Organisatie | Tilburg |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Reïntegratieverordening Wet werk en inkomen kunstenaars |
Citeertitel | Reïntegratieverordening WWIK |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen.
Wet werk en inkomen kunstenaars, art. 21, lid 4
1.Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-07-2010 | 01-07-2010 | intrekking | 22-11-2010 Gemeenteblad, 2010, 82 | 2010/350 | |
30-09-2005 | 19-09-2005 | nieuwe regeling | 19-09-2005 Gemeenteblad, 2005, 14 | 2005/167 |
De raad van de gemeente Tilburg;
gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;
gelet op artikel 21, vierde lid van de Wet werk en inkomen kunstenaars;
overwegende dat het noodzakelijk is het aanbieden van voorzieningen, gericht op het bevorderen van de arbeidsinschakeling van kunstenaars bij verordening te regelen;
vast te stellen de Reïntegratieverordening Wet werk en inkomen kunstenaars.
Tot de doelgroep van deze verordening behoort gedurende maximaal 12 maanden nadat door het college een aanbod voor een voorziening als bedoeld in artikel 3, eerste lid, is gedaan, tevens de persoon, bedoeld in het eerste lid, van wie de uitkering anders dan op grond van artikel 19, eerste of tweede lid, van de WWIK, is beëindigd.
Het college kan, op verzoek van de kunstenaar, voorzieningen, waaronder scholing, aanbieden aan personen behorende tot de doelgroep of op andere wijze ondersteuning aanbieden, gericht op het bevorderen van de arbeidsinschakeling of het wegnemen van belemmeringen voor de arbeidsinschakeling in het kader van het opbouwen van een gemengde beroepspraktijk waarmee de kunstenaar in zijn levensonderhoud kan voorzien.
Toelichting Reïntegratieverordening Wet werk en inkomen kunstenaars
Op 1 januari 2005 is de Wet werk en inkomen kunstenaars (WWIK) in werking getreden.
In deze wet wordt de kunstenaar de mogelijkheid geboden de gemeente te verzoeken hem voorzieningen aan te bieden, gericht op het bevorderen van de arbeidsinschakeling in het kader van de uitoefening van het niet kunstgerelateerde gedeelte van een gemengde beroepspraktijk. Anders dan in de WWB heeft de voorziening in het kader van de WWIK een vrijwillig karakter.
Naast de in WWIK opgenomen mogelijkheid een beroep te kunnen doen op een voorziening, kiest de gemeente Tilburgervoor om ook zelf voorzieningen aan te bieden. De reden hiervan is te voorkomen dat de kunstenaar na het einde van de maximale WWIK-uitkering een beroep doet op bijstand. Gezien het doel van de wet, namelijk om in alle vrijheid naar eigen inzicht te werken teneinde een renderende beroepspraktijk te realiseren, kan de kunstenaar echter niet verplicht worden om het aanbod van een voorziening te accepteren.
De gemeente Tilburg voert als centrumgemeente de WWIK uit voor inwoners van Dongen, Gilze en Rijen, Goirle, Hilvarenbeek, Loon op Zand, Oisterwijk, Tilburg, Waalwijk. Deze verordening is op grond van artikel 2 van toepassing op alle kunstenaars voor wie het college verantwoordelijk is voor de uitvoering van de WWIK en hun echtgenoten.
De kunstenaar die een beroep doet op een voorziening is verplicht om van de aangeboden voorziening daadwerkelijk gebruik te maken. De gemeente gaat met de kunstenaar of de echtgenoot, indien de voorziening aan de echtgenoot wordt aangeboden, een trajectovereenkomst aan.
In artikel 21, vierde lid van de wet is vastgesteld dat de gemeente bij verordening regels moet stellen met betrekking tot reïntegratieactiviteiten voor kunstenaars. Gelet op de specifieke doelgroep is ervoor gekozen om deze regels niet onder te brengen in de betreffende WWB-verordening maar in een aparte verordening.
In de reïntegratieverordening is het volgende geregeld:
De artikelen 3 en 5 leggen de verplichtingen van resp. het college en de belanghebbende vast. De gemeente Tilburg kiest ervoor om het uitgangspunt van de wet dat een persoon uit de doelgroep een verzoek kan indienen om in aanmerking te komen voor een voorziening, daaronder mede te verstaan het recht op ondersteuning bij toeleiding naar werk. De gemeente bepaalt welke instrumenten worden ingezet.
In artikel 4 wordt een afweging mogelijk gemaakt in de gevallen waarin een voorziening weliswaar het meest geschikt is voor de belanghebbende, maar het belang van de gemeente daarmee niet is te verenigen. Het college bepaalt uiteindelijk welk aanbod passend is. Uitgangspunt is dat het moet gaan om arbeidsinschakeling in het kader van het niet kunstgerelateerde gedeelte van een gemengde beroepspraktijk. In tegenstelling tot de WWB gaat het niet om algemeen geaccepteerde arbeid, maar om "realiseerbaar deeltijdwerk dat te combineren is met de kunstuitoefening".
Artikel 6 legt de beslistermijn vast en verplicht het college de kunstenaar te informeren over zijn rechten en verplichtingen.
Artikel 7 regelt de mogelijkheid een voorziening te beëindigen.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 19 september 2005