Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Oude IJsselstreek

Subsidieverordening gemeentelijke monumenten gemeente Oude IJsselstreek

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieOude IJsselstreek
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingSubsidieverordening gemeentelijke monumenten gemeente Oude IJsselstreek
CiteertitelSubsidieverordening gemeentelijke monumenten gemeente Oude IJsselstreek
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Subsidieverordening gemeentelijke monumenten gemeente Oude IJsselstreek.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 149

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

19-11-2015nieuwe regeling

29-10-2015

Gemeenteblad 2015, 108374

15rvs0057
29-02-200819-11-2015nieuwe regeling

28-02-2008

Gelderse Post

07int01019
23-03-200729-02-2008nieuwe regeling

22-02-2007

Gelderse Post, 14-03-2007

06int00766
23-03-200729-02-2008nieuwe regeling

22-02-2007

Gelderse Post, 28-03-2007

06int00766

Tekst van de regeling

Intitulé

Subsidieverordening gemeentelijke monumenten gemeente Oude IJsselstreek

 

 

Subsidieverordening gemeentelijke monumenten gemeente Oude IJsselstreek

Artikel 1 Begripsbepalingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    monument: een object dat - op het moment dat met de te subsidiëren activiteiten een aanvang wordt gemaakt - door burgemeester en wethouders is aangewezen als gemeentelijk monument of een maalvaardige windmolen die is aangewezen als rijksmonument.

  • b.

    duurzame instandhouding: een beschermings–of ontwikkelingsaanpak, die erop gericht is gericht het verval van het monument tegen te gaan en zo mogelijk schade te herstellen; hieronder vallen de maatregelen op het gebied van onderhoud en restauratie.

  • c.

    uitvoeringsvoorschriften: voorschriften die door burgemeester en wethouders worden gesteld aan de uitvoering waarvoor subsidie wordt verleend ten behoeve van restauratie en onderhoud van monumenten.

  • d.

    onderzoek: haalbaarheidsonderzoek en wetenschappelijk(historisch) onderzoek;

  • e.

    haalbaarheidsonderzoek: onderzoek om inzicht te krijgen in de kosten van herstel, verbetering, al of niet in combinatie met het nagaan van de mogelijkheden van een sluitende exploitatie na restauratie; een en ander mede met het oog op beoordeling of een restauratie zinvol is.

Artikel 2 Eigenaar

Subsidie kan uitsluitend worden toegekend aan de natuurlijke of rechtspersoon die krachtens goederenrechtelijk recht het genot heeft van een monument.

Artikel 3 Subsidieplafond

Aanvragen om subsidie welke gelet op het gestelde subsidieplafond- als bedoeld in artikel 4.22 van de Algemene Wetbestuursrecht - niet geheel of gedeeltelijk kunnen worden gehonoreerd, worden door Burgemeester en wethouders afgewezen.

Artikel 4 Kosten gedekt door verzekering

In de kosten van duurzame instandhouding wordt geen subsidie toegekend, voor zover deze kosten op grond van een verzekeringsovereenkomst zijn gedekt of op grond van de Wet op de Omzetbelasting op verschuldigde belasting in aftrek kunnen worden gebracht.

Artikel 5 Aanvraag subsidie

Een aanvraag om subsidie moet voor 1 maart van het jaar waarvoor subsidie wordt aangevraagd, bij burgemeester en wethouders worden ingediend, met gebruikmaking van een daartoe beschikbaar gesteld formulier; de aanvraag vermeldt voorts: een gespecificeerde begroting van kosten, een werkomschrijving, tekeningen van zowel de bestaande als de nieuwe toestand (bij veranderingen aan het monument), naam en adres van de aannemer, en indien aanwezig een recent inspectierapport van de Monumentenwacht Gelderland. Aanvragen die na 1 maart worden ingediend zullen op volgorde van binnenkomst worden afgehandeld.

Artikel 6 Toetsingscriteria

Bij de toekenning van subsidie kunnen prioriteiten worden gesteld, waarbij rekening wordt gehouden met:

  • a.

    de waarde van het pand als gemeentelijk monument;

  • b.

    de bouwtechnische en uiterlijke staat van het pand, mede in relatie tot zijn omgeving;

  • c.

    het huidige en toekomstige gebruik van het pand;

  • d.

    de wijze van exploitatie van het pand;

  • e.

    het advies van de Commissie Ruimtelijke kwaliteit;

  • f.

    de mate waarin de werkzaamheden, verbonden aan het treffen van de voorzieningen, worden verricht door de eigenaar, anders dan in de uitoefening van zijn bedrijf, al dan niet met hulp van anderen, zonder dat bij de hulp sprake is van uitoefening van een bedrijf.

