Evenementenbeleid 2005

Evenementen zijn van belang voor haar bezoekers, de organisatoren, de gemeente en de politie.

Ten eerste biedt een evenement het publiek de mogelijkheid om de vrije tijd aangenaam door te brengen. Er is gelegenheid om op informele wijze anderen te ontmoeten en gezamenlijk te genieten van georganiseerde gebeurtenissen met amusementswaarde. Die recreatieve functie heeft het evenement voor alle bezoekers, zowel voor de eigen inwoners als de mensen van buiten.

Ten tweede kan een evenement voor bewoners de leefbaarheid onderstrepen.

De ontmoetingsmogelijkheid en de gezamenlijke ervaring dragen bij aan het gemeenschapsgevoel van het individu en aan zijn betrokkenheid bij de gemeente. Ook het gezamenlijk beleven van een evenement behoort hiertoe. Voorbeelden hiervan zijn de Sinterklaasoptocht, braderieën en het Aalsmeer Festival.

De organisatoren zijn globaal te verdelen in twee groepen.

Er zijn organisatoren die een commercieel evenement organiseren en er zijn organisatoren die een niet-commercieel evenement organiseren.

Organisatoren van een niet-commercieel evenement hopen door middel van hun evenementen onder andere naamsbekendheid op te doen voor een goed doel. Organisatoren die een commercieel evenement organiseren hebben een commercieel doel.

Voor de gemeente zijn evenementen van belang omdat zij van betekenis kunnen zijn voor de promotie van de gemeente en het imago van de gemeente. Enerzijds kan het evenement publiciteit generen in de media, hetgeen positief kan werken op de naamsbekendheid van de gemeente en een bijdrage levert aan het imago onder een brede bevolkingsgroep.

Anderzijds zullen bezoekers door hun directe ervaringen tijdens een evenement zich ook een beeld vormen van de gemeente.

De politie heeft dan wel geen rechtstreeks belang bij een evenement maar heeft een belangrijke rol op het moment dat een evenement plaatsvindt. De politie dient er onder andere op toe te zien dat regels worden nageleefd en dat de openbare orde niet wordt verstoord. Zij kan op grond van haar wettelijk toegekende bevoegdheden, indien dat nodig is, handhavend optreden. Tenslotte heeft de politie een belangrijke adviserende rol bij de vergunningverlening.

Om de gang van zaken rond evenementen voor zowel de gemeente, de bezoekers als de organisatoren zo goed mogelijk op elkaar af te stemmen, is het Beleid voor openlucht festiviteiten en het Evenementenbeleid 2005 tot stand gebracht. De volgende doelstellingen kunnen voor het Evenementenbeleid 2005 worden geformuleerd. Deze doelstellingen komen overeen met de doelstellingen die in het Beleid voor openlucht festiviteiten geformuleerd zijn.

Het formuleren van beleid ten aanzien van evenementen welke vanuit het particulier initiatief binnen de gemeente Aalsmeer gehouden worden;

• 1.

  Het verbeteren van de relatie tussen de gemeente enerzijds en evenementenorganisatoren en andere externe organisaties op het gebied van evenementen anderzijds, opdat de kwaliteit van evenementen gewaarborgd is c.q. verbeterd wordt, maar ook rekening wordt gehouden met leefomgevingen;

• 2.

  Het verbeteren van de dienstverlening en advisering op het gebied van regelgeving en vergunningverlening;

• 3.

  De zorg voor openbare orde en veiligheid;

• 4.

  Een consequente handhaving van regelgeving en beleid ten aanzien van evenementen.

Op 28 november 2002 is het Beleid voor openlucht festiviteiten in werking getreden. Met de vaststelling van het beleid wilde de gemeente tonen dat zij belang hecht aan een goede relatie met evenementenorganisatoren en een goede vergunningverlening. Nadat dit beleid een jaar van kracht was, werd het tijd voor een evaluatie van dit beleid. In deze evaluatie kunnen twee groepen betrokkenen onderscheiden worden, de gemeente, politie en brandweer enerzijds en de organisatoren van evenementen anderzijds. Er zijn drie face-to-face interviews afgenomen met de evenementencoördinator van de afdeling Publiekszaken, met een medewerker van de politie en een medewerker van de brandweer. Acht organisatoren van een groot evenement zijn benaderd voor een telefonisch interview. In de evaluatie is gekeken of het beleid voldoet aan de doelstellingen die daarin zijn verwoord. Er is onder andere nagegaan of het Beleid voor openlucht festiviteiten evenwichtig en duidelijk is, of de relatie tussen de gemeente, de politie, de brandweer en de organisatoren verbeterd is en of de openbare orde en veiligheid bij evenementen goed gewaarborgd is.

Voor de gemeente zelf is het Beleid voor openlucht festiviteiten een evenwichtig en duidelijk beleid. Zo vormt het beleid een goede bundeling van alle wettelijke bepalingen, die bij het verlenen van vergunningen relevant zijn.

De organisatoren van evenementen merken nauwelijks verschil tussen de periode voor en na de introductie van het Beleid voor openlucht festiviteiten. Vragen en kritiekpunten die ze jaren geleden hadden, hebben ze nog steeds. Het belangrijkste kritiekpunt van de organisatoren op het beleid is dat de vergunning te kort van tevoren wordt verleend. Daarnaast hebben zij moeite met de gedetailleerde normering van het aantal evenementen naar locatie, aantal en type. Een ander kritiekpunt luidt dat de gemeente een actievere rol zou kunnen vervullen bij evenementen dan sec het verlenen van de vergunning.

Alle betrokkenen zijn overwegend positief over de onderlinge contacten. Nu waren deze voor de introductie van het beleid ook al redelijk goed. Een positief gevolg van het beleid is dat het aanwijzen van een vaste evenementencoördinator tot meer duidelijkheid heeft geleid.

De openbare orde en veiligheid is, zeker waar het de bevoegdheden van de politie en brandweer betreft, gewaarborgd. Ook dragen de organisatoren hun steentje bij door de inhuur van particuliere beveiligingsdiensten bij bepaalde evenementen. De gemeente controleert sinds kort of aan alle in de vergunning gestelde eisen wordt voldaan. De indruk van de politie en de brandweer is dat de organisatoren zich het afgelopen jaar redelijk goed aan de geformuleerde eisen hebben gehouden.

