Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Midden-Delfland

Verordening inrichting antidiscriminatievoorziening gemeente Midden-Delfland

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieMidden-Delfland
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening inrichting antidiscriminatievoorziening gemeente Midden-Delfland
CiteertitelVerordening inrichting antidiscriminatievoorziening gemeente Midden-Delfland
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Wet gemeentelijke antidiscriminatievoorzieningen, art. 1

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2010Nieuwe regeling

08-12-2009

Gemeenteblad, 2010, 006

2009-09-04 l

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening inrichting antidiscriminatievoorziening gemeente Midden-Delfland

De raad van de gemeente Midden-Delfland;

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 1 december 2009, nr. 2009-09-04 l;

Gelet op artikel 1 van de Wet gemeentelijke antidiscriminatievoorzieningen;

 

BESLUIT:

Vast te stellen de volgende Verordening inrichting antidiscriminatievoorziening gemeente Midden-Delfland

Artikel 1 Begripsbepalingen
  • 1.

    Wet: de wet gemeentelijke antidiscriminatievoorzieningen;

  • 2.

    Besluit: het Besluit gemeentelijke antidiscriminatievoorzieningen;

  • 3.

    De antidiscriminatievoorziening: antidiscriminatievoorziening als bedoeld in artikel 1 van de Wet antidiscriminatievoorzieningen;

  • 4.

    Klacht: klacht als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder a, van de wet;

  • 5.

    Klachtbehandelaar: klachtbehandelaar als bedoeld in artikel 1 van het besluit;

  • 6.

    Klager: klager als bedoeld in artikel 1 van het besluit;

  • 7.

    Ingezetene: ingezetene als bedoeld in artikel 2 van de Gemeentewet.

Artikel 2 Zorgplicht college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders biedt de ingezetenen toegang tot een antidiscriminatievoorziening.

Artikel 3 Inrichting antidiscriminatievoorziening

Bij de inrichting van de antidiscriminatievoorziening worden in ieder geval de deskundigheid van klachtbehandelaars en de toegankelijkheid van de voorziening gewaarborgd.

  • a.

    De antidiscriminatievoorziening draagt er zorg voor dat de klachtbehandelaars voldoen aan de voor klachtbehandeling vereiste deskundigheid en biedt de klachtbehandelaars de mogelijkheid hun deskundigheid te onderhouden en verder te ontwikkelen.

  • b.

    De klager heeft in ieder geval de mogelijkheid om een klacht te melden:

    • -

      Per post

    • -

      Per e-mail

    • -

      Telefonisch

    • -

      Op een door de gemeente beschikbaar gestelde locatie als bedoeld in artikel 5 van deze verordening

Artikel 4 Protocol klachtenbehandeling

Het protocol voor de behandeling van klachten als bedoeld in artikel 6 van de wet regelt in ieder geval:

  • a.

    De afdoeningstermijn van klachten;

  • b.

    De wijze van afdoening van klachten;

  • c.

    De registratie van klachten.

Artikel 5 Laagdrempelige antidiscriminatievoorziening
  • 1.

    Ingezetenen worden in de gelegenheid gesteld een klacht in hun directe leefomgeving te melden.

  • 2.

    Gemeenten die aansluiting hebben bij een regionaal antidiscriminatiebureau kunnen overeenkomen dat deze melding op een locatie in de betreffende gemeente kan plaatsvinden.

  • 3.

    Het college draagt zorg voor de deskundigheid van de medewerkers die deze meldingen op adequate manier opneemt en doorverwijst.

  • 4.

    Klager wordt door de medewerkers doorgeleid naar de antidiscriminatievoorziening.

Artikel 6 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2010.

Artikel 7 Citeertitel

Deze verordening kan aangehaald worden als: Verordening inrichting antidiscriminatievoorziening gemeente Midden-Delfland.

 

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 8 december 2009.

 

De griffier, de voorzitter,

A. de Vos, A.J. Rodenburg

 

Toelichting Verordening inrichting antidiscriminatievoorziening gemeente Midden-Delfland

 

Algemeen

Artikel 1 van de wet legt het college van burgemeester en wethouders op om toegang te bieden tot een antidiscriminatievoorziening. Artikel 2, tweede lid van de wet wordt opgedragen dat de gemeenteraad bij verordening regels vaststelt omtrent de inrichting van een discriminatievoorziening. De wet is nader ingevuld in een Algemene Maatregel van Bestuur.

 

Artikelsgewijze toelichting

 

Artikel 1

Deze bepaling behoeft geen toelichting.

 

Artikel 2

Zoals in het algemene deel van deze toelichting is aangegeven, is deze zorgplicht opgenomen in artikel 1 van de wet.

 

Artikel 3

Met deze bepaling wordt nader invulling gegeven aan artikel 3 van het besluit, dat luidt: “Bij de inrichting van de antidiscriminatievoorziening worden in ieder geval de deskundigheid van de klachtbehandelaars en de toegankelijkheid van de antidiscriminatievoorziening gewaarborgd”. Ook op de verantwoordelijkheid met de omgang met gegevens zal worden toegezien. Er is gekozen voor een minimale invulling om gemeenten en antidiscriminatievoorziening alle ruimte te geven voor maatwerk. De gemeente draagt er zorg voor dat de burger zich zowel fysiek als niet-fysiek kan melden. De mogelijkheid om zich fysiek op locatie te kunnen melden betekent tevens dat een burger redelijkerwijs op de hoogte kan zijn waar hij of zij terecht kan om te melden. Daarbij kan gebruik worden gemaakt van een bestaande balie (zie ook de toelichting bij artikel 5). Bij niet-fysiek wordt verstaan dat de mogelijkheid bestaat voor de burger via sms, telefoon, brief of e-mail de klacht te melden of in te dienen.

 

Artikel 4

Met deze bepaling wordt invulling gegeven aan artikel 6 van het besluit dat luidt: “De antidiscriminatievoorziening heeft een protocol voor de behandeling van klachten”. Daarbij is gekozen voor een minimale invulling om gemeenten en antidiscriminatievoorziening alle ruimte te geven voor maatwerk.

 

Artikel 5

De wet vermeldt dat de antidiscriminatievoorziening zich in de leefomgeving van burgers moet bevinden. De memorie van toelichting geeft aan dat het gemeenten vrij staat om daar op een praktische wijze invulling aan te geven. De voorziening hoeft dan ook niet in de gemeente zelf aanwezig te zijn. Een gemeente kan zich bijvoorbeeld aansluiten bij een (bestaande) regionale antidiscriminatievoorziening. Voor de laagdrempeligheid kan worden gezorgd door een doorverwijsfunctie of meldpunt te creëren bij bestaande gemeentelijke voorzieningen, zoals bijvoorbeeld een loket burgerzaken.

 

Artikel 6

Deze bepaling behoeft geen toelichting

 

Artikel 7

Deze bepaling behoeft geen toelichting