Organisatie | Zuid-Holland |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Verordening precariobelasting provincie Zuid-Holland 2013 (Verordening precariobeslasting provincie Zuid-Holland 2013) |
Citeertitel | Verordening precariobelasting provincie Zuid-Holland 2013 |
Vastgesteld door | provinciale staten |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | leges |
geen
Provinciewet, artikel 222 c
geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2015 | 01-01-2018 | Toevoeging artikel 13a en wijziging van de Tarieventabel precariobelasting 2015 | 24-12-2013 Provinciaal blad 2014, nr. 3545 | DOS 2013-0007656 | |
01-01-2014 | 01-01-2015 | wijziging van de Tarieventabel precariobelasting 2014 | 24-12-2013 Provinciaal blad 2013, nr. 200A | DOS 2013-0007656 | |
01-01-2013 | 01-01-2014 | Nieuwe regeling | 12-12-2012 Provinciaal blad, 2012, nr. 177 | PZH-2012-355158718 |
Besluit van Provinciale Staten van Zuid-Holland van 12 december 2012 tot vaststelling van de Verordening precariobelasting provincie Zuid-Holland 2013 (Prov. Blad 2012, nr. 177), gewijzigd bij besluit van 24 december 2013 (Prov. Blad 2013, nr. 200A) en gewijzigd bij besluit van 12 november 2014 (Prov. Blad 2014, nr. 3545)
1. In deze verordening wordt verstaan onder:
2. Gedeelten van de in de bij deze verordening behorende tarieventabel genoemde tijds- en andere eenheden worden voor één geheel gerekend, met dien verstande, dat indien het heffingstijdvak gelijk is aan een jaar en het gebruik van de grond, of het hebben van voorwerpen onder, op of boven die grond aanvangt na 30 juni van een jaar, de precariobelasting de helft van het over een jaar te betalen bedrag bedraagt.
Precariobelasting wordt geheven ter zake van het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde grond van de provincie Zuid-Holland.
1. De precariobelasting wordt geheven van: - degene die gebruik maakt van - dan wel ten behoeve van wie voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde provinciale grond worden aangetroffen.
2. Zijn op grond van het eerste lid twee of meer personen belastingplichtig, dan zijn allen hoofdelijk aansprakelijk voor de verschuldigde precariobelasting.
Artikel 4 Heffingsgrondslag en tarief
1. De precariobelasting wordt geheven naar het aantal eenheden, bepaalt en berekend aan de hand van de bij deze verordening behorende tarieventabel, met inachtneming van het bepaalde in dit artikel en artikel 5 en de in de bij deze verordening behorende tarieventabel gegeven aanwijzingen.
2. Indien de precariobelasting in de bij deze verordening behorende tarieventabel genoemd, verschuldigd is per eenheid van tijd, inhoud of afmeting worden gedeelten daarvan voor één geheel gerekend, tenzij anders is bepaald.3. Indien de precariobelasting voor het hebben van voorwerpen onder, op of boven de grond is vastgesteld per m2, wordt het recht berekend naar de oppervlakte van de horizontale projectie van de voorwerpen.
De precariobelasting wordt niet geheven ter zake van:
e. het hebben van borden, welke behalve de naam niet meer bevatten dan een aanduiding of afbeelding van het beroep of bedrijf, dat wordt uitgeoefend in het perceel waaraan het bord is bevestigd, mits het langs de gevel is aangebracht en de grootste afmeting niet meer bedraagt dan 0,50 m en de oppervlakte ten hoogste 0,15 m2 bedraagt;
1. Indien het heffingstijdvak gelijk is aan een jaar en het gebruik van de grond heeft opgehouden of de voorwerpen onder, op of boven die grond worden verwijderd vóór 1 juli van dat kalenderjaar, wordt op verzoek van de belanghebbende ontheffing verleend tot de helft van de verschuldigde precariobelasting.
2. De aanvraag tot ontheffing wordt ingediend bij Gedeputeerde Staten binnen een maand nadat het gebruik van de grond heeft opgehouden of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde provinciale grond zijn verwijderd.
Artikel 8 Aanvang belastingplicht
De precariobelasting is verschuldigd bij de aanvang van een heffingstijdvak, of zo dit later is, op het tijdstip waarop het hebben van voorwerpen onder, op of boven die grond aanvangt.
Gedeputeerde Staten zijn bevoegd voor bepaalde gevallen en groepen van gevallen tegemoet te komen aan onbillijkheden van overwegende aard, die zich bij de heffing van de precariobelasting mochten voordoen.
1. De precariobelasting wordt geheven bij wege van aanslag.
2. De precariobelasting wordt aan de belastingplichtige bekend gemaakt door toezending van een aanslag.
1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 dient betaling te geschieden binnen dertig dagen na dagtekening van de kennisgeving.
2. De verplichting tot betaling wordt niet opgeschort door de indiening van een bezwaar- of een beroepschrift.
3. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.
Bij nalatigheid in de betaling van de verschuldigde precariobelasting geschiedt de invordering krachtens het bepaalde in artikel 232 van de Provinciewet.
Artikel 13 Verlenen van kwijtschelding en uitstel van betaling
Bij de invordering van precariobelasting wordt geen kwijtschelding verleend. Op schriftelijk verzoek kan uitstel van betaling worden verleend.
Bij de toepassing van het onder nummer 40.02 van het in de tarieventabel genoemde tarief zal belasting worden geheven van ontheffinghouders die een standplaats voor een bloemenstal tijdelijk exploiteren, tijdens de seizoensopening van de Keukenhof te Lisse, op parkeerplaats nabij het wegvak N 208 voor een periode van maximaal 3 maanden per belastingjaar.
Artikel 14 Bijzondere bepalingen voor de heffing van de in de tarieventabel onder onderdeel 80 van bedoelde belasting
De precariobelasting aangaande onderdeel 80 wordt geheven in overeenstemming met het bepaalde in de artikelen 9 tot en met 18 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen.
Artikel 15 Bijzondere bepalingen voor de heffing van de in de tarieventabel onder onderdeel 120 bedoelde belastingen
1. Gedeputeerde Staten stellen de hoeveelheid materialen die worden overgeslagen vast aan de hand van de over te leggen gegevens door de belastingplichtige, die voor het gebruik van de loswal op grond van het eigendomsrecht van de provincie, vergunning is verleend.
2. Indien de werkelijk geloste hoeveelheid materialen minder bedraagt dan de aanvankelijk vastgestelde, verlenen Gedeputeerde Staten op verzoek van belastingplichtige ontheffing tot een bedrag van het voor elke ton minder geloste materialen gehanteerde tarief.
3. Bij toepassing van het onder nummer 120.01 genoemde tarief zal geen precariobelasting worden geheven voor: - het geplaatst hebben van de voor het lossen benodigde installaties, - voor het innemen van een ligplaats met schepen, - evenals voor het hebben van meer- en wrijfpalen.
Artikel 16 Intrekking Precarioverordening 1998
De Precarioverordening Zuid-Holland 1998, vastgesteld bij besluit van 20 maart 1998, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 23 februari 2011, Provinciaal Blad 2011, nr. 25, wordt ingetrokken.
De Precarioverordening Zuid-Holland 1998 en de bijbehorende tarieventabel blijven van toepassing op belastbare feiten die zich voor 1 januari 2013 hebben voorgedaan.
Bijlage behorende bij de Verordening precariobelasting provincie Zuid-Holland 2013
Tarieventabel Verordening precariobelasting provincie Zuid-Holland, begrotingsjaar 2015