Organisatie | Pijnacker-Nootdorp |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Afvalstoffenverordening |
Citeertitel | Afvalstoffenverordening van de gemeente Pijnacker-Nootdorp |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | milieu |
Eigen onderwerp |
Deze verordening vervangt de Afvalstoffenverordening gemeente Pijnacker-Nootdorp (vastgesteld op 27-06-2002) met ingang van 06-10-2004.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
03-02-2011 | 26-04-2012 | Artikel 34 | 27-01-2011 Telstar, 02-02-2011 | 2010.17235 | |
28-12-2009 | 03-02-2011 | 1e wijziging: artt. 7 en 11 | 17-12-2009 Telstar, 23-12-2009 | 2009.14774a | |
06-10-2004 | 28-12-2009 | nieuwe regeling | 24-06-2004 Telstar, 25-08-2004 | 2004.05007 |
De raad van de gemeente Pijnacker-Nootdorp;
gezien het voorstel van het college van 4 mei 2004;
gezien het advies van de raadscommissie;
gelet op artikel 10.23, eerste lid, van de Wet milieubeheer, de Gemeentewet en de Algemene wet bestuursrecht;
Hoofdstuk 1 ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1 - Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan dan wel mede verstaan:
wet: Wet milieubeheer;
gebruiker van een perceel: degene die in de gemeente feitelijk gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge artikel 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt;
Artikel 5 - Persoonlijk karakter van de vergunning of ontheffing
De vergunning of ontheffing is persoonsgebonden, tenzij bij of krachtens verordening anders is bepaald.
Hoofdstuk 2 INZAMELING VAN HUISHOUDELIJKE AFVALSTOFFEN
Artikel 7 - Aanwijzing inzameldienst en andere inzamelaars
Paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) is niet van toepassing.
Hoofdstuk 3 TER INZAMELING AANBIEDEN VAN HUISHOUDELIJKE AFVALSTOFFEN
Artikel 13 - Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen door anderen dan de gebruikers van percelen
Artikel 15 - Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelmiddel voor de gebruiker van een perceel
Het is voor de gebruiker van een perceel ten behoeve van wie krachtens artikel 9, tweede lid, voor een bepaalde categorie huishoudelijke afvalstoffen een inzamelmiddel is aangewezen of van gemeentewege is verstrekt, verboden de betreffende afvalstoffen anders aan te bieden dan via het daartoe aangewezen of verstrekte inzamelmiddel.
Artikel 16 - Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelvoorziening ten behoeve van een groep percelen
Het is de gebruiker van een perceel voor wie krachtens artikel 9, tweede lid, mede ten behoeve van zijn perceel een inzamelvoorziening voor een bepaalde categorie huishoudelijke afvalstoffen is aangewezen, verboden de betreffende afvalstoffen anders aan te bieden dan via de betreffende inzamelvoorziening.
Artikel 17 - Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via inzamelvoorzieningen op wijkniveau
Artikel 18 - Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via een brengdepot op lokaal of regionaal niveau
Artikel 21 - Het in bijzondere gevallen ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen
In afwijking van hetgeen in deze paragraaf is bepaald kan het college regels stellen omtrent het in bijzondere gevallen ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan de inzameldienst of andere inzamelaars.
Hoofdstuk 4 INZAMELING VAN BEDRIJFSAFVALSTOFFEN
Artikel 22 - Inzameling bedrijfsafvalstoffen door de inzameldienst
Het college kan categorieën bedrijfsafvalstoffen aanwijzen die door de inzameldienst worden ingezameld.
Artikel 25 - Voorkomen van diffuse milieuverontreiniging
Het is verboden buiten een daarvoor door het college bestemde plaats en buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer een afvalstof, stof of voorwerp op of in de bodem te brengen, te storten, te houden, achter te laten of anderszins te plaatsen op een wijze die aanleiding kan geven tot hinder of nadelige beïnvloeding van het milieu.
Het in het eerste lid gestelde verbod geldt niet voorzover de Wet bodembescherming of het Bouwstoffenbesluit voorziet in de beoogde bescherming van het milieu.
Artikel 28 - Afvalbakken in inrichtingen voor het verbruiken van eet- en drinkwaren
De houder of beheerder van een inrichting waar eet- of drinkwaren worden verkocht die ter plaatse kunnen worden genuttigd, is verplicht:
zorg te dragen dat dagelijks, uiterlijk een uur na sluiting van de inrichting, doch in ieder geval terstond op eerste aanzegging van een ambtenaar, belast met de toezicht op de naleving van dit artikel, in de nabijheid van de inrichting achtergebleven afval, voorzover kennelijk uit of van die inrichting afkomstig, wordt opgeruimd.
Artikel 29 - Wegwerpen van reclamebiljetten of ander promotiemateriaal
Degene die in de openbare ruimte reclamebiljetten of dergelijke of ander promotiemateriaal onder het publiek verspreidt, is verplicht deze of de verpakking daarvan terstond op te ruimen of te laten opruimen, indien deze in de omgeving van de plaats van uitreiking op de weg of een andere voor het publiek toegankelijke plaats door het publiek worden weggeworpen.
Hoofdstuk 6 OVERIGE ONDERWERPEN DIE DE VERORDENING AANGAAN
Artikel 31 - Verbod opslag van afvalstoffen
Het is verboden afvalstoffen op voor het publiek zichtbare plaats in de open lucht en buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer op te slaan of opgeslagen te hebben.
Artikel 32 - Afgifte autowrakken afkomstig uit een huishouden
Het is de eigenaar of kentekenhouder verboden zich te ontdoen van een autowrak, dat afkomstig is van een huishouden, anders dan door afgifte aan inrichtingen, genoemd in artikel 6 van het Besluit beheer autowrakken.
Een gedraging in strijd met de volgende artikelen is een strafbaar feit in de zin van artikel 1a, onder 3º, Wet op de economische delicten:
Artikel 12 Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan anderen;
Artikel 13 Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen door anderen dan gebruikers van percelen;
Artikel 14 Afzonderlijk ter inzameling aanbieden;
Artikel 15 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelmiddel voor de gebruiker van een perceel;
Artikel 16 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelvoorziening ten behoeve van een groep percelen;
Artikel 17 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via inzamelvoorzieningen op wijkniveau;
Artikel 18 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via een brengdepot op lokaal of regionaal niveau;
Artikel 19 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen zonder inzamelmiddel;
Artikel 20 Dagen en tijden voor het ter inzameling aanbieden;
Artikel 23 Ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan de inzameldienst;
Artikel 24 Het ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan een ander dan de inzameldienst;
Artikel 25 Voorkomen van diffuse milieuverontreiniging;
Artikel 26 Achterlaten van straatafval;
Artikel 27 Voorkomen van zwerfafval bij ter inzameling gereed staande afvalstoffen;
Artikel 28 Afvalbakken in inrichtingen voor het verbruiken van eet- en drinkwaren;
Artikel 29 Wegwerpen van reclamebiljetten of ander promotiemateriaal;
Artikel 30 Zwerfafval bij vervoeren, laden en lossen of overige werkzaamheden;
Artikel 31 Verbod op een voor het publiek zichtbare plaats aanwezig hebben van afvalstoffen;
Artikel 32 Afgifte autowrakken afkomstig uit een huishouden.
Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de krachtens artikel 5.10, derde lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht aangewezen ambtenaren.