Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Overbetuwe

Aansluitverordening riolering gemeente Overbetuwe 2012

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieOverbetuwe
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingAansluitverordening riolering gemeente Overbetuwe 2012
CiteertitelAansluitverordening riolering gemeente Overbetuwe 2012
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmilieu
Eigen onderwerp
Externe bijlageaansluitverordening riolering 2012 12 12 18.pdf

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet art. 149
  2. Wet milieubeheer 10.33
  3. Waterwet 3:5
  4. Wet algemene bepalingen omgevingsrecht 2.2.

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2013nieuwe regeling

18-12-2012

De Betuwe 19-12-2012;

12RB000128.

Tekst van de regeling

Intitulé

Aansluitverordening riolering gemeente Overbetuwe 2012

Onderwerp: Aansluitverordening riolering gemeente Overbetuwe 2012

 

Ons kenmerk: 12RB000128

 

Nr. 11

 

De raad van de gemeente Overbetuwe;

 

gelezen het raadsvoorstel van burgemeester en wethouders van 23 oktober 2012;

 

gelezen het advies van de voorbereidende vergadering van 27 november 2012;

 

gelet op artikel(en) 149 van de Gemeentewet, 10.33 van de Wet milieubeheer, 3:5 van de Waterwet en 2.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

 

b e s l u i t :

 

vast te stellen de

 

 

Aansluitverordening riolering

gemeente Overbetuwe 2012

 

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat on¬der:

  • a.

    aansluitleiding: het particulier riool, het aansluitpunt, de erfscheidingsput en de perceelsaansluitleiding tezamen;

  • b.

    aansluitpunt:

    • 1.

      bij gemengde, gescheiden, verbeterd gescheiden rioolstelsels: het punt, waar de perceelsaansluitleiding is aangesloten op de erfscheidingsput, gelegen op of binnen 0,5 meter afstand van de kadastrale eigendomsgrens van het aan te sluiten perceel, waar het particulier riool op de perceelsaansluitleiding wordt aangesloten;

    • 2.

      bij het ontbreken van een erfscheidingsput: de perceelsgrens;

    • 3.

      bij drukriolering: het punt waar het particuliere riool is aangesloten op de pompput;

    • 4.

      bij een hemel- of grondwaterlozing in een watergang: het punt waar de particuliere leiding uitkomt in de (openbare) watergang;

  • c.

    afvalwater: al het water waarvan de houder zich ontdoet, voornemens is zich te ontdoen of zich moet ontdoen, met uitzondering van niet verontreinigd hemelwater, bronneringswater en drainagewater;

  • d.

    bevoegd gezag: bestuursorgaan als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

  • e.

    college: het college van burgemeester en wethouders;

  • f.

    bedrijfsafvalwater: afvalwater, dat vrijkomt bij door de mens bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, ondernomen bedrijvigheid, dat geen huishoudelijk afvalwater, afvloeiend hemelwater of grondwater is;

  • g.

    bronneringswater: grondwater, onttrokken ten behoeve van tijdelijke verlaging van de grondwaterstand;

  • h.

    drainagewater: grondwater, ingezameld door een ingegraven doorlatend buizensysteem;

  • i.

    drukriolering: het openbaar riool, bestemd voor de afvoer van afvalwater waarbij het transport door het riool plaatsvindt door middel van met pompinstallaties veroorzaakte druk;

  • j.

    erfscheidingsput: een ter hoogte van de erfgrens op particulier terrein geplaatste put in de aansluitleiding, waarin de werking van de rioolaansluiting onderzocht kan worden;

  • k.

    gemeente: gemeente Overbetuwe;

  • l.

    gemengd rioolstelsel: het openbaar riool voor de afvoer van afvalwater, inclusief hemelwater;

  • m.

    gescheiden rioolstelsel: het openbaar riool met een buizenstelsel voor de afvoer van hemelwater en/ of drainagewater en een afzonderlijk buizenstelsel voor de afvoer van afvalwater;

  • n.

    hemelwater: verzamelnaam voor regen, sneeuw, hagel, met inbegrip van dooiwater, telkens in niet-verontreinigde toestand;

  • o.

    huishoudelijk afvalwater: afvalwater dat overwegend afkomstig is van menselijke stofwisseling en huishoudelijke werkzaamheden;

  • p.

    IBA: voorziening voor de individuele behandeling van afvalwater, in eigendom bij de gemeente;

  • q.

    openbaar riool: gedeelte van de riolering dat bij de gemeente in eigendom en beheer is voor de inzameling en het transport van afvalwater, hemelwater en/ of drainagewater, met inbegrip van de daartoe behorende rioolgemalen, IBA’s, verzamelleidingen, persleidingen en werken en installaties van overeenkomende aard, met uitzondering van het particulier riool;

  • r.

    particulier riool: de binnen de kadastrale eigendomsgrenzen van het aan te sluiten perceel gelegen binnen-, buiten- of terreinrioolleidingen tot aan het aansluitpunt;

  • s.

    perceelsaansluitleiding: het riool en de voorzieningen die deel uit maken van dit riool, tussen het openbaar riool en het aansluitpunt, in beheer bij de gemeente;

  • t.

    rechthebbende:

    • 1.