Artikel 7 Aanvang werkzaamheden

Om in aanmerking te komen voorsubsidie mag met de werkzaamheden niet worden begonnen dan nadat deze subsidie is toegekend en voor zover voor de werkzaamheden een vergunning ingevolge de gemeentelijke erfgoedverordenig is vereist, deze is verleend.

Artikel 8 Subsidietoekenning

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt indien de subsidiabel geachte kosten van onderhoud per aanvraag het bedrag van € 750,-- te boven gaat, voor zover deze kosten betrekking hebben op de werkzaamheden als bedoeld in artikel 9.

Artikel 9 Subsidiabele werkzaamheden

Subsidie kan worden toegekend voor de volgende werkzaamheden:

  • a.

    buiten- en daarmee samenhangend binnenschilderwerk, voor zover het betreft de buitenramen,-kozijnen en –deuren;

  • b.

    herstel en vernieuwen van rieten daken (met deklatten en beperkt herstel van sporen);

  • c.

    herstel van dakvlakken gedekt met pannen (met tengels en panlatten), leien, lood, zink of koper en uitsluitend in samenhang hiermee, het herstel van gedeelten van dakbeschot en sporen;

  • d.

    herstel van goten in zink, koper of lood, inclusief bijbehorende hemelwaterafvoeren en het aanbrengen van voor de waterafvoer noodzakelijke goten waar deze niet eerder aanwezig waren, inclusief aansluitingen op riolering en open water;

  • e.

    herstel van buitenkozijnen, buitendeuren, raampartijen, luiken en herstel of terugplaatsen van stoepen, roeden verdeling, lijstwerken luiken;

  • f.

    herstel van windveren, schoorstenen, kapellen en loodaansluitingen;

  • g.

    herstel van dak- of torenluiken en loopbruggen, inclusief het afgazen van torenluiken en het nemen van beperkte maatregelen tegen duivenoverlast;

  • h.

    inboeten, beperkt herstel van muurwerk en opvoegen of pleisteren van gevels;

  • i.

    beperkt vervangen of inboeten van natuursteen;

  • j.

    herstel, controle, vervangen en indien nodig aanbrengen van een nieuwe bliksembeveiliging;

  • k.

    behandelen van muur- of houtwerk ter regulering van de vochthuishouding, dan wel bestrijding van zwamaantasting of houtaantasters;

  • l.

    herstel van gedeelten van dragende constructies (ankerbalkgebinten, schoren en platen, balkkoppen en spantbenen);

  • m.

    herstel van glas-in-lood, beglazing en aanbrengen van beschermende beglazing voor gebrandschilderde glas of historisch waardevol glas;

  • n.

    vervangen en herstel van overige bouwelementen van grote zeldzaamheid of met grote historische waarden;

  • o.

    het plaatsen van achterzetbeglazing in samenhang met herstel van historisch waardevolle ramen;

  • p.

    het gangbaar houden van historische krachtwerktuigen en machines;

  • q.

    het aanbrengen van inspectievoorzieningen zoals dakluiken en klimhaken;

  • r.

    herstel van het casco (de hoofdstructuur van het monument bestaande uit de dragende onderdelen en het omhulsel, te weten dak-, kap- en gebintconstructie, vloeren, balklagen, dragende muren, fundering, kelder, gewelven)mits uit cultuurhistorisch oogpunt verantwoord uitgevoerd;

  • s.

    herstel van afzonderlijke monumentale onderdelen (in- en exterieur al dan niet in combinatie met herstel van het casco waaronder schouwen, vloeren, trappartijen, plafonds, schilderingen, pleister en schilderwerk, bijzonder behang, raam- en deurpartijen met omlijsting en gevelonderdelen);

  • t.

    het aanbrengen van technische installaties ter bescherming van zeer waardevolle interieurelementen, bijvoorbeeld verwarming of luchtbevochtigingsinstallaties;

  • u.

    reconstructies van verdwenen of in latere tijd gewijzigde onderdelen, indien en voor zover deze verdwijningen wijziging afbreuk doen aan de monumentale waarde van het geheel, mits uit cultuurhistorisch oogpunt verantwoord uitgevoerd.

