Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Edam-Volendam

Verordening op het Raadsplein en de raadscommissie(s) 2010

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieEdam-Volendam
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op het Raadsplein en de raadscommissie(s) 2010
CiteertitelVerordening op het Raadsplein en de raadscommissie(s) 2010
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet artikel 82

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

02-04-201002-05-2014Nieuwe regeling

25-03-2010

Stadskrant 6 april 2010

13-2010

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op het Raadsplein en de raadscommissie(s) 2010

 

 

Hoofdstuk 1 Begripsbepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

Daar waar in deze verordening gesproken wordt in de mannelijke persoonsvorm wordt tevens de vrouwelijke persoonsvorm bedoeld

In deze verordening wordt verstaan onder:

a. Raadsplein: het geheel van bespreekrondes en/of andere activiteiten ter informatievoorziening van de raad en ter voorbereiding van de besluitvorming door de raad;

b. bespreekronde: een onderdeel van het Raadsplein in de vorm van een buitengewone commissievergadering dat bestaat uit een vergadering of bijeenkomst voorgezeten door een lid van de raad en waaraan deelgenomen wordt door een of meerdere door de fracties van de raad aangewezen vertegenwoordigers, met als doel overleg te voeren over geagendeerde onderwerpen en voorstellen en/of het uitbrengen van een advies hierover aan de raad;

c. deelnemer: een door de fractie aangewezen deelnemer of buitengewoon deelnemer aan de bespreekronde en/of andere activiteit van het Raadsplein;

d. raadscommissie: een door de raad ingestelde commissie met een door de raad vastgesteld doel, voorgezeten door een lid van de raad en bestaand uit raadsleden en door de fracties aangewezen vertegenwoordigers ter voorbereiding van de besluitvorming van de raad;

e. lid: lid of buitengewoon lid van een raadscommissie

f. voorzitter: voorzitter van een bespreekronde of andere activiteit van het Raadsplein of van een raadscommissie;

g. commissiegriffier: secretaris van een bespreekronde of andere activiteit van het Raadsplein of van een raadscommissie;

h. griffier: griffier van de raad of diens vervanger;

i. fractie: leden van de raad die door het centraal stembureau op dezelfde kandidatenlijst verkozen zijn verklaard;

j. vergadering: vergadering van een bespreekronde of andere activiteit van het Raadsplein of de vergadering van een raadscommissie.

Hoofdstuk 2 Instelling, taken en samenstelling

Artikel 2 Instelling raadscommissies en taak

  • 1.

    De raad stelt de volgende raadscommissie in:

    de Commissie Planning en Control;

  • 2.

    De raadscommissie Planning en Control overlegt en adviseert via het Raadsplein over de volgende onderwerpen:

    • a.

      de (programma)begroting;

    • b.

      de jaarrekening en het jaarverslag;

    • c.

      de voorjaar- en najaarsnota;

    • d.

      het overleg met en de keuze van de accountant;

    • e.

      en voorts de door de agendacommissie of het presidium aangewezen onderwerpen.

  • 3.

    De fracties wijzen elk één lid en een plaatsvervangend lid aan.

Artikel 3 Taken bespreekronde raadsplein  

Een bespreekronde heeft tot taak:

a.het uitbrengen van advies aan de raad over geagendeerde voorstellen en onderwerpen alsmedeover de in artikel 2 genoemde onderwerpen;

b. het uitbrengen van advies aan de raad uit eigener beweging;

c. voeren van overleg met het college of de burgemeester over in ieder geval door het college of de burgemeester verstrekte inlichtingen en het gevoerde bestuur;

d. het onderzoeken van onderwerpen en het horen van burgers.

Artikel 4 Samenstelling

  • 1.

    De vergadering van een bespreekronde bestaat naast de voorzitter uit één lid per fractie met ten hoogste drie raadszetels en maximaal twee leden per fractie met meer dan drie raadszetels.

  • 2.

    De raad kan daarnaast buitengewone deelnemers aan de bespreekronde of buitengewone leden van de raadscommissie benoemen.

  • 3.

