Organisatie | Achtkarspelen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Deelverordening Samenleving |
Citeertitel | Onbekend |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
24-01-2013 | 01-01-2017 | Onbekend | 24-01-2013 Onbekend | Onbekend |
1.In afwijking van artikel 5 van de Algemene subsidieverordening gemeente Achtkarspelen hoeft geen aanvraag tot verlening van subsidie te worden ingediend, tenzij anders vermeld bij de betreffende paragraaf.
2.Een ingediende aanvraag wordt pas in behandeling genomen na het verstrijken van de gehanteerde uiterste indieningsdatum.
Op werknemers in dienst van de subsidieontvanger zijn de bepalingen als gesteld in de CAO die op het betreffende werkveld van toepassing is.
2.1.1 Harmonie-, fanfarekorpsen en brassbands
Artikel 2.1 Te subsidiëren activiteiten
Burgemeester en wethouders kunnen een subsidie verstrekken voor harmonie-, fanfarekorpsen en brassbands.
Een aanvraag tot vaststelling van de subsidie moet worden ingediend voor 1 april van het kalenderjaar waarvoor subsidie wordt gevraagd.
1.Burgemeester en wethouders stellen het subsidieplafond vast in een beleidsregel, binnen de door de gemeenteraad vastgestelde begrotingspost.
2.Wanneer het totaal van de subsidieaanvragen het vastgestelde subsidieplafond overschrijdt, wordt het beschikbare subsidiebedrag naar evenredigheid verdeeld.
2.1.2 Drumbands en majorettekorpsen
Artikel 2.6 Te subsidiëren activiteiten
Burgemeester en wethouders kunnen een subsidie verstrekken voor drumbands en majorettekorpsen.
Een aanvraag tot vaststelling van de subsidie moet worden ingediend voor 1 april van het kalenderjaar waarvoor subsidie wordt gevraagd.
Artikel 2.11 Te subsidiëren activiteiten
Burgemeester en wethouders kunnen een subsidie verstrekken voor zangverenigingen.
Een aanvraag tot vaststelling van de subsidie moet worden ingediend voor 1 april van het kalenderjaar waarvoor subsidie wordt gevraagd.
Artikel 2.16 Te subsidiëren activiteiten
Burgemeester en wethouders kunnen een subsidie verstrekken voor toneelverenigingen.
Een aanvraag tot vaststelling van de subsidie moet worden ingediend voor 1 april van het kalenderjaar waarvoor subsidie wordt gevraagd.
Artikel 2.21 Te subsidiëren activiteiten
Burgemeester en wethouders kunnen subsidie verstrekken voor het organiseren van culturele activiteiten op het gebied van podiumkunsten, beeldende kunst, literatuur en muziek.
Artikel 2.22 Hoogte van de subsidie
De hoogte van de subsidie per activiteit stellen burgemeester en wethouders vast in een beleidsregel.
Artikel 2.24 Te subsidiëren activiteiten
Burgemeester en wethouders kunnen subsidie verstrekken voor het organiseren van activiteiten op het gebied van de Friese taal en cultuur.
Artikel 2.25 Hoogte van de subsidie
De hoogte van de subsidie per activiteit stellen burgemeester en wethouders vast in een beleidsregel.
Artikel 3.1 Te subsidiëren activiteiten
Burgemeester en wethouders kunnen een subsidie verstrekken voor een bijdrage in de loonkosten van het sporttechnisch kader ten behoeve van de training van jeugdleden.
Een aanvraag tot vaststelling van de subsidie moet worden ingediend voor 1 oktober van het kalenderjaar waarvoor subsidie wordt aangevraagd.
Artikel 3.6 Te subsidiëren activiteiten
Burgemeester en wethouders kunnen aan sportverenigingen een subsidie verstrekken voor activiteiten die voortvloeien uit gemeentelijke sportstimuleringsprojecten.
Een aanvraag tot vaststelling van de subsidie moet worden ingediend minimaal acht weken voordat de activiteit plaatvindt.
Artikel 3.8 Hoogte van de subsidie
De hoogte van de subsidie per activiteit stellen burgemeester en wethouders vast in een beleidsregel.