  • v.

    herstel van specifieke technische installaties in monumenten van bedrijf en techniek, bijvoorbeeld stoommachines, dieselmotoren, raamzagen en persen.

  • w.

    de kosten van het lidmaatschap alsmede de inspectiekosten van de Monumentenwacht.

Artikel 10 Subsidiepercentage en –maximum

De subsidie bedraagt 40% van de door burgemeester en wethouders subsidiabel geachte instandhoudingskosten tot een bedrag van maximaal € 10.000,-- per aanvraag, mits niet eerder in hetzelfde kalenderjaar een onderhoudssubsidie voor het monument is toegekend. Dit geldt niet voor maalvaardige molens die zijn aangewezen als rijksmonument. Voor deze categorie bedraagt de subsidie € 1500,-- per kalender jaar. Hierbij dient te worden aangetoond dat het onderhoud heeft plaatsgevonden. Dit bedrag wordt vermeerderd met de door de provincie Gelderland toegekende subsidie voor molens.

Artikel 11 Subsidie onderzoeken

De subsidie voor onderzoek bedraagt 25% van de door burgemeester en wethouders subsidiabel geachte kosten tot een bedrag van maximaal € 225,-- per onderzoek, mits met het onderzoek onmiskenbaar een rijks- of gemeentelijk monumentenbelang wordt gediend.

Artikel 12 Voorwaarden

De subsidie wordt toegekend onder voorwaarde dat:

  • a.

    de voorzieningen moeten zijn getroffen binnen 2 jaren na de toekenning;

  • b.

    de werkzaamheden worden uitgevoerd volgens de ‘uitvoeringsvoorschriften’ als bedoeld in artikel 1, onder c;

  • c.

    bij het treffen van de voorzieningen niet wordt gehandeld in strijd met het bepaalde in artikel 3 van het Vestigingsbesluit bedrijven;

  • d.

    aan door burgemeester en wethouders met controle belaste personen op de door die personen te bepalen tijdstippen, gelegenheid wordt gegeven tot het controleren van de uitgevoerde werkzaamheden,inzage wordt verleend in de betreffende bescheiden, gegevens en tekeningen.

Artikel 13 Voorschot

In daarvoor naar het oordeel van burgemeester en wethouders in aanmerking komende gevallen kan op verzoek van aanvrager -indien een of meer van de in de aanvraag vermelde werkzaamheden zijn verricht en akkoord bevonden - een voorschot worden betaald.

Artikel 14 afwijkingen

De werkzaamheden waarvoor subsidie is toegekend mogen niet in afwijking van de bij de aanvraag verstrekte gegevens worden uitgevoerd, dan na schriftelijke toestemming van burgemeester en wethouders.

Artikel 15 vaststelling subsidie

De vaststellingen uitbetaling van de subsidie vindt plaats zodra:

  • a.

    de in de aanvraag opgenomen werkzaamheden schriftelijk zijn gereed gemeld onder indiening van de daarop betrekkinghebbende gegevens (gespecificeerde opgaven van de werkelijk gemaakte kosten en kopieën van rekeningen en betaalbewijzen) binnen twee maanden na afronding hiervan.

  • b.

    de onder a bedoelde werkzaamheden door of namens het college zijn gecontroleerd en geaccordeerd.

Artikel 16 afwijkingen

Indien het voornemen bestaat om in bijzondere gevallen af te wijken van deze beleidsregels, gaan burgemeester en wethouders daartoe niet over dan nadat de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit of de Commissie Cultuur Historisch erfgoed daarover is gehoord.

Artikel 17 Intrekken oude verordening

De “subsidieverordening gemeentelijke monumenten gemeente Oude IJsselstreek” wordt ingetrokken.

Artikel 18 Citeertitel

Deze verordeningkan worden aangehaald als 'Subsidieverordening gemeentelijke monumenten Gemeente Oude IJsselstreek'.

Artikel 19 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van dag na die van bekendmaking.

 

 

Aldus besloten door de raad van de gemeente Oude IJsselstreek in zijn openbare vergadering gehouden op 29 oktober 2015.

 

 

De griffier de voorzitter

 

 

 

J. van Urk S.P.M. de Vreeze