In de evaluatie worden aanbevelingen gedaan voor de verdere uitvoering van het Beleid voor openlucht festiviteiten. Ook is in de evaluatie aangegeven welke aanbevelingen de hoogste en laagste prioriteit hebben. De burgemeester is op d.d. 22 juni 2004 akkoord gegaan met de prioritering van deze aanbevelingen. Het gaat hierbij om de volgende aanbevelingen met de volgende prioriteitstelling:

• 1.

  Het afgeven van vergunningen binnen de wettelijk gestelde termijnen.

• 2.

  Laat de gedetailleerde beschrijving van het aantal, het soort en de locatie van evenementen los.

• 3.

  Een duidelijk onderscheid maken tussen meldingen en vergunningaanvragen.

• 4.

  Een bredere oriëntatie op evenementen bijvoorbeeld meer promotie van evenementen.

Deze aanbevelingen zijn meegenomen bij de totstandkoming van het Evenementenbeleid 2005.

Als wordt gekeken naar de invloed van evenementen op de woon- en leefomgeving, kunnen evenementen in twee soorten onderverdeeld worden: grote en kleine evenementen.

Grote evenementen: evenementen waarvan de gemeente op basis van de plannen van de organisator voorziet dat ze een zekere invloed kunnen vormen op de woon- en leefomgeving.

Een evenement wordt in ieder geval als groot aangemerkt indien het voldoet aan een van de volgende vijf criteria:

de omvang: de organisator wil een of meer verkeersintensieve wegen of wateren gebruiken;

de geluidsproductie: de gemeente voorziet dat de wettelijke geluidsnormen overschreden gaan worden;

de eindtijd: de organisator wil afwijken van de in de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) en het beleid genoemde eindtijden;

invloed: het evenement heeft een grote invloed op de woon- en leefomgeving;

volksgezondheid: het evenement kan een gevaar voor de volksgezondheid zijn.

Er is geen uitputtende opsomming gegeven van criteria die een evenement als groot kunnen aanmerken. Afhankelijk van de omstandigheden zal bekeken worden aan welke van de bovenstaande criteria een evenement voldoet. Indien op grond van het bovenstaande niet duidelijk is of een evenement als groot kan worden aangemerkt, bepaalt de burgemeester na een zorgvuldige afweging, of het een groot of een klein evenement betreft.

Kleine evenementen: Evenementen die gering van omvang en geluidsproductie zijn. Ze vinden meestal overdag plaats. Een voorbeeld van een klein evenement is een hinkelwedstrijd van een groepje kinderen.

De aanvraag voor een evenementenvergunning wordt door de burgemeester in eerste instantie getoetst aan de APV.

Omdat er verschillende soorten evenementen bestaan kunnen verschillende artikelen van de APV van toepassing zijn. Daarnaast dient een aanvraag voor een evenementenvergunning te worden getoetst aan andere wetten en uitvoeringsbesluiten.

Enkele voorbeelden zijn:

• Zondagswet

• Drank- en Horecawet

In artikel 2.2.1. APV wordt omschreven wat onder een evenement wordt verstaan.

Een evenement is een voor publiek toegankelijke verrichting van vermaak, met uitzondering van:

• a.

  bioscoopvoorstellingen als bedoeld in de Wet op de filmvertoning;

• b.

  markten als bedoeld in artikel 160 Gemeentewet;

• c.

  kansspelen als bedoeld in de Wet op de kansspelen;

• d.

  het in een inrichting in de zin van de Drank- en Horecawet gelegenheid geven tot dansen;

• e.

  betogingen, samenkomsten en vergaderingen als bedoeld in de Wet openbare manifestaties;

• f.

  activiteiten bedoeld in de artikelen 2.1.2.1. en 2.1.4.1. van deze verordening.

Op grond van artikel 2.2.2. APV is het verboden zonder vergunning van de burgemeester een evenement te organiseren.

De vergunning kan worden geweigerd in het belang van:

• a.

  de openbare orde;

• b.

  het voorkomen of beperken van overlast;

• c.

  de verkeersveiligheid of de veiligheid van personen of goederen;

• d.

  de zedelijkheid of gezondheid.

Tenslotte bepaalt artikel 2.2.3. APV dat het verboden is om tijdens een evenement de orde te verstoren.

In deze paragraaf is een aantal bijzondere bepalingen opgenomen die van invloed kunnen zijn op de beoordeling van een evenementenvergunning.

Naast de hierboven genoemde wet- en regelgeving dient de aanvraag voor een evenementenvergunning ook getoetst te worden aan de hieronder beschreven bijzondere bepalingen.

1.5.1. Het gebruik van het marktterrein voor evenementen

In de gemeente Aalsmeer wordt op het Raadhuisplein op dinsdag een markt gehouden. Het is mogelijk dat men een evenement wil organiseren op deze marktdag.

De marktverordening Aalsmeer geeft regels voor het bepalen van de plaats en tijd van markten. Op grond van die verordening kan het college tijdelijk een andere plaats, dag of tijd bepalen.

Op grond van dit beleid mogen geen evenementen plaatsvinden op het Raadhuisplein op de marktdag.

Voorwerpen die geplaatst worden in het kader van evenementen die meerdere dagen duren en plaatsvinden op het Raadhuisplein dienen op marktdagen verwijderd te worden voor 07.00 uur en kunnen teruggeplaatst worden indien de marktmeester het Raadhuisplein heeft vrijgegeven.

De voorwerpen hoeven niet verwijderd te worden indien de marktmeester heeft bepaald dat voorwerpen kunnen blijven staan tijdens de markt op de door hem aan te wijzen plaatsen. Dit zal in de vergunning voor het evenement worden opgenomen.

1.5.2. Evenementen op zondag

Evenementen kunnen voor een zondag of een daaraan gelijkgestelde dag worden aangevraagd.

Met een zondag worden de volgende dagen gelijk gesteld: Nieuwjaarsdag, eerste en tweede Paasdag, Koninginnedag, eerste en tweede Pinksterdag, eerste en tweede Kerstdag en Oudejaarsavond.

Op grond van artikel 3 lid 1 Zondagswet is het verboden op zondag zonder strikte noodzaak een gerucht te verwekken, dat op een afstand van meer dan 200 meter van het punt van verwekking hoorbaar is. Het bepaalde in het eerste lid is niet van toepassing op uitingen tijdens geoorloofde samenkomsten tot het belijden van godsdienst of levensovertuiging, vergaderingen of betogingen als bedoeld in de Wet openbare manifestaties.