Artikel 3.10 Te subsidiëren activiteiten
Burgemeester en wethouders kunnen subsidie verstrekken voor het deelnemen van verenigingsleden aan trainingen of cursussen om te kunnen functioneren als bestuurder, scheidsrechter, leider, trainer of vrijwilliger.
Een aanvraag tot vaststelling van de subsidie moet uiterlijk acht weken na ontvangst van de laatste diploma-uitslag worden ingediend.
Artikel 3.13 Hoogte van de subsidie
De hoogte van de subsidie stellen burgemeester en wethouders vast in een beleidsregel.
Om voor een subsidie in aanmerking te kunnen komen dient het evenement te voldoen aan de volgende criteria.
Een aanvraag tot vaststelling van de subsidie moet worden ingediend voor 1 januari van het kalenderjaar waarvoor subsidie wordt gevraagd.
Artikel 4.4 Hoogte van de subsidie
Ten behoeve van het bepalen van de hoogte van de subsidie worden de evenementen door burgemeester en wethouders verdeeld in twee categorieën, afhankelijk van de mate waarin het evenement in positieve zin bijdraagt aan de vergroting van de naamsbekendheid van de gemeente Achtkarspelen, de mate van bovengemeentelijke uitstraling en de mate waarin het evenement bijdraagt aan het lokale welzijn van de bewoners van de gemeente Achtkarspelen c.q. van waarde is voor de inwoners van Achtkarspelen.
Artikel 4.6 Te subsidiëren activiteiten
Burgemeester en wethouders kunnen jaarlijks een subsidie verstrekken voor activiteiten ter handhaving of verbetering van de leefbaarheid van een dorp dat deel uitmaakt van de gemeente Achtkarspelen.
Artikel 4.7 Te subsidiëren instelling
De subsidie wordt alleen verleend aan één vereniging plaatselijk belang per dorp die zich specifiek ten doel heeft gesteld het dorpsbelang te behartigen.
Een aanvraag tot vaststelling van de subsidie moet worden ingediend voor 1 april van het kalenderjaar waarvoor subsidie wordt gevraagd.
Artikel 4.10 Hoogte van de subsidie
De hoogte van de subsidie stellen burgemeester en wethouders vast in een beleidsregel.
Artikel 4.12 Te subsidiëren activiteiten
Burgemeester en wethouders kunnen subsidie verstrekken voor sociaal-cultureel werk.
Artikel 4.13 Te subsidiëren instelling
De subsidie wordt verleend aan maximaal één algemene organisatie of instelling per dorp die sociaal-culturele activiteiten aanbiedt.
Artikel 4.16 Hoogte van de subsidie
1.De subsidie wordt bepaald door:
2.Tot de huisvestingskosten behoren:
3.De hoogte van de in het eerste en tweede lid bedoelde subsidie stellen burgemeester en wethouders vast in een beleidsregel.
Artikel 4.18 Te subsidiëren activiteiten
Burgemeester en wethouders kunnen subsidies verstrekken voor het organiseren van activiteiten die gericht zijn op inwoners vanaf 55 jaar in de gemeente Achtkarspelen.
Om voor subsidie in aanmerking te komen, voldoen de activiteiten, naar het oordeel van burgemeester en wethouders, aan de volgende criteria.
Artikel 4.20 Hoogte van de subsidie
De hoogte van de subsidie per activiteit stellen burgemeester en wethouders vast in een beleidsregel.
Artikel 4.22 Te subsidiëren activiteiten
Burgemeester en wethouders kunnen subsidie verstrekken voor het organiseren van activiteiten door de afdelingen Eerste Hulp Bij Ongelukken (EHBO) binnen de gemeente Achtkarspelen.
Om voor subsidie in aanmerking te komen, dient de subsidieaanvrager aangesloten te zijn bij de landelijke koepelorganisatie, de Koninklijke Nederlandse Vereniging EHBO.
Artikel 4.24 Hoogte van de subsidie
De hoogte van de subsidie stellen burgemeester en wethouders vast in een beleidsregel.
