Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Zoeterwoude

Verordening ligplaatsen I

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieZoeterwoude
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening ligplaatsen I
CiteertitelVerordening ligplaatsen I
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Verordening pleziervaartuigen 2006.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 149

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

25-12-2008nieuwe regeling

11-12-2008

Voorschotense Courant, 17-12-2008

NC/08-468 ; rb-01

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening ligplaatsen I

Besluit van de gemeenteraad van Zoeterwoude

Registratienummer NC/08-57

 

De raad van de gemeente Zoeterwoude,

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 17 november 2008 met nummer NC/08-468,

 

overwegende dat de uitgifte van de ligplaatsen voor pleziervaartuigen in de gemeentelijke wateren dient te worden geregeld,

 

besluit vast te stellen de:

 

Verordening ligplaatsen I

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • 1.

    Pleziervaartuig: elk vaartuig, dat hoofdzakelijk wordt gebruikt voor de recreatie, niet zijnde een passagiersschip.

  • 2.

    Passagiersschip: een vaartuig dat een middel van vervoer en/of verblijf is of hoofdzakelijk gebezigd wordt voor het bedrijfsmatig vervoer en/of verblijf van personen.

  • 3.

    Ligplaats: een gedeelte van het openbaar water dat door een pleziervaartuig met bijbehorende voorzieningen mag worden ingenomen.

  • 4.

    Bijbehorende voorzieningen: voorzieningen behorende bij de ligplaats, waaronder wordt bedoeld de steiger en loopplank.

  • 5.

    Openbaar water: alle wateren die, al dan niet met enige beperking, voor het publiek bevaarbaar of anderszins toegankelijk zijn.

Artikel 2 Verbodsbepaling

  • 1.

    Het is verboden om zonder een vergunning van burgemeester en wethouders met een vaartuig een ligplaats in te nemen.

  • 2.

    Het is verboden om zonder vergunning van burgemeester en wethouders een steiger of enig andere afmeervoorziening aan te brengen.

  • 3.

    Het verbod uit lid 1 en 2 geldt niet voor rechthebbenden van een pleziervaartuig die aanmeren in eigen water en/of aan een kade op eigen terrein.

Artikel 3 Aangewezen ligplaatsen voor pleziervaartuigen

  • 1.

    De locaties waarvoor een ligplaatsvergunning kan worden verleend, zijn aangegeven op de bij deze verordening behorende tekeningen.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders hebben de bevoegdheid de tekeningen te wijzigen en vast te stellen en daarmee de locaties voor de ligplaatsen te bepalen.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders mogen nadere regels stellen omtrent de aangewezen ligplaatsen voor pleziervaartuigen.

Artikel 4 Aanvraag en uitgifte van ligplaatsen

  • 1.

    Een ligplaatsvergunning voor een pleziervaartuig wordt aangevraagd op een door burgemeester en wethouders vastgesteld formulier.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders beslissen over een aanvraag van een ligplaatsvergunning binnen acht weken na de dag waarop het aanvraagformulier, compleet ingevuld, is ontvangen.

  • 3.

    Indien een aanvraag voor een ligplaats is ontvangen en de aanvraag voldoet aan de vereisten, maar er geen ligplaatsen direct beschikbaar zijn, dan wordt de aanvraag op een wachtlijst geplaatst.

  • 4.

    Burgemeester en wethouders stellen nader beleid vast over het beheer van de wachtlijst.

Artikel 5 Weigeringsgronden ligplaatsvergunning

De ligplaatsvergunning wordt geweigerd indien:

  • a.

    De aanvraag geen pleziervaartuig betreft;

  • b.

    De aanvrager niet zelf beschikt over een pleziervaartuig;

  • c.

    Het niet aannemelijk is dat de aanvrager binnen 12 weken na het ontvangen van de vergunning met het pleziervaartuig de toegewezen ligplaats kan innemen;

  • d.

    Het uiterlijk van het pleziervaartuig naar het oordeel van burgemeester en wethouders afbreuk doet aan het aanzien van de gemeente;

  • e.

