het doel van de reis, de bijbehorende beleidsoverwegingen, de samenstelling van het gezelschap en de geraamde kosten.

7.3.C Uitnodigingen voor reizen, werkbezoeken en dergelijke op kosten van derden worden altijd besproken in de gemeenteraad en onder meer getoetst op het risico van belangenverstrengeling. Het gemeentelijk belang van de reis is doorslaggevend voor de besluitvorming.

7.4.C Van de reis wordt een verslag opgesteld.

7.5.C Het ten laste van de gemeente meereizen van de partner van een raadslid is uitsluitend toegestaan wanneer dit gebeurt op uitnodiging van de ontvangende partij en het belang van de gemeente daarmee gediend is. Het meereizen van de partner wordt bij de besluitvorming van de gemeenteraad betrokken.

7.6.C Het anderszins meereizen van derden op kosten van de gemeente is niet toegestaan. Het meereizen van derden op eigen kosten is toegestaan en wordt in dat geval bij de besluitvorming van de gemeenteraad betrokken.

7.7.C Het verlengen van een buitenlandse dienstreis voor privé-doeleinden is toegestaan, mits dit is betrokken bij de besluitvorming van de gemeenteraad. De extra reis- en verblijfkosten komen volledig voor rekening van het raadslid.

7.8.C De in verband met de buitenlandse dienstreis gedane functionele uitgaven worden vergoed conform de geldende regelingen. Uitgaven worden vergoed voorzover zij redelijk en verantwoord worden geacht.

8. Aanbiedingstitel

8.1 Deze regeling kan worden aangehaald als

“Gedragscode voor gemeenteraadsleden Pijnacker-Nootdorp 2003”

Vastgesteld in de openbare vergadering van 27 februari 2003

De griffier, De voorzitter,