Artikel 5.1 Onvoorziene omstandigheden
Burgemeester en wethouders treffen de nodige voorzieningen of nemen de nodige besluiten in de gevallen waarin de verordening niet voorziet.
Aldus vastgesteld in de vergadering van de raad van de gemeente Achtkarspelen
van @.
griffier, voorzitter,
mr. R. van der Heide wnd. Burgemeester P. Adema
Toelichting Deelverordening Samenleving
De Deelverordening Samenleving van de gemeente Achtkarspelen geeft aan voor welke activiteiten subsidie kan worden verstrekt. Het is een uitwerking van artikel 3, derde lid van de Algemene subsidieverordening gemeente Achtkarspelen. Daarin is bepaald dat de activiteiten waarvoor subsidie kan worden verstrekt bij gemeentelijke verordening nader kunnen worden bepaald. Bovendien kunnen daarbij andere criteria voor die verstrekking worden vastgesteld en regels worden gesteld met betrekking tot de verplichtingen die aan de subsidiebeschikking kunnen worden verbonden.
Hiermee wordt voldaan aan de bepalingen van artikel 4:23 van de Algemene wet bestuursrecht, waarin is voorgeschreven dat subsidie slechts wordt verstrekt op grond van een wettelijk voorschrift dat regelt voor welke activiteiten subsidie kan worden verstrekt.
Het is overigens niet voorgeschreven om voor alle gemeentelijke subsidies afzonderlijke deelverordeningen vast te stellen. Met name in die gevallen waarin de te subsidiëren activiteiten slechts door één of een zeer gering aantal subsidieontvangers worden verricht, kan worden volstaan met het vermelden van de naam van de subsidieontvanger en de maximumsubsidie per ontvanger in de begroting. Een voorbeeld is de stichting Openbare Bibliotheken Noordoost Fryslân. Hetzelfde geldt voor incidentele gevallen, mits de subsidie voor maximaal vier jaar wordt verstrekt. Eventuele verplichtingen die in het kader van de subsidieverstrekking moeten worden opgelegd aan de subsidieontvanger worden opgenomen in de subsidiebeschikking.
In de Deelverordening Samenleving zijn alleen die subsidies opgenomen waarbij meerdere subsidieontvangers zijn of kunnen zijn.
Van de artikelen die hieronder niet worden toegelicht, spreekt de inhoud voor zichzelf.
Artikel 1.2 Algemene subsidieverordening
Naast de Deelverordening Samenleving is ook de Algemene subsidieverordening van toepassing op de subsidiëring van welzijnsactiviteiten. Regelt de Deelverordening Samenleving iets anders dan de Algemene subsidieverordening, dan gaat de Deelverordening Samenleving voor.
Artikel 1.3 Te subsidiëren activiteiten
Diverse activiteiten worden van belang geacht voor het welzijn van de inwoners van de gemeente Achtkarspelen. Deze activiteiten zijn in de verordening onderverdeeld in cultuur, sport en samenlevingszaken. Deze onderdelen zijn uitgewerkt in de hoofdstukken 2 tot en met 4. Om ervoor te zorgen dat de subsidie daadwerkelijk voorziet in een behoefte moeten de activiteiten aansluiten bij de initiatieven en wensen van de inwoners van Achtkarspelen. Om de kwaliteit te waarborgen moeten de activiteiten worden begeleid door deskundige leiding.
Per 1 oktober 2009 is de ‘Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen’ in werking getreden. Deze wet vereist dat de gemeente binnen de wettelijke termijn beslist op een aanvraag. In het kader van efficiëncy worden subsidies voor bijvoorbeeld sportverenigingen en verenigingen amateurkunst in één keer afgehandeld. Deze werkwijze kan echter tot termijnoverschrijding leiden. Om dit te voorkomen, is het tweede lid in dit artikel opgenomen.
De gronden waarop een subsidie kan worden geweigerd, staan ook in de Algemene wet bestuursrecht (Awb., art. 4:25, lid 2 en art. 4:35).
Een subsidie wordt geweigerd voor zover door verstrekking het subsidieplafond zou worden overschreden.