    Een lid van de bespreekronde of raadscommissie kan zowel raadslid als niet-raadslid zijn. De artikelen 10, 11, 12, 13 en 15 van de Gemeentewet zijn op deze leden van overeenkomstige toepassing. De in het eerste lid genoemde leden dienen daarnaast tijdens de laatste verkiezingen van de raad geplaatst te zijn op de kandidatenlijst van een fractie.

  • 4.

    De fracties wijzen voor de bespreekronde tenminste één plaatsvervangend/deelnemend lid per fractie aan, die zitting in de vergadering neemt bij verhindering of ontstentenis van een deelnemer/lid als bedoeld in het eerste lid. De plaatsvervanger voldoet aan de in het derde lid, genoemde vereisten.

  • 5.

    De fracties bepalen welke woordvoerders bij welke onderwerpen namens de fractie deelnemen aan de bespreekrondes en andere activiteiten van het Raadsplein.

Artikel 5 Voorzitter

  • 1.

    De voorzitters van het Raadsplein en van de raadscommissie worden door de raad uit zijn midden benoemd.

  • 2.

    Bij verhindering van een voorzitter neemt één van de andere voorzitters zijn taken waar.

  • 3.

    De voorzitter is geen deelnemer aan de bespreekronde of andere activiteit van het Raadsplein/lid van de raadscommissie.

  • 4.

    De voorzitter is belast met:

    • a.

      het leiden van de vergadering;

    • b.

      het handhaven van de orde;

    • c.

      het doen naleven van deze verordening;

    • d.

      hetgeen deze verordening hem verder opdraagt.

Artikel 6 Zittingsduur en vacatures

  • 1.

    De zittingsperiode van de voorzitters, deelnemers, leden en hun plaatsvervangers eindigt in ieder geval aan het einde van de zittingsperiode van de raad.

  • 2.

    De deelnemers aan het Raadsplein, een lid en zijn plaatsvervanger van de raadscommissie houden op deel te nemen aan het Raadsplein of lid te zijn van de raadscommissie indien zij niet meer voldoen aan de in artikel 4, derde lid, gestelde eisen.

  • 3.

    De raad kan deelname aan het Raadsplein of lidmaatschap van de raadscommissie ontzeggen op voorstel van de fractie op wiens voordracht de deelnemer of het lid is aangewezen.

  • 4.

    De raad kan een voorzitter ontslaan.

  • 5.

    Een deelnemer aan de bespreekronde of lid van de raadscommissie en de voorzitters kunnen te allen tijde deelname beëindigen/ontslag nemen. Zij doen daarvan schriftelijk mededeling aan de raad. Het beëindigen van deelname/ontslag gaat een maand na de schriftelijke mededeling in of zoveel eerder als hun opvolger is aangewezen/benoemd.

  • 6.

    Indien door overlijden of ontslag een vacature ontstaat, beslist de raad zo spoedig mogelijk over de vervulling daarvan met inachtneming van artikel 4 en 5.

  • 7.

    Indien een fractie blijkens een schriftelijke verklaring aan de voorzitter van de raad niet langer vertegenwoordigd is in de raad, vervalt het lidmaatschap van deelname aan de bespreekronde en/of het lidmaatschap van de raadscommissie dat op voordracht van die fractie is aangewezen van rechtswege.

Artikel 7 Griffier en commissiegriffier

  • 1.

    Een bespreekronde of raadscommissie wordt ondersteund door een door de raad benoemde

    commissiegriffier die in iedere vergadering aanwezig is.

  • 2.

    Bij verhindering of afwezigheid wordt hij vervangen door een daartoe door de griffier aangewezen

    medewerker van de griffie of de plaatsvervangend griffier.

  • 3.

    De griffier kan in iedere vergadering aanwezig zijn.

Hoofdstuk 3 Aanwezigheid college, burgemeester en secretaris

Artikel 8 Aanwezigheid college, wethouder, burgemeester en secretaris

De voorzitter kan de burgemeester, één of meer wethouders of de secretaris schriftelijk uitnodigen in een vergadering en bij andere activiteiten van het Raadsplein of bij de vergadering van de raadscommissie aanwezig te zijn en aan de beraadslagingen deel te nemen.

Hoofdstuk 4 Vergaderingen

Paragraaf 1 Tijdstip van vergaderen en voorbereiding

Artikel 9 Vergaderfrequentie

  • 1.

