Organisatie | Wageningen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Bomenverordening 2010 |
Citeertitel | Bomenverordening 2010 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Vastgesteld in de raadsvergadering van 11 januari 2010, afd. VG, nummer 10.0027504 en gewijzigd in de raadsvergadering van 29 maart 2010, afd. VG, nummer 10.0027569.
Ingetrokken op 1 oktober 2010 in verband met de invoering van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht
Gemeentewet, Boswet, Plantenziektenwet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-04-2010 | 01-04-2010 | 01-10-2010 | nieuwe regeling | 29-03-2010 De Stad Wageningen, 07-04-2010 | afd. VG, nummer 10.0027569. |
01-04-2010 | 01-04-2010 | 01-10-2010 | nieuwe regeling | 29-03-2010 De Stad Wageningen, 07-04-2010 | afd. VG, nummer 10.0027569. |
Artikel 1: Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
Het in het eerste lid gestelde verbod geldt niet voor:
boom(en) met een omtrek van de stam van maximaal 60 centimeter op 1,3 meter hoogte boven het maaiveld, tenzij de betreffende houtopstand staat vermeld op de Lijst van monumentale bomen en/of is geplant ingevolge een herplantplicht als bedoeld in artikel 9 lid 1 en artikel 11 lid 1 van deze verordening;
in afwijking van artikel 2, lid 2, onderdeel a geldt in de arboreta en in wijken met een bosrijk karakter, zoals Wageningen Hoog een omtrek van maximaal 50 centimeter op 1,3 meter hoogte boven het maaiveld, tenzij de betreffende houtopstand staat vermeld op de Lijst van monumentale bomen en/of is geplant ingevolge een herplantplicht als bedoeld in artikel 9 lid 1 en artikel 11 lid 1 van deze verordening;
houtopstand, die deel uitmaakt van als zodanig bij het Bosschap geregistreerde bosbouwondernemingen niet gelegen binnen een bebouwde kom tenzij de houtopstand een zelfstandige eenheid vormt en, ofwel geen grotere oppervlakte beslaat dan 10 are, ofwel in geval van rijbeplanting, gerekend over het totale aantal rijen, niet meer bomen omvat dan 20.
Artikel 3: Lijst van monumentale bomen
Burgemeester en wethouders stellen een Lijst van monumentale bomen vast. Deze lijst bevat in ieder geval bomen voorkomende in het landelijk Register van Monumentale bomen van de Bomenstichting, aangevuld met lokale monumentale bomen. Het college kan deze lijst aanvullen met toekomstige monumentale bomen. De lijst wordt elke vijf jaar herzien.
Artikel 4: Aanvraag vergunning
De vergunning moet schriftelijk en gemotiveerd worden aangevraagd, middels een door het college van burgemeester en wethouders vastgesteld formulier, door of namens dan wel met toestemming van degene die krachtens zakelijk recht, of door degene die krachtens publiekrechtelijke bevoegdheid, gerechtigd is over de houtopstand te beschikken. Indien dat noodzakelijk is voor de beoordeling van de aanvraag overlegt de aanvrager op verzoek van de gemeente een deskundigenrapport.
Wanneer de regiomanager van de Directie Uitvoering Regelingen van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit aan het college een afschrift heeft toegezonden van de ontvangstbevestiging als bedoeld in artikel 2 van de Boswet beschouwt het college dit afschrift mede als een vergunningaanvraag, voor zover er geen sprake is van een situatie als bedoeld in artikel 2, tweede en derde lid van deze verordening.
Artikel 7: Standaardvoorwaarde van niet-gebruik
Tot de aan de vergunning te verbinden voorschriften behoort het standaardvoorschrift dat niet tot vellen mag worden overgegaan en de vergunning pas van kracht wordt op het moment dat:
Artikel 9: Bijzondere vergunningsvoorschriften
Tot de aan de vergunning te verbinden voorschriften kan behoren het voorschrift dat binnen een bepaalde termijn en overeenkomstig de door burgemeester en wethouders te geven aanwijzingen moet worden herplant. Voor Wageningen Hoog en de arboreta geldt dat in alle gevallen dit voorschrift aan de vergunning wordt verbonden.
Tot aan de vergunning tot vellen te verbinden voorschriften kan het voorschrift behoren dat pas tot vellen van houtopstand op en bij nieuwbouw, aanleg van werken of andere ruimtelijke herinrichting of reconstructie mag worden overgegaan indien de hiervoor noodzakelijke vergunningen of ruimtelijke ordeningsprocedures onherroepelijk geworden zijn of de feitelijke en financiële voortgang van de werken voldoende gewaarborgd is.