Het begrip subsidieplafond geeft een oplossing voor het probleem dat enerzijds de begroting geen ruimte biedt voor subsidiëring, terwijl anderzijds de verordening of algemene beginselen van behoorlijk bestuur weigering van de subsidie niet zonder meer toelaten. Het enkel ontbreken of niet toereikend zijn van een begrotingspost ontslaat de overheid namelijk niet van haar plicht om aan financiële aanspraken van haar burgers te voldoen.
In de praktijk doet dit probleem zich voor als het aantal aanvragen en daarmee de omvang van het beroep op een subsidieregeling vooraf onbekend is (open-einderegeling). Door het vaststellen van een subsidieplafond worden de wettelijke aanspraken beperkt.
Wel is vereist dat het subsidieplafond is vastgesteld en bekendgemaakt voor de aanvang van het tijdvak waarvoor het is vastgesteld (art. 4:27 Awb).
De subsidieverlening kan in ieder geval worden geweigerd indien een gegronde reden bestaat om aan te nemen dat:
de aanvrager niet op een behoorlijke wijze rekening en verantwoording zal afleggen omtrent de verrichte activiteiten en de daaraan verbonden uitgaven en inkomsten, voor zover deze voor de vaststelling van de subsidie van belang zijn.
2.De subsidieverlening kan voort in ieder geval worden geweigerd indien de aanvrager:
In aanvulling hierop bevat de deelverordening een aantal weigeringsgronden die moet voorkomen dat subsidie wordt verleend ten behoeve van activiteiten die niet in het algemeen belang zijn van de inwoners van de gemeente Achtkarspelen.
Paragraaf 1.2 Verplichtingen (artikel 1.5 tot en met 1.8)
Paragraaf 1.2 bevat verplichtingen waaraan instellingen die een subsidie ontvangen, moeten voldoen. Daarnaast noemt de paragraaf onderwerpen waarvoor burgemeester en wethouders verplichtingen op kunnen leggen. Voor een deel beogen de verplichtingen de kwaliteit van de activiteiten / instellingen te waarborgen. Onder andere zien deze bepalingen op de verplichte toepassing van de CAO die geldt voor het het betreffende werkveld en de toegankelijkheid van een accommodatie.
Naast deze verplichtingen kunnen in de subsidiebeschikking altijd verplichtingen worden opgenomen met betrekking tot de onderwerpen die genoemd staan in artikel 4:37 van de Algemene wet bestuursrecht.
1.Het bestuursorgaan kan de subsidie-ontvanger verplichtingen opleggen met betrekking tot:
het uitoefenen van controle door een accountant als bedoeld in artikel 393, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk wetboek op het door het bestuursorgaan gevoerde financieel beheer en de financiële verantwoording daarover.
2.Indien een verplichting als bedoeld in het eerste lid, onderdeel c, wordt opgelegd, zijn de artikelen 4:3 en 4:4 van overeenkomstige toepassing.
Hoofdstukken 2 tot en met 4 (algemeen)
De opbouw van de hoofdstukken waarin nadere bepalingen over de te subsidiëren activiteiten zijn uitgewerkt, is in grote lijnen steeds dezelfde. Aangegeven is welke specifieke activiteiten worden gesubsidieerd en aan welke nadere eisen voldaan moet zijn om in aanmerking te komen voor subsidiëring. Voorts is aangegeven wat de hoogte van de subsidie is, dan wel op welke wijze deze berekend wordt. Tenslotte zijn de verdeelregels opgenomen. Deze regels geven aan op welke wijze het totaal beschikbare subsidiebedrag (het subsidieplafond) wordt verdeeld wanneer het aantal aanvragen dit bedrag overschrijdt.
Cultuur is onderverdeeld in de volgende subactiviteiten:
Paragraaf 2.1 Amateurkunstbeoefening
De amateurkunstbeoefening is onderverdeeld in:
De verenigingen amateurkunstbeoefening vergroten het saamhorigheidsgevoel, verstevigen de sociale structuur in de samenleving en dus ook de leefbaarheid van het platteland. Deze verenigingen vervullen een belangrijke rol binnen het culturele klimaat van onze gemeente. Om deelname aan de amateurkunstbeoefening te stimuleren, zijn subsidiemogelijkheden gecreëerd voor alle soorten verenigingen binnen de amateurkunstbeoefening.