Op grond van artikel 4 Zondagswet is het verboden voor 13 uur op zondag openbare vermakelijkheden te houden, daartoe gelegenheid te geven of daaraan deel te nemen.

De gemeenteraad kan bij plaatselijke verordening voor de tijd na 13 uur voor door hem aan te wijzen openbare vermakelijkheden een zelfde verbod vaststellen als in het eerste lid vervat.

De burgemeester is bevoegd ontheffing te verlenen van het hierboven bepaalde.

Ten aanzien van openbare vermakelijkheden, waarvan redelijkerwijze geen beletselen voor de viering van de zondag en geen verstoring van de openbare rust op de zondag zijn te duchten, wordt bij algemene maatregel van bestuur bepaald, dat zij niet als openbare vermakelijkheden in de zin van deze wet zullen worden beschouwd.

In het kader van de vergunningverlening voor evenementen op zondag of een daaraan gestelde dag dient altijd de Zondagswet in acht te worden genomen.

1.5.3. Reclamevoering

Onder reclame wordt verstaan elke vorm van handelsreclame op of aan de openbare weg ten behoeve van een evenement.

Organisatoren die reclame willen maken dienen op grond van artikel 2.4.2a APV een vergunning bij het college aan te vragen.

Op grond van de beleidsnotitie" Spandoeken en sandwichborden" worden aanvragen voor sandwichborden en spandoeken als volgt getoetst:

Voor sandwichborden geldt;

• 1.

  Een tijdelijke plaatsingsperiode van in beginsel 2 weken en maximaal 50 borden in totaal;

• 2.

  Aankondiging voor Aalsmeerse activiteiten;

• 3.

  a. Aankondiging voor niet-commerciële activiteiten of

  • b.

    Aankondiging van commerciële activiteiten voor zover:

    • •

      deze wordt aangevraagd door een vereniging of stichting, waarin plaatselijke ondernemers gezamenlijk hun belangen behartigen;

    • •

      deze wordt aangevraagd door een of meer brancheorganisaties, of;

    • •

      deze wordt aangevraagd voor een activiteit, die een duidelijk verband heeft met de Aalsmeerse samenleving als geheel.

Voor spandoeken geldt:

• 1.

  Een tijdelijke ophangperiode van in beginsel 2 weken en maximaal 3 spandoeken per kern of wijk;

• 2.

  Aankondiging van Aalsmeerse activiteiten;

• 3.

  a. Aankondiging van niet- commerciële activiteiten of;

  • b.

    Aankondiging van commerciële activiteiten voor zover:

    • •

      deze wordt aangevraagd door een vereniging of stichting, waarin plaatselijke ondernemers gezamenlijk hun belangen behartigen;

    • •

      deze wordt aangevraagd door een of meer brancheorganisaties, of; deze wordt aangevraagd voor een activiteit, die een duidelijk verband heeft met de Aalsmeerse samenleving als geheel.

Voor het aanbrengen van spandoeken dient er rekening mee te worden gehouden dat deze, indien over de weg gespannen, op een hoogte van minimaal 4,5 meter worden aangebracht. Tevens dient aandacht besteed te worden aan de wijze waarop spandoeken worden bevestigd en dient de organisator van het evenement toestemming te vragen aan de eigenaar van het gebouw.

De gemeente Aalsmeer maakt gebruik van een evenementencoördinator. Deze evenementencoördinator is de senior medewerker van de afdeling Publiekszaken.

Gemeentelijke taken op het gebied van evenementen worden vanuit de evenementencoördinator gecoördineerd. Voor de organisatoren van evenementen wordt daarmee vorm gegeven aan de eenloketfunctie waar alle zaken betreffende evenementen beginnen en afgehandeld worden.

De evenementencoördinator is voorts belast met de planning en differentiate van evenementen door middel van een evenementenkalender (zie paragraaf 2.2.3).

Daarnaast is deze persoon adviseur van de burgemeester met betrekking tot relevante en bestuurlijke toetsing van evenementen.

Tenslotte dient de evenementencoördinator in samenwerking met de senior medewerker Wijkdienst van de afdeling Onderhoud en Inspectie ervoor zorg te dragen dat de faciliteiten die nodig zijn voor evenementen geregeld worden.

De taken van de evenementencoördinator zijn kort samengevat:

De evenementencoördinator is verantwoordelijk voor het evenementenboekje. Dit wordt in samenwerking met de afdeling Voorlichting, bestuur en grondzaken van de gemeente Aalsmeer opgesteld en zo nodig jaarlijks aangepast. Het evenementenboekje heeft als functie organisatoren van evenementen te wijzen op hetgeen van hen verwacht wordt. Het geeft antwoord op vragen wat een evenement is, hoe een vergunning aangevraagd moet worden en welke eisen aan een evenement kunnen worden gesteld. Dit boekje dient een praktische handleiding te zijn voor evenementenorganisatoren.

Voor het toestaan van grote evenementen dient een procedure van jaarplanning te worden ontwikkeld. Kleine evenementen hebben geen apart regime nodig. Ze veroorzaken doorgaans weinig klachten. Op grond van artikel 1.2 APV beslist de burgemeester op een aanvraag voor een vergunning binnen acht weken na de dag waarop de aanvraag is ontvangen. De burgemeester kan deze beslissing voor ten hoogste acht weken verdagen. De behandeling van een aanvraag voor een klein evenement moet beperkt blijven tot ongeveer acht weken. De korte behandel termijn is van belang, omdat het op deze manier mogelijk blijft om op relatief korte termijn iets in Aalsmeer te organiseren.

In het proces van gemeentelijke vergunningverlening zijn drie fasen te onderscheiden: een intake-, een behandelings- en een afhandelingfase.

De intakefase bestaat uit de informatie-uitwisseling tussen de gemeente en de organisatoren ten behoeve van een goede aanvraag. Om de informatie- uitwisseling efficiënt te laten verlopen, dient de gemeente de organisator een helder overzicht te geven van:

• De informatie die de gemeente nodig heeft voor de besluitvorming over de aanvraag en de criteria die gelden voor dit besluit.

• De plichten van de organisatoren en de daaraan verbonden kosten.

Op grond van artikel 4:4 Algemene Wet Bestuursrecht (Awb) kan een bestuursorgaan, voor het indienen van aanvragen en verstrekken van gegevens een formulier vaststellen. In het kader van een goede informatie-uitwisseling wordt op grond van het dit beleid gebruik gemaakt van een aanvraagformulier (bijlage 1). Van de organisatoren wordt verwacht dat zij dit aanvraagformulier volledig en naar waarheid invullen.

