Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Tilburg

Verordening beperking drankverstrekking

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieTilburg
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening beperking drankverstrekking
CiteertitelVerordening beperking drankverstrekking
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Drank- en Horecawet, art. 18(oud)
  2. Drank- en Horecawet, art. 18(nieuw)
  3. Drank- en Horecawet, art. 45

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

1.Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

28-06-200001-01-2013nieuwe regeling

22-05-2000

Gemeenteblad, 2000, 13

2000/118

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening beperking drankverstrekking

De raad van de gemeente Tilburg;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders;

gehoorde de bevoegd inspecteur van het staatstoezicht op de volksgezondheid;

gelet op artikel 18 (oud) (onderdeel w. wijziging van de Drank- en Horecawet, 1e Kamer, vergaderjaar 1999/2000, 25 969, nr. 40) van de Drank- en Horecawet;

Besluit:

vast te stellen de volgende Verordening tot beperking drankverstrekking.

 

Artikel 1.
  • 1.

    Het is verboden om in een door de burgemeester aangewezen tijdsruimte, in een inrichting als bedoeld in artikel 1 van de Drank- en Horecawet:

    • a.

      bedrijfsmatig of anders dan om niet alcoholhoudende drank als bedoeld in artikel 1 van de Drank- en Horecawet voor gebruik ter plaatse te verstrekken;

    • b.

      bedrijfsmatig of anders dan om niet sterke drank als bedoeld in artikel 1 van de Drank- en Horecawet voor gebruik elders dan ter plaatse te verstrekken;

  • 2.

    Het is verboden om in een door de burgemeester aangewezen tijdsruimte, bedrijfsmatig of anders dan om niet alcoholhoudende drank als bedoeld in artikel 1 van de Drank- en Horecawet te verstrekken.

Artikel 2.
  • a.

    De burgemeester gaat over tot het aanwijzen van de tijdsruimte bedoeld in artikel 1, eerste lid onder a en b respectievelijk tweede lid, als de handhaving van de openbare orde, de veiligheid, de zedelijkheid of de volksgezondheid dit vordert, respectievelijk dringend vordert.

  • b.

    De burgemeester hoort voorafgaand aan een aanwijzing de hoofdofficier van justitie en de korpschef van politie.

Artikel 3.

De burgemeester kan bepalen dat het in artikel 1 eerste lid, onder a en b respectievelijk tweede lid, gestelde verbod geldt voor de gehele gemeente danwel voor bepaalde delen van de gemeente.

Artikel 4.

Overtreding van de artikelen 1, eerste lid, onder a en b respectievelijk tweede lid, gegeven voorschriften wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of een geldboete van de tweede categorie en kan bovendien worden gestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.

Artikel 5.

Deze verordening wordt aangehaald als "Verordening beperking drankverstrekking".

Artikel 6.

Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na die van haar bekendmaking.

 

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering d.d. 22 mei 2000

de voorzitter,

de secretaris,

Toelichting Verordening beperking drankverstrekking

De Verordening beperking drankverstrekking maakt het

mogelijk de verstrekking van alcoholhoudende dranken, al

dan niet tijdelijk, te beperken. De verboden van artikel 1,

eerste lid, onder a en b respectievelijk tweede lid kunnen

worden geactiveerd voor een bepaalde tijdsperiode en onder

bepaalde omstandigheden.

Artikel 1 kan worden geactiveerd in geval van een

bijzondere gebeurtenis die door de aard of de

publiekstrekkende werking vanuit een oogpunt van openbare

orde, veiligheid, zedelijkheid of de volksgezondheid om

een nadere ordening vraagt. Hierbij kan men bijvoorbeeld

denken aan (grootschalige) evenementen zoals bijvoorbeeld

voetbalwedstrijden, optochten en kermissen, waarbij

ongeregeldheden worden verwacht.

Dit artikel geeft de burgemeester de bevoegdheid voor een

bepaalde door hem aan te wijzen periode de mogelijkheden

voor het verstrekken van alcoholhoudende drank vanuit

inrichtingen en onder andere winkels te beperken. De frase

'anders dan om niet' ziet ook op situaties waarbij de

betaling niet rechtstreeks gekoppeld is aan de

verstrekking van alcoholhoudende drank.

Alleen de verstrekking van alcoholhoudende drank, die

gratis en geheel zonder commerci‰le bijbedoeling is, valt

buiten de reikwijdte van dit onderdeel. De bepaling beoogt

tevens te voorkomen dat het opgelegde verbod door bepaalde

constructies wordt omzeild.

Artikel 1, eerste lid, onder a, geeft de burgemeester de

bevoegdheid om voor een bepaalde tijd de verstrekking van

alcoholhoudende dranken in of vanuit inrichtingen te

beperken. Voor slijterijen kan op grond van eerste lid,

onder b, de verstrekking van sterk-alcoholhoudende dranken

worden beperkt. Artikel 1, tweede lid geeft de

burgemeester de algemene bevoegdheid het bedrijfsmatig of

anders dan om niet verstrekken van alcoholhoudende dranken

te beperken. Dit geldt voor alle inrichtingen in de zin

van de Drank- en Horecawet en ook voor alle overige

inrichtingen zoals bijvoorbeeld winkels of

bedrijfsgebouwen.

De gronden voor de activering van het verbod van artikel 1

eerst lid, onder a en b en tweede lid zijn genoemd in

artikel 2, onder a. Het verbod van artikel 1, tweede lid

grijpt meer in het maatschappelijk verkeer in dan dat

verbod van artikel 1, eerste lid, onder a en b. De

burgemeester zal bij een aanwijzing rekening dienen te

houden met eisen van subsidiariteit en proportionaliteit.

Dit is tot uitdrukking gebracht in de toevoeging 'dringend'

in het laatste gedeelte van artikel 2, onder a.

De bevoegdheid van artikel 2 sluit aan bij de

burgemeestersbevoegdheden van artikel 174 Gemeentewet

inzake het toezicht op openbare samenkomsten en

vermakelijkheden en de uitvoering van verordeningen inzake

dit toezicht. De omstandigheden waaronder van de

bevoegdheid gebruik zal worden gemaakt vragen een snelle

procedure en een orgaan dat hiervoor is geschikt. De

raadplegingsprocedure van artikel 2, onder b, geeft

waarborgen voor een goede oordeelsvorming dat een situatie

die de activering van een verbod vordert zich inderdaad en

in voldoende mate voordoet.

Artikel 3 geeft de burgemeester de mogelijkheid te bepalen

dat de verboden van artikel 1 niet gelden voor bepaalde

gedeelten van de gemeente. De in artikel 4 genoemde

strafmaat is gebaseerd op artikel 154 lid 1 van de

Gemeentewet. Overtreding van het verbod van artikel 1 kan

tevens een intrekkingsgrond opleveren voor de op basis van

de Drank- en Horecawet verleende vergunningen. Met een

overtreding van het in artikel 1 gestelde verbod zet men

aldus de verleende Drank- en Horecawetvergunning op het

spel.

In de verordening is geanticipeerd op de mogelijkheden die

het gewijzigde artikel 18 van de Drank- en Horecawet biedt.

Het huidige artikel 18 biedt nog geen mogelijkheden voor

het algemene alcoholverbod van artikel 1, tweede lid. De

werking daarvan wordt gekoppeld aan de inwerkingtreding

van de wijziging van artikel 18 van de Drank- en Horecawet.