Paragraaf 2.2 Culturele activiteiten
Cultuur kan bijdragen aan de ontplooiing en verrijking van individuele burgers, maar deelname aan culturele activiteiten heeft ook een belangrijke bindende werking voor de lokale samenleving. Door middel van het creëren van subsidiemogelijkheden worden de culturele activiteiten gestimuleerd. Organisaties die jaarlijks een cultureel programma aanbieden komen ook in aanmerking voor deze subsidiemogelijkheden.
Onder culturele activiteiten worden verstaan:
Paragraaf 2.3 Friese taal en cultuur
Om het gebruik en behoud van de Friese taal en cultuur te stimuleren zijn er subsidiemogelijkheden voor het organiseren van activiteiten op dit terrein.
Sportbeoefening is in het belang van de ontwikkeling en het welzijn van de inwoners van de gemeente Achtkarspelen. Sport wordt bovendien gezien als middel om maatschappelijke problemen aan te pakken. Subsidiëring van sportactiviteiten is daarom op zijn plaats. Het accent wordt gelegd bij de jeugd en de stimulering van deelname aan activiteiten door alle categorieën van de bevolking. Deskundige begeleiding en goede accommodaties zijn belangrijke hulpmiddelen.
Sport is onderverdeeld in de volgende subactiviteiten.
Uitdrukkelijk regelt de verordening dat het moet gaan om de vorming van lichaam en/of geest. Ook denksporten vallen dus onder de reikwijdte van de verordening.
In het geval van de jeugdsport is de subsidie afhankelijk van de zwaarte van de opleiding die de trainer/leider met succes heeft gevolgd. Het moet dan wel gaan om een opleiding die is vermeld in de meest recente brochure “Erkende Sportopleidingen in Nederland”, uitgevoerd door het Ministerie van VWS en NOC*NSF. Afhankelijk van de duur van de opleiding wordt de subsidie vermenigvuldigd met een factor 1, 2 of 3.
Het sportseizoen en het subsidiejaar komen niet met elkaar overeen. Het komt daarom voor dat gedurende een subsidiejaar wordt gewerkt met verschillende trainers die verschillend gekwalificeerd zijn. Omdat de subsidie na afloop wordt vastgesteld, kan met dit verschil rekening worden gehouden.
Paragraaf 3.2 Sportstimulering
Burgemeester en wethouders kunnen aan sportverenigingen een subsidie verstrekken voor activiteiten met als doel burgers te stimuleren tot sportdeelname dan wel voor activiteiten die sportverenigingen in staat moeten stellen goed te functioneren. Hiertoe behoren activiteiten die voortvloeien uit gemeentelijke stimuleringsprojecten en het deelnemen van verenigingsleden aan trainingen of cursussen om te kunnen functioneren als bestuurder, scheidsrechter, leider, trainer of vrijwilliger.
Paragraaf 3.3 Sportaccommodaties
Bij sportaccommodaties bedraagt de hoogte maximaal 50% van de kosten van nieuwbouw, uitbreiding en/of renovatie. Daarbij wordt niet uitgegaan van de werkelijke kosten, maar hanteren burgemeester en wethouders een fictieve prijs per m². Het aantal m² waarvoor maximaal subsidie kan worden verleend, stellen burgemeester en wethouders vast overeenkomstig de normen voor de minimale oppervlakte van kleedaccommodaties van het NOC*NSF.
Het onderdeel samenlevingszaken is onderverdeeld in de volgende subactiviteiten:
Voor het stimuleren van evenementen met een bovengemeentelijke uitstraling op het terrein van sport en cultuur zijn subsidiemogelijkheden gecreërd. Hiernaast moeten de evenementen in positieve zin bijdragen aan de vergroting van de naamsbekendheid van de gemeente en bijdragen aan het welzijn van haar inwoners.
Om de leefbaarheid van de dorpen die deel uitmaken van de gemeente Achtkarspelen te handhaven of te verbeteren, worden jaarlijks subsidies verstrekt aan de verenigingen die zich specifiek ten doel stellen het dorpsbelang te behartigen.