Op grond van artikel 4:2 Awb dient een aanvraag voor een evenement tenminste te bevatten;

• a.

  de naam en adres van de aanvrager;

• b.

  de dagtekening;

• c.

  een aanduiding van de beschikking die wordt gevraagd.

Indien meerdere aanvragen worden ingediend voor een evenement in een jaar, wordt ten eerste gekeken naar welke organisator de langste evenementenervaring in Aalsmeer heeft. De aanvraag van de organisator met de langste evenementenervaring krijgt voorrang boven de andere aanvraag.

Indien beide organisatoren een lange evenementenervaring in Aalsmeer in hebben wordt gekeken of de organisator een sociale binding met Aalsmeer heeft.

Mochten de aanvragen alsnog allebei aan de hierbovenstaande criteria voldoen dan krijgt de aanvraag voor een evenement dat een grote draagvlak in Aalsmeer heeft voorrang boven de andere aanvraag.

Bij het behandelen van een aanvraag geven de betrokken afdelingen van de gemeente en de politie binnen een in het werkproces aangeven periode een positief of negatief advies over de aanvraag.

Voor een vergunning voor een groot evenement dient ook nog advies aan de GGD Amstelland- de Meerlanden (zie paragraaf 2.3.4) gevraagd te worden.

Zijn alle adviezen positief dan wordt er een vergunning in overeenstemming met de APV verleend.

Een vergunning kent op grond van het Evenementenbeleid 2005 een standaard pakket aan voorschriften.

Aanvullende vergunningvoorwaarden van de afdelingen en de politie kunnen ook in de

evenementenvergunning verwerkt worden.

Zijn negatieve adviezen door de afdelingen en de politie uitgebracht, dan wordt contact opgenomen met de organisatoren. Blijven de oordelen van deze afdelingen en/of de politie negatief en wil of kan de organisator de aanvraag niet aanpassen, dan wordt de aanvraag in principe afgewezen.

Een korte samenvatting van het werkproces voor de behandeling van vergunningaanvragen staat in bijlage 2. Voor een uitgebreid werkproces wordt verwezen naar bijlage 3.

Uit de evaluatie van het Beleid voor openlucht festiviteiten is naar voren gekomen dat vergunningaanvragen voor evenementen niet binnen de gestelde wettelijke termijnen worden afgegeven. Om ervoor te zorgen dat vergunningen binnen de wettelijk gestelde termijn worden afgegeven, wordt gewerkt met een beheersysteem. Hierin kan worden aangegeven welke aanvragen zijn ingediend en binnen welke termijnen de vergunningen afgegeven dienen te worden. Aan het eind van het jaar zal door evenementencoordinator aan de burgemeester gerapporteerd worden of vergunningen binnen de wettelijk gestelde termijn worden afgegeven.

Hierdoor kan de burgemeester in de gaten houden hoe het vergunningproces verloopt en zo nodig sturing geven aan dit proces.

Een evenementenkalender geeft voor een heel kalenderjaar aan welke grote evenementen in de gemeente mogen plaatsvinden.

Vanaf 1 november roept de gemeente in het lopende jaar middels een brief en/of een publicatie in de weekbladen de organisatoren op:

een aanvraaa in te dienen voor een groot evenement voor het komende jaar. Dit betreft een aanvraag conform artikel 4:2 Awb. Een aanvraag moet tenminste de naam en het adres van de aanvrager, de dagtekening en een aanduiding van de beschikking die wordt gevraagd bevatten. Een organisator die een aanvraag heeft ingediend krijgt van de gemeente een negatief of positief besluit op zijn aanvraag.

Of:

een melding te doen van een groot evenement voor het komende jaar. Dit is geen aanvraag in de zin van de Awb. Een melding is te beschouwen als een mededeling dat er in het volgende jaar waarschijnlijk een evenement gaat plaatsvinden. Een melding wordt op de evenementenkalender geplaatst zodat het voor burgers en de politie duidelijk is dat er een evenement kan gaan plaatsvinden. Echter een melding zorgt er niet voor dat de organisator een positief of negatief besluit krijgt. Hiervoor moet een organisator een aanvraag op grond van artikel 4:2 Awb indienen. Aan de organisatoren die een melding hebben gedaan van een groot evenement wordt geadviseerd om 20 weken voordat het evenement plaatsvindt een aanvraag bij de gemeente in te dienen. Op grond van artikel 1.2 APV beslist de burgemeester op een aanvraag voor een vergunning binnen acht weken na de dag waarop de aanvraag is ontvangen. De burgemeester kan deze beslissing voor ten hoogste acht dagen verdagen. Dit betekent dat uiterlijk vier weken voordat een evenement plaatsvindt de evenementenvergunning moet zijn verleend of geweigerd.

Indien de vergunning geweigerd wordt of indien er andere omstandigheden zijn waardoor het evenement niet kan plaatsvinden, kunnen de organisatoren tijdig het evenement afblazen.

Een melding of een aanvraag dient voor 1 december van het lopende jaar bij de gemeente binnen te zijn.

Indien een aanvraag later dan 1 december bij de gemeente is ingediend, betekent het niet dat de aanvraag niet in behandeling wordt genomen. Het evenement kan dan alleen niet meer op de evenementenkalender worden geplaatst. Verder zullen er dan nadere afspraken met de politie gemaakt moeten worden, omdat zij haar capaciteit op de evenementenkalender afstemt.

Tevens zorgt een vermelding van een evenement op de evenementenkalender er niet automatisch voor dat positief op een vergunningaanvraag beslist wordt. Een aanvraag voor een evenementenvergunning kan geweigerd worden, ook al staat het op de evenementenkalender.

In december stelt de burgemeester de jaarkalender vast.

Deze is gebaseerd op aanvragen/meldingen die zijn binnengekomen, op de jaarevaluatie die is opgesteld, eventuele klachten en ervaringen van voorgaande jaren.

De elementenkalender wordt om de drie maanden in de Nieuwe Meerbode gepubliceerd. Hierdoor blijft men op de hoogte van de grote evenementen die in Aalsmeer plaatsvinden.

De evenementencoördinator dient er wel rekening mee te houden dat in de gemeente binnen-evenementen kunnen plaatsvinden die een grote invloed hebben op de woon- en leefomgeving. Een voorbeeld is dat een weg voor een binnen- evenement wordt afgezet. De evenementencoördinator kan het binnen-evenementen dan aangeven op de evenementenkalender.