Artikel 11: Herplant-/instandhoudingsplicht
Indien houtopstand waarop het verbod tot vellen als bedoeld in deze verordening van toepassing is, zonder vergunning van burgemeester en wethouders is geveld, dan wel op andere wijze teniet is gegaan, kunnen burgemeester en wethouders aan de zakelijk gerechtigde van de grond waarop zich de houtopstand bevond, dan wel aan degene die uit hoofde tot het treffen van voorzieningen bevoegd is, de verplichting opleggen te herplanten overeenkomstig de door hen te geven aanwijzingen binnen een door hen te stellen termijn.
Indien niet ter plaatse kan worden herplant, dan kan de herplantplicht worden vervangen door het storten van een financiële bijdrage in het gemeentelijk bomenfonds. De vaststelling van deze bijdrage vindt plaats volgens de berekening van de boomwaarde overeenkomstig het rekenkundig model volgens de laatst bekende richtlijnen van de Nederlandse Vereniging van Beëdigd Taxateurs van Bomen.
Indien een houtopstand waarop het verbod tot vellen als bedoeld in deze verordening van toepassing is, in het voortbestaan ernstig wordt bedreigd kunnen burgemeester en wethouders aan de zakelijk gerechtigde van de grond waarop zich de houtopstand bevindt dan wel aan degene die uit andere hoofde tot het treffen van voorzieningen bevoegd is, de verplichting opleggen om overeenkomstig de door hen te geven aanwijzingen binnen een door hen te stellen termijn voorzieningen te treffen, waardoor die bedreiging wordt weggenomen.
Burgemeester en wethouders beslissen op een verzoek om schadevergoeding op grond van artikel 17 juncto artikel 13, vierde lid, van de Boswet.
Artikel 13: Afstand tot de erfgrenslijn
De afstand als bedoeld in artikel 5:42, tweede lid, van het Burgerlijk Wetboek bedraagt zowel voor bomen als voor heesters of heggen nul meter.
Artikel 14: Bestrijding van boomziekten
Indien zich op een terrein één of meer bomen bevinden die naar het oordeel van burgemeester en wethouders gevaar opleveren van verspreiding van een boomziekte of voor vermeerdering van de ziekteverspreiders zoals insecten, is de rechthebbende, indien hij daartoe door burgemeester en wethouders is aangeschreven, verplicht binnen de bij aanschrijving vast te stellen termijn:
Artikel 16: Uitzicht belemmerende beplanting
De rechthebbende op een boom, heg, struik of andere beplanting welke aan het wegverkeer het vrije uitzicht kan belemmeren of daarvoor op andere wijze hinder of gevaar kan opleveren, is verplicht deze beplanting te snoeien, of op te binden, of te verwijderen na aanschrijving door burgemeester en wethouders, binnen een door hen te stellen termijn en overeenkomstig hun aanwijzingen.
Met de opsporing van de in deze verordening strafbaar gestelde feiten zijn behalve de ambtenaren, genoemd in artikel 141 van het Wetboek van strafvordering, belast de daartoe door burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaren.
Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de bij besluit van het college van burgemeester en wethouders aan te wijzen personen.
Toelichting op Bomenverordening 2010
Bomen en groen in de directe omgeving zijn goed voor het welzijn en de gezondheid van mensen. Ontspannen en recreëren doe je in of onder het groen. Dit is een behoefte die steeds belangrijker wordt in onze haastige maatschappij. Bomen zijn ook het natuurlijk antwoord op de toenemende luchtvervuiling. Ze filteren fijnstof uit de lucht en verbeteren daardoor de luchtkwaliteit. Ze zijn tevens een belangrijk wapen tegen de klimaatverandering. Groeiende bomen leggen CO2 vast – goed tegen het broeikaseffect – en ze brengen verkoeling in de zomer door verdamping en beschaduwing. Bomen zijn essentieel voor de leefbaarheid en dragen bij aan de beeldkwaliteit van straat, wijk en landschap. Bomen zijn onderdeel van onze culturele identiteit.
Een goede bomenverordening beschermt deze waarden en essentiële functies. Een bomenverordening is voor de gemeente een belangrijk hulpmiddel bij het in stand houden van een goed en gezond bomenbestand.
Aan de andere kant willen burgers zelf verantwoordelijk zijn voor de bomen in de eigen tuin en wil de overheid lastenverlichting voor de burgers.
