Organisatie | Zundert |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Energie-, Water- en Telecommunicatieverordening Zundert 2013 |
Citeertitel | Energie-, Water- en Telecommunicatieverordening Zundert 2013 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
De verordening treedt in werking 'n dag na publicatie en werkt terug tot en met 1 januari 2013
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
24-01-2013 | Nieuwe regeling | 13-12-2012 | 2012/15993 |
HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN
In deze verordening wordt verstaan onder:
een (buigzame) verbinding, bestaande uit een of meer geleiders, die zijn samengesteld uit draden van metaal (koper, aluminium) of glasvezel en geschikt zijn voor het transport van elektrische energie en/of elektrische signalen (stuurstroom) of optische signalen (glasvezel), niet zijnde verbindingen ten behoeve van een openbaar elektronisch communicatienetwerk, van een netbeheerder.
Deze verordening heeft betrekking op het beheer van de boven- en ondergrondse infrastructuur
in de openbare ruimte in de gemeente Zundert.
De verordening is van toepassing op:
Voor zover sprake is van termijnen in uren, bepaald door terugrekening van een tijdstip of gebeurtenis, en deze eindigen op een vrijdag na 12.00 uur, een zaterdag, een zondag of een algemeen erkende feestdag, worden de termijnen geacht te eindigen om 12.00 uur op de voorgelegen dag, die geen zaterdag, zondag of algemeen erkende feestdag is.
HOOFDSTUK 2 INFORMATIEUITWISSELING, PLANNING EN COÖRDINATIE
Artikel 5 Informatieplicht gemeente
Het college zal regelmatig doch minstens eenmaal per jaar aan de energie, water en telecommunicatiebedrijven die ondergrondse infrastructuur in de gemeente hebben liggen of naar verwachting zullen gaan leggen een opgave verstrekken van de meest actuele planningen van:
Artikel 6 Uitnodiging informatie-uitwisseling
Het college nodigt regelmatig doch minstens eenmaal per jaar de energie, water en telecommunicatiebedrijven die ondergrondse infrastructuur in de gemeente hebben liggen of naar verwachting zullen gaan leggen uit een opgave te verstrekken van de meest actuele planningen van:
HOOFDSTUK 3 LEGGEN, LIGGEN EN VERWIJDEREN KABELS, LEIDINGEN, BUIZEN
Paragraaf 1 Kabels en leidingen, niet bestemd voor openbaar elektronisch communicatienetwerk
Artikel 8 Sleuftracé energie en water, niet zijnde een openbaar elektronisch telecommunicatienetwerk
Het is verboden om zonder vergunning van het college in, onder, over of boven de weg of een ander deel van de openbare ruimte een kabel, leiding, buis of ander deel van ondergrondse of bijbehorende bovengrondse infrastructuur voor energie of water of andere werken niet zijnde telecommunicatienetwerken of openbare omroepnetwerken aan te brengen, te hebben of te verwijderen.
Het verbod van artikel 8 is niet van toepassing op het maken of wegnemen van een huisaansluiting, met een sleuflengte van maximaal 10 meter of lasgat met een oppervlakte van maximaal 4 meter, voorzover daarvan uiterlijk vóór de vrijdag voor 12 uur voorafgaand aan de week waarin de werkzaamheden zullen plaatsvinden door de netbeheerder melding is gedaan aan het college op een door hen nader te bepalen wijze.
Artikel 10 Storingen en calamiteiten energie en water
Het verbod van artikel 8 is niet van toepassing op storingen en calamiteiten en andere plotseling, onvoorzien en onuitstelbaar te verrichten werkzaamheden aan ondergrondse infrastructuur voor energie of water, afsluitingen daaronder begrepen, met een oppervlak van maximaal 10 vierkante meter openbare gemeentegrond en/of een tijdsbeslag van maximaal drie dagen, voor zover het energie of waterbedrijf hiervan bij de aanvang onmiddellijk melding wordt gedaan aan het college op een door hen nader te bepalen wijze.
Indien een aanvraag voor een vergunning of instemmingsbesluit wordt ingediend minder dan acht weken voor het tijdstip waarop de aanvrager de vergunning nodig heeft, wordt het tijdstip waarop de aanvrager de vergunning of instemmingsbesluit nodig heeft geacht te zijn de eerste werkbare werkdag acht weken nadat de aanvraag voor een vergunning of instemmingsbesluit is ingediend.
Paragraaf 2 Kabels en leidingen voor openbaar elektronisch communicatienetwerk
Artikel 13 Wijze van melding van voorgenomen werkzaamheden
Indien de werkzaamheden mede betrekking hebben op gronden van een andere gedoogplichtige dan de gemeente, wordt het college uiterlijk vier weken na ontvangst van de melding in het eerste lid schriftelijk in kennis gesteld van de resultaten van het overleg tussen de aanbieder en de andere gedoogplichtige.
