Organisatie | Tilburg |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de Auditcommissie 2008 |
Citeertitel | Verordening op de Auditcommissie 2008 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Bij inwerkingtreding vervalt de Verordening op de Rekenkamercommissie 2002
Gemeentewet, art. 82
1.Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
09-02-2009 | 05-06-2015 | nieuwe regeling | 27-10-2008 Gemeenteblad, 2008, 30 | 2008/365 |
De commissie heeft de volgende taken:
Onderzoek van de jaarrekening. De commissie betrekt daarbij de door of namens het college met de jaarrekening verband houdende verstrekte bescheiden. Daaronder zijn in ieder geval de volgende documenten begrepen: het gemeentelijk jaarverslag en de jaarverslagen van de diensten met de daarbij behorende accountantsrapporten en -verklaringen. Het onderzoek richt zich op de doeltreffendheid, doelmatigheid en rechtmatigheid van het door het college gevoerde bestuur.
Paragraaf III. Werkwijze Commissie
Burgers en organisaties hebben de mogelijkheid om in een geheel of gedeeltelijk openbare vergadering in te spreken bij een onderwerp dat op de agenda van de commissie staat, de rondvraag uitgezonderd, dan wel over een onderwerp dat niet is geagendeerd. Spreekgerechtigd zijn inwoners van Tilburg en woordvoerders van organisaties die de leeftijd van 16 jaar hebben bereikt.
Met betrekking tot onderwerpen die niet zijn geagendeerd geldt dat niet het woord kan niet worden gevoerd over:
De personen, die van deze mogelijkheid gebruik willen maken, moeten daarvan tenminste één volle werkdag voor de aanvang van de vergadering mededeling doen aan de voorzitter van de commissie, onder opgave van hun naam en adres en van het agendapunt of de agendapunten, waaromtrent zij het woord willen voeren.
De voorzitter bepaalt de spreektijd alsook de volgorde van spreken, indien meer dan één persoon ten aanzien van eenzelfde agendapunt het woord wordt verleend.
Degenen die op grond van het vorenstaande gerechtigd zijn hun mening te geven of vragen te stellen moeten de daarbij door de voorzitter in het belang van de vergaderorde gegeven aanwijzingen opvolgen. De voorzitter kan hen het woord ontnemen.
De leden van de commissie zijn gerechtigd aan de insprekers toelichtende vragen te stellen over hetgeen door dezen naar voren is gebracht.
Hetgeen door de insprekers naar voren wordt gebracht vormt echter geen punt van discussie tussen hen en de leden van de commissie.