De bomenverordening 2010 biedt een evenwichtige balans tussen enerzijds minder regels en anderzijds een effectieve bescherming. Gekozen is voor een beperkt kapverbod. De vergunningplicht vervalt voor bomen in de achtertuin van woningen (in de bebouwde omgeving) en voor bomen met een stamdoorsnee tot 25 cm. Deze bomen worden aan de verantwoordelijkheid van de particuliere eigenaar overgelaten. Het kapverbod blijft gelden voor bomen met een stamdoorsnee groter dan 25 cm in voortuinen en in het buitengebied.Daarnaast legt de gemeente een lijst aan van monumentale bomen. De monumentale bomen krijgen vanwege hun bijzondere waarde een speciale status en worden extra beschermd.
Toelichting artikel 1: Definities
In dit artikel zijn de definities gegeven om vast te leggen voor welk soort groen de verordening van toepassing is.
Afbakening van het begrip boom is van belang in verband met het aangeven van de ondergrens van bescherming. De omtrek van de boom is de meest gangbare en meest heldere vorm van meten van de boomdikte. Houtopstand is het kernbegrip van deze verordening, waarop het kapverbod en de vergunningplicht van toepassing zijn. Door dit begrip consequent centraal te stellen wordt duidelijk dat de bescherming betrekking heeft op meer dan bomen alleen.Een boomvormer is een houtig, opgaand gewas met ontwikkeling van een of meer hoofdtakken. Een boomvormer kan uitgroeien tot een boom, een meerstammige boom of een boomachtige struik. In het spraakgebruik heeft een boom een of slechts enkele stammen. In de natuur bestaat er echter een geleidelijke overgang: heester – struik – struikachtige boom – (meerstammige) boom.
Tevens worden er een aantal bewerkingsmogelijkheden genoemd, zoals kandelaberen, dunnen en rooien. Het begrip "vellen" is zodanig omschreven, dat ook handelingen die de dood of ernstige beschadiging of ontsiering van houtopstand ten gevolge hebben, daar onder vallen. Ook het begrip boomwaarde is vermeld. Hierbij staan centraal de richtlijnen van de Nederlandse Vereniging van Taxateurs van Bomen en houtige gewassen (NVTB, Postbus 683, 7300 AK Apeldoorn, tel. 055-5999449) voor de monetaire boomwaarde, die jaarlijks worden vastgesteld aan de hand van de prijsindexcijfers van het CBS, marktprijsgemiddelden en andere kengetallen. De richtlijnen gelden als de meest deskundige methodiek voorn vaststellen van de geldwaarde van bomen en worden in de rechtspraak erkend. Het spreekt overigens voor zich dat bomen ook vele andere waarden dan monetaire waarde kunnen vertegenwoordigen.Voorts is het begrip hoofdgebouw gedefinieerd. Dit begrip is van belang in verband met de duidelijke afbakening van de mogelijkheid om houtopstand die zich bevindt op een afstand van minder dan 3 meter van de bebouwing (hoofdgebouw) zonder vergunning te kappen. Kampeermiddelen (al of niet mobiel), stacaravans, tuinhuisjes zijn uitgezonderd van het begrip hoofdgebouw.
Het begrip bomeneffectanalyse is van belang omdat het kan gebeuren dat de kap van bomen gevolgen heeft voor andere waardevolle houtopstanden. Bijvoorbeeld in geval van kap in verband met bouw en aanleg van huizen, wegen, rioleringen of kabels en leidingen.
Toelichting artikel 2: Kapverbod
In artikel 2 is het verbod om te vellen of te doen vellen zonder vergunning opgenomen. Op dit verbod zijn een aantal uitzonderingen geformuleerd. In die uitgezonderde gevallen mag zonder vergunning worden geveld. De uitzonderingen op de vergunningplicht zijn afhankelijk gesteld van de standplaats van de bomen (voor- of achtertuin) of op openbaar terrein; soorten van bomen en de gezondheidstoestand van de houtopstand.
Er wordt voor het kapverbod geen onderscheid gemaakt tussen vitale en afgestorven houtopstand. Hiermee wordt voorkomen dat een kwaadwillende eigenaar er voor zorgt dat een gezonde boom dood gaat of ‘bij vergissing’ een gezonde boom kapt. Het kan tevens wenselijk zijn om dode bomen te bewaren
vanwege hun ecologisch waardevolle functies of omdat er wettelijk beschermde diersoorten in nestelen.De bevoegdheid tot het instellen van een verbod tot vellen bij gemeentelijke verordening wordt in artikel 15 van de Boswet beperkt. Deze beperking heeft onder andere betrekking op de in artikel 15 lid 2 van de Boswet genoemde houtopstanden.
