Organisatie | Limburg |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Nadere subsidieregels Sport 2014-2016 |
Citeertitel | Nadere subsidieregels Sport 2014-2016 |
Vastgesteld door | gedeputeerde staten |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | sport, subsidies |
Geen
Algemene Subsidieverordening 2012 Provincie Limburg
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
16-07-2015 | 08-03-2016 | Nieuwe regeling | 07-07-2015 Provinciaal Blad van Limburg, 2014, 4182 | Onbekend | |
18-07-2014 | 15-07-2015 | Nieuwe regeling | 29-01-2013 Provinciaal Blad van Limburg, 2014, 55 | Provinciaal Blad van Limburg, 2014, 55 | |
07-02-2013 | 18-07-2014 | Nieuwe regeling | 29-01-2013 Provinciaal Blad van Limburg, 2013, 8 | Provinciaal Blad van Limburg, 2013, 8 |
Hoofdstuk 1 Algemene Bepalingen
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Specifiek: zo concreet mogelijk aangeven wie, wat, waar, wanneer, hoe;
Meetbaar: zo veel mogelijk in maat en getal uitdrukken;
Acceptabel: doelen dienen te passen binnen de provinciale programma's en draagvlak te hebben;
Realistisch: doelen dienen binnen de gestelde tijd, financiële en personele randvoorwaarden te worden gerealiseerd;
Tijdgebonden: vooraf vastleggen welke doelen op welk moment gehaald moeten zijn.
. Sportieve omgeving: een multifunctionele sportaccommodatie waar een breed sport- en beweegaanbod plaatsvindt door verschillende sportaanbieders gedurende tenminste 10 uur per dag (op werkdagen). Met multifunctioneel wordt bedoeld dat de accommodatie zodanig is ingericht dat er meerdere sporten kunnen worden beoefend.
. Breedtesport: alle sport die niet op top(sport)niveau wordt beoefend. Plezier en ontspanning staan daarbij voorop. Competitie kan, maar hoeft geen onderdeel van breedtesport te zijn. De meeste Limburgse sporters vallen in deze categorie. Zij sporten bij sportverenigingen, sportscholen, fitnesscentra of op eigen gelegenheid (ongebonden sporters).
. Sporttakplan: een plan waarin bij een sporttak door de sportbond en de betrokken Limburgse sportverenigingen, -stichtingen en evenementorganisaties beleid uitgewerkt is om de betreffende sporttak op het terrein van breedtesport, talentontwikkeling, topsport en evenementen duurzaam te versterken op provinciaal niveau (in Limburg).
. Sportzone Limburg: het centrum voor topsport, talentontwikkeling en breedtesport in de regio Sittard-Geleen. Partijen uit de sport, het onderwijs, het bedrijfsleven, de zorg en de overheid bundelen hun krachten om te komen tot een topsportklimaat op Olympisch niveau. Deze samenwerking moet leiden tot betere (top)sportprestaties, optimale talentontwikkeling, nieuwe kennis en innovatie. Sportzone Limburg focust op sporten met wortels in de regio: atletiek, handbal, wielrennen, triatlon, (vrouwen)voetbal en tafeltennis. Ook gehandicaptensport, breedtesport en leisure/vrijetijdsbeoefening zijn belangrijke onderdelen.
. Talentontwikkeling: een programma met alle activiteiten die de opleiding van talenten tot het vak van topsporter vormen. Deze opleiding duurt in de regel 5 tot 8 jaar. Het programma wordt uitgevoerd naar normen en richtlijnen van de sportbond (meerjaren opleidingsplan). Het programma voldoet aan de internationale norm met een reëel uitzicht op een internationale toppositie. De sporttechnische training is primair en samenhang tussen motorische, psychische, emotionele en sociale componenten zijn medebepalend voor het ontwikkelingsproces.
. Topsport: sportbeoefening op het hoogste niveau in een bepaalde tak van sport, met de ambitie te presteren op het internationale niveau van Europese kampioenschappen (EK), Wereldkampioen¬ schappen (WK), Olympische Spelen (OS), Paralympische Spelen of met deze kampioenschappen vergelijkbare toernooien (bij de beste 10 van de wereld horen).
. Topsportvereniging: een Limburgse vereniging die uitkomt op het hoogste nationale niveau en op basis van een meerjarenbeleid haar missie en ambitie op het gebied van topsportbeoefening realiseert. Daarbij staan centraal: oog voor talent, trainings- en wedstrijdprogramma's begeleidend kader en de organisatie van topsportevenementen.
