Organisatie | Schiedam |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Nadere regels Gemeentelijk Herplantfonds Schiedam 2012 |
Citeertitel | Nadere regels Gemeentelijk Herplantfonds Schiedam 2012 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp | Nadere regels Gemeentelijk Herplantfonds Schiedam 2012 |
Geen.
Bomenverordening Schiedam 2011, artikel 9, lid 3
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-11-2012 | Onbekend | 06-11-2012 Onbekend | SOBORROR 12INT00443 |
Artikel 5 Aanwending Herplantfonds
Het door de raad ingestelde Herplantfonds wordt uitsluitend aangewend voor het (her)planten van houtopstanden binnen de gemeente Schiedam.
Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders van de gemeente Schiedam voor de hen toekomende bevoegdheden d.d. 6 november 2012,
de secretaris, mr. D.G.C. van der Spek
de burgemeester, ir. J.M. Leemhuis-Stout.
Bij het verlenen van een kapvergunning bestaat de mogelijkheid tot het opleggen van een herplantplicht. Herplant dient in principe uitgevoerd te worden op of in de directe nabijheid van de kaplocatie. Hertplant heeft als doel het duurzaam behoud van de omgevingskwaliteit en een gezonde groene stad. Herplant is echter niet altijd mogelijk op of in de directe nabijheid van de kaplocatie. Vaak ligt aan de aanvraag tot kapvergunning een ruimtelijke wijziging ten grondslag.
Indien uitvoering van een herplant niet mogelijk is of naar maatstaven van redelijkheid onvoldoende compensatie biedt voor het vellen van de houtopstand wordt de mogelijkheid gecreëerd tot een financiële herplant. Hiermee creëert de gemeente de mogelijkheid tot compensatie buiten de directe invloedsfeer, maar steeds zo nabij mogelijk, van de oorspronkelijke standplaats van de houtopstand.
De instelling van het bomenfonds ontheft de vergunninghouder niet van de verplichting om er alles aan te doen om herplant zelfstandig uit te voeren. Pas dan wanneer herplant aantoonbaar niet kan worden uitgevoerd bestaat de mogelijkheid tot financiële herplant.
Boomwaarde: er wordt verwezen naar artikel 1 van de Verordening waarin de volgende definitie is bepaald: “de monetaire waarde van een boom zoals getaxeerd volgens de meest recente richtlijnen van Nederlandse Vereniging van Taxateurs van Bomen”. Deze richtlijnen gelden als de meest deskundige methodiek voor de wijze van vaststellen van de geldwaarde van bomen en worden in de rechtspraak erkend.
Gemeentelijk Herplantfonds: er wordt verwezen naar het fonds waarin tijdelijk gelden kunnen worden gestort welke moeten worden aangewend voor de herplant van bomen binnen de gemeentegrenzen van Schiedam en waar mogelijk zo dicht mogelijk bij de kaplocatie. Dwingende voorwaarde vanuit het recht en de rechtspraak is dat het geld ook daadwerkelijk geheel gebruikt wordt voor herplant van houtopstanden en niets anders, zodat er geen sprake is van ongeoorloofde belastingheffing. Het fonds wordt dan ook dusdanig ingericht en bewaakt.
Herplantwaarde: voor een nadere uitwerking wordt verwezen naar artikel 4
Houtopstand: er wordt verwezen naar artikel 1 van de Verordening waarin de volgende definitie is bepaald: “één of meer bomen of boomvormers, of andere houtachtige gewassen, mogelijk onderdeel uitmaken van hakhout, een houtwal, een grotere (lint)begroeiing van heesters en struiken, een beplanting van bosplantsoen, een struweel of een heg, met de onder sub a van artikel 1 van de Verordening genoemde minimale dwarsdoorsnede”. Voor een nadere toelichting hierop wordt verwezen naar de Toelichting van de Verordening.
Artikel 2 Vorming Herplantfonds
Het Herplantfonds is gebaseerd op de verordening. Enkel geldschulden die voortvloeien uit de Verordening worden gestort in het Herplantfonds.
De toepassing van de regels uit de Bomenverordening Schiedam 2011 wordt toegelicht in de Toelichting van de Verordening.
Artikel 3 Hoogte van de bijdragen
Lid 1 behandelt de gevallen waarbij sprake is van een financiële herplantplicht naar aanleiding van een afgegeven vergunning of ontheffing. Er wordt onderscheid gemaakt in drie gevallen.
Ad. a. en b. Dit betreft houtopstanden die beperkte waarden vertegenwoordigen. Of hiervan sprake is, wordt bepaald door een groendeskundige van de afdeling Beheer Openbare Ruimte. Vaak is het in deze gevallen voldoende om de te kappen houtopstand te compenseren met een “jonge” boom.