Toelichting artikel 3: Lijst van monumentale bomen
De gemeente hanteert een lijst van bomen, waarvan zij vindt, dat ze zo monumentaal zijn, dat zij slechts bij hoge uitzondering gekapt mogen worden. De Lijst van monumentale bomen bevat bijzondere beschermenswaardige bomen en eventueel andere houtopstand. Duurzaam behoud van houtopstand op de lijst van monumentale bomen heeft een hoge prioriteit. De houtopstand is extra beschermd doordat alleen bij hoge uitzondering een kapvergunning wordt verleend voor de monumentale bomen op die lijst.
De redengevende beschrijving is een zorgvuldige motivering van de reden waarom de desbetreffende houtopstand is aangewezen als monumentale boom. Een nauwgezette omschrijving voorkomt niet alleen juridische complicaties, maar creëert tevens draagvlak voor het duurzaam in stand houden van deze monumentale bomen. De beschrijving geeft inzicht en duidelijkheid over de natuur-, milieu-, cultuurhistorische- en andere waarden en eventueel bijzondere functies van de houtopstand. Daarnaast is de redengevende beschrijving een toetsingskader voor een aanvraag van een vergunning om te vellen, waardoor een besluit beter gemotiveerd en afgewogen kan worden genomen.
Dit artikel geeft verder de gemeente een aantal algemene richtlijnen waaraan een lokale monumentale boom minimaal moet voldoen. Het is belangrijk om de eigenaar en/of zakelijk gerechtigde en het kadastrale perceelsnummer te weten. Daarnaast zijn specifieke waarden belangrijke gegevens om vast te leggen.
Om duurzame instandhouding van monumentale houtopstanden mogelijk te maken stelt de gemeente een bomenfonds in.
Toelichting artikel 4: Aanvraag vergunning
De wijze waarop de vergunning moet worden aangevraagd is hier beschreven. Een schriftelijke procedure en een situatietekening zijn noodzakelijk. Een situatietekening is verplicht om misverstand over de exacte boom en exacte plaats te voorkomen. Indien de aanvraag het gevolg is van een geplande verandering van de situatie is zowel een tekening nodig van de bestaande situatie als van de toekomstige situatie. Op het aanvraagformulier moet dit zijn aangegeven.
Toelichting artikel 5: Criteria
Burgemeester en wethouders kunnen om verschillende redenen een vergunning weigeren of onder voorschriften verlenen.Deze criteria worden nader uitgewerkt in door het college van burgemeester en wethouders vast te stellen beleidsregels.
Toelichting artikel 6: Procedure openbaarmaking aanvraag en besluit Bekendmaking en kennisgeving. Met de bekendmaking van de aanvraag onmiddellijk na ontvangst in een huis-aan-huisblad wordt beoogd tijdig inzicht te krijgen in alle betrokken belangen zodat een zorgvuldig voorbereide belangenafweging kan worden gemaakt. Na het nemen van het vergunningbesluit wordt dit besluit eveneens gepubliceerd en kunnen belanghebbenden bezwaar maken.
Toelichting artikel 7: Standaardvoorwaarde van niet-gebruik
De standaardvoorwaarde van niet-gebruik is opgenomen om te voorkomen dat de boom feitelijk al gekapt is voordat derden kennis hebben kunnen nemen van het besluit.
Zolang tegen een besluit nog bezwaar en beroep openstaat, mag van de vergunning geen gebruik gemaakt worden. De vergunning wordt pas van kracht als deze onherroepelijk is.
Toelichting artikel 8: Vervaltermijn vergunning
De vergunning wordt afgegeven voor een bepaalde tijd om misbruik van (zeer) oude vergunningen om te vellen tegen te gaan. De geldigheidsduur van een vergunning kan op verzoek worden verlengd.
Toelichting artikel 9: Bijzondere vergunningvoorschriften
De herplantvoorschriften moeten concreet en precies worden uitgewerkt, bijvoorbeeld naar locatie, boomsoort of grootte. Door het college van burgemeester en wethouders kunnen de regels over aard en omvang van de herplantplicht nader worden uitgewerkt. De mogelijkheid is opgenomen voor een financiële herplantplicht. Burgemeester en wethouders bepalen de hoogte van de financiële bijdrage. De bijdrage wordt gestort in het Bomenfonds gemeente Wageningen en moet gebruikt worden voor herplant, onderhoud of instandhouding van (monumentale) bomen en niet voor extra snoeien of iets dergelijks.
Het is mogelijk op grond van de geldende natuurbeschermingsregels, waaronder de Flora- en Faunawet (wet van 25 mei 1998, Stb. 402), Europese vogel- en habitatrichtlijnen, nadere concrete voorschriften op te leggen, bijvoorbeeld het niet vellen zolang er vogels broeden in de bomen of niet vellen op zodanige wijze dat nabije beschermde soorten planten of paddenstoelen vernield worden. Het niet mogen vellen in het broedseizoen dient in een vergunningsvoorschrift uitgewerkt te zijn.