. Regionaal Training Centrum: een plek waar regionale instroomprogramma's (trainings¬ programma's) onder regie van een sportbond worden uitgevoerd waarbij gebruik gemaakt wordt van de beste begeleiding en faciliteiten voor die specifieke doelgroep. Een trainingscentrum voor die talenten heeft plaats in een georganiseerde opleidingsketen die de ontwikkelingsfasen van talent verbindt en heeft daarin "vooraan" bij de breedtesport aansluiting met de georganiseerde sport en talentherkenning en "achteraan" met de beoefening van sport als topsporter in een Centrum van Topsport en Onderwijs / Nationaal Topsport Centrum.
. Beweegtraject of-project: Een beweegtraject of-project bestaat steeds uit drie bouwstenen, te weten: een beweeg- of sportcomponent, een zorgcomponent en een welzijnscomponent. Doel van beweegtrajecten of -projecten is: op een innovatie wijze een bijdrage leveren aan een gezonde, actieve leefstijl van onze burgers waardoor er eveneens een bijdrage wordt geleverd aan een van onderstaande aandachtsgebieden:
Artikel 2 Doelstelling/doel van de regeling
Op basis van het coalitieakkoord en op basis van de strategische visie van de Limburgse Olympische Ambitie is als hoofddoelstelling geformuleerd: "Met sporten en bewegen, zowel als doel en/of als middel, in de volle breedte een optimaal vestigingsklimaat creëren en daarmee heel Limburg op Olympisch niveau brengen". Afgeleid hiervan zijn er subdoelstellingen geformuleerd op het terrein van topsport, talentontwikkeling, breedtesport en (top)sportevenementen. Deze worden jaarlijks door vertaald in de Programmabegrotingen en de Productenramingen. Deze lijn is ook nader uitgewerkt in het nieuwe Beleidskader Sport 2013-2016. Gezien de bijdrage van sport aan meerdere beleidslijnen zijn er, afgeleid van voornoemde hoofddoelstelling vier subdoelstellingen geformuleerd. Deze hebben betrekking op sport, ruimtelijk, economisch- en zorg/welzijn beleid. De vier subdoelstellingen c.q. programmalijnen zijn:
. Sport en Zorg/Welzijn: Verbeteren van de gezondheid van de inwoners van Limburg door het verhogen van de maatschappelijke participatie en de betrokkenheid van de sportverenigingen en scholen. Met deze nadere subsidieregels wordt beoogd dat sport en bewegen als middel wordt ingezet om bij te dragen aan het versterken van het leef- en vestigingsklimaat in Limburg.
Voor subsidie kunnen in aanmerking komen:
. De Provinciale sportorganisaties, zijnde de volgende rechtspersonen: Stichting Huis voor de Sport Limburg, Stichting Topsport Limburg, Stichting Basissport Limburg en Stichting Jeugdsportfonds Limburg, voor een exploitatiesubsidie en Stichting Huis voor de Sport Limburg aanvullend voor projectsubsidies, niet zijnde de specifiek genoemde projectsubsidies in artikel 6 (bijlage 1).
Artikel 5 Specifieke deelterreinen
Subsidies kunnen worden ingediend op een van de volgende beleidsterreinen/onderdelen:
Subsidieaanvragen kunnen worden ingediend voor projecten die bijdragen aan het bereiken van de doelstellingen en resultaten van het Uitvoeringsprogramma Sport, voor zover deze worden vermeld in de bijlagen. De bijlagen bevatten per programmalijn specifieke bepalingen en nadere informatie.
Artikel 6 Specifieke projectsubsidies
Naast subsidieaanvragen zoals genoemd in artikel 5 kunnen subsidieaanvragen worden ingediend door de volgende organisaties voor de volgende projecten: Aanvrager Project Stichting Huis voor de Sport: Vervoersregeling gehandicaptensport Stichting Topsport Limburg: Topsport Talentenfonds
Specifieke (resultaats)verplichtingen -waaronder de subsidie wordt verstrekt- zullen in de beschikking worden opgenomen.
. De aanvraag dient een volledig ingevuld en rechtsgeldig ondertekend standaard aanvraagformulier te bevatten en te zijn voorzien van bijlagen zoals aangegeven in het formulier en dient te worden verzonden naar het op het formulier aangegeven adres (Gedeputeerde Staten, cluster Subsidies, Postbus 5700, 6202 MA Maastricht).