      (rechts)persoon die bevoegd is een particulier riool op het openbaar riool aan te sluiten of te wijzigen;

    • 2.

      rechtverkrijgende (rechts)persoon onder algemene of bijzondere titel van de onder 1. bedoelde (rechts)persoon;

  • u.

    vacuümriolering: het openbaar riool, bestemd voor de afvoer van afvalwater waarbij het transport door het riool plaatsvindt door middel van met pompinstallaties veroorzaakt vacuüm.

Artikel 2 Vergunningplicht

  • 1.

    Het is verboden zonder een daartoe door het bevoegd gezag verleende omgevingsvergunning een aansluiting van een particulier riool op het openbaar riool tot stand te brengen of te wijzigen.

  • 2.

    Het bevoegd gezag verleent een omgevingsvergunning alleen voor het het tot stand brengen of het wijzigen van een aansluiting voor de afvoer van:

    • a.

      afvalwater inclusief hemelwater, als ter plaatse een gemengd rioolstelsel aanwezig is;

    • b.

      afvalwater zonder hemelwater naar het daarvoor bedoelde buizenstelsel, als ter plaatse een (verbeterd) gescheiden rioolstelsel aanwezig is;

    • c.

      afvalwater zonder hemelwater, als ter plaatse riolering onder over- en/of onderdruk (druk- en vacuümriolering) aanwezig is;

    • d.

      afvalwater zonder hemelwater, als ter plaatse alleen riolering voor afvalwater aanwezig is;

    • e.

      afvalwater zonder hemelwater, als ter plaatse een IBA aanwezig is;

    • f.

      hemelwater, als ter plaatse een gemengd rioolstelsel aanwezig is en er geen sprake is van open water grenzend aan het perceel;

    • g.

      hemelwater naar het daarvoor bedoelde buizenstelsel, als ter plaatse een gescheiden rioolstelsel aanwezig is.

  • 3.

    Als meer dan één aansluiting van een particulier riool op het openbaar riool tot stand moet worden gebracht, alsmede als meer dan één aansluiting moet worden gewijzigd, is het eerste lid voor iedere aansluiting of wijziging afzonderlijk van toepassing, met dien verstande dat één omgevingsvergunning wordt verleend, waarin alle aansluitingen of wijzigingen afzonderlijk worden vermeld.

  • 4.

    Het bevoegd gezag kan in de omgevingsvergunning voorschriften en/ of beperkingen opnemen.

Artikel 3 Aanvraag om vergunning, beslistermijn

  • 1.

    De aanvraag om een omgevingsvergunning moet door middel van een formulier, zoals door het college vastgesteld, worden ingediend door de rechthebbende van het aan te sluiten perceel.

  • 2.

    Het bevoegd gezag beslist binnen acht weken na ontvangst van de aanvraag. Het bevoegd gezag kan de beslissing voor ten hoogste acht weken verdagen.

Artikel 4 Weigeren van de vergunning

  • 1.

    Een omgevingsvergunning kan slechts worden geweigerd als aansluiting van het particulier riool op het openbaar riool of wijziging van die aansluiting vanwege technische, juridische of milieuhygiënische redenen bezwaarlijk is.

  • 2.

    Aansluiting van het particulier riool op het openbaar riool of de IBA of wijziging van die aansluiting is in ieder geval bezwaarlijk als:

    • a.

      de hoogteligging van het aansluitpunt (binnenonderkant buis) lager ligt dan de bovenzijde van het openbaar riool, vermeerderd met 200 millimeter en de benodigde hoogte voor het afschot van de aansluitleiding (1%);

    • b.

      de bovenzijde van een lozingtoestel lager is gelegen dan 150 millimeter boven de kruin van de straat, tenzij via een pompinstallatie voorzien van terugslagklep wordt aangesloten;

    • c.

      de afvoer van afvalwater en hemelwater op het particulier terrein niet gescheiden plaatsvindt, terwijl een gescheiden openbaar riool aanwezig is;

    • d.

      de gevraagde aansluiting een lozing voor afvalwater en/ of bronneringswater betreft, waarvoor krachtens de geldende milieuwetgeving een vergunning benodigd is, maar niet is verleend, of niet aan de geldende algemene regels is voldaan;

    • e.

      het openbaar riool ter plaatse niet over voldoende capaciteit beschikt om de hoeveelheid te lozen vloeistoffen te kunnen afvoeren;

    • f.

      het een lozing van drainagewater betreft;

    • g.

      de gevraagde aansluiting een afvoerleiding voor niet verontreinigd bronneringswater betreft, die zonder bezwaar op het oppervlaktewater kan worden aangesloten of middels retourbemaling kan worden afgevoerd;

    • h.

      een bouwvergunning of een milieuvergunning in het kader van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) voor het aan te sluiten perceel is geweigerd;

    • i.

      de lozing van het afvalwater de doelmatige werking van de openbare riolering en de Riool Water Zuivering Installatie (RWZI) belemmert;

    • j.

      het afvalwater dat naar het druk- of vacuümriool wordt afgevoerd ook hemelwater bevat.

