Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Bloemendaal

Beleidsregels horecasanctiebeleid Bloemendaal 2013

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieBloemendaal
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels horecasanctiebeleid Bloemendaal 2013
CiteertitelBeleidsregels horecasanctiebeleid Bloemendaal 2013
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Drank- en Horecawet en de Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

08-02-201316-03-2018Onbekend

22-01-2013

Weekblad Kennemerland Zuid, d.d. 7 februari 2013

2013003186

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels horecasanctiebeleid Bloemendaal 2013

Beleidsregels horecasanctiebeleid Bloemendaal 2013

Inleiding

Gelet op het bepaalde in hoofdstuk 2 afdeling 8, Algemene plaatselijke verordening Bloemendaal 2012 (APV), hoofdstuk 4 afdeling 1 APV en gelet op de toepasselijke bepalingen in de Drank- en Horecawet en de Gemeentewet, geldt voor de Bloemendaalse horeca-inrichtingen het volgende beleid om de openbare orde en veiligheid te handhaven, verstoringen van de openbare orde en veiligheid te voorkomen en het woon- en leefklimaat ter plaatse te beschermen.

Dit uitvoeringskader van het gemeentelijk horecabeleid is gebaseerd op de uitgangspunten zoals deze in de toelichting bij dit horecasanctiebeleid zijn opgenomen.

Het uitvoeringskader valt uiteen in vier paragrafen.

Paragraaf 1

Sluitingstijden, grond van overtreding artikel 2.29 of 2.30 en grond van overtreding voorwaarden horeca exploitatievergunning op basis van artikel 2.28 van de APV

De ondernemers krijgen schriftelijk de voorwaarden uitgereikt.

  • 1.1.

    Als door de politie dan wel ambtenaren van de gemeente een overtreding van de aan de vergunning verbonden voorschriften of beperkingen wordt geconstateerd volgt hiervan een rapport dat door de gemeente aan de overtreder/ondernemer wordt verzonden;

  • 1.2.

    de uit de overtreding van lid 1.1 volgende waarschuwing wordt door de gemeente binnen twee werkdagen schriftelijk verzonden;

  • 1.3.

    indien binnen een half jaar na de vorige overtreding, van lid 1.1 een nieuwe overtreding wordt geconstateerd, besluit de burgemeester de sluitingstijden met een periode van 3 dagen te vervroegen, te weten een vrijdag-, zaterdag- en zondagavond tot 20.30 uur;

  • 1.4.

    indien binnen een half jaar1 na de vorige overtreding van lid 1.3 een nieuwe overtreding van genoemde voorschriften wordt geconstateerd besluit de burgemeester de sluitingstijden tijdelijk te vervroegen voor een periode van ten hoogste 7 aaneensluitende dagen;

  • 1.5.

    indien binnen een half jaar1 na de vorige overtreding van lid 1.4 een nieuwe overtreding van genoemde voorschriften wordt geconstateerd besluit de burgemeester de sluitingstijden tijdelijk te vervroegen voor een periode van ten hoogste 30 dagen dan wel de inrichting tijdelijk volledig te sluiten voor een periode van ten hoogste 7 dagen;

  • 1.6.

    indien binnen een half jaar1 na de vorige overtreding van lid 1.5 een nieuwe overtreding van de voorschriften wordt geconstateerd besluit het bevoegde orgaan de sluitingstijd ten hoogste voor een periode van 3 maanden te vervroegen, dan wel andere passende maatregelen te treffen.

Paragraaf 2

Inrichting met terras op grond van artikel 2.10 en 2.27 van de APV

  • 2.1.