    Het Raadsplein vindt in de regel plaats op donderdag met een frequentie van eens in de vier weken volgens een daartoe door het presidium vast te stellen vergaderschema .Het Raadsplein vangt in de regel aan om 19.30 uur in het Gemeenlandshuis van het Hoogheemraadschap van de Uitwaterende Sluizen in Hollands Noorderkwartier in Edam.

  • 2.

    De agendacommissie kan in bijzondere gevallen een andere dag of aanvangsuur bepalen of een andere vergaderplaats aanwijzen. Hij voert hierover overleg met de griffier.

  • 3.

    In de regel vinden de vergaderingen van de raadscommissie Planning en Control plaats indien de bestuurlijke agenda hiertoe aanleiding geeft of indien tenminste twee fracties schriftelijk met opgaaf van redenen daarom verzoeken.

  • 4.

    Tijdstip en vergaderplaats van de raadscommissie Planning en Control worden vastgesteld door de agendacommissie op voorstel van de griffier.

Artikel 10 Agendacommissie

  • 1.

    Er is een agendacommissie.

  • 2.

    De agendacommissie bestaat uit de voorzitter van de raad, tevens voorzitter van de agendacommissie, en de door de raad benoemde voorzitters van het Raadsplein en wordt ondersteund door de griffier.

  • 3.

    De agendacommissie stelt de voorlopige agenda van het Raadsplein, de voorlopige agenda van de raadscommissie Planning en Control en de voorlopige agenda van de raadsvergadering vast.

  • 4.

    De leden van de agendacommissie hebben elk één stem in de agendacommissie.

  • 5.

    In het geval er geen agendacommissie is, fungeert het presidium als agendacommissie.

Artikel 11 Oproep

  • 1.

    De voorzitter van de agendacommissie zendt ten minste tien dagen voor een vergadering de deelnemers of leden een schriftelijke oproep onder vermelding van de dag, het tijdstip en de plaats van de vergadering.

  • 2.

    De voorlopige agenda en de daarbij behorende stukken, met uitzondering van de in artikel 86, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet bedoelde stukken, worden tegelijkertijd met de schriftelijke oproep aan de deelnemers of leden verzonden.

  • 3.

    Indien een aanvullende agenda wordt vastgesteld als bedoeld in artikel 12, eerste lid, worden deze agenda en de daarop vermelde voorstellen of onderwerpen zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk 48 uur voor aanvang van de vergadering aan de deelnemers of leden gezonden.

Artikel 12 De agenda

  • 1.

    In spoedeisende gevallen kan de agendacommissie of de voorzitter van de agendacommissie na het verzenden van de schriftelijke oproep tot uiterlijk 48 uur voor de aanvang van een vergadering een aanvullende agenda opstellen.

  • 2.

    Bij aanvang van de vergadering wordt de agenda na raadpleging van de vergadering door de voorzitter vastgesteld. Op voorstel van een deelnemer/lid of voorzitter kan de vergadering bij de vaststelling van de agenda onderwerpen aan de agenda toevoegen of van de agenda afvoeren. Bij het staken der stemmen houdt de voorzitter rekening met het gevoelen van de meerderheid in de raad.

  • 3.

    Wanneer de vergadering een onderwerp of voorstel onvoldoende voor de beraadslaging voorbereid acht, kan hij aan het college of de burgemeester nadere inlichtingen of advies vragen.

  • 4.

    De agendacommissie bepaalt in welke vergadering het onderwerp of voorstel opnieuw geagendeerd wordt.

  • 5.

    Op voorstel van een deelnemer/lid of de voorzitter kan de volgorde van behandeling van de agendapunten gewijzigd worden.

Artikel 13 Ter inzage leggen van stukken

  • 1.

    Stukken, die ter toelichting van de onderwerpen of voorstellen op de agenda dienen, worden gelijktijdig met het verzenden van de schriftelijke oproep in het gemeentehuis ter inzage gelegd. Indien na het verzenden van de schriftelijke oproep stukken ter inzage worden gelegd, wordt hiervan mededeling gedaan aan de deelnemers/leden en worden deze stukken via de website van de gemeente kenbaar gemaakt.