Artikel 14 Ernstige belemmeringen en storingen
Ingeval van spoedeisende werkzaamheden ten gevolge van ernstige belemmering of storing van de communicatie in de zin van artikel 5.6, tweede lid, van de Telecommunicatiewet volstaat de aanbieder met een melding voorafgaand aan de start van de werkzaamheden. De aanbieder maakt achteraf zo spoedig mogelijk kennisgeving van de werkzaamheden.
Artikel 15 Beslistermijn en aanhouding
Een beslissing op een melding als bedoeld in artikel 13, eerste lid, van deze verordening wordt genomen uiterlijk acht weken na ontvangst van de melding. Indien een beschikking niet binnen acht weken kan worden gegeven, deelt het college dit aan de aanvrager mede en noemt het daarbij een redelijke termijn waarbinnen de beschikking wel tegemoet kan worden gezien.
Artikel 16 (Mede)gebruik van (telecommunicatie-)voorzieningen en vooroverleg.
Het vooroverleg als bedoeld in artikel 13, tweede lid, dan wel een door het college geëntameerd overleg naar aanleiding van een melding als bedoeld in artikel 13, eerste lid, is er mede op gericht te bepalen of en zo ja langs welke delen van het tracé gebruik kan worden gemaakt van bestaande voorzieningen als bedoeld in het eerste lid.
Indien het college de aanbieder het aanbod doet om tegen door het college vastgestelde voorwaarden (mede)gebruik te maken van in opdracht van het college vooraangelegde voorzieningen, zoals mantelbuizen bij wegkruisingen, is de aanbieder verplicht om voor de aanleg/uitbreiding van zijn netwerk van deze voorzieningen gebruik te maken tenzij dit niet in redelijkheid van de aanbieder gevergd kan worden.
Paragraaf 3 gegevens, voorschriften en weigerings- en intrekkingsgronden
Artikel 18 Over te leggen gegevens
Bij aanvragen om een vergunning of een goedkeurings- of instemmingsbesluitverstrekt de netbeheerder in elk geval de volgende gegevens:
een uitvoeringsplan waarin opgenomen:
naam, (e-mail)adres, telefoon- en faxnummer van de contactpersoon, aannemers of onderaannemers die belast zijn met de werkzaamheden en van een door hen aangewezen contactpersoon die ten tijde van de uitvoering van de werkzaamheden mede in verband met mogelijke calamiteiten vierentwintig uur per dag bereikbaar is voor gemeentelijke toezichthouders;
Indien de werkzaamheden mede betrekking hebben op gronden van een andere telecommunicatiegedoogplichtige dan de gemeente, wordt uiterlijk vier weken na ontvangst van de melding als bedoeld in artikel 13, het college schriftelijk in kennis gesteld van de uitkomsten van het overleg tussen de aanbieder en de andere gedoogplichtige;
Een vergunning bedoeld in artikel 8 kan worden geweigerd, en aan instemmingsbesluiten kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden, in het belang van:
efficiënt bovengrondse ruimtegebruik via tracé en profielkeuzen voor ondergrondse infrastructuur welke het bovengronds gebruik het minst hinderen efficiënt ondergronds ruimtegebruik, in het bijzonder het medegebruik van ondergrondse voorzieningen, zoals mantelbuizen ten behoeven van wegkruisingen en dergelijke;
Artikel 20 Specificatie weigeringsgronden
De in artikel 19 genoemde belangen worden geacht te zijn geschaad indien:
niet langer dan 12 maanden voor de aanvang van langcyclische vervangingswerkzaamheden in dezelfde leidingenstrook of profiel andere wegwerkzaamheden aan of onder de weg zijn verricht en die wegwerkzaamheden gecombineerd konden worden, doch vanwege het niet overleggen van planningen of het niet deelnemen aan het plannings- en coördinatieoverleg door de aanvrager die combinatie niet is doorgegaan;
in het plannings- en coördinatieoverleg op basis van ingediende planningen is geconstateerd dat niet langer dan één jaar ná de aanvang van de gevraagde energie, water of telecommunicatie langcyclische vervangingswerkzaamheden (saneringen) in hetzelfde tracé of profiel andere werkzaamheden aan of onder de weg zullen worden verricht en deze werkzaamheden gecombineerd kunnen worden;
Artikel 21 Voorschriften en beperkingen
Aan een krachtens deze verordening verleende vergunning of instemmingsbesluit kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden. Deze voorschriften en beperkingen mogen slechts strekken tot bescherming van het belang of de belangen in verband waarmee de vergunning of het instemmingsbesluit is vereist;
Aan een instemmingsbesluit kunnen slechts voorschriften worden verbonden genoemd in artikel 5.4 van de Telecommunicatiewet, zoals het tijdstip, de plaats en de wijze van uitvoering bij aanleg, onderhoud, verplaatsing en opruiming van kabels en leidingen, het bevorderen van medegebruik van voorzieningen en het afstemmen van de voorgenomen werkzaamheden met beheerders van overige in de grond aanwezige werken, alsook over de afmetingen van kasten, handholes en andere toebehoren, behorende bij een netwerk.