    Als door de politie of ambtenaren van de gemeente een overtreding van deze voorschriften wordt geconstateerd volgt voor zover mogelijk direct een mondelinge waarschuwing;

  • 2.2.

    de mondelinge waarschuwing wordt binnen 2 werkdagen schriftelijk bevestigd;

  • 2.3.

    indien binnen een half jaar na de vorige overtreding van lid 2.1 opnieuw een overtreding van de voorschriften wordt geconstateerd, besluit de burgemeester de sluitingstijden van het terras voor 3 dagen te vervroegen, te weten een vrijdag-, zaterdag- en zondagavond tot 20.30 uur;

  • 2.4.

    indien binnen een half jaar na de vorige overtreding van lid 2.3 opnieuw een overtreding van genoemde voorschriften wordt geconstateerd besluit de burgemeester de sluitingstijden van het terras te tijdelijk te vervroegen voor ten hoogste 14 dagen;

  • 2.5.

    indien binnen een half jaar na de vorige overtreding van lid 2.4 een nieuwe overtreding van genoemd voorschrift wordt geconstateerd, besluit de burgemeester tot tijdelijke sluiting van de inrichting voor een periode van 14 dagen;

  • 2.6.

    indien binnen een half jaar na de vorige overtreding van lid 2.5 een nieuwe overtreding van genoemd voorschrift wordt geconstateerd besluit de burgemeester tot een passende bestuurlijke maatregel;

  • 2.7.

    bij voortdurende overtreding van genoemd voorschrift legt de burgemeester

    een dwangsom op.

Paragraaf 3

Exploitatievergunning, overtreding van artikel 2.28 van de APV

Het is verboden zonder daartoe strekkende vergunning van burgemeester en wethouders het horecabedrijf of slijterbedrijf uit te oefenen.

3.1. Indien een vergunning als bedoeld in artikel 2.28 van de APV is aangevraagd bij de gemeente kan schriftelijk worden toegestaan (gedoogd) en bevestigd dat de onderneming voor het publiek geopend is, tenzij bij het indienen van de aanvraag reeds gebleken is dat de gevraagde vergunning niet verleend kan worden.

3.2. Een volledig ingevulde aanvraag voor een exploitatievergunning dient uiterlijk14 dagen voor aanvang van de exploitatie te worden ingediend.

Toelichting

Een exploitatievergunning beoogt een verstoring van de openbare orde te voorkomen en de woon- en leefsituatie in de omgeving van het horecabedrijf te beschermen. Elke horeca-ondernemer in de gemeente Bloemendaal moet in het bezit zijn van een exploitatievergunning. Zonder een dergelijke vergunning mag geen horecabedrijf worden geëxploiteerd. De bepalingen in het bestemmingsplan kunnen een reden zijn om de exploitatievergunning te weigeren.

Een exploitatievergunning kan worden ingetrokken of geweigerd indien de openbare orde of het woon- en leefklimaat wordt aangetast en indien ten gevolge van gewijzigde omstandigheden of inzichten, het van kracht blijven van de vergunning of ontheffing in strijd moet worden geacht met het algemeen belang of de belangen ter bescherming waarvan de vergunning is verleend.

Het intrekken van een exploitatievergunning is een zwaar middel en wordt alleen gebruikt

indien er sprake is van ernstige aantasting van de openbare orde en/of aantasting van het

woon- en leefklimaat en in het geval dat andere maatregelen van het horecasanctiebeleid niet doeltreffend zijn gebleken.

Paragraaf 4

Handel in horeca-inrichting, overtreding artikel 2.32 APV

  • 4.1.

    Indien in een horeca-inrichting sprake is van overtreding van artikel 2.32 APV wordt -zolang het belang van het opsporingsonderzoek zich daartegen niet verzet- de ondernemer nadrukkelijk gewezen op de noodzaak maatregelen te treffen; deze waarschuwing wordt schriftelijk bevestigd;

  • 4.2.

    Bij recidive binnen een half jaar1 kan het bevoegde orgaan tot onmiddellijke tijdelijke sluiting van de inrichting besluiten voor een nader te bepalen periode;

  • 4.3.

    Afhankelijk van de aard van de overtreding kan de waarschuwing worden overgeslagen (bijvoorbeeld als de horeca-ondernemer zelf bij heling betrokken is) of op grond van artikel 31 lid 1 onder c DHW door het bevoegde orgaan besloten worden tot intrekking van de vergunning.

de termijn gedurende de strandpaviljoens gesloten zijn niet meegerekend (van 1 november tot 15 februari)

Gepubliceerd in het Weekblad Kennemerland Zuid, d.d. 7 februari 2013. In werking vanaf 8 februari 2013.