Organisatie | Weesp |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van begraafplaatsrechten 2015 |
Citeertitel | Verordening begraafplaatsrechten 2015 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | belastingen |
Geen.
Gemeentewet, art. 229 lid 1a, 1b
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
30-12-2014 | 01-01-2016 | nieuwe regeling | 17-12-2014 Gemeenteblad | Z.42611/D.20408 | |
01-01-2013 | nieuwe regeling | 13-12-2012 WeesperNieuws 19-12-2012 | Z.24536/D.13672 |
De raad van de gemeente Weesp;
gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 6 november 2014;
gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;
vast te stellen de volgende verordening:
Verordening op de heffing en de invordering van begraafplaatsrechten 2015.
Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaatsen en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaatsen.
De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de diensten worden verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.
Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven, is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.
De rechten worden geheven bij wege van aanslag met dien verstande dat per belastbaar feit een afzonderlijke aanslag kan worden opgelegd.
Artikel 7 Ontstaan van belastingschuld, wettelijke grafrust en gelijk stellen ingangsdata termijnen
Gelijk stellen termijnen aan wettelijke grafrust.
In verband met de wettelijke grafrust wordt, in afwijking van lid 2 en in zoverre er sprake is van een bijzetting in een particulier graf, particulier urnengraf, particuliere urnennis, particuliere urnenplaats of particuliere gedenkplaats, het tarief dat is betaald voor de desbetreffende nog lopende rechten als bedoeld in hoofdstuk 1 en/of hoofdstuk 4 van de tarieventabel, voor zover de aflooptermijn daarvan niet langer dan 10 jaar is, verrekend met de voor de bijzetting verschuldigde rechten, met dien verstande dat de nog lopende rechten tegen het huidige tarief worden verrekend. Voor de berekening daarvan wordt een maand op 30 dagen gesteld en een jaar op 360 dagen.
Gelijk stellen termijnen uitsluitend recht en onderhoud grafbedekking.
In afwijking van lid 2 wordt voor de berekening van de onderhoudsrechten van de grafbedekking als bedoeld in hoofdstuk 4 van de tarieventabel de ingangsdatum gelijkgesteld aan de ingangsdatum van het verlenen van de rechten voor het uitsluitend recht als bedoeld in de onderdelen 1.3 tot en met 1.7 van de tarieventabel. De tijd,gelegen tussen de aanvang van de rechten als bedoeld in voornoemde onderdelen van de tarieventabel en de datum van ingang van het onderhoudsrecht van de grafbedekking als bedoeld in hoofdstuk 4 van de tarieventabel, wordt verrekend tegen het huidige tarief. Bij de berekening hiervan wordt een maand op 30 dagen en een jaar op 360 dagen gesteld.
Gelijk stellen termijnen uitsluitend recht en (voorheen separate) bijdrage algemeen onderhoud.
Bij het verlengen van het uitsluitend recht, waarbij sprake is van voor een bepaalde tijd separaat afgekochte rechten voor het algemeen onderhoud, wordt de ingangsdatum van beide rechten gelijk gesteld aan de ingangsdatum van het uitsluitend recht. Voor de tijd, gelegen tussen de aanvang van het uitsluitend recht en het recht van het algemeen onderhoud vindt een verrekening plaats tegen het van toepassing zijnde tarief als bedoeld in de onderdelen 1.9.1 tot en met 1.9.5 van de tarieventabel. Bij de berekening hiervan wordt een maand op 30 dagen en een jaar op 360 dagen gesteld.
Artikel 9 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de begraafplaatsrechten.
Artikel 10 Inwerkingtreding en citeertitel
De “Verordening begraafplaatsrechten 2014” vastgesteld in de openbare vergadering van de raad op 12 december 2013, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van de raad op 17 december 2014
de raad voornoemd,
de griffier, de voorzitter,
Mw. M. Walrave B.J. van Bochove
Tarieventabel: behorende bij de "Verordening begraafplaatsrechten 2015"
(behorende bij raadsbesluit van 17 december 2014).