Artikel 8 Termijn voor indienen aanvraag
1. Een subsidieaanvraag voor een projectsubsidie zoals bedoeld in artikel 5 dient ten minste één maand voorafgaand aan de aanvang van het betreffende project te zijn ontvangen bij de Provincie Limburg. 2. Een subsidieaanvraag voor een specifieke projectsubsidie zoals bedoeld in artikel 6 dient vóór 1 oktober voorafgaand aan het kalenderjaar waarop de subsidieaanvraag betrekking heeft, te zijn ontvangen bij de Provincie Limburg.
Hoofdstuk 3 Exploitatiesubsidies
In afwijking van artikel 17, derde lid, van de Algemene Subsidieverordening 2012 Provincie Limburg kan er ongeacht de duur van de activiteiten en de hoogte van het subsidiebedrag gemonitord worden aan de hand van schriftelijke voortgangsrapportages. De frequentie hiervan en de wijze van monitoring worden verteld in de subsidiebeschikking.
Hoofdstuk 4 Financiële aspecten
. Het subsidiebedrag bedraagt niet meer dan 50% van de totale subsidiabele projectkosten. Dit geldt niet voor de genoemde projecten onder de noemer Go for Gold Kids en de sporttakcoördinatoren zoals bedoeld in bijlage 2, onder respectievelijk a en b, en de projectsubsidies voor Stichting Huis voor de Sport zoals bedoeld in bijlage 1.
. Voor subsidiebesluiten die zijn genomen vóór de inwerkingtreding van de Nadere subsidieregels Sport 2014-2016 blijven de Nadere subsidieregels Sport 2013-2015 van toepassing, ook voor de volgende stappen in het subsidietraject Subsidieaanvragen ingediend vóór de inwerkingtreding van deze regeling waarover bij inwerkingtreding nog niet is beslist, worden op basis van deze nieuwe Nadere subsidieregels Sport 2014-2016 afgehandeld.
Aldus besloten in de vergadering van Gedeputeerde Staten, gehouden op 7 juli 2015
Gedeputeerde Staten voornoemd
de voorzitter, dhr. drs. Th.J.F.M. Bovens
secretaris dhr. mr. A.C.J.M. de Kroon
ALGEMENE TOELICHTING NADERE SUBSIDIEREGELS SPORT 2014-2016 Deze subsidieregeling bevat beleid specifieke subsidiebepalingen ter aanvulling op de Algemene Subsidieverordening 2012 Provincie Limburg (ASV 2012) die op zijn beurt is gebaseerd op de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Concreet betekent dit dat een volledig beeld van alle regels met betrekking tot provinciale subsidies op het terrein van sport alleen kan worden verkregen door raadpleging van zowel Awb als ook de ASV 2012 én de Nadere subsidieregels Sport 2014-2016. De nadere subsidieregels zijn als volgt opgebouwd: Hoofdstuk 1: Algemene bepalingen Hoofdstuk 2: Projectsubsidies Hoofdstuk 3: Exploitatiesubsidies Hoofdstuk 4: Financiële aspecten Hoofdstuk 5: Slotbepalingen Bijlagen: 1 t/m 6 Hoofdstuk 1 betreft het algemene gedeelte met bepalingen die van toepassing zijn op alle beleidsonderdelen. Hoofdstuk 2 is van toepassing op projectsubsidies. Hoofdstuk 3 is van toepassing op de exploitatiesubsidies. Voor deze exploitatiesubsidies kunnen alleen de provinciale sportorganisaties, zijnde de volgende rechtspersonen: Stichting Huis voor de Sport Limburg, Stichting Topsport Limburg, Stichting Basissport Limburg, Stichting Jeugdsportfonds Limburg en de benoemde sportbonden en sportorganisaties die verantwoordelijk zijn voor de exploitatie van een Nationaal of Regionaal Training Centrum in Sportzone Limburg in aanmerking komen. De specifieke bepalingen zijn separaat per beleidsonderdeel terug te vinden in de bijlagen. Hoofdstuk 4 betreft de financiële aspecten van deze subsidieregeling. Hoofdstuk 5 betreft de slotbepalingen. In de bijlagen komen achtereenvolgend aan de orde: 1. Provinciale sportorganisaties; 2. Programmalijn Topsport en Breedtesport; 3. Programmalijn Sport en Ruimte; 4. Programmalijn Sport en Economie; 5. Programmalijn Sport en Zorg/Welzijn; 6. Regeling Trainingscentra Sportzone Limburg