De procedure voor de vaststelling van de evenementenkalender is in bijlage 5 kort samengevat.

Aan een vergunning voor een evenement kunnen voorschriften verbonden worden. Welke voorschriften aan een vergunning verbonden worden hangt af van de aard en het soort evenement. Hieronder is een aantal voorschriften opgesomd. Deze voorschriften kunnen te allen tijde worden gewijzigd of aangevuld.

2.4.1. Schoonmaak

Aan een evenementenvergunning kan ongeacht of het aangevraagde evenement op openbaar of particulier terrein plaatsvindt, het voorschrift verbonden worden dat de organisator zorgt draagt voor de schoonmaak van het terrein, het ter beschikking stellen van afvalbakken en het schoonmaken van de afvalbakken.

De Meerlanden beschikt over inzamelmiddelen waarvan de organisator tegen vergoeding gebruik van kan maken.

2.4.2. Wegafzetting

Indien een evenement plaatsvindt op of zeer nabij een rijweg dan kan het voorkomen dat de rijweg moet worden afgezet of een straat tijdelijk voor het verkeer moet worden afgesloten.

De zorg voor de realisatie van wegafzettingen ligt bij de organisator van het evenement zelf.

Indien de organisator dranghekken nodig heeft ten behoeve van zijn evenement, dan kan hij deze ophalen bij de gemeentewerf. Voor het gebruik van dranghekken wordt geen vergoeding door de gemeente gevraagd. Echter indien de gemeente de dranghekken moet wegbrengen en ophalen voor de organisator dan wordt daar een vergoeding voor gevraagd.

Indien de dranghekken beschadigd zijn tijdens een evenement, komen de reparatiekosten voor rekening van de organisator.

De aanvraag voor een evenement, dat op of zeer nabij een rijweg gaat plaatsvinden, wordt door de medewerker Publiekszaken voor advies gestuurd aan de afdeling Leefomgeving cluster verkeer. De medewerker verkeer beoordeelt op grond van de aanvraag en de ingediende situatieschets of de weg mag worden afgezet en of voldoende parkeerruimte overblijft voor de bezoekers en de omwonenden. Naast de toetsing van de aanvraag van een evenementenvergunning, kan de medewerker verkeer het college adviseren om een tijdelijke verkeersmaatregel te nemen. Dit besluit staat los van het besluit om een vergunning voor een evenement te verlenen.

De organisator dient de omwonenden van het evenement in kennis te stellen van de wegafzetting en aan de omwonenden te verzoeken hun voertuigen tijdelijk elders te plaatsen.

Indien een weg moet worden afgezet voor een evenement dient de organisator contact op te nemen met Connexxion. Het kan zijn dat Connexxion door de wegafzetting haar dienstregeling moet aanpassen. Daar kunnen voor de organisatoren extra kosten uit voortvloeien. De organisator dient met Connexxion tot een regeling te komen waarbij het openbaar vervoer zo min mogelijk wordt gehinderd. Kan geen overeenkomst worden bereikt of zijn de kosten te hoog voor de organisator, dan kan het evenement op die locatie niet plaatsvinden.

2.4.3. Het voorkomen, beperken en bestrijden van brand, het beperken van brandgevaar en het voorkomen en beperken van ongevallen bij brand

Diverse typen evenementen of bij evenementen voorkomende handelingen kunnen leiden tot brand. Om een brand en de daarbij komende gevolgen tijdens evenementen zoveel mogelijk te voorkomen, te beperken en te bestrijden en om ongevallen zoveel mogelijk te voorkomen en beperken is deze paragraaf in het Evenementenbeleid 2005 opgenomen.

Bij de beoordeling van een evenement wordt in kader van de brandveiligheid aan een aantal punten aandacht besteed. Het geven van standaardvoorschriften is niet mogelijk omdat het opleggen van de voorschriften geheel afhankelijk is van de omstandigheden waaronder het evenement plaatsvindt.

In het kader van de vergunningverlening wordt in principe aan de volgende punten aandacht besteed: De plaatsing van de voorwerpen ten opzichte van de omliggende bebouwing en beplanting; Het vrijhouden van aanrijroutes voor brandweervoertuigen in de omgeving van het evenement; Het bereikbaar houden van bluswatervoorzieningen voor de brandweer; Het soort materiaal waaruit tijdelijke bouwsels worden opgetrokken; Het gebruik van bak- en braadapparatuur en verwarmingsapparatuur; Het gebruik maken van brandweerbewaking;

In de tijdelijke bouwsels, het aanbrengen van brandpreventieve voorzieningen, zoals blusapparatuur, noodverlichting, nooduitgangen en dergelijke.

2.4.4. Volksgezondheid

Tijdens een evenement kunnen de bezoekers/deelnemers ten alle tijden lichamelijk of psychisch letsel oplopen. Om letsel zo veel mogelijk te voorkomen wordt bij de beoordeling van een vergunning aandacht besteedt aan:

Het vrijhouden van aan- en afvoerroutes voor ambulances in de directe omgeving van het evenement;

Het aantal bezoekers/deelnemers en de aard van het evenement bepalen of er EHBO-personeel en voorzieningen dienen te worden ingezet;

Indien er duidelijke risico's voor gezondheidsproblemen aanwezig zijn kan er besloten worden om preventief medische bijstand gedurende het evenement in te zetten;

Indien van toepassing moeten voldoende sanitaire voorzieningen aanwezig zijn.

Een aanvraag voor een groot evenement dient altijd voor advies voorgelegd te worden aan de GGD Amstelland- de Meerlanden. Soms dient een aanvraag voor een evenement ook voor advies worden voorgelegd aan de GHOR (Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen). In bijlage 7 is een checklist van de GHOR bijgevoegd. Aan de hand van deze checklist kan beoordeeld worden of voor de vergunningverlening advies van de GHOR is vereist. Naar aanleiding van het advies van de GHOR kunnen nadere voorschriften aan een evenementenvergunning verbonden worden.

2.4.5. Evenementen op openbaar groen en sierbestrating

Naast het algemeen belang voor het ordelijk verloop van evenementen heeft de gemeente als eigenaar/beheerder van gronden en de daarop aangebrachte voorzieningen zoals groen en bestrating de taak er zorg voor te dragen dat deze voorzieningen in een goede staat worden gehouden. Door het plaatsen van voorwerpen voor evenementen dan wel het houden van evenementen kunnen deze voorzieningen beschadigen.

