Paragraaf I. Algemene bepalingen.
Artikel 1.
Begripsbepalingen.
In deze verordening wordt verstaan onder:
- ·
bezwaarschrift: een bezwaarschrift als bedoeld in de Algemene
wet bestuursrecht tegen een besluit van de raad, een
bestuurscommissie, het college of de burgemeester.
- ·
bestuurscommissie: een door de raad, het college of de
burgemeester op grond van artikel 82 van de Gemeenwet ingestelde
commissie, die bevoegdheden uitoefent die door de raad, het
college, respectievelijk de burgemeester aan haar zijn
overgedragen.
Artikel 2.
Commissie.
Indien een bezwaarschrift wordt ingediend tegen een besluit van de raad,
het college, de burgemeester of een bestuurscommissie wordt de
beslissing op het bezwaarschrift, waaronder begrepen het horen van
belanghebbenden, voorbereid door de desbetreffende commissie voor de
bezwaarschriften.
Artikel 3.
Persoonlijk belang.
De leden van een commissie nemen niet deel aan de behandeling van een
bezwaarschrift waarbij zij persoonlijk direct of indirect betrokken
zijn.
Artikel 4.
Hoorzitting.
- 1.
Binnen een redelijke termijn ná ontvangst van het bezwaarschrift
wordt een hoorzitting belegd.
- 1.
De indiener(s) van het bezwaarschrift en zonodig andere
belanghebbenden worden tijdig schriftelijk uitgenodigd voor de
hoorzitting.
- 2.
De hoorzittingen zijn openbaar tenzij er gewichtige redenen
zijn, die zich daartegen verzetten.
Artikel 5.
Quorum.
- 1.
De hoorzitting vindt geen doorgang indien blijkt dat niet meer
dan de helft van het aantal zitting hebbende leden, de
voorzitter inbegrepen, aanwezig is.
- 2.
Indien blijkt dat het vereiste aantal leden niet aanwezig is
wordt een nieuwe hoorzitting belegd waarbij rekening wordt
gehouden met de agenda van de bezwaarmakers.
Artikel 6.
Ondertekening.
De van de commissie uitgaande brieven worden door de secretaris van de
commissie ondertekend.
Artikel 7.
Overdracht.
De voorzitter kan de uitvoering van bepalingen van deze verordening,
voor zover die uitvoering tot zijn bevoegdheden behoort, opdragen aan de
secretaris.
Paragraaf II. Behandeling van bij de raad ingediende bezwaarschriften.
Artikel 8.
Procedure.
Elk ingekomen bezwaarschrift dat zich richt tegen een besluit van de
raad wordt via de lijst van ingekomen stukken ter kennis van de raad
gebracht met het verzoek aan de commissie om daarover een advies aan de
raad uit te brengen.
Artikel 9.
Samenstelling commissie.
- 1.
De commissie bestaat uit een aantal leden dat gelijk is aan het
aantal fracties in de raad.
- 2.
De leden van de commissie worden aan het begin van een nieuwe
zittingsperiode aan de raad door de raad uit zijn midden
benoemd.
- 3.
Elk lid van de commissie wijst bij verhindering een ander lid
uit de fractie als plaatsvervanger aan.
- 4.
De benoeming geschiedt voor de zittingsperiode gelijk aan die
van de leden van de zittende raad. Dit geldt eveneens voor
tussentijdse benoemingen.
- 5.
Een commissielid kan tussentijds door de raad worden
ontslagen.
- 6.
Hij die ophoudt lid van de raad te zijn kan geen lid meer van de
commissie zijn.
- 7.
Een commissielid kan te allen tijde ontslag nemen. Hij geeft
daarvan schriftelijk kennis aan de voorzitter van de raad.
- 8.
In tussentijds in de commissie opengevallen plaatsen wordt
binnen acht weken voorzien.
Artikel 10.
Voorzitter.
De commissie wijst uit haar midden een voorzitter en een
plaatsvervangend voorzitter aan.
Artikel 11.
Secretariaat.
Het secretariaat van de commissie wordt verzorgd door het
organisatie-onderdeel dat is belast met centrale juridische zaken.
Artikel 12.
Werkwijze commissie.
- 1.
De commissie stelt de indiener van een bezwaarschrift in de
gelegenheid om het bezwaarschrift ten overstaan van de commissie
mondeling toe te lichten.
- 2.
Voorts kan de commissie een medewerker van de
eerstverantwoordelijke dienst uitnodigen om het bestreden
besluit toe te lichten.
- 3.
Op grond van het besprokene tijdens de zitting van de commissie
neemt de commissie een standpunt in over het aan de raad uit te
brengen advies.
- 4.
Dit advies wordt door het organisatie-onderdeel, dat belast is
met centrale juridische zaken, in de vorm van een raadsvoorstel
opgesteld.
- 5.
Na akkoordverklaring van de commissie wordt het advies aan de
raad aangeboden.
- 6.
Het advies van de commissie wordt ondertekend door de voorzitter
en de secretaris.
Artikel 13.
Behandeling in raad.
- 1.
De voorzitter van de commissie dan wel een door de commissie uit
zijn midden aangewezen lid wordt in de gelegenheid gesteld om in
de vergadering van de raad het advies van de commissie toe te
lichten.
- 2.
Indien de raad daartoe termen aanwezig acht, kan hij een zaak
voor nader advies of ter nadere voorbereiding naar de commissie
terugverwijzen.
- 3.
De raad neemt een besluit over het uitgebrachte advies.
Paragraaf VI. Slotbepalingen.
Artikel 20.
Andere samenstelling commissie.
Het college, de burgemeester respectievelijk een bestuurscommissie zijn
bevoegd om, in afwijking van het bepaalde in de voorgaande paragrafen de
commissie anders samen te stellen ten aanzien van hen aan te geven
categorieën van besluiten, in welk geval tevens een van deze verordening
afwijkende werkwijze kan worden vastgesteld.
Artikel 21.
Uitleg verordening.
Bij twijfel over de betekenis of de toepassing van deze verordening en
in gevallen, waarin niet in deze verordening is voorzien, beslist de
voorzitter van de commissie.
Artikel 22.
Tijdstip inwerkingtreding en citeertitel.
- 1.
Deze verordening treedt onmiddellijk na de bekendmaking ervan in
werking.
- 2.
Op het tijdstip als bedoeld in het eerste lid vervalt de
"Verordening behandeling bezwaar- en beroepschriften" zoals
vastgesteld in de raadsvergadering van 2 januari 1997.
- 3.
Deze verordening kan worden aangehaald als: "Verordening
behandeling bezwaarschriften 2002".