Ad. c. Hiervan is bijvoorbeeld sprake indien in het kader van een groot project een gebied wordt heringericht waar houtopstanden staan die een of meer bijzondere waarden vertegenwoordigen, maar die niet kunnen blijven staan. Hierbij valt bijvoorbeeld te denken aan een hoge waarde van stads- en dorpsschoon en/of voor recreatie en leefbaarheid. Ook kan er sprake zijn van een bijzondere soort, vorm of omvang die binnen de gemeentegrenzen weinig voorkomt. Een dergelijke houtopstand kan niet enkel worden gecompenseerd met een “jong” herplantexemplaar. De boomwaarde dient dan ook gestort te worden in het bomenfonds, zodat in de directe omgeving van de houtopstand bomen kunnen worden teruggeplant die de waarde die de houtopstand vertegenwoordigt, kunnen compenseren.
Dit betreft de gevallen waarbij een houtopstand is geveld waar geen vergunning of ontheffing voor is verleend. Er heeft dan geen belangenafweging kunnen plaatsvinden tussen de algemene belangen en het belang van de aanvrager van een vergunning bij het vellen van de boom. Ook wordt aan omwonenden en andere belanghebbende de kans ontnomen hun belangen te vertegenwoordigen door middel van bijvoorbeeld een bezwaarschrift.
Financiële compensatie ter hoogte van de herplantwaarde wordt hier onvoldoende geacht. Ook de boomwaarde dient gecompenseerd te worden middels een bijdrage.
Kosten voor herplant kunnen afhankelijk van de soortkeuze, de maat van de boom en de lokale omstandigheden behoorlijk uiteen lopen. Normaliter wordt een” jong” herplantexemplaar voorgeschreven. (Zie ook artikel 3 lid 1 ad C).
De herplantwaarde wordt daarom bepaald op basis van een gemiddelde boom met een gemiddelde plantmaat variërend tussen 18/20 en 20/25 (stamomtrek in cm) van een gemiddelde soort. De herplantwaarde wordt verder samengesteld uit een gemiddelde van alle kosten die gemaakt moeten worden voor de aanschaf en leverantie van het plantmateriaal, transport, opslag, voorbereiding en gereed maken van de plantlocatie,het daadwerkelijk aanplanten, afwerken en opleveren van de plantlocatie, het geven van water en nazorg etc. De herplantwaarde is exclusief voorbereiding en toezicht aangezien deze kosten niet daadwerkelijk aan de herplant kunnen worden toegeschreven.
Aangezien de kosten voor herplant in de verharde ondergrond sterk afwijken ten opzicht van herplant in de onverharde ondergrond is hierin onderscheid gemaakt. Maatgevend is daarbij de standplaats van de te vellen boom in de verharde of onverharde ondergrond en niet de daadwerkelijke bestemming van de herplant.
Ad a met de onverharde ondergrond wordt een natuurlijke ondergrond van gras, heesters, kruidachtigen of braakliggende grond bedoeld. Binnen de kroonprojectie van de boom is tenminste 60% van het oppervlakte onverhard.
Ad b met de verharde ondergrond wordt een onnatuurlijke ondergrond van steen, asfalt, halfverhardingen (zoals grind, Gravel etc)of ondergronden van kunsstof (zoals kunstgras ) bedoeld. Binnen de kroonprojectie van de boom is tenminste 40% van het oppervlakte verhard.
Artikel 5 Aanwending Herplantfonds
Het ontvangen bedrag mag enkel voor de herplant van bomen met min of meer dezelfde waarden worden aangewend. Anders is sprake van verboden belastingheffing volgens de Raad van State (bijv. AbRvS 01.05.1995, MenR 1995, nr. 111).
Locatie criteria worden bepaald door groenspecialisten van de Afdeling Beheer Openbare Ruimte op basis van de voorschriften uit de Bomenota Schiedam deel 3 Bomenbeheerplan. Dit houdt onder andere in dat te planten boom qua vorm, grootte en uistraling moeten passen binnen de beschikbare ruimte en de omgeving en geen overduidelijk voorspelbare overlast veroorzaakt.
Artikel 7 Besteding gelden Herplantfonds
Het Herplantfonds is ingesteld door de raad. Jaarlijks doen burgemeester en wethouders aan de raad een voorstel waarin staat welke bedragen zijn ontvangen en welke plantlocaties dat jaar in aanmerking zouden kunnen komen.
De ontvangen en te besteden bedragen worden per straat opgesplitst zodat inzichtelijk wordt of de nieuwe bomen zo nabij mogelijk van gevelde bomen worden geplant.
Er kunnen zich situaties voordoen waarbij het onbillijk is om artikel 3 toe te passen. Het moet dan gaan om uitzonderlijke omstandigheden die afwijking van deze regeling rechtvaardigen. De hardheidsclausule dient dan ook met terughoudendheid te worden toegepast.
Artikel 3 heeft een reparatoir karakter en is niet bedoeld om op te leggen als sanctie. De bedragen moeten in verhouding staan tot het te beschermen doel.
Voorbeeld: in een particuliere tuin staat een boom waar bijzondere waarden aan zijn toegekend. Alle mogelijkheden tot behoud van de boom zijn overwogen, maar afgewezen. De boomwaarde is dermate hoog (€ 20.000,-) dat het in dit geval onbillijk kan zijn om een dergelijk bedrag (volledig) als financiële herplantplicht op te leggen.