Organisatie | Borsele |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van forensenbelasting 2013 |
Citeertitel | Verordening forensenbelasting 2013 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | financiën en economie |
deze regeling vervangt de Verordening forensenbelasting 2012; de datum van de ingang van de heffing is 01-01-2013
Uitvoeringsregeling gemeentelijke belastingen Borsele 2010
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2013 | nieuwe regeling | 01-11-2012 Bevelandse Bode 14-11-2012 | raadstukken 01-11-2011, nr. B2 | ||
01-01-2013 | 01-01-2014 | nieuwe regeling | 01-11-2012 Bevelandse Bode 14-11-2012 | raadstukken 01-11-2011, nr. B2 |
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder woning: een gemeubileerde woning als bedoeld in artikel 223 van de Gemeentewet.
Niet belastingplichtig is degene die ter tijdelijke waarneming van een openbare betrekking of ter bijwoning van de vergaderingen van een vertegenwoordigend openbaar lichaam, waarvan hij het lidmaatschap bekleedt, dan wel ingevolge last of bevel van de overheid, buiten de gemeente van zijn hoofdverblijf vertoeft.
De belasting bedraagt per jaar bij een waarde in het economische verkeer van:
minder dan € 47.000,00 € 110,00
€ 47.000,00 of meer, doch minder dan € 94.000,00 € 149,00
Indien een belastingplichtige in het belastingjaar meer dan één gemeubileerde woning elk gedurende meer dan 90 dagen beschikbaar houdt in de gemeente, wordt ontheffing verleend van de belasting ter zake van de woning(en) met de laagste waarde(n) in het economisch verkeer.
Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld
De belasting is verschuldigd op het moment dat de gemeubileerde woning meer dan 90 dagen in het belastingjaar beschikbaar is gehouden als bedoeld in artikel 2.
In afwijking van het eerste lid geldt, in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, meer is dan € 50,00 doch minder dan € 5.000,00 en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van dagtekening nog maanden in het kalenderjaar waarin de aanslagen worden opgelegd overblijven, met dien verstande, dat het aantal termijnen tenminste vijf en ten hoogste negen bedraagt. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
Artikel 11 Kwijtschelding van belasting
Bij de invordering van de forensenbelasting als bedoeld in artikel 5 wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de forensenbelasting.