In het kader van de vergunningverlening wordt aan de volgende punten aandacht besteed:

Het afdekken van de bestrating om vervuiling en vervuiling van het afvalwater via de riolen te voorkomen;

Het aanbrengen van rijplaten voor zwaardere voertuigen om beschadiging aan groenstroken en/of bestrating tegen te gaan.

2.4.6. Waarborgsom

De gemeente kan, indien zij gegronde vrees heeft dat door het evenement haar voorzieningen beschadigd worden, een waarborgsom opleggen aan de organisator.

Deze paragraaf heeft alleen betrekking op grote evenementen. Kleine evenementen zijn in deze paragraaf niet opgenomen omdat deze relatief weinig invloed op de woon- en leefomgeving hebben. Ze zijn gering van omvang en geluidsproductie en vinden meestal overdag plaats. Grote evenementen betreffen activiteiten waarvan de gemeente op basis van de plannen van de organisatoren of op basis van eerdere ervaringen met het evenement voorziet dat ze een grote invloed op de leefomgeving ter plaatse zullen hebben waartegen omwonenden naar verwachting bedenkingen zullen hebben.

In Aalsmeer bevindt zich een aantal gebieden waar grote evenementen kunnen plaatsvinden. Deze gebieden zijn:

• Kudelstaart,

• Aalsmeer-centrum/ Stommeer

• Hornmeer

• Oosteinde

• Westeinderplassen

• Surfeiland/ Vrouwentroost.

Om mogelijke overbelasting van de verschillende gebieden te voorkomen wordt voortaan het aantal vergunningen voor grote evenementen per gebied aan een maximum verbonden. Het stellen van een maximum aan het aantal vergunningen voor grote evenementen per gebied kan tot gevolg hebben dat sommige evenementen niet meer kunnen plaatsvinden waar ze tot nu toe plaatsvonden. Deze evenementen kunnen eventueel verplaatst worden naar andere, minder belaste gebieden. Deze spreiding van de evenementen zal bij het opstellen van de evenementenkalender worden gerealiseerd.

Uit de afgelopen jaren blijkt dat er ongeveer vijftien vergunningen per jaar zijn afgegeven voor grote evenementen in het gebied Aalsmeer-centrum/Stommeer.

In het gebied Aalsmeer-centrum/Stommeer bevinden zich tevens de meeste horecagelegenheden.

Er dient rekening te worden gehouden met het feit dat hierdoor de woon- en leefomgeving ook al wordt beïnvloed.

Daarnaast is het gebied Aalsmeer-centrum/Stommeer, zoals de naam als zegt, het centrum van Aalsmeer.

In een centrum vinden per definitie meer evenementen plaats dan buiten het centrum.

Na een zorgvuldige afweging tussen het feit dat Aalsmeer-centrum/Stommeer een centrumfunctie heeft, de invloed van de horecagelegenheden en de invloed die evenementen op de woon- en leefomgeving hebben, is er voor gekozen het aantal vergunningen voor grote evenementen op maximaal 20 te stellen.

Hierbij is de mogelijkheid open gehouden om vergunning te verlenen voor verschillende soorten evenementen in Aalsmeer-centrum.

Het gebied Kudelstaart kan vergeleken worden met het gebied Aalsmeer-centrum/Stommeer qua centrumfunctie. Voordat Kudelstaart een gemeente werd met Aalsmeer had dit gebied zijn eigen centrum. Deze centrumfunctie bestaat nog steeds in Kudelstaart. Vandaar dat voor dit gebied meer vergunningen voor grote evenementen kunnen worden verleend ten opzichte van de hieronder te bespreken gebieden. Daarnaast blijkt dat uit de afgelopen jaren ongeveer twaalf vergunningen zijn verleend voor evenementen in het gebied Kudelstaart.

Na een zorgvuldige afweging tussen het feit dat Kudelstaart een centrumfunctie heeft, het aantal afgegeven vergunning in de voorgaande jaren, de invloed van de horecagelegenheden en de invloed die evenementen hebben op de woon- en leefomgeving, is er voor gekozen om het aantal vergunningen voor grote evenementen ook op maximaal 20 te stellen.

In tegenstelling tot de gebieden Aalsmeer-centrum/Stommeer en Kudelstaart wordt het gebied Hornmeer gekwalificeerd als woonwijk. De afstemming op de woonomgeving komt hier nadrukkelijker naar voren dan bij de bovenstaande gebieden.

In de afgelopen jaren zijn ongeveer vier vergunningen per jaar verleend voor grote evenementen. Naast deze vier grote evenementen is er de mogelijkheid geschapen om ook andere evenementen in dit gebied te laten plaatsvinden. Het maximum aantal vergunningen voor grote evenementen wordt daarom op acht per jaar gesteld.

Omdat het gebied Oosteinde evenals Hornmeer als woonwijk gekwalificeerd wordt en om het aantal grote evenementen zoveel mogelijk over Aalsmeer te spreiden, is er voor gekozen om het aantal vergunningen voor grote evenementen in dit gebied op een maximum te stellen van acht per jaar.

Elk jaar wordt door de Westeinder Zeil Wedstrijden een zeilkalender ingediend met daarop

watersportevenementen die op de Westeinderplassen gaan plaatsvinden. Gemiddeld staan twaalf watersportevenementen op deze kalender.

Bij de totstandkoming van het maximaal aantal vergunningen op de Westeinderplassen is een evenwicht gezocht tussen watersportevenementen en watertoerisme. Vooral in de zomer vindt op de Westeinderplassen veel recreatie plaats. Indien dan teveel evenementen plaatsvinden kan de veiligheid op het water niet gewaarborgd worden.

Het maximum aantal evenementenvergunningen wordt dan ook op veertien gesteld. Naast de evenementen die op de kalender van de Westeinder Zeilwedstrijden staan, kan vergunning worden verleend voor twee andere watersportevenementen.

De gemeente heeft op grond van de openbare orde en een jarenlang gehanteerde gedragslijn bepaald dat twee vergunningen per jaar worden verleend voor grote evenementen in het gebied Surfeiland/Vrouwentroost. Dit gebied wordt gekwalificeerd als natuurgebied. Om de natuur niet teveel te verstoren, is er voor gekozen weinig grote evenementen in dit gebied toe te staan. Daarbij wordt als voorwaarde gesteld dat de twee evenementen alleen georganiseerd mogen worden door niet-commerciële instellingen. Voorgesteld wordt dan ook om deze gedragslijn te bestendigen en in dit evenementenbeleid vast te stellen.