    De aanvraag niet in overeenstemming is met de door burgemeester en wethouders gestelde voorschriften;

  • f.

    Het pleziervaartuig langer, breder of hoger is dan de voor de betreffende locatie aangegeven maten, en/of de bijbehorende voorzieningen in strijd zijn met de door burgemeester en wethouders vastgestelde voorschriften;

  • g.

    Het pleziervaartuig waarop de ligplaatsvergunning betrekking heeft niet voldoet aan de door burgemeester en wethouders nader vast te stellen eisen van veiligheid, milieu en gezondheid;

  • h.

    Het maximaal aantal ligplaatsen, zoals op de bij deze verordening behorende tekeningen is aangegeven overschreden wordt. Burgemeester en wethouders kunnen dit maximale aantal wijzigen;

  • i.

    Het pleziervaartuig belemmeringen kan veroorzaken aan het verkeer te water of te land;

  • j.

    De aanvraag een ligplaatsvergunning betreft voor een locatie, die niet (op de bij deze verordening horende tekening) is aangemerkt als locatie voor een ligplaats.

Artikel 6 Vergunningvereisten

  • 1.

    De vergunning is persoonlijk en wordt gesteld op naam van de eigenaar van het pleziervaartuig.

  • 2.

    De vergunning is niet overdraagbaar.

  • 3.

    De vergunning vermeldt het nummer van de ligplaats waarop de vergunning betrekking heeft.

  • 4.

    De vergunning wordt verleend voor een tijdvak van één kalenderjaar en wordt stilzwijgend verlengd met eenzelfde periode.

Artikel 7 Nadere voorschriften vergunning

  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen voorschriften verbinden aan een ligplaatsvergunning ter bescherming van de openbare orde, volksgezondheid, veiligheid, de milieuhygiëne en het aanzien van de gemeente.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels stellen omtrent het innemen van een ligplaats.

Artikel 8 Voorschriften gebruik ligplaats

  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen aan de rechthebbende op een vaartuig voorschriften stellen met betrekking tot het innemen, veranderen of gebruik van een ligplaats in het belang van de openbare orde, volksgezondheid, veiligheid, de milieuhygiëne en het aanzien van de gemeente.

  • 2.

    De rechthebbende op een vaartuig is verplicht alle door of vanwege burgemeester en wethouders gegeven aanwijzingen met betrekking tot het innemen, veranderen of gebruik van een ligplaats in het belang van de openbare orde, volksgezondheid, veiligheid, de milieuhygiëne en het aanzien van de gemeente op te volgen.

  • 3.

    Het in het eerste en tweede lid bepaalde geldt niet voor zover het Binnenvaartpolitiereglement, de Wet beheer rijkswaterstaatswerken, de Vaarwegenverordening Zuid-Holland of de Verordening Watergebieden en Pleziervaart Zuid-Holland van toepassing is.

Artikel 9 Wijzigingen aangaande de ligplaatsvergunning

  • 1.

    Indien de vergunninghouder voornemens is veranderingen aan het vaartuig en/of de bijbehorende voorzieningen aan te brengen, dient vooraf bij burgemeester en wethouders een aanvraag tot wijziging van de ligplaatsvergunning te worden aangevraagd.

  • 2.

    De aanvraag tot wijziging van een ligplaatsvergunning wordt gedaan middels een door burgemeester en wethouders vastgesteld formulier.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders beslissen over een aanvraag tot wijziging van een ligplaatsvergunning binnen acht weken na de dag, waarop het aanvraagformulier is ontvangen.

  • 4.

    De ligplaatsvergunning wordt ingetrokken indien:

    • a.

      Het pleziervaartuig na de wijziging niet voldoet aan de vereisten als genoemd onder artikel 6, sub b, d, e, f g en i van deze Verordening;

    • b.

      Het niet aannemelijk is dat de aanvrager binnen twaalf weken na het ontvangen van de toestemming tot het aanbrengen van veranderingen aan het vaartuig en/of de bijbehorende voorzieningen met het pleziervaartuig de ligplaats kan innemen.