HOOFDSTUK 1 VERLENEN VAN RECHTEN
1.1 Voor het doen begraven wordt geheven
voor een periode van 10 jaren € 787,00
1.2 Voor het doen begraven van een overleden
kind beneden de 12 jaar wordt geheven
voor een periode van 10 jaren € 446,00
1.3 Voor het verlenen van het uitsluitend recht wordt
1.3.1 voor een periode van 10 jaren € 1.149,00
1.3.2 voor een periode van 15 jaren € 1.723,50
1.3.3 voor een periode van 20 jaren € 2.298,00
1.3.4 voor een periode van 25 jaren € 2.872,00
1.3.5 voor een periode van 30 jaren € 3.447,00
Voor het verlenen van het uitsluitend recht wordt geheven:
1.4.1 voor een periode van 10 jaren € 1.149,00
1.4.2 voor een periode van 15 jaren € 1.723,50
1.4.3 voor een periode van 20 jaren € 2.298,00
1.4.4 voor een periode van 25 jaren € 2.872,50
1.4.5 voor een periode van 30 jaren € 3.447,00
Voor het verlenen van het uitsluitend recht wordt geheven:
1.5.1 voor een periode van 10 jaren € 286,00
1.5.2 voor een periode van 15 jaren € 429,00
1.5.3 voor een periode van 20 jaren € 572,00
1.5.4 voor een periode van 25 jaren € 715,00
1.5.5 voor een periode van 30 jaren € 858,00
Voor het verlenen van het uitsluitend recht wordt geheven:
1.6.1 voor een periode van 10 jaren € 250,00
1.6.2 voor een periode van 15 jaren € 375,00
1.6.3 voor een periode van 20 jaren € 500,00
1.6.4 voor een periode van 25 jaren € 625,00
1.6.5 voor een periode van 30 jaren € 750,00
Voor het verlenen van het uitsluitend recht wordt geheven:
1.7.1 voor een periode van 10 jaren € 575,00
1.7.2 voor een periode van 15 jaren € 862,50
1.7.3 voor een periode van 20 jaren € 1.150,00
1.7.4 voor een periode van 25 jaren € 1.437,50
1.7.5 voor een periode van 30 jaren € 1.725,00
1.8 Verlengen uitsluitend recht
1.8.1 Voor het verlengen van het uitsluitend recht als
bedoeld in de onderdelen 1.3 tot en met 1.7 wordt een recht geheven, gelijk aan het bedrag dat wordt geheven voor het verlenen van het uitsluitend recht, met dien verstande dat bij een verlenging voor de termijn van vijf jaar een bedrag is verschuldigd, gelijk aan de helft van het tarief voor een periode van tien jaar.
1.9 Overgangsbepaling algemeen onderhoud
Als sprake is van een uitsluitend recht op een graf dat voor onbepaalde tijd is afgekocht, maar waarbij nog sprake is van voor een bepaalde tijd afgekochte rechten voor het algemeen onderhoud waarvan de termijn is verstreken, of: als sprake is van een uitsluitend recht op een graf dat voor onbepaalde tijd is afgekocht, maar waarbij nog sprake is van een bijdrage in het jaarlijkse onderhoud als bedoeld in onderdeel 4.9 of: als artikel 7 lid 5 van de 'Verordening begraafplaatsrechten 2013' van toepassing is, wordt het percentage van het in het tarief begrepen bedrag voor het algemeen onderhoud bepaald bij:
1.9.1 een particulier graf op 27%
van het onder 1.3 of 1.8 bedoelde tarief
1.9.2 een particulier urnengraf op 27%
van het onder 1.4 of 1.8 bedoelde tarief
1.9.3 een particuliere urnennis op 13%
van het onder 1.5 of 1.8 bedoelde tarief
1.9.4 een particuliere urnenplaats op 15%
van het onder 1.6 of 1.8 bedoelde tarief
1.9.5 een particuliere gedenkplaats op 27%
van het onder 1.7 of 1.8 bedoelde tarief
1.9.6 de uitkomsten van de onder 1.9.1 tot en met 1.9.5
berekende bedragen worden rekenkundig afgerond op eenheden van vijf eurocent.
1.9.7 voor verlenging van het algemeen onderhoud in het
geval het uitsluitend recht op een graf voor onbepaalde tijd is afgekocht, is het tarief gelijk aan het percentage als genoemd onder 1.9.1
2.1 Voor het begraven van een lijk van een
persoon van 12 jaar of ouder wordt geheven:
2.1.1 in een nieuw particulier graf € 732,00
2.1.2 in een algemeen graf € 444,00
2.2 Voor het begraven van een lijk van een kind
beneden de één jaar wordt geheven:
2.2.1 in een nieuw particulier graf € 183,00
2.2.2 in een algemeen graf € 111,00
2.3 Voor het begraven van een lijk van een kind
beneden de 12 jaar wordt geheven:
2.3.1 in een nieuw particulier graf € 366,00
2.3.2 in een algemeen graf € 222,00
2.4 Voor het begraven van een lijk van een persoon
van 12 jaar of ouder in een bestaand particulier
2.4.1 bij een eerste bijzetting € 685,00
2.4.2 bij een tweede bijzetting € 592,00
2.5 Voor het begraven van een lijk van een kind
beneden de één jaar in een bestaand particulier
2.5.1 bij een eerste bijzetting € 170,00
2.5.2 bij een tweede bijzetting € 152,00
2.6 Voor het begraven van een lijk van een kind
beneden de 12 jaar in een bestaand particulier
2.6.1 bij een eerste bijzetting € 344,00
2.6.2 bij een tweede bijzetting € 297,00
2.7 Voor het begraven op buitengewone uren, als
bedoeld in artikel 10 van de beheersverordening, wordt het recht, bedoeld in 2.1 tot en met 2.6, verhoogd met 125%.