Ten gevolge van voortschrijdende inzichten kunnen deze voorschriften te allen tijde worden gewijzigd.

Voor kleine en grote evenementen, welke niet zijn verbonden aan een horeca-inrichting, geldt in principe de algemene geluidshinderbepaling van artikel 4.1.5 APV:

• 1.

  Het is verboden (recreatie)toestellen, (bouw)machines of geluidsapparaten in werking te hebben of handelingen te verrichten op een zodanige wijze dat voor een omwonende of overigens voor de omgeving geluidhinder wordt veroorzaakt.

• 2.

  Het verbod geldt niet, voorzover artikel 2.4.16 (Alarminstallaties), de op de Wet milieubeheer gebaseerde voorschriften, de Wet geluidhinder, de Wegenverkeerswet 1994, de Zondagswet, het Wetboek van Strafrecht, de Luchtvaartwet, het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 of het Vuurwerkbesluit Wet milieugevaarlijke stoffen van toepassing zijn.

• 3.

  Het college kan van het verbod vervat in het eerste lid ontheffing verlenen.

• 4.

  Aan de in lid 3 bedoelde ontheffing kunnen ter voorkoming of beperking van geluidhinder door het college voorschriften worden verbonden die onder meer kunnen betreffen:

  • a.

    het maximale geluidsniveau dat mag worden veroorzaakt

  • b.

    de situering van geluidsbronnen

  • c.

    de frequentie en tijden van gebruik.

Op grond van artikel 4.1.2 APV kan het college collectieve festiviteiten aanwijzen waarbij voor horecabedrijven de geluidsvoorschriften uit het Besluit horeca-, sport- en recreatie-inrichtingen milieubeheer niet van toepassing zijn gedurende de daarbij aan te wijzen dagen of dagdelen. Deze collectieve festiviteiten dienen per kalenderjaar te worden aangewezen.

In ieder geval worden als collectieve festiviteiten aangewezen:

• •

  Koninginnedag

• •

  Bandjesavond

• •

  Aalsmeer Festival

• •

  Oudejaarsavond

• •

  Feestweek Kudelstaart

• •

  Kermis

• •

  Circus

• •

  Summer Dance Party

In het kader van de vergunning/ontheffing verlening voor een groot evenement en een collectieve festiviteit, waarbij muziek ten gehore wordt gebracht, wordt aandacht besteed aan de maximaal toelaatbare geluidbelasting nabij de omliggende woningen. Hier wordt aandacht aan besteed om onaanvaardbare en overmatige geluidshinder voor de omwonenden te voorkomen.

De maximale geluidsbelasting op de gevel van de woningen wordt voor de dag- en avondperiode (tussen 07.00 en 23.00 uur) in verband met hinder/spraakverstaandbaarheid op 75 dB (A) gesteld.

De maximale geluidsbelasting op de gevel van de woningen wordt voor de nachtperiode in verband met de slaapverstoring op 50 dB (A) gesteld.

Voor de vrijdag en zaterdag kan de avondperiode worden verlengd tot 01.00 uur met de daarbij behorende maximale geluidsbelasting van 75 dB (A) op de gevels van de nabijgelegen woningen.

De beoordelingspunten voor het gebied Aalsmeer-centrum/Stommeer zijn aangegeven op de bijgevoegde kaart.

In de onderstaande tabellen zijn de begin- en eindtijden van evenementen aangegeven. Hierbij zijn de begin- en eindtijden van de collectieve festiviteiten apart vermeld.

In het Beleid voor openlucht festiviteiten werd naast het totaal aantal evenementen, ook het aantal verschillende evenementen per gebied gemaximeerd. In de evaluatie is aanbevolen om de gedetailleerde beschrijving van het aantal, de soort en de locatie van evenementen los te laten. Een aantal organisatoren heeft namelijk het gevoel dat de gemeente niet open staat voor nieuwe evenementen of dat hun evenement niet kan doorgaan als een ander eerder is. Daarnaast kan er precedentwerking vanuit gaan, doordat de gemeente de regels bij het verlenen van een vergunning moet oprekken als zich nieuwe initiatieven voordoen. Op grond van de bovenstaande redenen wordt daarom in het Evenementenbeleid 2005 de gedetailleerde beschrijving van de evenementen los gelaten.

Alleen ten aanzien van de collectieve festiviteiten worden nog nadere regels gesteld. De reden hiervoor is dat tijdens deze festiviteiten de geluidsnormen uit het Besluit horeca-, sport- en recreatie-inrichtingen milieubeheer door de horecabedrijven binnen het betreffende gebied overschreden mogen worden. Om de geluidsoverlast van omwonenden zo veel mogelijk te beperken, worden de volgende regels aan de collectieve festiviteiten verbonden:

Aalsmeer Festival

• *

  Deze festiviteit mag eenmaal per jaar plaatsvinden in het gebied Aalsmeer-centrum/ Stommeer.

• *

  Uitgangspunt is dat een overkoepelende vergunning voor de festiviteit wordt verleend. Daarnaast worden voor de verschillende evenementen die binnen de festiviteit plaatsvinden aparte vergunningen verleend. In het kader van de vergunningverlening dient aandacht te worden besteed aan het volgende:

  • -

    in welke gebieden de verschillende evenementen plaatsvinden en;

  • -

    wat voor evenementen binnen de festiviteit gaan plaatsvinden.

• *

  De geluidbelasting op de gevels van de dichtstbijzijnde woningen mag tussen 07.00 uur en 23.00 uur (de dag- en avondperiode) niet meer bedragen dan 75 dB(A) en tussen 23.00 uur en 07.00 uur (nachtperiode) niet meer dan 50 dB(A). Voor de donderdag-, vrijdag-, en zaterdagnacht geldt een maximale gevelbelasting van 75 dB(A).

Bandjesavond

Deze festiviteit mag eenmaal per jaar in het gebied Aalsmeer-centrum plaatsvinden.

De festiviteit moet worden georganiseerd door een winkeliersvereniging.

Per gevestigde horecaondernemer mag een tappunt, een eetpunt en een muziekpunt aanwezig zijn.

De geluidbelasting op de gevels van de dichtstbijzijnde woningen mag niet meer bedragen dan 75 dB(A).

Circus

• *

  Deze festiviteit mag eenmaal per jaar plaatsvinden in het gebied Hornmeer.