Artikel 5 Uitvoering aanleg of wijziging

1.

De uitvoering van de aanleg of wijziging van de perceelsaansluitleiding, inclusief de aansluiting van het particulier riool op de perceelsaansluitleiding, vindt niet plaats anders dan door of vanwege de gemeente.

 

2.

In afwijking van het eerste lid, kan het bevoegd gezag, na overleg met de rechthebbende, bepalen dat de rechthebbende in overleg en onder toezicht van de gemeente zelf de aanleg of wijziging van de perceelsaansluitleiding, inclusief de aansluiting van het particulier riool op de perceelsaansluitleiding, uitvoert. De rechthebbende onttrekt het aansluitpunt, na melding aan de gemeente dat de aanleg of wijziging is uitgevoerd, gedurende drie werkdagen niet aan het zicht.

 

3.

De aansluiting van het particulier riool op de perceelsaansluitleiding vindt slechts plaats, als het aan te sluiten particulier riool tot aan het aansluitpunt aanwezig is en voldoet aan:

 

 

a.

de daaraan op grond van de bouwregelgeving te stellen eisen, en

 

b.

de volgende kleureisen:

 

 

i.

grijs: voor huishoudelijk en industrieel afvalwater;

 

 

ii.

bruin: voor hemelwater.

Artikel 6 Kosten van de aansluiting

  • 1.

    Het bevoegd gezag stelt de kosten voor het uitvoeren van de aanleg of wijziging van de perceelsaansluitleiding, inclusief aansluiting van het particulier riool op de perceelsaansluitleiding, vast op basis van de werkelijke kosten.

  • 2.

    De kosten als bedoeld in het eerste lid zijn voor rekening van de rechthebbende, met dien verstande dat deze kosten niet in rekening worden gebracht als deze reeds op andere wijze op de rechthebbende worden of zijn verhaald.

  • 3.

    De gemeente is niet gehouden tot het feitelijk uitvoeren van de aanleg of wijziging, als bedoeld in het eerste lid, over te gaan, voordat het hiervoor verschuldigde bedrag aan de gemeente is voldaan.

Artikel 7 Beheer, onderhoud, renovatie en vervanging

  • 1.

    Het beheer en onderhoud, de renovatie of de vervanging van de perceelsaansluitleiding wordt uitgevoerd door of vanwege de gemeente en voor rekening van de gemeente, tenzij de betreffende werkzaamheden moeten worden uitgevoerd als gevolg van een onjuist gebruik van het particulier riool, in welk geval de kosten voor rekening van de rechthebbende of veroorzaker komen.

  • 2.

    Onder onjuist gebruik wordt in ieder geval begrepen:

    • a.

      het via de aansluiting lozen van stoffen die vanwege hun aard en samenstelling, verstoppingen in de perceelsaansluitleiding of het openbaar riool veroorzaken;

    • b.

      het via de aansluiting lozen van stoffen die, door hun aard of concentratie, de constructie van de perceelsaansluitleiding aantasten;

    • c.

      het lozen van hemelwater en/ of drainagewater op de drukriolering, vacuümriolering;

    • d.

      het lozen van hemelwater en/ of drainagewater op de afvalwaterleiding van het (verbeterd) gescheiden rioolstelsel.

Artikel 8 Zorgplicht

Bij sloopwerkzaamheden of andere werkzaamheden op een op het openbaar riool aangesloten perceel, worden door de rechthebbende zodanige voorzieningen aan het particulier riool getroffen dat schade aan het openbaar riool en de perceelsaansluitleiding wordt voorkomen.

Artikel 9 Strafbepaling

Overtreding van het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt, voor zover daarin niet is voorzien bij het Wetboek van Strafrecht of de Wet op de economische delicten, gestraft met een hechtenis van ten hoogste 3 maanden of een geldboete van de tweede categorie.

Artikel 10 Toezichthouders

  • 1.

    Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de gemeentelijke opsporingsambtenaren c.q. toezichthouders.

  • 2.

    Voorts zijn met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening belast de bij besluit van het bevoegd gezag aan te wijzen personen.

Artikel 11 Hardheidsclausule

Het bevoegd gezag kan één of meer artikelen van deze verordening buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voor zover toepassing gelet op het belang van het tot stand brengen of het wijzigen van een rioolaansluiting, leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 12 Overgangsrecht

  • 1.

    Op een aansluiting van een particulier riool op het openbaar riool, die op het moment van de inwerkingtreding van deze verordening krachtens de tot dan geldende wet- en regelgeving tot stand is gebracht, zijn de bepalingen van deze verordening van toepassing.

  • 2.

    Deze verordening is niet van toepassing op overeenkomsten die vóór de inwerkingtreding van deze verordening zijn aangegaan tussen de rechthebbende en de gemeente.

Artikel 13 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2013.

Artikel 14 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Aansluitverordening riolering gemeente Overbetuwe 2012.

Aldus besloten in zijn openbare vergadering

van 18 december 2012.

DE RAAD VOORNOEMD,

de griffier,

drs. A.J. van den Brink

de voorzitter,

R.T. Metz.