Voor deze activiteiten wordt niet een afzonderlijk verleningsbesluit genomen omdat het niet gaat om grote bedragen. De subsidie wordt op aanvraag direct vastgesteld. Wel moet er jaarlijks voor 1 april van het opvolgend jaar rekening en verantwoording worden afgelegd over de besteding van de subsidiegelden. Wanneer het geld voor andere activiteiten is gebruikt dan waarvoor het bestemd was, kunnen burgemeester en wethouders besluiten het jaar daarop geen subsidie te verstrekken.
Paragraaf 4.3 Sociaal-cultureel werk
Onder Sociaal Cultuur Werk wordt verstaan:
Sociaalagogische dienstverlening (op vrijwillige basis) aan personen en groepen, gericht op hun cultureel en maatschappelijke functioneren in de samenleving in de vorm van recreatie, educatie, kunst en cultuur, en de ondersteuning van groepen mensen in hun directe leef- en werkomgeving.
De activiteiten dragen bij aan het oplossen van sociaal maatschappelijke vraagstukken in het dorp en passen onder de doelstellingen van de sociaal maatschappelijke agenda van de gemeente Achtkarspelen.
Uitgangspunt van het beleid is dat elke van de elf dorpen in Achtkarspelen een voorziening heeft voor sociaal-cultureel werk. En hoewel deze noemer breder is dan alleen kinder- en jeugdwerk, wordt de subsidie gebaseerd op de activiteiten voor jeugd en jongeren tot en met 17 jaar. De activiteiten gericht op volwassenen worden niet gesubsidieerd. Deze activiteiten kunnen kostendekkend worden uitgevoerd voor zowel
uitvoeringskosten als huisvestings- en organisatiekosten.
Ten aanzien van de jeugd geldt dat de voorziening de plek moet zijn binnen het dorp die jongeren als een eigen plek ervaren, en die een alternatief biedt voor het rondhangen op straat of in keten en caravans. Tegelijkertijd is dit de plaats waar professionele begeleiding en signalering aanwezig kan zijn door middel van de jongerenwerkers van de welzijnsorganisatie.
Jeugdactiviteiten kunnen worden onderscheiden in drie categorieën peuterwerk (2 tot 5 jaar), kinderwerk (5 tot 12 jaar) en jongerenwerk (12-18 jaar). Hoofdactiviteit binnen het jongerenwerk is het aanbieden van soosactiviteiten. Dit sluit aan bij de doelstellingen van het gemeentelijk beleid inzake alcoholpreventie (in de jeugdsoos mag geen alcohol worden geschonken) en biedt de mogelijkheid voor signalering en begeleiding van jongeren door beroepskrachten.
Afhankelijk van de grootte van het dorp en het aanbod aan activiteiten kunnen de aanwezige voorzieningen variëren van een gehuurde ruimte in het dorpshuis die één avond per week als jeugdhonk wordt opengesteld tot een eigen accommodatie met meerdere openstellingen per week. Afhankelijk van de vorm kunnen (huisvestings) kosten die noodzakelijk zijn voor deze voorziening gesubsidieerd worden. Te denken valt aan huur of afschrijving, kosten voor gas, water en licht, kosten voor onroerende zaak belasting en kosten voor publiekrechtelijke heffingen.
De algemene doelstelling van het gemeentelijk ouderenbeleid is het creëren van voorwaarden waardoor ouderen zo lang mogelijk zelfstandig kunnen participeren in de maatschappij. Om deze doelstelling te realiseren, worden incidentele subsidies verleend voor activiteiten die een bijdrage leveren aan het bevorderen van maatschappelijke participatie en aan het voorkómen van sociaal isolement.
Paragraaf 4.5 EHBO-verenigingen
In deze paragraaf is de subsidieverlening voor verenigingen Eerste Hulp bij Ongelukken (EHBO) opgenomen. EHBO-verenigingen hebben tot doel het bevorderen van datgene dat bijdraagt tot een zo goed mogelijke eerste hulpverlening bij ongelukken. EHBO-verenigingen trachten dit doel te bereiken door onder andere het organiseren van cursussen en het geven van voorlichting.