• *

  Om de twee jaar wordt gebruikt gemaakt van een roulatiesysteem met betrekking tot de aanvragen voor een circusvergunning. Dit betekent dat om de twee jaar aan een ander circus een vergunning wordt verleend. Er is gekozen voor om de twee jaar om de continuTteit van de circussen te waarborgen.

• *

  De geluidbelasting op de gevels van de dichtstbijzijnde woningen mag niet meer bedragen dan 75 dB(A).

Feestweek Kudelstaart

• *

  De festiviteit mag eenmaal per jaar plaatsvinden in het gebied Kudelstaart.

• *

  Uitgangspunt is dat een overkoepelende vergunning voor de festiviteit wordt verleend.

• Daarnaast

  worden voor de verschillende evenementen die binnen de festiviteit plaatsvinden aparte vergunningen verleend. In het kader van de vergunningverlening dient aandacht te worden besteed aan het volgende:

  • -

    in welke gebieden de verschillende evenementen plaatsvinden en

  • -

    wat voor evenementen binnen de festiviteit gaan plaatsvinden.

• *

  De geluidbelasting op de gevels van de dichtstbijzijnde woningen mag tussen 07.00 uur en 23.00 uur (de dag- en avondperiode) niet meer bedragen dan 75 dB(A) en tussen 23.00 uur en 07.00 uur (nachtperiode) niet meer dan 50 dB(A). Voor de donderdag-, vrijdag- en zaterdagnacht geldt een maximale gevelbelasting van 75 dB(A).

Kermis

• *

  Het evenement mag eenmaal per jaar plaatsvinden in de gebieden Hornmeer en Kudelstaart.

• *

  De geluidbelasting op de gevels van de dichtstbijzijnde woningen mag niet meer bedragen dan 75 dB(A).

Koninginnedag

• *

  De vrijmarkten moeten georganiseerd worden door een winkeliersvereniging;

• *

  Pas na 16.00 uur mag de plaatselijke horeca drank gaan schenken bij een tappunt;

• *

  In de gebieden Aalsmeer-centrum/Stommeer, Kudelstaart, Hornmeer en Oosteinde mag een vrijmarkt plaatsvinden.

  Oudejaarsavond

• *

  Nader te bepalen.

• *

  Summer Dance Party

• *

  Nader te bepalen.

• Overige

  collectieve evenementen

• *

  Nader te bepalen.

De bestuursorganen van de gemeente Aalsmeer handelen overeenkomstig het Evenementenbeleid 2005 en de daarbijbehorende regels, tenzij dat voor een of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding met in het Evenementenbeleid te dienen doelen.

De handhavinginstrumenten kunnen worden onderscheiden in preventieve en repressieve instrumenten. Bij preventieve instrumenten kan gedacht worden aan de toetsing van aanvragen en het opstellen van de evenementenkalender.

Een ander preventief instrument is het communiceren met de evenementenorganisatoren. Hiermee wordt beoogd een draagvlak te creeren. Indien sprake is van dergelijk draagvlak, zullen de handhavingproblemen afnemen.

Sanctie middelen zijn repressieve middelen. Hierbij kunnen bestuursrechtelijke of strafrechtelijke sancties worden ingezet of een combinatie van beide.

Ten aanzien van vergunningen die op basis van APV en dit beleid worden verleend is het volgende sanctiebeleid van toepassing.

Ten eerste wordt een aanvraag voor een evenement getoetst aan de relevante wet- en regelgeving. Over het algemeen wordt een evenementenvergunning getoetst aan artikel 2.2.2. APV.

Hierin staat dat een vergunning door de burgemeester geweigerd kan worden in het belang van:

• a.

  de openbare orde;

• b.

  het voorkomen of beperken van overlast;

• c.

  de verkeersveiligheid of de veiligheid van personen of goederen;

• d.

  de zedelijkheid of gezondheid.

Dan kan er nog ten tijde van het evenement het volgende geconstateerd worden: de openbare orde wordt ernstig verstoord; het evenement zorgt voor teveel overlast; de veiligheid van personen of goederen komt in gevaar; de verkeersveiligheid komt in gevaar.

Op dat moment dient het evenement onmiddellijk beëindigd te worden.

Er zijn echter gevallen denkbaar waarbij het onmiddellijk beëeindigen van de overtreding op gespannen voet kan staan met de handhaving van de openbare orde of onevenredig zwaar is in verhouding tot de schade die door belanghebbenden wordt ondervonden. In die gevallen kan proces-verbaal worden opgemaakt door de politie.

Indien sprake is van een overtreding van de voorschriften van de vergunning kunnen afhankelijk van de aard en het soort overtreding de volgende maatregelen genomen worden:

• 1.

  de evenementenorganisatoren worden uitgenodigd voor een gesprek met de burgemeester;

• 2.

  er volgt een schriftelijke waarschuwing;

• 3.

  de burgemeester verbindt strengere voorschriften aan de vergunning voor het komende jaar;

• 4.

  het evenement wordt niet meer toegestaan.

Tot voor kort werden klachten verspreid geregistreerd bij de verschillende afdelingen van de gemeente en de politie. Voortaan vindt de registratie plaats bij de Servicelijn of de politie.

Indien men een klacht heeft tijdens de openingstijden van het gemeentehuis kan degene contact opnemen met de Servicelijn. Buiten de openingstijden kan contact opgenomen worden met de politie. De evenementencoördinator filtert deze klachten uit de registratie van de Servicelijn en draagt zorg voor de afhandeling van deze klachten.

Uit voorgaande jaren blijkt dat gemiddeld twee klachten over evenementen worden ingediend. Deze klachten zijn als input gebruikt voor de vergunningverlening van de evenementen waarover geklaagd is.

De politie en de evenementencoördinator dienen elkaar goed te informeren over de ingediende klachten en proberen deze klachten zo goed mogelijk op te lossen.

In de vergunning van een evenement wordt het telefoonnummer van de Servicelijn, de venementencoördinator en indien van toepassing wordt het telefoonnummer van de politie vermeld. Tevens staan deze nummers in het evenementenboekje vermeld.

Aan de klager wordt verzocht om uiterlijk een week na het evenement een klachtenregistratieformulier (bijlage 8) in te vullen. De evenementencoördinator kan de klachten dan zorgvuldig registreren en evalueren, wat van belang is voor de jaarlijkse evaluatie van klachten. Deze evaluatie van klachten is een "input" voor de vaststelling van de evenementenkalender.