  • 2.

    Onverminderd het bepaalde in het eerste lid kunnen stukken ook op elektronische wijze aan een ieder ter beschikking worden gesteld.

  • 3.

    Een origineel van een ter inzage gelegd stuk wordt niet buiten het gemeentehuis gebracht. Een deelnemer/ lid mag een kopie van een ter inzage gelegd stuk slechts voor eigen gebruik buiten het gemeentehuis brengen

  • 4.

    Indien voor stukken op grond van artikel 86, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet geheimhouding is opgelegd, blijven deze stukken in afwijking van het eerste lid, onder berusting van de griffier en verleent de griffier een deelnemer/lid inzage.

Artikel 14 Openbare kennisgeving

  • 1.

    De vergadering wordt tegelijkertijd met de schriftelijke oproep in de plaatselijke media en op de voor afkondigingen in de gemeente gebruikelijke wijze alsmede door plaatsing op de gemeentelijke website openbaar gemaakt .

  • 2.

    De openbare kennisgeving vermeldt:

    • a.

      de datum, aanvangstijd en plaats, alsmede de voorlopige agenda van de vergadering;

    • b.

      de wijze waarop en de plaats waar een ieder de agenda en de daarbij behorende stukken kan inzien;

    • c.

      de mogelijkheid tot het uitoefenen van het spreekrecht als bedoeld in artikel 17.

  • 3.

    Daarnaast worden de bij de voorlopige agenda behorende stukken, indien digitaal beschikbaar, op de website van de gemeente geplaatst.

Paragraaf 2 Orde der vergadering

Artikel 15 Presentielijst

Bij binnenkomst van de vergaderzaal tekent iedere deelnemer/ieder lid onmiddellijk de presentielijst. Aan het einde van de vergadering wordt de lijst door de voorzitter en de (commissie)griffier van de vergadering door ondertekening vastgesteld.

Artikel 16 Opening vergadering en quorum

  • 1.

    De voorzitter opent de vergadering op het vastgestelde uur, indien meer dan de helft van het aantal zitting hebbende deelnemers namens de fracties of leden aanwezig zijn.

  • 2.

    Wanneer een kwartier na het vastgestelde tijdstip niet het vereiste aantal deelnemers namens de fracties/leden aanwezig is, bepaalt de voorzitter onder verwijzing naar dit artikel, na voorlezing van de namen der afwezigen, dag en uur van de volgende vergadering, op een tijdstip dat ten minste vierentwintig uur na het bezorgen van de schriftelijke oproep is gelegen.

  • 3.

    Op de vergadering, bedoeld in het tweede lid, is het eerste lid niet van toepassing. De vergadering kan echter over andere aangelegenheden alleen beraadslagen of besluiten, indien blijkens de presentielijst meer dan de helft van het aantal zitting hebbende deelnemers namens de fracties/leden aanwezig is.

Artikel 17 Spreekrecht burgers

  • 1.

    Na de opening van de vergadering kunnen andere aanwezige burgers gezamenlijk gedurende maximaal dertig minuten het woord voeren over geagendeerde onderwerpen.

  • 2.

    Het woord kan niet gevoerd worden over:

    • a.

      een besluit van het gemeentebestuur waartegen bezwaar en beroep openstaat of heeft opengestaan;

    • b.

      benoemingen, keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen;

    • c.

      een gedraging waarover een klacht ex artikel 9:1 van de Algemene wet bestuursrecht kan of kon worden ingediend.

  • 3.

    Degene, die van het spreekrecht gebruik wil maken, meldt dit ten minste 24 uur voor de aanvang van de vergadering aan de (commissie)griffier. Hij vermeldt daarbij zijn naam, adres en telefoonnummer en het onderwerp, waarover hij het woord wil voeren.

     

  • 4.

    De voorzitter geeft het woord op volgorde van aanmelding. De voorzitter kan van de volgorde afwijken, indien dit in het belang is van de orde van de vergadering.

  • 5.

