Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Oude IJsselstreek

Subsidieverordening gemeentelijke monumenten gemeente Oude IJsselstreek

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Oude IJsselstreek
Officiële naam regelingSubsidieverordening gemeentelijke monumenten gemeente Oude IJsselstreek
CiteertitelSubsidieverordening gemeentelijke monumenten gemeente Oude IJsselstreek
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 149

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

23-03-200729-02-2008nieuwe regeling

22-02-2007

Gelderse Post, 28-03-2007

06int00766
23-03-200729-02-2008nieuwe regeling

22-02-2007

Gelderse Post, 14-03-2007

06int00766

Tekst van de regeling

De raad van de gemeente Oude IJsselstreek,

Gezien het voorstel van het college van 7 november 2006, gelet op artikel 149 van de Gemeentewet,

Besluit vast te stellen:

Subsidieverordening gemeentelijke monumenten gemeente Oude IJsselstreek

Artikel 1 Begripsomschrijving

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Monument: een object dat - op het moment dat met de te subsidiëren activiteiten een aanvang wordt gemaakt - door burgemeester en wethouders is aangewezen als gemeentelijk monument.

  • b.

    Duurzame instandhouding: een beschermings – of ontwikkelingsaanpak, die erop gericht is gericht het verval van het monument tegen te gaan en zo mogelijk schade te herstellen; hieronder vallen de maatregelen op het gebied van onderhoud en restauratie.

  • c.

    Uitvoeringsvoorschriften: de laatstelijk door Gedeputeerde Staten van Gelderland vastgestelde voorschriften ten behoeve van restauratie en onderhoud van monumenten.

  • d.

    Onderzoek: haalbaarheidsonderzoek en wetenschappelijk (historisch) onderzoek.

  • e.

    Haalbaarheidsonderzoek: onderzoek om inzicht te krijgen in de kosten van herstel, verbetering, al of niet in combinatie met het nagaan van de mogelijkheden van een sluitende exploitatie na restauratie; een en ander mede met het oog op beoordeling of een restauratie zinvol is.

Artikel 2

Subsidie kan uitsluitend worden toegekend aan de natuurlijke of rechtspersoon die krachtens goederenrechtelijk recht het genot heeft van een monument.

Artikel 3

Aanvragen om subsidie die gelet op het gestelde subsidieplafond - als bedoeld in artikel 4.22 van de Algemene Wet bestuursrecht - niet geheel of gedeeltelijk kunnen worden gehonoreerd, worden door burgemeester en wethouders afgewezen.

Artikel 4

In de kosten van duurzame instandhouding wordt geen subsidie toegekend, voorzover deze kosten op grond van een verzekeringsovereenkomst zijn gedekt of op grond van de Wet op de Omzetbelasting (Stb. 1968, 329) op verschuldigde belasting in aftrek kunnen worden gebracht.

Artikel 5

Een aanvraag om subsidie moet voor 1 maart van het jaar waarvoor subsidie wordt aangevraagd, bij burgemeester en wethouders worden ingediend, met gebruikmaking van een daartoe beschikbaar gesteld formulier; de aanvraag vermeldt voorts: een gespecificeerde begroting van kosten, een werkomschrijving, tekeningen van zowel de bestaande als de nieuwe toestand (bij veranderingen aan het monument), naam en adres van de aannemer, en indien aanwezig een recent inspectierapport van de Monumentenwacht Gelderland.

Artikel 6

Bij de toekenning van subsidie kunnen prioriteiten worden gesteld, waarbij rekening wordt gehouden met:

  • a.

    de waarde van het pand als gemeentelijk monument;

  • b.

    de bouwtechnische en uiterlijke staat van het pand, mede in relatie tot zijn omgeving;

  • c.

    het huidige en toekomstige gebruik van het pand;

  • d.

    de wijze van exploitatie van het pand;

  • e.

    het advies van de monumentencommissie;

  • f.

    de mate waarin de werkzaamheden, verbonden aan het treffen van de voorzieningen, worden verricht door de eigenaar, anders dan in de uitoefening van zijn bedrijf, al dan niet met hulp van anderen, zonder dat bij de hulp sprake is van uitoefening van een bedrijf.

Artikel 7

Om in aanmerking te komen voor subsidie mag met de werkzaamheden niet worden begonnen dan nadat deze subsidie is toegekend en voorzover voor de werkzaamheden een vergunning ingevolge de gemeentelijke monumentenverordening is vereist, deze is verleend.

Artikel 8

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt indien de subsidiabel geachte kosten van onderhoud per aanvraag het bedrag van € 750,-- te boven gaan, voorzover deze kosten betrekking hebben op de werkzaamheden als bedoeld in artikel 9.

Artikel 9

Subsidie kan worden toegekend voor de volgende werkzaamheden:

  • a.

    buiten- en daarmee samenhangend binnenschilderwerk, voorzover het betreft de buitenramen, -kozijnen en -deuren;

  • b.

    herstel en vernieuwen van rieten daken (met deklatten en beperkt herstel van sporen);

  • c.

    herstel van dakvlakken gedekt met pannen (met tengels en panlatten), leien, lood, zink of koper en uitsluitend in samenhang hiermee, het herstel van gedeelten van dakbeschot en sporen;

  • d.

    herstel van goten, in zink, koper of lood, inclusief bijbehorende hemelwaterafvoeren en het aanbrengen van voor de waterafvoer noodzakelijke goten waar deze niet eerder aanwezig waren, inclusief aansluitingen op riolering en open water;

  • e.

    herstel van buitenkozijnen, buitendeuren, raampartijen, luiken en herstel of terugplaatsen van stoepen, roedenverdeling, lijstwerk en luiken;