    • c.

      Op grond van een verandering van de omstandigheden of inzichten opgetreden na het verlenen van de vergunning, de belangen ter bescherming waarvan de vergunning is vereist, intrekking of wijziging vorderen.

Artikel 10 Intrekking ligplaatsvergunning

Burgemeester en wethouders kunnen de ligplaatsvergunning voorts intrekken indien:

  • a.

    De ligplaatsvergunning ten gevolge van onjuiste opgave of informatie is verleend;

  • b.

    De gegevens in de ligplaatsvergunning niet meer overeenstemmen met de werkelijke situatie;

  • c.

    Op de ligplaats voorzieningen zijn aangebracht die niet zijn vermeld op de ligplaatsvergunning;

  • d.

    Op grond van een verandering van omstandigheden of inzichten opgetreden na het verlenen van de ligplaatsvergunning, de belangen ter bescherming waarvan de vergunning is vereist, intrekking of wijziging vorderen;

  • e.

    In het geval wordt voldaan aan een van de weigeringsgronden als genoemd onder sub b, d, e, f g en i van artikel 4 van deze Verordening of overige bij of krachtens deze verordening gegeven voorschriften;

  • f.

    Gedurende zes weken geen pleziervaartuig bij de ligplaats heeft gelegen en, na een aanmaning hiertoe van Burgemeester en wethouders, gedurende een tweede termijn van zes weken door de vergunninghouder geen pleziervaartuig bij de ligplaats wordt aangelegd;

  • g.

    De vergunninghouder hierom verzoekt;

  • h.

    De vergunninghouder zijn betalingsverplichtingen tot het innemen van een ligplaats niet nakomt;

  • i.

    De ligplaats geheel of gedeeltelijk in gebruik is bij een ander dan diegene aan wie de vergunning is verstrekt.

Artikel 11 Nakoming aanwijzingen

  • 1.

    De vergunninghouder is bij het innemen van een ligplaats en bij het uitvoeren van werkzaamheden van gemeentewege aan of nabij de ligplaats verplicht de door of namens burgemeester en wethouders gegeven aanwijzingen op te volgen.

  • 2.

    De vergunninghouder is verplicht gevolg te geven aan de door of namens burgemeester en wethouders gegeven bevelen en aanwijzingen in het belang van de openbare orde of van de vrijheid of veiligheid van het verkeer.

Artikel 12 Aanwijzingen

  • 1.

    Onverminderd het gestelde in artikel 2 lid 1, is de schipper, die een door burgemeester en wethouders aan een andere schipper toegekende ligplaats heeft ingenomen, verplicht deze onmiddellijk te verlaten.

  • 2.

    Indien een ligplaats is ingenomen door een vaartuig van een niet-vergunninghouder, wordt een waarschuwingsbrief bevestigd waarin staat aangegeven dat de boot binnen 3 dagen dient te worden verwijderd.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders kunnen onbeheerde vaartuigen, die in de wateren worden aangetroffen, te meren, te verhalen en in bewaring te nemen voor rekening en risico van de eigenaars danwel beheerders.

Artikel 13 Toezicht

De zorg voor de naleving van de bepalingen van deze verordening is opgedragen aan hen die door burgemeester en wethouders met de zorg voor het toezicht zijn belast, ieder voor zover het de feiten betreft die in de aanwijzing zijn vermeld.

Artikel 14 Strafbepaling

Overtreding van het bepaalde in de artikel 2, eerste en tweede lid kan worden gestraft met een geldboete van de eerste categorie of hechtenis van ten hoogste twee maanden.

Artikel 15 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De Verordening op de pleziervaartuigen 2006 wordt ingetrokken met ingang van de in het tweede lid genoemde datum, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    Deze verordening wordt aangehaald als 'Verordening ligplaatsen I'.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 11 december 2008.

De griffier,

A.J. Niesthoven

De voorzitter,

E.G.E.M. Bloemen