Organisatie | Midden-Delfland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening inrichting antidiscriminatievoorziening gemeente Midden-Delfland |
Citeertitel | Verordening inrichting antidiscriminatievoorziening gemeente Midden-Delfland |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Wet gemeentelijke antidiscriminatievoorzieningen, art. 1
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2010 | Nieuwe regeling | 08-12-2009 Gemeenteblad, 2010, 006 | 2009-09-04 l |
De raad van de gemeente Midden-Delfland;
Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 1 december 2009, nr. 2009-09-04 l;
Gelet op artikel 1 van de Wet gemeentelijke antidiscriminatievoorzieningen;
Vast te stellen de volgende Verordening inrichting antidiscriminatievoorziening gemeente Midden-Delfland
Het college van burgemeester en wethouders biedt de ingezetenen toegang tot een antidiscriminatievoorziening.
Bij de inrichting van de antidiscriminatievoorziening worden in ieder geval de deskundigheid van klachtbehandelaars en de toegankelijkheid van de voorziening gewaarborgd.
Het protocol voor de behandeling van klachten als bedoeld in artikel 6 van de wet regelt in ieder geval:
Deze verordening kan aangehaald worden als: Verordening inrichting antidiscriminatievoorziening gemeente Midden-Delfland.
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 8 december 2009.
Toelichting Verordening inrichting antidiscriminatievoorziening gemeente Midden-Delfland
Artikel 1 van de wet legt het college van burgemeester en wethouders op om toegang te bieden tot een antidiscriminatievoorziening. Artikel 2, tweede lid van de wet wordt opgedragen dat de gemeenteraad bij verordening regels vaststelt omtrent de inrichting van een discriminatievoorziening. De wet is nader ingevuld in een Algemene Maatregel van Bestuur.
Deze bepaling behoeft geen toelichting.
Zoals in het algemene deel van deze toelichting is aangegeven, is deze zorgplicht opgenomen in artikel 1 van de wet.
Met deze bepaling wordt nader invulling gegeven aan artikel 3 van het besluit, dat luidt: “Bij de inrichting van de antidiscriminatievoorziening worden in ieder geval de deskundigheid van de klachtbehandelaars en de toegankelijkheid van de antidiscriminatievoorziening gewaarborgd”. Ook op de verantwoordelijkheid met de omgang met gegevens zal worden toegezien. Er is gekozen voor een minimale invulling om gemeenten en antidiscriminatievoorziening alle ruimte te geven voor maatwerk. De gemeente draagt er zorg voor dat de burger zich zowel fysiek als niet-fysiek kan melden. De mogelijkheid om zich fysiek op locatie te kunnen melden betekent tevens dat een burger redelijkerwijs op de hoogte kan zijn waar hij of zij terecht kan om te melden. Daarbij kan gebruik worden gemaakt van een bestaande balie (zie ook de toelichting bij artikel 5). Bij niet-fysiek wordt verstaan dat de mogelijkheid bestaat voor de burger via sms, telefoon, brief of e-mail de klacht te melden of in te dienen.
Met deze bepaling wordt invulling gegeven aan artikel 6 van het besluit dat luidt: “De antidiscriminatievoorziening heeft een protocol voor de behandeling van klachten”. Daarbij is gekozen voor een minimale invulling om gemeenten en antidiscriminatievoorziening alle ruimte te geven voor maatwerk.
De wet vermeldt dat de antidiscriminatievoorziening zich in de leefomgeving van burgers moet bevinden. De memorie van toelichting geeft aan dat het gemeenten vrij staat om daar op een praktische wijze invulling aan te geven. De voorziening hoeft dan ook niet in de gemeente zelf aanwezig te zijn. Een gemeente kan zich bijvoorbeeld aansluiten bij een (bestaande) regionale antidiscriminatievoorziening. Voor de laagdrempeligheid kan worden gezorgd door een doorverwijsfunctie of meldpunt te creëren bij bestaande gemeentelijke voorzieningen, zoals bijvoorbeeld een loket burgerzaken.