    Elke spreker krijgt maximaal vijf minuten het woord. De voorzitter verdeelt de spreektijd evenredig over de sprekers als er meer dan zes sprekers zijn. De voorzitter kan tevens in bijzondere gevallen afwijken van de maximale lengte van de spreektijd. Elke spreker krijgt een tweede termijn van maximaal twee minuten indien hij daartoe een verzoek doet aan de voorzitter.

  • 6.

    De spreker voert het woord, nadat de voorzitter hem dit heeft verleend. De voorzitter kan de deelnemers aan de vergadering toestaan aan insprekers een korte, verhelderende vraag te stellen. Er vindt geen discussie plaats tussen een inspreker en deelnemers van de vergaderin

  • 7.

    De voorzitter of een deelnemer aan de vergadering doet een voorstel voor de behandeling van de inbreng van de burger

  • 8.

    Indien een onderwerp voor de tweede maal terugkomt in een bespreekronde of raadscommissie kan er niet opnieuw worden ingesproken over dit onderwerp.

     

Artikel 18 Verslag

  • 1.

    Het conceptverslag van de voorgaande vergadering wordt, zo mogelijk, aan de deelnemers/leden toegezonden gelijktijdig met de schriftelijke oproep. Het conceptverslag wordt op hetzelfde moment aan de overige personen die het woord gevoerd hebben, toegezonden.

  • 2.

    Bij het begin van de vergadering wordt, zo mogelijk, het verslag van de vorige vergadering vastgesteld.

  • 3.

    De deelnemers/leden, de voorzitter, de burgemeester, de wethouder(s) of de secretaris hebben het recht, een voorstel tot wijziging van het verslag te doen, indien de notulen onjuistheden bevatten of niet duidelijk weergeven wat er gezegd of besloten is. Een voorstel tot verandering dient tenminste 3 dagen voor het vaststellen van de notulen schriftelijk te worden ingediend bij de (commissie)griffier.

  • 4.

    Het verslag moet inhouden:

    • a.

      de namen van de voorzitter, de (commissie)griffier, de burgemeester, de wethouders en de secretaris en de ter vergadering aanwezige deelnemers/leden, allen voor zover aanwezig, alsmede van de overige personen die het woord gevoerd hebben, afzonderlijk wordt vermeld;

    • b.

      welke deelnemers/leden afwezig waren;

    • c.

      een vermelding van de zaken die aan de orde zijn geweest;

    • d.

      een zakelijke samenvatting van het gesprokene met vermelding van de namen der aanwezigen die het woord voerden;

    • e.

      een samenvatting van het advies aan de raad onder vermelding van de namen van de deelnemers/leden die mededeling hebben gedaan van hun goed- of afkeuring, en met aantekening van de namen van de deelnemers/leden die zich niet uitgelaten hebben;

    • f.

      bij het desbetreffende agendapunt de naam en de hoedanigheid van die personen aan wie het op grond van het bepaalde in artikel 26 is toegestaan deel te nemen aan de beraadslagingen.

  • 5.

    Het verslag wordt opgesteld onder de verantwoordelijkheid van de griffier.

  • 6.

    Het vastgestelde verslag wordt door de voorzitter en de (commissie)griffier ondertekend.

Artikel 19 Spreekregels

  • 1.

    Een deelnemer/lid, de burgemeester, een wethouder of de secretaris, spreken vanaf hun plaats of van de spreekplaats en richten zich tot de voorzitter.

  • 2.

    Bij bijzondere gelegenheden kan de voorzitter bepalen dat de in het eerste lid genoemde personen vanaf een andere plaats spreken.

Artikel 20 Volgorde sprekers

  • 1.

    Een deelnemer/lid, de burgemeester, een wethouder of de secretaris voert het woord na het aan de voorzitter gevraagd en van hem verkregen te hebben.

  • 2.

    De volgorde van sprekers kan worden gewijzigd, wanneer het woord wordt gevraagd over de orde van de vergadering.

Artikel 21 Aantal spreektermijnen.

  • 1.

    De beraadslaging over een onderwerp of voorstel geschiedt in ten hoogste twee termijnen, tenzij de vergadering anders beslist.

  • 2.

    Elke spreektermijn wordt door de voorzitter afgesloten.

  • 3.

    Een deelnemer/lid mag in een termijn niet meer dan één maal het woord voeren over hetzelfde onderwerp of voorstel.