HOOFDSTUK 3 BIJZETTEN VAN ASBUSSEN EN URNEN
3.1 Voor het bijzetten van een asbus of urn wordt
3.1.1 in een particuliere urnennis € 160,00
3.1.2 in of op een particulier urnengraf € 160,00
3.1.3 in een algemeen urnengraf € 160,00
3.1.4 op een particuliere urnenplaats € 160,00
3.1.5 in of op een bestaand particulier graf € 160,00
3.2 Voor het bijzetten van asbussen en urnen op
buitengewonen uren, als bedoeld in artikel 10 van de beheersverordening, worden de rechten vermeld in dit hoofdstuk verhoogd met 125%.
HOOFDSTUK 4 GRAFBEDEKKING EN ONDERHOUD
4.1 Voor het afgeven van een vergunning voor het
plaatsen of vernieuwen van voorwerpen, bedoeld in artikel 19 van de beheersverordening, wordt geheven € 72,00
Voor het door of vanwege de gemeente onderhouden van de grafbedekking, als bedoeld in artikel 20 van de beheersverordening wordt geheven:
4.2.1 voor een periode van 10 jaren € 107,00
4.2.2 het tarief als genoemd in 4.2.1 wordt verminderd
met € 27,00 als het onderhoud betreft van een algemeen graf ten behoeve van een kind beneden de 12 jaar.
4.3.1 voor een periode van 10 jaren € 145,00
4.3.2 voor een periode van 15 jaren € 217,50
4.3.3 voor een periode van 20 jaren € 290,00
4.3.4 voor een periode van 25 jaren € 362,50
4.3.5 voor een periode van 30 jaren € 435,00
4.4 bij een particulier urnengraf
4.4.1 voor een periode van 10 jaren € 145,00
4.4.2 voor een periode van 15 jaren € 217,00
4.4.3 voor een periode van 20 jaren € 290,00
4.4.4 voor een periode van 25 jaren € 362,50
4.4.5 voor een periode van 30 jaren € 435,00
4.5 bij een particuliere urnennis
4.5.1 voor een periode van 10 jaren € 70,00
4.5.2 voor een periode van 15 jaren € 105,00
4.5.3 voor een periode van 20 jaren € 140,00
4.5.4 voor een periode van 25 jaren € 175,00
4.5.5 voor een periode van 30 jaren € 210,00
4.6.1 voor een periode van 10 jaren € 70,00
4.6.2 voor een periode van 15 jaren € 105,00
4.6.3 voor een periode van 20 jaren € 140,00
4.6.4 voor een periode van 25 jaren € 175,00
4.6.5 voor een periode van 30 jaren € 210,00
4.7 bij een particuliere gedenkplaats
4.7.1 voor een periode van 10 jaren € 89,00
4.7.2 voor een periode van 15 jaren € 133,50
4.7.3 voor een periode van 20 jaren € 178,00
4.7.4 voor een periode van 25 jaren € 222,50
4.7.5 voor een periode van 30 jaren € 267,00
Verlengen onderhoud grafbedekking
4.8 Voor het verlengen van het onderhoud van de
grafbedekking als bedoeld in de onderdelen 4.3 tot en met 4.7 wordt een recht geheven, gelijk aan het bedrag dat wordt geheven voor het verlenen van het onderhoud, met dien verstande dat bij een verlenging voor de termijn van vijf jaar een bedrag is verschuldigd, gelijk aan de helft van het tarief voor een periode van tien jaar.
Overgangsbepaling jaarlijks onderhoud
4.9 Voor een graf, waarvan het onderhoud van de
grafbedekking en het algemeen onderhoud op het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening niet is afgekocht, wordt geheven per jaar € 76,00
HOOFDSTUK 5 OPGRAVEN, RUIMEN, VERSTROOIEN
5.1 Voor het opgraven van een lijk wordt geheven € 1.246,00
5.2 Voor het na opgraven weer opnieuw begraven in
hetzelfde (niet zijnde “schudden”) dan wel in een
nieuw graf wordt geheven € 1.660,00
5.3 Voor het na opgraven weer begraven in een
ander bestaand graf wordt geheven € 1.865,00
5.4 Voor het verstrooien van as op een strooiveld
wordt per asbus geheven € 160,00
5.5 Voor het na verstrooien (als bedoeld in 5.4) plaatsen
van een gedenkplaatje in een gedenkboek voor een termijn van 10 jaar wordt geheven € 76,00
5.6 Voor het verlengen van het recht als bedoeld in 5.5
voor een termijn van 10 jaar wordt geheven € 76,00
5.7 Voor het verstrooien van as op buitengewone uren,
als bedoeld in artikel 10 van de beheersverordening wordt het recht als bedoeld in 5.4 verhoogd met 125%.