  • f.

    herstel van windveren, schoorstenen, kapellen en loodaansluitingen;

  • g.

    herstel van dak- of torenluiken en loopbruggen, inclusief het afgazen van torenluiken en het nemen van beperkte maatregelen tegen duivenoverlast;

  • h.

    inboeten, beperkt herstel van muurwerk en opvoegen of pleisteren van gevels;

  • i.

    beperkt vervangen of inboeten van natuursteen;

  • j.

    herstel, controle, vervangen en indien nodig aanbrengen van een nieuwe bliksembeveiliging;

  • k.

    behandelen van muur- of houtwerk ter regulering van de vochthuishouding, dan wel bestrijding van zwamaantasting of houtaantasters;

  • l.

    herstel van gedeelten van dragende constructies (ankerbalkgebinten, schoren en platen, balkkoppen en spantbenen);

  • m.

    herstel van glas-in-lood, beglazingen aanbrengen van beschermende beglazing voor gebrandschilderd glas of historisch waardevol glas;

  • n.

    vervangen en herstel van overige bouwelementen van grote zeldzaamheid of met grote historische waarden;

  • o.

    het plaatsen van achterzetbeglazing in samenhang met herstel van historisch waardevolle ramen;

  • p.

    het gangbaar houden van historische krachtwerktuigen en machines;

  • q.

    het aanbrengen van inspectievoorzieningen zoals dakluiken en klimhaken;

  • r.

    herstel van het casco (de hoofdstructuur van het monument bestaande uit de dragende onderdelen en het omhulsel, te weten dak-, kap- en gebintconstructie, vloeren, balklagen, dragende muren, fundering, kelder, gewelven) mits uit cultuurhistorisch oogpunt verantwoord uitgevoerd;

  • s.

    herstel van afzonderlijke monumentale onderdelen (in- en exterieur al dan niet in combinatie met herstel van het casco waaronder schouwen, vloeren, trappartijen, plafonds, schilderingen, pleister en schilderwerk, bijzonder behang, raam- en deurpartijen met omlijsting en gevelonderdelen);

  • t.

    het aanbrengen van technische installaties ter bescherming van zeer waardevolle interieurelementen, bijvoorbeeld verwarming of luchtbevochtigingsinstallaties;

  • u.

    reconstructies van verdwenen of in latere tijd gewijzigde onderdelen, indien en voorzover deze verdwijning en wijziging afbreuk doen aan de monumentale waarde van het geheel, mits uit cultuurhistorisch oogpunt verantwoord uitgevoerd.

  • v.

    herstel van specifieke technische installaties in monumenten van bedrijf en techniek, bijvoorbeeld stoommachines, dieselmotoren, raamzagen en persen.

Artikel 10

De subsidie bedraagt 20% van de door burgemeester en wethouders subsidiabel geachte instandhoudingskosten tot een bedrag van maximaal € 5.000,-- per aanvraag, mits niet eerder in hetzelfde kalenderjaar een onderhoudssubsidie voor het monument is toegekend.

Artikel 11

De subsidie voor onderzoek bedraagt 25 % van de door burgemeester en wethouders subsidiabel geachte kosten tot een bedrag van maximaal € 225,-- per onderzoek, mits met het onderzoek onmiskenbaar een rijks- of gemeentelijk monumentenbelang wordt gediend.

Artikel 12

De subsidie wordt toegekend onder voorwaarde dat:

  • a.

    de voorzieningen moeten zijn getroffen binnen 2 jaren na de toekenning;

  • b.

    de werkzaamheden worden uitgevoerd volgens de 'uitvoeringsvoorschriften' als bedoeld in artikel 1, onder c;

  • c.

    bij het treffen van de voorzieningen niet wordt gehandeld in strijd met het bepaalde in artikel 3 van het Vestigingsbesluit bedrijven;

  • d.

    aan door burgemeester en wethouders met controle belaste personen op de door die personen te bepalen tijdstippen, gelegenheid wordt gegeven tot het controleren van de uitgevoerde werkzaamheden, inzage wordt verleend in de betreffende bescheiden, gegevens en tekeningen.

Artikel 13

In daarvoor naar het oordeel van burgemeester en wethouders in aanmerking komende gevallen kan op verzoek van aanvrager - indien een of meer van de in de aanvraag vermelde werkzaamheden zijn verricht en akkoord bevonden - een voorschot worden betaald.

Artikel 14

De werkzaamheden waarvoor subsidie is toegekend mogen niet in afwijking van de bij de aanvraag verstrekte gegevens worden uitgevoerd, dan na schriftelijke toestemming van burgemeester en wethouders.

Artikel 15

De vaststelling en uitbetaling van de subsidie vindt plaats zodra:

de in de aanvraag opgenomen werkzaamheden schriftelijk zijn gereed gemeld onder indiening van de daarop betrekking hebbende gegevens (gespecificeerde opgave van de werkelijk gemaakte kosten en kopieën van rekeningen en betaalbewijzen) binnen twee maanden na afronding hiervan.

De onder a bedoelde werkzaamheden door of namens het college zijn gecontroleerd en geaccordeerd.

Artikel 16

Indien het voornemen bestaat om in bijzondere gevallen af te wijken van deze beleidsregels, gaan burgemeester en wethouders daartoe niet over dan nadat de monumentencommissie daarover is gehoord.

Artikel 17

Deze verordening kan worden aangehaald als 'Subsidieverordening gemeentelijke monumenten gemeente Oude IJsselstreek'.

Aldus besloten door de raad van de gemeente Oude IJsselstreek in zijn openbare vergadering van 22 februari 2007.

De griffier, de voorzitter,

Drs P.W. Bannink J.P.M. Alberse