  • 4.

    Bij de bepaling hoeveel malen een deelnemer/lid over hetzelfde onderwerp of voorstel het woord heeft gevoerd, wordt niet meegerekend het spreken over een voorstel van orde.

Artikel 22 Spreektijd

Een deelnemer/lid kan een voorstel doen over de spreektijd van de deelnemers/leden.

Artikel 23 Voorstellen van orde

  • 1.

    De voorzitter en iedere deelnemer/ieder lid kunnen tijdens de vergadering mondeling een voorstel van orde doen, dat kort kan worden toegelicht.

  • 2.

    Een voorstel van orde kan uitsluitend de orde van de vergadering betreffen.

  • 3.

    Over een voorstel van orde beslist de vergadering terstond.

Artikel 24 Handhaving orde; schorsing

  • 1.

    1.Een spreker mag in zijn betoog niet worden gestoord, tenzij:

    • a.

      de voorzitter het nodig oordeelt hem aan het opvolgen van deze verordening te herinneren;

    • b.

      een deelnemer/lid hem interrumpeert. De voorzitter kan bepalen dat de spreker zonder verdere interrupties zijn betoog zal afronden.

  • 2.

    Indien een spreker zich beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen veroorlooft, afwijkt van het in behandeling zijnde onderwerp, een andere spreker herhaaldelijk interrumpeert, dan wel anderszins de orde verstoort, wordt hij door de voorzitter tot de orde geroepen. Indien de spreker hieraan geen gevolg geeft, kan de voorzitter hem gedurende de vergadering, waarin dat plaats heeft, over het aanhangige onderwerp het woord ontzeggen.

  • 3.

    De voorzitter kan ter handhaving van de orde de vergadering voor een door hem te bepalen tijd schorsen en - indien na de heropening de orde opnieuw wordt verstoord - de vergadering sluiten.

  • 4.

    De voorzitter kan de vergadering voorstellen aan een deelnemer/lid dat door zijn gedragingen de geregelde gang van zaken belemmert, het verdere verblijf in de vergadering te ontzeggen. Over het voorstel wordt niet beraadslaagd. Na aanneming daarvan verlaat de deelnemer/het lid de vergadering onmiddellijk. Zo nodig doet de voorzitter hem verwijderen. Bij herhaling van zijn gedrag kan de deelnemer/het lid bovendien voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering worden ontzegd.

Artikel 25 Beraadslaging

  • 1.

    De vergadering kan op voorstel van de voorzitter of een deelnemer/lid beslissen over één of meer onderdelen van een onderwerp of voorstel afzonderlijk te beraadslagen.

  • 2.

    Op voorstel van een deelnemer/lid of de voorzitter kan de bespreekronde/commissie beslissen de beraadslaging voor een door hem te bepalen tijd te schorsen teneinde het college of de deelnemers/de leden de gelegenheid te geven tot onderling nader beraad. De beraadslagingen worden hervat nadat de schorsingsperiode verstreken is.

Artikel 26 Deelname aan de beraadslaging door anderen

  • 1.

    De vergadering kan bepalen dat anderen mogen deelnemen aan de beraadslaging.

  • 2.

    Een beslissing daartoe wordt op voorstel van de voorzitter of een deelnemer/lid genomen alvorens met de beraadslaging ten aanzien van het aan de orde zijnde agendapunt een aanvang wordt genomen.

Artikel 27 Advies

  • 1.

    Wanneer de voorzitter vaststelt, dat een onderwerp of voorstel voldoende is toegelicht, sluit hij de beraadslaging, tenzij de vergadering anders beslist.

  • 2.

    Eenmalig kan een raadsvoorstel nogmaals in een volgend Raadsplein worden besproken, indien daartoe een verzoek ondersteunt door minimaal twee fracties, wordt gedaan.

  • 3.

    Nadat de beraadslaging is gesloten, beslist de bespreekronde/commissie of er een advies aan de raad wordt uitgebracht.

  • 4.

    De bespreekronde/commissie brengt advies uit aan de voorzitter van de agendacommissie over de voortgang van een onderwerp.

  • 5.

    Indien de bespreekronde/commissie een advies aan de raad uitbrengt beslissen de deelnemers/leden op voorstel van de voorzitter over de inhoud van het advies.

