Organisatie | Tilburg |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Reglement Volkshuisvestingsfonds |
Citeertitel | Reglement Volkshuisvestingsfonds |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | volkshuisvesting en woningbouw |
Eigen onderwerp |
De historie bij ´Het overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen´ is mogelijk niet compleet. Er kunnen wijzigingen ontbreken tussen het ontstaan van de regeling en de eerste opgenomen wijziging daarvan.
Gemeentewet, art. 149
1.Nadere voorwaarden, voorschriften en verplichtingen bij de verlening van de bijdragen voor de uitvoering van dit reglement
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-04-1998 | art. 1.2, 1.4, 2.1-2.4 | 23-03-1998 Gemeenteblad, 1998, 9 | 1998/035 | ||
24-03-1997 | nieuwe regeling | 24-03-1997 Gemeenteblad, 1997, 68 | 1997/-62 |
Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd voor de uitvoering van dit reglement nadere regels te stellen.
In bijzondere omstandigheden kunnen Burgemeester en Wethouders in het belang van de volkshuisvesting afwijken van de bepalingen van dit reglement. Burgemeester en Wethouders zullen hier niet toe overgaan nadat de Raadscommissie ex artikel 91 der Gemeentewet, belast met de volkshuisvesting, is gehoord.
De gemeente Berkel-Enschot heeft haar woningbezit verkocht.
De baten die met deze verkoop zijn verkregen, mogen
slechts worden uitgegeven 'in het belang van de
volkshuisvesting'. Om daarvoor te zorgen worden de
verkoopbaten ondergebracht in een volkshuisvestingsfonds.
Dit reglement regelt de uitkering van bijdragen uit dit
Centraal staat de werkingssfeer: uit het fonds worden bij
voorrang bijdragen uitgekeerd aan woningcorporaties die
een convenant hebben afgesloten met de gemeente. Op hun
beurt mogen zij de bijdragen slechts besteden voor
werkzaamheden op het gebied van de volkshuisvesting, zoals
dat is omschreven in het Besluit Beheer Sociale Huursector
(BBSH). Op deze wijze wordt gegarandeerd dat de gelden die
zijn verkregen met de verkoop van het gemeentelijk
woningbezit ook weer worden teruggeploegd in de
volkshuisvesting. Pas in tweede instantie kunnen andere
volkshuisvestingsinstellingen, of de gemeente zelf,
bijdragen uit het fonds besteden.
Het college van BenW stelt ieder jaar een programma op
waarin wordt aangegeven welke bestedingsrichtingen in het
volgende jaar voor een bijdrage in aanmerking komen.
Achteraf wordt verslag gedaan over de besteding.
De eerste voeding van het fonds vindt plaats door de
opbrengsten van de verkoop van het woningbezit van
Berkel-Enschot. Eventueel kunnen later ook andere middelen
in het fonds worden gestort, echter niet de
doeluitkeringen van het Rijk (BWS, stadsvernieuwingsfonds).
Het reglement wordt vastgesteld door de gemeenteraad van
Hier is vastgelegd dat uit het fonds bij voorrang
bijdragen worden verstrekt aan corporaties die een
convenant hebben afgesloten met de gemeente. De gemeente
wil daarmee het afsluiten van meerjarige, bindende
afspraken over het te voeren volkshuisvestingsbeleid
stimuleren. Als geen van deze corporaties belangstelling
heeft om mee te werken aan projecten die de gemeente op
grond van dit fonds voorstelt, kunnen bijdragen worden
verleend aan andere volkshuisvestingsinstellingen (zoals
landelijk toegelaten instellingen of niet-winstbeogende
instellingen). De gemeente kan in dat geval ook besluiten
om zelf bijdragen uit het fonds te besteden, direct (voor
projecten die de gemeente zelf uitvoert) of indirect
(bijvoorbeeld om bewonersorganisaties te ondersteunen).
De bijdragen mogen alleen binnen het grondgebied van de
Het fonds wordt voorlopig ingesteld voor een periode van
tien jaar. Het kan echter voorkomen dat het fonds na deze
periode nog niet is uitgeput, bijvoorbeeld doordat er
nieuwe middelen in het fonds worden gestort. In dat geval
kan de gemeenteraad de werkingsduur van het fonds en het
De omschrijving van het gebied van de volkshuisvesting is
direct afgeleid van het BBSH. De omschrijving zal worden
aangepast als het BBSH wordt aangepast. De omschrijving
van het gebied van de volkshuisvesting vormt de buitenste
ring van activiteiten waarvoor bijdragen uit het fonds
kunnen worden verleend. Daarbinnen worden in het
jaarprogramma (zie artikel 2.3) bestedingsrichtingen
onderscheiden, zoals herstructurering van de voorraad,
betaalbare nieuwbouw, sanering van financieel zwakke
instellingen of het vergroten van de leefbaarheid van
Ieder jaar bepaalt de gemeenteraad, bij het vaststellen
van de begroting, welk deel van het fonds in het volgende
jaar kan worden uitgegeven. Het college van BenW beslist
vervolgens over de toedeling van dit budget aan concrete
Het college van BenW kan op grond van dit artikel
voorwaarden stellen aan de besteding van bijdragen uit het
Gedurende het jaar ontwikkelt en verzamelt het college van
BenW initiatieven waarvoor in het volgende jaar een
bijdrage uit het fonds kan worden verleend. Deze
initiatieven worden verzameld in een jaarprogramma, dat
bij de begrotingsbehandeling door de Raad wordt
vastgesteld. Het jaarprogramma geeft aan welke
bestedingsrichtingen voor bijdragen uit het fonds in
aanmerking kunnen komen, en welk jaarbudget daarvoor nodig
is. In het bestedingsjaar vult het college van BenW de
bestedingsrichtingen uit het jaarprogramma vervolgens in
met concrete projecten. Deze procedure is analoog aan die
rond het Stadsprogramma van de gemeente Tilburg.
Om te voorkomen dat in 1997 geen uitgaven uit het fonds
kunnen worden gedaan, zal binnen drie maanden na de
inwerkingtreding van dit reglement een eerste
jaarprogramma worden vastgesteld. Vanaf het bestedingsjaar
1998 sluit de procedure aan op de begrotingscyclus.
Aan het eind van het jaar stelt het college van BenW een
verslag op over de besteding van de bijdragen. In dit
verslag zal met name worden ingegaan op de vraag of de
bijdragen ook doelmatig, in het belang van de
volkshuisvesting, zijn besteed. Deze
'doelmatigheidsverklaring' betekent echter niet dat
gemeente of Inspectie van de Volkshuisvesting daarmee
afzien van de toezichthoudende rol op werkzaamheden van
Het college van BenW kan nadere regels stellen,
bijvoorbeeld over de manier waarop overleg wordt gevoerd
over de inrichting van het jaarprogramma, hoe
projectvoorstellen kunnen worden ingediend, welke gegevens
De afwijkingsbevoegdheid kan van toepassing zijn wanneer
projecten die buiten het werkingsgebied en de
werkingssfeer van dit reglement vallen, naar het oordeel
van het college van BenW toch voor steun uit het fonds in
aanmerking zouden moeten komen. In dat geval zal eerst
overleg met de raadscommissie plaatsvinden, en wordt