Artikel 22 Geldigheidsduur vergunning of instemmingsbesluit
Het college verbindt aan een vergunning of instemmingsbesluit in elk geval de beperking dat deze vervalt indien daarvan niet binnen zes maanden na verlening ervan gebruik is gemaakt, tenzij het college op verzoek van het bedrijf het verval met zes maanden hebben uitgesteld. De werkzaamheden moeten zijn voltooid binnen 12 maanden na aanvang van de werkzaamheden, tenzij in de vergunning of het goedkeuringsbesluit anders is bepaald.
Artikel 23 Intrekking of wijziging
De vergunning of het instemmingsbesluit kunnen worden ingetrokken of gewijzigd:
indien op grond van onvoorziene externe omstandigheden die optreden na het verlenen van de vergunning of het instemmingsbesluit, moet worden aangenomen dat intrekking of wijziging wordt gevorderd door het belang of de belangen ter bescherming waarvan de vergunning of het instemmingsbesluit is vereist;
HOOFDSTUK 4 OVERIGE BEPALINGEN
Artikel 27 Verwijdering ondergrondse infrastructuur
Voorzieningen die niet langer operationeel zijn dienen in principe altijd verwijderd te worden. Uitzondering hierop zijn verwijderingen waardoor extra graafkosten ontstaan bij ligging onder bomen of asfalt. In deze gevallen dienen er afspraken gemaakt te worden over kostenvergoeding voor registratie en verwijdering achteraf.
HOOFDSTUK 5 STRAFSANCTIE EN TOEZICHT
Overtreding van de bij of krachtens deze verordening gegeven voorschriften en beperkingen wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste twee maanden of geldboete van de tweede categorie en kan bovendien worden gestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak
Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de bij besluit van het college aangewezen personen
Artikel 30 Opsporingsambtenaren
De opsporing van de in artikel 28 strafbaar gestelde feiten is, naast de in artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering genoemde opsporingsambtenaren, opgedragen aan hen die door het college met de zorg voor de naleving van deze verordening zijn belast, ieder voor zover het de feiten betreft die in de aanwijzing zijn vermeld.
HOOFDSTUK 6 OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN
Het college kan in bijzondere gevallen op verzoek van de aanvrager afwijken van de bepalingen in deze verordening, indien toepassing van deze verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.
Vergunningen en instemmingsbesluiten - hoe ook genaamd - verleend krachtens verordeningen bedoeld in artikel 32 lid 2 blijven - indien en voor zover het gebod of verbod waarop de vergunning of instemmingsbesluit betrekking heeft, ook vervat is in deze verordening van kracht tot de termijn waarvoor zij werden verleend, is verstreken of totdat zij worden ingetrokken.
Voorschriften en beperkingen en/of (sluitings)bevelen, opgelegd krachtens de verordeningen bedoeld in artikel 32 lid 2 blijven – indien en voor zover de bepalingen ingevolge welke deze voorschriften en bepalingen zijn opgelegd, ook zijn vervat in deze verordening – van kracht tot de termijn waarvoor zij zijn opgelegd, is verstreken of totdat zij worden ingetrokken.
Besluiten van het college en de burgemeester inzake de aanwijzing van plaatsen, terreinen of gebieden, het stellen van nadere regels en voorschriften en de aanwijzing van categorieën, blijven – indien en voorzover de bepalingen krachtens welke deze besluiten zijn genomen, ook zijn vervat in deze verordening – van kracht tot de termijn waarvoor zij zijn genomen is verstreken of totdat zij worden ingetrokken.
Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om een vergunning of instemmingsbesluit – hoe ook genaamd – op grond van een verordening bedoeld in artikel 32 lid 2 is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening nog niet op die aanvrage is beslist, wordt daarop de overeenkomstige bepaling van de onderhavige verordening toegepast.
Op een aanhangig beroep of bezwaarschrift, betreffende een vergunning of instemmingsbesluit, bedoeld in het eerste lid, dan wel een voorschrift of beperking bedoeld in het tweede lid dat voor of na het tijdstip bedoeld in artikel 32 lid 2, is ingekomen, wordt beslist met toepassing van de verordening bedoeld in artikel 32 lid 2.