Organisatie | Echt-Susteren |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van hondenbelasting 2007 |
Citeertitel | Verordening hondenbelasting 2007 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Gemeentewet, art. 226
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2012 | 01-01-2012 | intrekking | 10-11-2011 't Waekblaad, 24-11-2011 | 79868 | |
29-12-2006 | 01-01-2012 | Onbekend | 14-12-2006 't Waekblaad, 21-12-2006 | Geen |
Onder de naam “hondenbelasting” wordt een directe belasting geheven ter zake van het houden van honden binnen de gemeente.
De belasting wordt niet geheven ter zake van honden:
die uitsluitend dienen om blinde personen te leiden en die worden gehouden door doven en slechthorenden, een en ander blijkens een geneeskundige verklaring, met het doel hun lichamelijke handicap te verlichten en voor honden die door de ‘Stichting Hulphond Nederland’ als gehandicaptenhond aan een gehandicapte ter beschikking zijn gesteld;
Bij de aanvraag voor een vrijstelling overeenkomstig dit lid, dient door de secretaris van de betreffende vereniging een kopie van de ledenlijst en een kopie van de lidmaatschappasjes van de leden die aangesloten zijn bij Koninklijke Nederlandse Politiehondenvereniging te worden overlegd, geldig voor de periode, die overeenkomt met het belastingjaar. Deze gegevens dienen te worden ingeleverd in januari van een betreffend belastingjaar. Deze vrijstelling geldt voor maximaal twee honden.
Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
Indien de belastingplicht in de loop van het jaar aanvangt, dan wel het aantal honden in de loop van het belastingjaar toeneemt, is de belasting, respectievelijk de hogere belasting ter zake van het toegenomen aantal honden, verschuldigd voor zoveel twaalfden gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na aanvang van de belastingplicht, respectievelijk de toename van het aantal honden, nog volle kalendermaanden overblijven.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, dan wel het aantal honden in de loop van het belastingjaar vermindert, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfden gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht respectievelijk de vermindering van het aantal honden, nog volle kalendermaanden overblijven.
Artikel 9 Termijnen van betaling
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in vier gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
In afwijking van het eerste lid geldt, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso van de betaalrekening van de belastingplichtigen kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in acht gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van hondenbelasting.
Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel
De “Verordening hondenbelasting 2006” vastgesteld bij raadsbesluit van 15 november 2005, zal worden ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich in de betreffende gemeente voor die datum hebben voorgedaan.