  • 6.

    In het advies worden de standpunten van alle fracties en buitengewone deelnemers/leden opgenomen.

  • 7.

    De voorzitter brengt, op advies van hetgeen in de voorgaande leden is bepaald, in zijn conclusies tot uitdrukking of het advies kan worden aangemerkt als bespreekpunt of hamerstuk in de raadsvergadering.

  • 8.

    Indien de raad een zaak ter afdoening stelt van een bespreekronde/commissie, houdt de voorzitter bij de stemming rekening met het gevoelen van de meerderheid in de raad.

Hoofdstuk 5 Besloten vergadering

Artikel 28 Algemeen

Op een besloten vergadering zijn de bepalingen van deze verordening van overeenkomstige toepassing voor zover deze bepalingen niet strijdig zijn met het besloten karakter van de vergadering.

Artikel 29 Verslag

  • 1.

    Het verslag van een besloten vergadering worden niet rondgedeeld, maar ligt uitsluitend voor de deelnemers/leden ter inzage bij de griffier.

  • 2.

    Dit verslag wordt zo spoedig mogelijk in een besloten vergadering ter vaststelling aangeboden. Tijdens deze vergadering neemt de vergadering een beslissing over het al dan niet openbaar maken van dit verslag. Het vastgestelde verslag wordt door de voorzitter en de griffier ondertekend.

Artikel 30 Geheimhouding

Voor de afloop van de besloten vergadering beslist de vergadering overeenkomstig artikel 86, eerste lid, van de Gemeentewet of omtrent de inhoud van de stukken en het verhandelde geheimhouding zal gelden. De vergadering kan besluiten de geheimhouding op te heffen.

Artikel 31 Opheffing geheimhouding

Indien de raad op grond van artikel 25, derde en vierde lid, van de Gemeentewet voornemens is de geheimhouding op te heffen wordt daarover, indien de deelnemers van de bespreekronde of leden van de raadscommissie die geheimhouding heeft opgelegd daarom verzoekt, in een besloten vergadering met betrokken deelnemers/leden overleg gevoerd.

Hoofdstuk 6 Toehoorders en pers

Artikel 32 Toehoorders en pers

  • 1.

    De toehoorders en vertegenwoordigers van de pers kunnen uitsluitend op de voor hen bestemde plaatsen openbare vergaderingen bijwonen.

  • 2.

    Het geven van tekenen van goed- of afkeuring of het op andere wijze verstoren van de orde is verboden.

  • 3.

    De voorzitter is bevoegd, toehoorders die op enigerlei wijze de orde van de vergadering verstoren, te doen vertrekken. Toehoorders die bij herhaling de orde in de vergadering verstoren kan hij voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering ontzeggen.

Artikel 33 Geluid- en beeldregistraties

Degenen die in de vergaderzaal tijdens de vergadering geluid- dan wel beeldregistraties willen maken doen hiervan mededeling aan de voorzitter en gedragen zich naar zijn aanwijzingen. Deze aanwijzingen kunnen niet zover gaan dat zij de vrijheid van pers aantasten.

Artikel 34 Verbod gebruik mobiele telefoons

In de vergaderzaal, met inbegrip van de publieke tribune, is tijdens de vergadering het gebruik, alsmede het stand-by houden van mobiele telefoons of andere communicatiemiddelen, die inbreuk kunnen maken op de orde van de vergadering zonder toestemming van de voorzitter niet toegestaan.

Hoofdstuk 7 Slotbepalingen

Artikel 35 Uitleg verordening

In de gevallen waarin deze verordening niet voorziet of bij twijfel over de toepassing van de verordening, beslist de vergadering op voorstel van de voorzitter.

Artikel 36 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 2 april 2010.

Op dat tijdstip vervalt de Verordening op het Raadsplein en de raadscommissie(s) van de Gemeente Edam-Volendam 2007.

Artikel 37 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening op het Raadsplein en de raadscommissie(s) 2010”.

 

Aldus besloten door de gemeenteraad van

Edam-Volendam in zijn openbare vergadering

d.d. 25 maart 2010

De griffier, De voorzitter,