Toelichting artikel 10: Noodkap
De criteria voor noodkap worden nader uitgewerkt in door het college van burgemeester en wethouders vast te stellen beleidsregels.
Toelichting artikel 11: Herplant-/instandhoudingsplicht
Het college van burgemeester en wethouders legt bij illegale kap een herplantplicht op. Indien feitelijk niet herplant kan worden, dan vindt financiële compensatie plaats. Hiervoor wordt het Bomenfonds gemeente Wageningen ingesteld. Het college van burgemeester en wethouders kan hiervoor nadere beleidsregels vaststellen.Omdat herstel van de situatie in geval van illegale kap van monumentale bomen niet mogelijk is (dergelijke bomen kunnen zelfs niet bij benadering herplant worden), wordt in die situatie altijd teruggevallen op financiële compensatie.
Toelichting artikel 12: Schadevergoeding
De Boswet schrijft voor dat een gemeentelijke verordening dit artikel moet bevatten. Op basis van dit artikel kan de gebruiker of eigenaar van een houtopstand, die schade lijdt door de weigering van een kapvergunning, deze schade vergoedt krijgen als die redelijkerwijs niet of niet geheel voor zijn rekening behoort te blijven.Uit de (gepubliceerde) rechtspraak is geen enkel geval van schadevergoeding op grond van dit artikel bekend is.
Toelichting artikel 13: Afstand tot de erfgrens
De leden één en twee van artikel 42 Boek 5 van het Burgerlijk Wetboek geeft het bekende verwijderingrecht voor bomen binnen twee meter en heesters en hagen binnen een halve meter van de erfgrenslijn. Maar in artikel 5:42 lid 2 is bepaald dat de regeling van het Burgerlijk Wetboek geldt: "tenzij ingevolge een verordening of een plaatselijke gewoonte een kleinere afstand is toegelaten". Met de Wageningse verordening wordt de erfgrensafstand tot nul gereduceerd, teneinde heesters, hagen en bomen op korte afstand van de erfgrens zo goed mogelijk te beschermen.
Toelichting artikel 14: Bestrijding van boomziekten
Dit artikel is bedoeld om besmettelijke boomziekten, zoals de iepziekte adequaat te kunnen bestrijden. Belangrijk is dat de verspreiding van potentieel broedhout en de besmetting wordt voorkomen.
In het vierde lid is een bijzondere bestuursdwangbevoegdheid in aanvulling op de algemene gemeentelijke bestuursdwangbevoegdheid opgenomen, vanwege de ernst van de zaak en de noodzaak om snel en doeltreffend op te kunnen treden.
Toelichting artikel 15: Bescherming publieke bomen
Het is verboden om bomen te beschadigen of te snoeien, of te gebruiken voor andere doeleinden dan waarvoor zij zijn bedoeld.Dit verbod spreekt voor zich. Overlast van gemeentebomen kan gemeld worden bij de servicelijn van de sector ruimte. Bekeken kan worden hoe de overlast kan worden opgelost. Eigenmachtig iets doen, is niet toegestaan.
Toelichting artikel 16: Uitzicht belemmerende beplanting
Als houtopstand belemmerend of hinderlijk is voor wegverkeer of anderszins kan de gemeente de eigenaar verplichten deze problemen op te heffen. Dit kan door te snoeien of op te binden of te verwijderen. Hierover zal de gemeente altijd eerst in overleg treden met de eigenaar.
Toelichting artikel 17, 18 en19: Strafbepaling, opsporing en toezicht
Deze artikelen geven aan, welke straf er staat op de overtreding van deze verordening en wie bevoegd is om deze strafbare feiten op te sporen. In de eerste plaats zijn dat in Wageningen de inspecteurs openbare ruimte. Daarnaast worden de inspecteurs openbare ruimte op basis van artikel 20 ook aangewezen om het bestuursrechtelijk toezicht op de naleving van deze verordening uit te oefenen.
Toelichting artikel 20 en 21: Overgangsbepaling en slotbepaling
Hierin wordt geregeld hoe de overgang gaat van de oude naar de nieuwe verordening en wanneer de nieuwe verordening in werking treedt. In verband met de samenhang met de vaststelling van de ‘Lijst van monumentale bomen’ is er voor gekozen om de in werking treding van de verordening op een nog nader door de raad vast te stellen tijdstip te laten plaatsvinden.